Bij deze verordening wordt een gemeenschappelijke marktordening ingesteld voor de producten van de volgende sectoren, zoals verder omschreven in bijlage I:
-
granen, deel I van bijlage I;
-
rijst, deel II van bijlage I;
-
suiker, deel III van bijlage I;
-
gedroogde voedergewassen, deel IV van bijlage I;
-
zaaizaad, deel V van bijlage I;
-
hop, deel VI van bijlage I;
-
olijfolie en tafelolijven, deel VII van bijlage I;
-
vlas en hennep, deel VIII van bijlage I;
-
groenten en fruit, deel IX van bijlage I;
-
verwerkte groenten en fruit, deel X van bijlage I;
-
bananen, deel XI van bijlage I;
-
wijn, deel XII van bijlage I;
-
levende planten en producten van de bloementeelt, deel XIII van bijlage I (hierna „de sector levende planten” genoemd);
-
ruwe tabak, deel XIV van bijlage I;
-
rundvlees, deel XV van bijlage I;
-
melk en zuivelproducten, deel XVI van bijlage I;
-
varkensvlees, deel XVII van bijlage I;
-
schapen- en geitenvlees, deel XVIII van bijlage I;
-
eieren, deel XIX van bijlage I;
-
vlees van pluimvee, deel XX van bijlage I;
-
overige producten, deel XXI van bijlage I.