Bij deze verordening worden de uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de verlening van pretoetredingssteun door de Gemeenschap zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA) (hierna de „IPA-verordening” genoemd).
Verordening (EG) Nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)
Verordening (EG) Nr. 718/2007 van de Commissie van 12 juni 2007 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1085/2006 van de Raad van 17 juli 2006 tot invoering van een instrument voor pretoetredingssteun (IPA)(1), en met name op artikel 3, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
Het doel van Verordening (EG) nr. 1085/2006 (hierna „IPA-verordening” genoemd) is het verstrekken van pretoetredingssteun aan begunstigde landen en het steunen van deze landen bij de omschakeling van bijlage II naar bijlage I bij die verordening, tot aan de toetreding tot de Europese Unie.
Aangezien de IPA-verordening voor de periode 2007-2013 het enige pretoetredingsinstrument is, moeten de voorschriften voor de programmering en uitvoering van de steun in het kader van die verordening worden gestroomlijnd en bijeen worden gebracht in één uitvoeringsverordening die betrekking heeft op alle vijf in de IPA-verordening ingestelde afdelingen (hierna „IPA-afdelingen” of „afdelingen van het IPA” genoemd).
Met het oog op coherentie, coördinatie en efficiëntie, met name in de context van het actieplan van de Commissie voor een geïntegreerd internecontrolekader dienen voor de vijf afdelingen gemeenschappelijke voorschriften voor de uitvoering van de steun uit hoofde van de IPA-verordening te worden vastgesteld. Daarbij moet echter wel rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van elke afzonderlijke afdeling.
Ook moet rekening worden gehouden met verschillen in de sociaaleconomische, culturele en politieke context binnen een begunstigd land, omdat dergelijke verschillen een specifieke aanpak en gedifferentieerde steun noodzakelijk maken, afhankelijk van de status van het land (kandidaat-lidstaat of potentiële kandidaat-lidstaat), de politieke en economische context, de behoeften en de absorptie- en beheerscapaciteit.
De uit hoofde van de IPA-verordening verleende steun moet in overeenstemming zijn met het beleid en het optreden van de Gemeenschap op het gebied van externe steun.
De steun dient te vallen binnen het toepassingsgebied dat in artikel 2 van de IPA-verordening is vastgesteld. De steun moet gericht zijn op ondersteuning van een breed spectrum aan maatregelen voor institutionele opbouw in alle begunstigde landen. De steun moet bijdragen aan de versterking van de democratische instellingen en de rechtsstaat, de hervorming van overheidsdiensten, de uitvoering van economische hervormingen, de eerbiediging van de mensenrechten en de rechten van minderheden, de bevordering van gelijkheid van mannen en vrouwen en het bestrijden van discriminatie, de bevordering van de burgerrechten en de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld, de ondersteuning van vergaande regionale samenwerking, verzoening en wederopbouw, duurzame ontwikkeling en armoedebestrijding en een hoge mate van milieubescherming in de betrokken landen.
De steun aan kandidaat-lidstaten moet daarnaast gericht zijn op overname en tenuitvoerlegging van het volledige acquis communautaire en naleving van de toetredingscriteria; de steun moet tevens de kandidaat-lidstaten helpen zich voor te bereiden op de programmering, het beheer en de tenuitvoerlegging van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Cohesiefonds, het Europees Sociaal Fonds en de steun voor plattelandsontwikkeling waartoe zij vanaf de toetreding toegang hebben.
De steun aan potentiële kandidaat-lidstaten moet een zekere mate van aanpassing aan het acquis communautaire en de toetredingscriteria bevorderen en maatregelen stimuleren die vergelijkbaar zijn met de maatregelen die voor kandidaat-lidstaten beschikbaar zijn in het kader van de IPA-afdelingen voor regionale ontwikkeling, ontwikkeling van het menselijk potentieel en plattelandsontwikkeling.
Om consistentie, complementariteit en concentratie van de steun te waarborgen, moet bij de meerjarenprogrammering als bedoeld in artikel 6 van de IPA-verordening worden gezorgd voor coherentie en coördinatie van de maatregelen die in het kader van de verschillende afdelingen van het IPA in een gegeven land worden uitgevoerd.
De Commissie en de begunstigde landen dienen de beginselen van hun samenwerking uit hoofde van deze verordening vast te leggen in een kaderovereenkomst.
Duidelijk moet worden gemaakt welke van de beheersmethoden van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen(2), van toepassing is op elk van de afdelingen van het IPA die bij de IPA-verordening zijn ingesteld.
Aangezien de IPA-verordening voorziet in steun in het kader van het pretoetredingsproces, moet met name bij de tenuitvoerlegging daarvan waar mogelijk gedecentraliseerd beheer van middelen worden toegepast, teneinde de participatie van de begunstigde landen in het beheer van de steun te bevorderen. Gecentraliseerd beheer, gezamenlijk beheer en gedeeld beheer dienen echter, waar nodig, mogelijk te zijn.
Indien gedecentraliseerd beheer wordt toegepast, dient duidelijk te worden gemaakt wat de respectieve taken van de Commissie en de begunstigde landen zijn en aan welke eisen de Commissie en de begunstigde landen moeten voldoen. De bepalingen inzake de begunstigde landen moeten in de kaderovereenkomsten, sectorale overeenkomsten en financieringsovereenkomsten worden opgenomen.
Voor het financieel beheer van de middelen in het kader van de IPA-verordening moeten nadere bepalingen worden vastgesteld, afhankelijk van de beheersmethode die voor de uitvoering van de steun wordt toegepast. De verplichtingen van de begunstigde landen in dit verband moeten in de kaderovereenkomsten, sectorale overeenkomsten en financieringsovereenkomsten worden opgenomen.
Naast de algemene evaluatie van de IPA-verordening, zoals voorgeschreven in artikel 22 van die verordening, moet worden voorzien in regelmatig toezicht en regelmatige evaluatie van de steun die uit hoofde van die verordening wordt verleend. Met name moeten de programma’s worden geëvalueerd door specifieke toezichtcomités en moet op de algemene uitvoering van de uit hoofde van de IPA-verordening verleende steun regelmatig worden toegezien.
Zichtbaarheid van de IPA-steunprogramma’s en van hun gevolgen voor de burgers van de begunstigde landen is van wezenlijk belang voor de bekendheid van de EU-maatregelen bij het publiek en voor een consequent imago van de betrokken maatregelen in alle begunstigde landen, zulks overeenkomstig het actieplan „Europa overbrengen” van de Commissie, het witboek van de Commissie over een Europees communicatiebeleid en de communicatiestrategie van de Commissie voor de uitbreiding voor de periode 2005-2009.
Aangezien de IPA-verordening van toepassing is met ingang van 1 januari 2007, dienen de uitvoeringsbepalingen van de Commissie eveneens met ingang van 1 januari 2007 van toepassing te zijn.
De in deze verordening vastgestelde bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het IPA-comité,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: