Home

Verordening (EG) n r. 1412/2006 van de Raad van 25 september 2006 betreffende bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Libanon

Verordening (EG) n r. 1412/2006 van de Raad van 25 september 2006 betreffende bepaalde beperkende maatregelen ten aanzien van Libanon

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 60 en 301,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2006/625/GBVB betreffende een verbod op de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel en op het verlenen van daarmee verband houdende diensten aan entiteiten of personen in Libanon overeenkomstig Resolutie 1701 (2006) van de VN-Veiligheidsraad(1),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Gemeenschappelijk Standpunt 2006/625/GBVB betreffende een verbod op de verkoop of levering van wapens en aanverwant materieel en op het verlenen van daarmee verband houdende diensten aan entiteiten of personen in Libanon behelst de uitvoering van de bij Resolutie 1701 (2006) van de VN-Veiligheidsraad ingestelde beperkende maatregelen en voorziet onder meer in een verbod op het verlenen van technische en financiële bijstand en op financiële bijstand in verband met militaire activiteiten en op het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van alle soorten wapens en aanverwant materieel aan entiteiten of personen in Libanon.

  2. Deze maatregelen vallen binnen de werkingssfeer van het Verdrag; om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, is derhalve communautaire wetgeving nodig voor de tenuitvoerlegging ervan voor zover het de Gemeenschap betreft.

  3. Per geval dienen de bevoegde autoriteiten te worden gemachtigd toestemming te geven voor het verlenen van bijstand, mits door de regering van Libanon of door de United Nations Interim Force in Lebanon (UNIFIL), toestemming is verleend voor die bijstand, en rekening houdende met de Resoluties 1559 (2004) en 1680 (2006) van de VN-Veiligheidsraad en alle andere relevante feiten en omstandigheden.

  4. De bevoegde autoriteiten dienen te worden gemachtigd om toestemming te verlenen voor het verlenen van bijstand aan strijdkrachten die deel uitmaken van de VN-vredesmacht UNIFIL, alsmede aan de strijdkrachten van de Republiek Libanon.

  5. Om praktische redenen is het wenselijk dat de Commissie wordt gemachtigd de bijlage bij deze verordening te wijzigen.

  6. De lidstaten moeten de sancties vaststellen die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening. De vastgestelde sancties moeten evenredig en doeltreffend zijn en een afschrikkende werking hebben.

  7. Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van haar bekendmaking in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „technische bijstand”: alle technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat ook mondelinge vormen van bijstand;

  2. „grondgebied van de Gemeenschap”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden.

Artikel 2

Het volgende is verboden:

  1. het direct of indirect aan natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of instanties in Libanon, of voor gebruik in Libanon, verlenen van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van alle soorten wapens en aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor;

  2. het direct of indirect aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of instanties in Libanon, of voor gebruik in Libanon, verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van wapens en aanverwant materieel, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand;

  3. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) en b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 3

1.

In afwijking van artikel 2 en na voorafgaande kennisgeving door de betrokken lidstaat aan de regering van Libanon en UNIFIL mogen de in de lijst van websites in de bijlage vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor:

  1. het verlenen aan enige andere natuurlijke of rechtspersoon, entiteit of instantie in Libanon dan de strijdkrachten van de Republiek Libanon of UNIFIL van technische bijstand, financiering en financiële bijstand in verband met wapens of aanverwant materieel in Libanon, of voor gebruik in Libanon, op voorwaarde dat:

    1. de diensten niet, direct of indirect, worden verleend aan een van de milities die volgens de Resoluties 1559 (2004) en 1680 (2006) van de VN-Veiligheidsraad moeten worden ontwapend,

    2. de toestemming per geval wordt verleend, en

    3. de regering van Libanon of UNIFIL in elk afzonderlijk geval toestemming heeft gegeven voor het verlenen van de betrokken diensten aan de persoon, entiteit of instantie. Indien de regering van Libanon of UNIFIL toestemming geeft voor een levering of overdracht aan een persoon, entiteit of instantie van specifieke wapens of aanverwant materieel, mag die toestemming worden uitgelegd als toestemming voor het leveren aan die persoon, entiteit of instantie van technische bijstand in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de betrokken goederen;

  2. het verlenen aan de strijdkrachten van de Republiek Libanon van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en wapens of aanverwant materieel, en van financiering of financiële bijstand in verband met militaire activiteiten, tenzij de regering van Libanon daartegen binnen 14 dagen na de ontvangst van een kennisgeving bezwaren uit.

2.

In afwijking van artikel 2 mogen de in de lijst van websites in de bijlage vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor:

  1. het verlenen van technische bijstand in verband met militaire activiteiten en wapens of aanverwant materieel, op voorwaarde dat:

    1. de goederen waarop de bijstand betrekking heeft, in gebruik zijn bij of zullen worden gebruikt door UNIFIL bij het uitoefenen van zijn taak, en

    2. de diensten worden verleend aan de strijdkrachten die deel uitmaken of zullen uitmaken van UNIFIL;

  2. het verlenen van financiering en financiële bijstand in verband met militaire activiteiten en wapens of aanverwant materieel, op voorwaarde dat:

    1. de financiering of financiële bijstand verleend wordt aan UNIFIL, aan de strijdkrachten van een land dat troepen levert voor UNIFIL, of aan een overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor aanbestedingen ten behoeve van de strijdkrachten van dat land, en

    2. de wapens of het aanverwante materieel uitsluitend worden aangeschaft voor gebruik door UNIFIL of de strijdkrachten van het betrokken land die worden toegewezen aan UNIFIL.

3.

De in de lijst van websites in de bijlage vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen de in de leden 1 en 2 bedoelde toestemming uitsluitend voorafgaand aan de activiteiten waarvoor de toestemming wordt gevraagd.

4.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 en 2 verleende toestemming.

Artikel 4

De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere beschikbare en voor deze verordening relevante informatie uit, met name betreffende schending, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6 bis

Artikel 7

Artikel 8

BIJLAGE