Home

Beschikking van de Commissie van 30 november 2006 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor het jaar 2007 ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5677) (2006/875/EG)

Beschikking van de Commissie van 30 november 2006 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor het jaar 2007 ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en van bepaalde TSE’s en ter preventie van zoönoses (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5677) (2006/875/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied(1), en met name op artikel 24, lid 6, en de artikelen 29 en 32,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Gemeenschap kan op grond van Beschikking 90/424/EEG van de Raad een financiële bijdrage verlenen voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en voor controles ter preventie van zoönoses.

  2. Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën(2) voorziet in jaarlijkse programma's voor de uitroeiing en bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij runderen, schapen en geiten.

  3. De lidstaten hebben programma’s ingediend voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde dierziekten, voor de preventie van zoönoses en voor de uitroeiing en bewaking van TSE’s op hun grondgebied.

  4. Uit een onderzoek van deze programma’s is gebleken dat zij voldoen aan de desbetreffende communautaire veterinaire wetgeving, en met name aan de communautaire criteria voor de uitroeiing van die ziekten, zoals vastgesteld bij Beschikking 90/638/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van communautaire criteria voor de maatregelen inzake de uitroeiing van en de controle op bepaalde dierziekten(3).

  5. Deze programma's zijn opgenomen in de lijst van programma's die is vastgesteld bij Beschikking 2006/687/EG van de Commissie van 12 oktober 2006 betreffende programma’s die in 2007 in aanmerking komen voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde dierziekten, ter voorkoming van zoönoses en voor de bewaking van TSE’s, alsmede programma’s voor de uitroeiing van BSE en scrapie(4).

  6. Gezien het belang van deze programma’s voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap inzake dier- en volksgezondheid en de verplichte toepassing van de TSE-programma’s in alle lidstaten moet een passende financiële bijdrage van de Gemeenschap worden vastgesteld ter vergoeding van de uitgaven die de betrokken lidstaten voor de in deze beschikking vermelde maatregelen doen, tot een bepaald maximumbedrag per programma.

  7. Voor een beter beheer, een efficiënter gebruik van de communautaire middelen en meer transparantie moet zo nodig ook voor elk programma worden vastgesteld tot welk maximumbedrag de lidstaten worden vergoed voor bepaalde kosten van zaken zoals tests en de verschillende in de lidstaten gebruikte vaccins en voor de schadeloosstelling van eigenaars van geslachte of geruimde dieren.

  8. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(5) worden programma's voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 9, 36 en 37 van die verordening van toepassing.

  9. De aanwezigheid van rabiës op door de Europese Unie omgeven grondgebied zou een voortdurende bron van herbesmetting voor de omliggende gebieden vormen. Daarom is het wenselijk rabiës uit te roeien veeleer dan een beschermend vaccinatiegebied rond dergelijke gebiedsdelen in te stellen, dat voor onbepaalde tijd zou moeten worden gehandhaafd.

  10. De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend mits de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en mits de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de bij deze beschikking vastgestelde termijnen verstrekken.

  11. De koers voor de omrekening van de betalingsaanvragen in nationale valuta als omschreven in artikel 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro(6), moet worden verduidelijkt.

  12. De goedkeuring van sommige van deze programma’s mag niet vooruitlopen op een besluit van de Commissie waarin op basis van wetenschappelijk advies voorschriften voor de uitroeiing van deze ziekten worden vastgesteld.

  13. De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

HOOFDSTUK I RABIËS

Artikel 1

1.

De door Tsjechië, Duitsland, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Slovenië, Slowakije en Finland ingediende programma’s voor de uitroeiing van rabiës worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.

De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de aankoop en de distributie van vaccins en aas in het kader van het programma, met een maximum van:

  1. EUR 490 000 voor Tsjechië;

  2. EUR 850 000 voor Duitsland;

  3. EUR 925 000 voor Estland;

  4. EUR 790 000 voor Letland;

  5. EUR 900 000 voor Hongarije;

  6. EUR 185 000 voor Oostenrijk;

  7. EUR 4 100 000 voor Polen;

  8. EUR 375 000 voor Slovenië;

  9. EUR 500 000 voor Slowakije;

  10. EUR 112 000 voor Finland.

3.

De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die Litouwen doet voor laboratoriumtests, en voor 100 % in de uitgaven die Litouwen doet voor de aankoop en de distributie van vaccins en aas buiten zijn grondgebied, met een maximum van EUR 450 000.

4.

Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

  1. EUR 0,5 per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de in lid 2, onder c) en d), genoemde programma’s; en

  2. EUR 0,3 per dosis voor de aankoop van een dosis vaccin in het kader van de overige in de leden 2 en 3 genoemde programma’s.

HOOFDSTUK II RUNDERBRUCELLOSE

Artikel 2

1.

De door Spanje, Ierland, Italië, Cyprus, Portugal en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van runderbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2007.

2.

De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests, de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht en de aankoop van vaccindoses, met een maximum van:

  1. EUR 5 500 000 voor Spanje;

  2. EUR 1 950 000 voor Ierland;

  3. EUR 3 000 000 voor Italië;

  4. EUR 20 000 voor Cyprus;

  5. EUR 1 280 000 voor Portugal;

  6. EUR 1 100 000 voor het Verenigd Koninkrijk.

3.

Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bengaals-roodtest EUR 0,2 per test;
voor een SAT-test EUR 0,2 per test;
voor een complementbindingsreactie EUR 0,4 per test;
voor een ELISA-test EUR 1 per test;
voor de aankoop van een dosis vaccin EUR 0,5 per dosis.

HOOFDSTUK III RUNDERTUBERCULOSE

Artikel 3

HOOFDSTUK IV ENZOÖTISCHE BOVIENE LEUKOSE

Artikel 4

HOOFDSTUK V SCHAPEN- EN GEITENBRUCELLOSE

Artikel 5

HOOFDSTUK VI BLUETONGUE

Artikel 6

HOOFDSTUK VII BEPAALDE SOORTEN ZOÖNOTISCHE SALMONELLA BIJ FOKPLUIMVEE

Artikel 7

HOOFDSTUK VIII KLASSIEKE VARKENSPEST EN AFRIKAANSE VARKENSPEST

Artikel 8

HOOFDSTUK IX ZIEKTE VAN AUJESZKY

Artikel 9

HOOFDSTUK X VESICULAIRE VARKENSZIEKTE

Artikel 10

HOOFDSTUK XI HEARTWATER, BABESIOSE EN ANAPLASMOSE (POSEIDOM)

Artikel 11

HOOFDSTUK XII PROGRAMMA’S VOOR ONDERZOEK NAAR AVIAIRE INFLUENZA BIJ PLUIMVEE EN IN HET WILD LEVENDE VOGELS

Artikel 12

HOOFDSTUK XIII BEWAKING VAN OVERDRAAGBARE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIEËN

Artikel 13

HOOFDSTUK XIV UITROEIING VAN BOVIENE SPONGIFORME ENCEFALOPATHIE

Artikel 14

HOOFDSTUK XV UITROEIING VAN SCRAPIE

Artikel 15

HOOFDSTUK XVI ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

BIJLAGE I

BIJLAGE II