In deze verordening wordt de in hoofdstuk II van de basisverordening vermelde communautaire lijst vastgesteld van luchtvaartmaatschappijen waaraan in de Gemeenschap een exploitatieverbod is opgelegd.
Verordening (EG) n r. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot opstelling van de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EG) n r. 474/2006 van de Commissie van 22 maart 2006 tot opstelling van de in hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap (Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG(1), en met name op artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
In hoofdstuk II van Verordening (EG) nr. 2111/2005 (hierna „de basisverordening” genoemd) zijn procedures vastgesteld voor het opstellen van de communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Gemeenschap, alsook procedures die de lidstaten in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid bieden uitzonderingsmaatregelen te nemen waarbij op hun grondgebied een exploitatieverbod wordt opgelegd.
Overeenkomstig artikel 3, lid 3, van de basisverordening heeft elke lidstaat de Commissie meegedeeld aan welke luchtvaartmaatschappijen een exploitatieverbod op zijn nationaal grondgebied is opgelegd, samen met de redenen waarom het verbod is opgelegd en andere relevante informatie.
De Commissie heeft alle betrokken luchtvaartmaatschappijen rechtstreeks of, wanneer dit praktisch niet mogelijk was, via de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor regelgevend toezicht, in kennis gesteld van de essentiële feiten en overwegingen die aan de basis liggen van haar beslissing om aan deze luchtvaartmaatschappijen een exploitatieverbod op te leggen in de Gemeenschap.
Overeenkomstig artikel 7 van de basisverordening heeft de Commissie de betrokken luchtvaartmaatschappijen de gelegenheid geboden de door de lidstaten verstrekte documenten in te zien, schriftelijke opmerkingen te maken en (binnen 10 werkdagen) een mondelinge toelichting te geven aan de Commissie en het Comité inzake veiligheid van de luchtvaart(2).
De gemeenschappelijke criteria voor het om veiligheidsredenen opleggen van een exploitatieverbod op communautair niveau zijn uiteengezet in de bijlage bij de basisverordening.
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Voorwerp
Artikel 2 Exploitatieverboden
Aan de in bijlage A vermelde luchtvaartmaatschappijen wordt een volledig exploitatieverbod opgelegd in de Gemeenschap.
Aan de in bijlage B vermelde luchtvaartmaatschappijen worden exploitatiebeperkingen opgelegd in de Gemeenschap. Deze beperkingen houden in dat het verboden is de in bijlage B vermelde specifieke luchtvaartuigen of de specifieke types luchtvaartuigen te gebruiken.
Artikel 3 Handhaving
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle maatregelen die zij uit hoofde van artikel 3, lid 1, van de basisverordening hebben genomen om de exploitatieverboden die op hun grondgebied aan de luchtvaartmaatschappijen op de communautaire lijst zijn opgelegd, te doen naleven.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.