Home

Verordening (EG) n r. 700/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake de afzet van vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden

Verordening (EG) n r. 700/2007 van de Raad van 11 juni 2007 inzake de afzet van vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In artikel 2, tweede alinea, juncto artikel 2, eerste alinea, onder b), van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1) is bepaald dat de algemene voorschriften inzake maatregelen om de productie, de verwerking en de afzet van rundvlees beter te organiseren, door de Raad moeten worden vastgesteld.

  2. De systemen voor de productie van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden en de kenmerken van deze dieren ten tijde van het slachten verschillen vaak van lidstaat tot lidstaat. Op de voornaamste consumptiemarkten van de Gemeenschap wordt vlees dat in het kader van deze verschillende productiesystemen wordt geproduceerd, over het algemeen onder één verkoopbenaming afgezet.

  3. Inmiddels is gebleken dat een dergelijke praktijk de handel kan verstoren en oneerlijke concurrentie in de hand kan werken. Deze praktijken hebben derhalve een rechtstreekse invloed op de instelling en de werking van de interne markt.

  4. Deze praktijken kunnen bovendien verwarrend en misleidend zijn voor de consument.

  5. Met het oog op een betere werking van de interne markt moet de afzet van vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden, zo transparant mogelijk worden geregeld. Hierdoor zal tegelijkertijd de organisatie van de desbetreffende productie verbeteren. Om dit te verwezenlijken dient te worden vastgesteld welke verkoopbenamingen in de talen van de lidstaten moeten worden gebruikt voor de afzet van vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden. De consument wordt op die manier beter voorgelicht.

  6. In sommige gevallen is vlees van dieren die niet ouder zijn dan twaalf maanden, beschermd op grond van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad van 20 maart 2006 inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(2). In die gevallen wordt dit vlees op de markt gebracht onder de betrokken beschermde aanduiding of benaming, die borg staat voor een waterdichte identificatie door marktdeelnemers en consumenten. Daarom moet worden gestipuleerd dat de bepalingen van de onderhavige verordening die beschermde benamingen onverlet dienen te laten.

  7. Uit diverse studies komt naar voren dat de organoleptische kenmerken van vlees, zoals malsheid, smaak of kleur, veranderen naar gelang van de leeftijd van het betrokken dier en het voeder dat het heeft gekregen.

  8. In een openbare raadpleging die de Commissie in 2005 heeft gehouden, bestempelden de meeste consumenten de leeftijd van de dieren en het voeder dat zij hebben gekregen, als belangrijke indicatoren voor de eigenschappen van het van die dieren afkomstige vlees. Slachtgewicht daarentegen lijkt wat dat betreft minder zwaar door te wegen.

  9. De productiesystemen en het soort voeder dat wordt gegeven aan dieren die niet ouder zijn dan twaalf maanden, zijn gekoppeld aan de slachtleeftijd. De slachtleeftijd blijkt gemakkelijker te controleren dan het gebruikte diervoeder. De transparantie is bijgevolg voldoende gediend indien het gebruik van op de leeftijd van de dieren gebaseerde verkoopbenamingen wordt opgelegd.

  10. Volgens dezelfde raadpleging werd de scheidslijn voor de eerste categorie van dieren door de meeste geraadpleegde consumenten getrokken bij een leeftijd van ten hoogste acht maanden. Deze leeftijdsgrens wordt eveneens gebruikt in artikel 130 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers(3), in dat geval om te bepalen of dieren in aanmerking komen voor de slachtpremie. Het lijkt dan ook raadzaam deze leeftijdsgrens te hanteren om de categorie van dieren die niet ouder zijn dan twaalf maanden in twee subcategorieën op te splitsen.

  11. De raadpleging heeft ook aangetoond dat dezelfde verkoopbenaming bij de consumenten in de verschillende lidstaten niet noodzakelijkerwijs dezelfde verwachtingen oproept. Om ervoor te zorgen dat die consument een product kan kopen dat aan zijn verwachtingen voldoet, is het dus niet meer dan logisch om bij de keuze van de verkoopbenamingen zoveel mogelijk rekening te houden met culturele gewoonten en tradities.

  12. Voorts moet het vlees van dieren die niet ouder zijn dan twaalf maanden, met het oog op de identificatie ervan, worden gemerkt met een per categorie verschillende letter.

  13. Marktdeelnemers die naast de in deze verordening vastgestelde verkoopbenamingen nog andere informatie willen vermelden, moeten zich hierbij houden aan de procedure als bedoeld in artikel 16 of artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten(4).

  14. Met het oog op een correct gebruik van de overeenkomstig deze verordening op de etiketten te vermelden informatie, moeten de gegevens aan de hand waarvan de juistheid van deze informatie in alle productie- en afzetfasen kan worden nagegaan, worden geregistreerd. Onder voorbehoud van de noodzakelijke aanpassingen kan hiervoor gebruik gemaakt worden van het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1825/2000 van de Commissie van 25 augustus 2000 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten(5) bedoelde registratiesysteem.

  15. Voorts moeten de lidstaten aangeven welke autoriteiten bevoegd zijn om de in deze verordening vastgestelde voorwaarden te controleren en om ervoor te zorgen dat de Commissie, zo nodig ter plaatse, de naleving van die voorwaarden kan controleren.

  16. Met het oog op de coherentie moeten bepalingen worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat uit derde landen ingevoerd vlees eveneens aan deze verordening voldoet. Met het oog daarop moet worden bepaald dat, wanneer de controles door een onafhankelijke dienst worden verricht, deze dienst alle nodige garanties inzake deskundigheid, onpartijdigheid en objectiviteit biedt.

  17. De lidstaten dienen de regels vast te stellen voor de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening, en ervoor te zorgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

  18. De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp en werkingssfeer

1.

Deze verordening bevat de voorwaarden voor de afzet, op het grondgebied van de Gemeenschap, van vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden, en met name de verkoopbenamingen die in dit verband moeten worden gebruikt.

Zij is van toepassing op vlees van na 1 juli 2008 geslachte runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden en dat in de Gemeenschap wordt geproduceerd of uit derde landen in de Gemeenschap wordt ingevoerd.

2.

Deze verordening is van toepassing onverminderd de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1183/2006 van de Raad van 24 juli 2006 tot vaststelling van het communautaire indelingsschema voor geslachte volwassen runderen(7).

3.

Deze verordening is niet voor 29 juni 2007 van toepassing op vlees van runderen waarvoor een beschermde oorsprongsbenaming of geografische aanduiding is geregistreerd overeenkomstig Verordening (EG) nr. 510/2006.

Artikel 2 Definitie

Met het oog op de toepassing van deze verordening wordt onder „vlees” verstaan, geslachte dieren, vlees met of zonder been en slachtafvallen, al dan niet versneden, bestemd voor menselijke consumptie, van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden, aangeboden in verse, gekoelde of bevroren toestand, al dan niet voorzien van een onmiddellijke verpakking of verpakking.

Artikel 3 Indeling van de runderen in het slachthuis

Op het moment van het slachten delen de marktdeelnemers, onder toezicht van de in artikel 8, lid 1, bedoelde bevoegde autoriteit, alle runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden, in één van de in bijlage I opgenomen categorieën in.

Artikel 4 Verkoopbenamingen

1.

De verkoopbenaming is de naam waaronder een levensmiddel wordt verkocht, in de zin van artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake de etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame(8).

Vlees van runderen die niet ouder zijn dan twaalf maanden mag in de verschillende lidstaten slechts in de handel worden gebracht onder de in bijlage II opgenomen verkoopbenaming(en) die voor elke lidstaat is/zijn vastgesteld.

De in de vorige alinea bedoelde verkoopbenamingen mogen worden aangevuld met de vermelding van de benaming of de aanduiding van de betrokken stukken vlees of van het betrokken slachtafval.

2.

De in bijlage II, onder A), opgenomen verkoopbenamingen en de van die verkoopbenamingen afgeleide nieuwe benamingen worden uitsluitend gebruikt indien aan alle voorschriften van deze verordening wordt voldaan.

Meer bepaald mag in een verkoopbenaming of op een etiket van vlees van runderen die ouder zijn dan twaalf maanden, geen gebruik worden gemaakt van de termen „veau”, „teleci”, „Kalb”, „μοσχάρι”, „ternera”, „kalv”, „veal”, „vitello”, „vitella”, „kalf”, „vitela” en „teletina”.

Artikel 5 Verplichte vermeldingen op het etiket

Artikel 6 Facultatieve vermeldingen op het etiket

Artikel 7 Registratie

Artikel 8 Officiële controles

Artikel 9 Uit derde landen ingevoerd vlees

Artikel 10 Sancties

Artikel 11 Uitvoeringsmaatregelen

Artikel 12 Comité

Artikel 13 Overgangsmaatregelen

Artikel 14 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II