De technische specificatie voor interoperabiliteit (TSI) betreffende het subsysteem „Telematicatoepassingen voor goederenvervoer” van het conventionele spoorwegsysteem, zoals bedoeld in artikel 6, lid 1, van Richlijn 2001/16/EG, wordt vastgesteld in de bijlage.
Verordening (EG) n r. 62/2006 van de Commissie van 23 december 2005 betreffende de technische specificaties voor interoperabiliteit inzake het subsysteem Telematicatoepassingen voor goederenvervoer van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) n r. 62/2006 van de Commissie van 23 december 2005 betreffende de technische specificaties voor interoperabiliteit inzake het subsysteem Telematicatoepassingen voor goederenvervoer van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem(1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig artikel 2, onder c), van Richtlijn 2001/16/EG wordt het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem onderverdeeld in structurele en functionele subsystemen. Voor elk subsysteem dient een technische specificatie voor interoperabiliteit (TSI) te worden vastgesteld.
Als eerste stap voor de vaststelling van een TSI wordt een ontwerp-TSI opgesteld door de Europese Associatie voor Spoorinteroperabiliteit (AEIF) die is aangewezen als representatieve gemeenschappelijke instantie.
De AEIF heeft de opdracht gekregen een ontwerp-TSI vast te stellen voor het subsysteem „Telematicatoepassingen voor goederenvervoer” overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2001/16/EG. De fundamentele parameters van deze ontwerp-TSI werden goedgekeurd bij Beschikking 2004/446/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van de fundamentele parameters van de technische specificaties voor interoperabiliteit inzake geluidsemissies, goederenwagens en telematicatoepassingen voor goederenvervoer als bedoeld in Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad(2).
Bij de ontwerp-TSI op basis van de fundamentele parameters was een inleidend rapport met een kosten-batenanalyse gevoegd dat werd opgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 5, van Richtlijn 2001/16/EG.
De ontwerp-TSI werd in het licht van het inleidende rapport onderzocht door het comité dat is ingesteld op grond van artikel 21 van Richtlijn 96/48//EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem(3).
Overeenkomstig artikel 1 van Richtlijn 2001/16/EG worden voor de verwezenlijking van de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem voorwaarden gesteld zowel aan het ontwerp, de aanleg, de herinrichting, de vernieuwing en de exploitatie van de infrastructuur als aan het rollend materieel, d.w.z. aan de onderdelen die bijdragen tot de werking van het systeem en die na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn in gebruik zullen worden genomen. Ook de efficiënte interconnectie van de informatie- en communicatiesystemen van de verschillende infrastructuurbeheerders en spoorwegondernemingen wordt als een belangrijk element beschouwd.
De meeste telematicatoepassingen voor het goederenvervoer werden ontwikkeld en ingevoerd op basis van de behoeften van de nationale markt. Dit belemmert de grensoverschrijdende informatiedoorstroming, een essentieel kwaliteitsaspect van internationaal spoorvervoer, met name in het snelgroeiende segment van het internationale goederenvervoer.
De TSI betreffende telematica vereist geen gebruik van specifieke technologieën of technische oplossingen behoudens waar dit strikt noodzakelijk is voor de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem
De TSI betreffende telematica is gebaseerd op de kennis van deskundigen die beschikbaar was op het tijdstip waarop het ontwerp werd opgesteld. Door technologische, operationele, maatschappelijke of veiligheidsontwikkelingen kan een wijziging van deze TSI of een aanvulling daarop noodzakelijk zijn. Daarom wordt een veranderingsmanagementsproces ontwikkeld om de voorschriften uit bijlage A van de TSI verder uit te werken en aan te passen. Deze opdracht wordt uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het Europees Spoorwegbureau, ingesteld bij Verordening (EG) nr. 881/2004 van het Europees Parlement en de Raad(4), zodra dat Bureau operationeel is, d.i. uiterlijk tegen april 2006. In voorkomend geval zal, overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 2001/16/EG, een meer diepgaande en ruimere herzienings- of bijwerkingsprocedure worden gestart waarbij de in de TSI voorgeschreven procedure kan worden gewijzigd.
Bij de toepassing van de TSI betreffende telematica moet rekening worden gehouden met specifieke criteria betreffende de technische en operationele compatibiliteit tussen de infrastructuren en het in gebruik te nemen rollend materieel en het netwerk waarin deze worden geïntegreerd. Deze compatibiliteitseisen vereisen een per geval uit te voeren complexe technische en economische analyse. Bij deze analyse moet rekening worden gehouden met de interfaces tussen de verschillende in Richtlijn 2001/16/EG vermelde subsystemen, met de diverse lijncategorieën en rollend materieel waar die richtlijn naar verwijst, en met de technische en operationele eigenschappen van het bestaande netwerk.
Een samenhangend kader van toepassingsregels en richtsnoeren is essentieel bij deze analyse. De Europese representatieve instanties van de spoorwegsector werken daarom een Europees plan uit voor de invoering van de telematica-TSI. In dit plan wordt aangegeven welke stappen moeten worden gezet om van de huidige gefragmenteerde aanpak van informatiemanagement te komen tot een naadloze informatie-uitwisseling over het volledige spoorwegnetwerk van de Europese Unie.
Om de TSI op een effciënte manier te implementeren moet een strategisch Europees implementatieplan worden opgesteld. De faseringsplannen die de actoren moeten opstellen, dienen op Europees niveau te worden gecoördineerd en rekening te houden met de bestaande IT- en processystemen van spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders. Hiertoe stellen de spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders informatie ter beschikking betreffende het functioneren van de diverse telematicatoepassingen die in het goederenvervoer worden gebruikt, alsmede de technische informatie over deze systemen.
Het in de bijgevoegde TSI beschreven beoogde systeem gaat uit van op de computer gebaseerde technologie met een verwachte levensduur die aanzienlijk lager is dan die van de huidige traditionele seingevings- en telecommunicatievoorzieningen. Bijgevolg vereist het inzetten daarvan een strategie die meer anticiperend dan reactief is om te voorkomen dat het systeem reeds verouderd is voordat alle interconnecties volledig uitgevoerd zijn. Daarnaast zou een te versnipperde aanpak van die installatie binnen het Europese spoorwegsysteem hoge operationele en andere kosten met zich brengen door de onzekerheid over de continuïteit van de dienst. De ontwikkeling van een samenhangend trans-Europees uitvoeringsplan voor het beoogde systeem zou bijdragen tot de ontwikkeling van naadloze informatie-uitwisseling over het trans-Europese spoorwegnet als geheel overeenkomstig de EU-strategie voor het TEN-vervoersnetwerk. Een dergelijk plan moet uitgaan van de desbetreffende nationale uitvoeringsplannen en moet een passende kennisbasis verschaffen ter ondersteuning van de besluitvorming door de verschillende belanghebbende partijen — met name de Commissie bij de toewijzing van financiële steun voor spoorwegprojecten. De Commissie zou het mandaat moeten krijgen om de ontwikkeling van een Europees plan door de verschillende partners te coördineren.
Om elke verwarring uit te sluiten moet worden benadrukt dat de bepalingen van Beschikking 2004/446/EG betreffende de fundamentele parameters van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem niet langer van toepassing zijn.
De TSI betreffende telematica in het goederenvervoer is van functionele aard. Bijgevolg zijn de bepalingen uit deze TSI in hoofdzaak gericht tot de marktactoren. Voor de invoering van de bepalingen van de TSI is een verordening die zich richt tot de betrokken actoren, beter geschikt dan een tot de lidstaten gerichte beschikking.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij Richtlijn 96/48/EG ingestelde comité,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De TSI is volledig van toepassing op de infrastructuur en het rollend materieel van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem zoals omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2001/16/EG.
Artikel 2
Spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders dragen hiertoe bij door, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, informatie betreffende het functioneren van de verschillende telematicatoepassingen in het goederenvervoer, zoals omschreven in hoofdstuk 2 van de bijlage, alsmede technische informatie over deze systemen ter beschikking te stellen.
Artikel 3
De op Europees niveau optredende representatieve instanties van de spoorwegsector, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 881/2004, stellen een strategisch Europees implementatieplan op voor de TSI in de bijlage overeenkomstig de criteria die zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van de bijlage bij deze verordening.
Zij doen dit strategische plan uiterlijk een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de lidstaten en de Commissie toekomen.
Artikel 4
De bepalingen van Beschikking 2004/446/EG betreffende de fundamentele parameters van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem zijn niet langer van toepassing vanaf de datum waarop deze verordening in werking treedt.