Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
„technische bijstand”: elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, productie, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; deze kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, training, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; „technische bijstand” omvat mondelinge vormen van bijstand;
-
„tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot:
-
contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;
-
deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;
-
in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen, derivatencontracten;
-
interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;
-
krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;
-
kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;
-
bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;
-
-
„bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, met inbegrip van het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
-
„economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
-
„bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruik ervan om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verwerven, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of hypothekeren ervan;
-
„grondgebied van de Gemeenschap”: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.