Home

Beschikking van de Commissie van 28 november 2008 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2009 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7415) (2008/897/EG)

Beschikking van de Commissie van 28 november 2008 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2009 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7415) (2008/897/EG)

2008D0897 — NL — 17.12.2013 — 003.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 november 2008

tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2009 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7415)

(2008/897/EG)

(PB L 322, 2.12.2008, p.39)

Gewijzigd bij:




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 28 november 2008

tot goedkeuring van de door de lidstaten voor 2009 en volgende jaren ingediende jaarlijkse en meerjarenprogramma’s en van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 7415)

(2008/897/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (1), en met name op artikel 24, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 90/424/EEG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen.

(2)

Bovendien moet krachtens artikel 24, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG worden voorzien in een financiële maatregel van de Gemeenschap om de onkosten van de lidstaten voor de financiering van nationale programma's voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van de in de bijlage bij die beschikking vermelde dierziekten en zoönosen te vergoeden.

(3)

Bij Beschikking 2006/965/EG van de Raad van 19 december 2006 tot wijziging van Beschikking 90/424/EEG betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (2) is artikel 24 van die beschikking door een nieuwe bepaling vervangen. Bij wijze van overgangsmaatregel bepaalt Beschikking 2006/965/EG dat programma’s voor enzoötische boviene leukose en de ziekte van Aujeszky tot en met 31 december 2010 verder kunnen worden gefinancierd.

(4)

Beschikking 2008/341/EG van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van communautaire criteria voor nationale programma's voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (3) bepaalt dat door de lidstaten ingediende programma’s alleen kunnen worden goedgekeurd in het kader van de bij artikel 24, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG ingestelde maatregelen indien zij voldoen aan de in de bijlage bij Beschikking 2008/341/EG vastgestelde criteria.

(5)

Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (4) voorziet in jaarlijkse programma’s van de lidstaten voor toezicht op overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) bij runderen, schapen en geiten.

(6)

Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (5) voorziet ook in bewakingsprogramma’s die de lidstaten met betrekking tot pluimvee en in het wild levende vogels moeten uitvoeren, onder meer om door regelmatig geactualiseerde risicobeoordelingen een beter inzicht te verkrijgen in de bedreiging door van vogels afkomstige influenzavirussen, die door in het wild levende vogels worden overgedragen. Die jaarlijkse programma’s voor toezicht en de financiering ervan moeten ook worden goedgekeurd.

(7)

Sommige lidstaten hebben bij de Commissie jaarlijkse programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten, controleprogramma’s ter voorkoming van zoönosen en jaarlijkse programma’s voor de uitroeiing en bewaking van bepaalde TSE’s ingediend waarvoor zij een financiële bijdrage van de Gemeenschap wensen te ontvangen.

(8)

In 2008 zijn bij Beschikking 2007/782/EG van de Commissie (6) bepaalde door de lidstaten ingediende meerjarenprogramma's voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten goedgekeurd. De vastlegging van de uitgaven voor die meerjarenprogramma’s werd vastgesteld overeenkomstig artikel 76, lid 3, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (7). De eerste vastlegging in de begroting voor die programma's heeft plaatsgevonden nadat deze werden goedgekeurd. De daaropvolgende jaarlijkse vastleggingen worden door de Commissie in het licht van de uitvoering van het programma voor het vorige jaar verricht op basis van het in artikel 24, lid 5, van Beschikking 90/424/EEG bedoelde besluit om een bijdrage te verlenen.

(9)

De Commissie heeft de door de lidstaten ingediende jaarlijkse programma's, alsmede het volgende (tweede) jaar van de in 2008 goedgekeurde meerjarenprogramma's zowel uit veterinair als uit financieel oogpunt beoordeeld. Deze programma's zijn in overeenstemming bevonden met de desbetreffende communautaire veterinaire wetgeving en met name met de criteria van Beschikking 2008/341/EG.

(10)

Gezien het belang van de jaarlijkse en meerjarenprogramma’s voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gemeenschap inzake dier- en volksgezondheid en de verplichte toepassing van de programma’s inzake TSE’s en aviaire influenza in alle lidstaten moet een passende financiële bijdrage van de Gemeenschap worden vastgesteld ter vergoeding van de uitgaven die de betrokken lidstaten voor de in deze beschikking vermelde maatregelen doen, tot een bepaald maximumbedrag per programma.

(11)

Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (8) bepaalt dat de lidstaten waarvan bekend is dat zij besmet zijn met een of meer van de in bijlage IV, deel II, bij die richtlijn vermelde ziekten, uitroeiingsprogramma's voor die ziekten moeten opstellen.

(12)

Artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds (9) bepaalt dat de lidstaten een operationeel programma moeten opstellen ter uitvoering van de mede uit het Europees Visserijfonds te financieren beleidsmaatregelen en prioriteiten. Artikel 32 van die verordening bepaalt dat de Gemeenschap overeenkomstig Beschikking 90/424/EEG kan bijdragen in de financiering van de bestrijding en uitroeiing van ziekten in de aquacultuur. Krachtens Beschikking 90/424/EEG kunnen de lidstaten in het kader van die operationele programma's middelen toewijzen voor de uitroeiing van de in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG vermelde ziekten bij aquacultuurdieren.

(13)

Bepaalde lidstaten hebben meerjarenprogramma's opgesteld voor de uitroeiing van bepaalde ziekten bij waterdieren, als vermeld in bijlage IV, deel II, bij Richtlijn 2006/88/EG en in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG. Deze programma's zijn door de Commissie uit technisch oogpunt beoordeeld en moeten dan ook worden goedgekeurd.

(14)

Voor een beter beheer, een efficiënter gebruik van de communautaire middelen en meer transparantie moet indien nodig ook voor elk programma (behalve voor meerjarenprogramma's voor de uitroeiing van bepaalde ziekten bij waterdieren, waarvoor de financiële bijdrage zal worden vastgesteld nadat de programma's uit technisch oogpunt zijn goedgekeurd) de gemiddelde vergoeding worden vastgesteld die aan de lidstaten wordt betaald voor bepaalde kosten zoals de uitvoering van de in de lidstaten gebruikte tests en de schadeloosstelling van eigenaars van geslachte of geruimde dieren.

(15)

Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad van 21 juni 2005 inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (10) worden programma's voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten gefinancierd uit het Europees Landbouwgarantiefonds. Met het oog op de financiële controle zijn de artikelen 9, 36 en 37 van die verordening van toepassing.

(16)

De financiële bijdrage van de Gemeenschap wordt verleend mits de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en mits de bevoegde autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de bij deze beschikking vastgestelde termijnen verstrekken.

(17)

Om redenen van administratieve doelmatigheid moeten alle voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap gedeclareerde uitgaven in euro’s worden uitgedrukt. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad moet de omrekening van de uitgaven in een andere valuta dan de euro geschieden tegen de meest recente wisselkoers die de Europese Centrale Bank heeft vastgesteld vóór de eerste dag van de maand waarin de aanvraag door de betrokken lidstaat wordt ingediend.

(18)

De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



HOOFDSTUK I

JAARLIJKSE PROGRAMMA'S

Artikel 1

Runderbrucellose

1. De door Ierland, Spanje, Italië, Malta, Cyprus, Portugal en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de uitroeiing van runderbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests, de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, en de aankoop van vaccindoses, met een maximum van:

▼M2

a)1 400 000 EUR voor Ierland;

b)2 500 000 EUR voor Spanje;

▼B

c)5 000 000 euro voor Italië;

d)77 000 euro voor Cyprus;

e)20 000 euro voor Malta;

f)1 400 000 euro voor Portugal;

g)►M2 1 370 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bengaals-roodtest

:

0,2 euro per test;

voor een SAT-test

:

0,2 euro per test;

voor een complementbindingsreactie

:

0,4 euro per test;

voor een ELISA-test

:

1 euro per test;

voor geslachte dieren

:

375 euro per dier.

Artikel 2

Rundertuberculose

1. De door Ierland, Spanje, Italië, Polen en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van rundertuberculose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

▼M2

2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap bedraagt 50 % van de kosten die door elke in lid 1 bedoelde lidstaat worden gemaakt voor tuberculinatie, gamma-interferontests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van die programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)14 000 000 EUR voor Ierland;

b)9 100 000 EUR voor Spanje;

c)2 900 000 EUR voor Italië;

d)120 000 EUR voor Polen;

e)200 000 EUR voor Portugal.

▼B

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor tuberculinatie

:

1 euro per test;

voor een gamma-interferontest

:

5 euro per test;

voor geslachte dieren

:

375 euro per dier.

Artikel 3

Schapen- en geitenbrucellose

1. De door Griekenland, Spanje, Italië, Cyprus en Portugal ingediende programma’s voor de uitroeiing van schapen- en geitenbrucellose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de aankoop van vaccins, laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)250 000 euro voor Griekenland;

▼M2

b)3 600 000 EUR voor Spanje;

▼B

c)4 000 000 euro voor Italië;

d)75 000 euro voor Cyprus;

e)1 100 000 euro voor Portugal.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bengaals-roodtest

:

0,2 euro per test;

voor een complementbindingsreactie

:

0,4 euro per test;

voor geslachte dieren

:

50 euro per dier.

Artikel 4

Blauwtong in gebieden waar de ziekte enzoötisch is, of in hoogrisicogebieden

1. De door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Finland en Zweden ingediende programma’s voor de uitroeiing en bewaking van blauwtong worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

▼M1

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor de vaccinatie, de laboratoriumtests voor virologische, serologische en entomologische bewaking en voor de aankoop van vallen en vaccins, met een maximum van:

a)4 450 000 euro voor België;

b)5 000 euro voor Bulgarije;

c)2 350 000 euro voor Tsjechië;

d)50 000 euro voor Denemarken;

▼M2

e)16 650 000 EUR voor Duitsland;

f)90 000 EUR voor Estland;

g)60 000 EUR voor Ierland;

▼M1

h)50 000 euro voor Griekenland;

i)21 000 000 euro voor Spanje;

▼M2

j)55 000 000 EUR voor Frankrijk;

k)2 000 000 EUR voor Italië;

l)20 000 EUR voor Letland;

▼M1

m)0 euro voor Litouwen;

n)510 000 euro voor Luxemburg;

o)►M2 300 000 EUR voor Hongarije;

p)5 000 euro voor Malta;

q)50 000 euro voor Nederland;

▼M2

r)3 550 000 EUR voor Oostenrijk;

s)100 000 EUR voor Polen;

t)2 700 000 EUR voor Portugal;

u)100 000 EUR voor Roemenië;

▼M1

v)910 000 euro voor Slovenië;

▼M2

w)490 000 EUR voor Finland;

x)1 600 000 EUR voor Zweden.

▼M1

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

a)voor een ELISA-test: 2,5 euro per test;

b)voor een PCR-test: 10 euro per test;

c)voor de aankoop van monovalente vaccins: 0,3 euro per dosis;

d)voor de aankoop van bivalente vaccins: 0,45 euro per dosis;

e)voor de vaccinatie van runderen: 1,5 euro per gevaccineerd rund ongeacht het aantal en de soorten gebruikte vaccindoses;

f)voor de vaccinatie van schapen en geiten: 0,75 euro per gevaccineerd schaap of geit ongeacht het aantal en de soorten gebruikte vaccindoses.

▼B

Artikel 5

Salmonellose (zoönotische salmonella) bij vermeerderingskoppels, legkoppels en koppels vleeskuikens van Gallus gallus

1. De door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Estland, Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de bestrijding van bepaalde soorten zoönotische salmonella bij vermeerderingskoppels, legkoppels en koppels vleeskuikens van Gallus gallus worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor bacteriologische en serotyperingstests in het kader van officiële bemonstering, de schadeloosstelling van eigenaars van pluimvee dat is geruimd of eieren die zijn vernietigd, de aankoop van vaccindoses en de laboratoriumtests ter controle van de doeltreffendheid van de ontsmetting, met een maximum van:

a)850 000 euro voor België;

b)30 000 euro voor Bulgarije;

c)►M2 1 600 000 EUR voor Tsjechië;

d)►M2 140 000 EUR voor Denemarken;

e)25 000 euro voor Estland;

f)►M2 350 000 EUR voor Duitsland;

g)40 000 euro voor Ierland;

▼M2

h)700 000 EUR voor Griekenland;

i)1 250 000 EUR voor Spanje;

j)1 450 000 EUR voor Frankrijk;

k)1 700 000 EUR voor Italië;

l)100 000 EUR voor Cyprus;

m)90 000 EUR voor Letland;

▼B

n)16 000 euro voor Luxemburg;

o)1 450 000 euro voor Hongarije;

p)110 000 euro voor Malta;

q)►M2 2 350 000 EUR voor Nederland;

r)525 000 euro voor Oostenrijk;

▼M2

s)4 500 000 EUR voor Polen;

t)650 000 EUR voor Portugal;

u)50 000 EUR voor Roemenië;

▼B

v)625 000 euro voor Slowakije;

w)25 000 euro voor Slovenië;

x)20 000 euro voor het Verenigd Koninkrijk.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een bacteriologische test (kweek)

:

5,0 euro per test;

voor de aankoop van een dosis vaccin

:

0,05 euro per dosis;

voor de serotypering van relevante isolaten van Salmonella spp.

:

20 euro per test;

voor de analyse ter controle van de doeltreffendheid van het gebruik van ontsmettingsmiddelen

:

5,0 euro per test;

voor het ruimen van een dier uit een vermeerderingskoppel van Gallus gallus

:

3,5 euro per dier;

voor het ruimen van een dier uit een legkoppel van Gallus gallus

:

1,5 euro per dier.

Artikel 6

Klassieke varkenspest en Afrikaanse varkenspest

1. Het (de) programma('s) voor de bestrijding en bewaking van:

a)klassieke varkenspest die zijn ingediend door Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Hongarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije, worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009;

b)Afrikaanse varkenspest dat is ingediend door Italië, wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor virologische en serologische tests bij varkens (landbouwhuisdieren) en wilde varkens en, wat de programma’s van Bulgarije, Duitsland, Frankrijk, Roemenië en Slowakije betreft, ook voor 50 % in de uitgaven voor de aankoop en distributie van vaccins en aas voor de vaccinatie van wilde varkens en, wat Roemenië betreft, ook voor de vaccinatie van varkens (landbouwhuisdieren), met een maximum van:

a)200 000 euro voor Bulgarije;

b)800 000 euro voor Duitsland;

▼M2

c)670 000 EUR voor Frankrijk;

▼B

d)100 000 euro voor Italië;

e)350 000 euro voor Hongarije;

f)5 000 euro voor Luxemburg;

g)2 500 000 euro voor Roemenië;

h)30 000 euro voor Slovenië;

i)550 000 euro voor Slowakije.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor een ELISA-test 2,5 euro per test.

Artikel 7

Vesiculaire varkensziekte

1. Het door Italië ingediende programma voor de uitroeiing van vesiculaire varkensziekte wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven voor laboratoriumtests, met een maximum van 500 000 euro.

Artikel 8

Aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels

1. De door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s met betrekking tot aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke lidstaat doet voor laboratoriumtests, en verstrekt een vast bedrag voor de bemonstering van in het wild levende vogels, met een maximum van:

a)90 000 euro voor België;

b)70 000 euro voor Bulgarije;

c)60 000 euro voor Tsjechië;

d)200 000 euro voor Denemarken;

e)►M2 250 000 EUR voor Duitsland;

f)7 000 euro voor Estland;

g)60 000 euro voor Ierland;

h)70 000 euro voor Griekenland;

i)350 000 euro voor Spanje;

j)200 000 euro voor Frankrijk;

k)►M2 1 400 000 EUR voor Italië;

l)15 000 euro voor Cyprus;

m)30 000 euro voor Letland;

n)40 000 euro voor Litouwen;

o)10 000 euro voor Luxemburg;

p)180 000 euro voor Hongarije;

q)7 000 euro voor Malta;

r)500 000 euro voor Nederland;

s)►M2 80 000 EUR voor Oostenrijk;

t)80 000 euro voor Polen;

u)200 000 euro voor Portugal;

v)►M2 220 000 EUR voor Roemenië;

w)55 000 euro voor Slovenië;

x)50 000 euro voor Slowakije;

y)35 000 euro voor Finland;

z)280 000 euro voor Zweden;

za)380 000 euro voor het Verenigd Koninkrijk.

3. Voor de in het kader van de programma’s uitgevoerde tests bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

ELISA-test

:

1 euro per test;

agargel-immunodiffusietest

:

1,2 euro per test;

hemagglutinatieremmingstest (HAR) op H5/H7

:

12 euro per test;

virusisolatietest

:

30 euro per test;

PCR-test

:

15 euro per test;

bemonstering van in het wild levende vogels

:

20 euro per monster.

Artikel 9

Overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE's), boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie

1. De door België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Ierland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Luxemburg, Hongarije, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk ingediende programma’s voor de bewaking van overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) en voor de uitroeiing van boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 100 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor snelle tests en primaire moleculaire onderscheidende tests, voor 50 % in de uitgaven die elke lidstaat doet voor de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van zijn programma's voor de uitroeiing van BSE en scrapie zijn geruimd en vernietigd, en voor 50 % in de uitgaven voor de analyse van monsters met het oog op genotypering, met een maximum van:

▼M2

a)1 400 000 EUR voor België;

b)350 000 EUR voor Bulgarije;

c)1 050 000 EUR voor Tsjechië;

▼B

d)1 850 000 euro voor Denemarken;

e)8 900 000 euro voor Duitsland;

f)220 000 euro voor Estland;

▼M2

g)3 300 000 EUR voor Ierland;

h)1 200 000 EUR voor Griekenland;

i)5 400 000 EUR voor Spanje;

j)14 100 000 EUR voor Frankrijk;

k)5 350 000 EUR voor Italië;

▼B

l)►M1 50 000 euro voor Cyprus;

m)►M2 250 000 EUR voor Letland;

n)530 000 euro voor Litouwen;

o)105 000 euro voor Luxemburg;

p)990 000 euro voor Hongarije;

q)24 000 euro voor Malta;

r)►M2 2 600 000 EUR voor Nederland;

s)1 150 000 euro voor Oostenrijk;

▼M2

t)790 000 EUR voor Polen;

u)1 530 000 EUR voor Portugal;

v)580 000 EUR voor Roemenië;

▼B

w)250 000 euro voor Slovenië;

▼M2

x)500 000 EUR voor Slowakije;

y)500 000 EUR voor Finland;

▼B

z)900 000 euro voor Zweden;

za)►M2 4 600 000 EUR voor het Verenigd Koninkrijk.

3. De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s is bestemd voor de uitgevoerde tests en voor de geruimde en vernietigde dieren en bedraagt gemiddeld maximaal:

a)5 euro per test voor tests bij runderen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

b)30 euro per test voor tests bij schapen en geiten als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

c)50 euro per test voor tests bij hertachtigen als bedoeld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

d)175 euro per test voor primaire moleculaire onderscheidende tests als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c) i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

e)10 euro per genotyperingstest;

f)500 euro per dier voor runderen;

g)70 euro per geruimd dier voor schapen en geiten.

Artikel 10

Rabiës

1. De door Bulgarije, Litouwen, Hongarije, Oostenrijk, Polen, Roemenië en Slowakije ingediende programma’s voor de uitroeiing van rabiës worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de aankoop en distributie van vaccins en aas in het kader van de programma’s, met een maximum van:

▼M2

a)1 100 000 EUR voor Bulgarije;

b)500 000 EUR voor Litouwen;

c)880 000 EUR voor Hongarije;

▼B

d)270 000 euro voor Oostenrijk;

e)4 450 000 euro voor Polen;

f)►M2 760 000 EUR voor Roemenië;

g)470 000 euro voor Slowakije.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

8 euro per test;

voor een test om tetracycline in bot op te sporen

:

8 euro per test.

Artikel 11

Enzoötische boviene leukose

1. De door Estland, Litouwen, Malta en Polen ingediende programma’s voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)15 000 euro voor Estland;

b)20 000 euro voor Litouwen;

c)500 000 euro voor Malta;

▼M2

d)1 100 000 EUR voor Polen.

▼B

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

0,5 euro per test;

voor een agargel-immunodiffusietest

:

0,5 euro per test;

voor geslachte dieren

:

375 euro per dier.

Artikel 12

Ziekte van Aujeszky

1. De door Spanje, Hongarije en Polen ingediende programma’s voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky worden goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt 50 % van de uitgaven die de betrokken lidstaten doen voor laboratoriumtests, met een maximum van:

a)800 000 euro voor Spanje;

b)80 000 euro voor Hongarije;

▼M2

c)1 650 000 EUR voor Polen.

▼B

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald voor een ELISA-test 1 euro per test.



HOOFDSTUK II

MEERJARENPROGRAMMA’S

Artikel 13

Rabiës

1. Het tweede jaar van de door Tsjechië, Duitsland, Estland, Letland, Slovenië en Finland ingediende meerjarenprogramma’s voor de uitroeiing van rabiës wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de aankoop en distributie van vaccins en aas in het kader van de programma’s, met een maximum van:

a)600 000 euro voor Tsjechië;

b)325 000 euro voor Duitsland;

▼M2

c)870 000 EUR voor Estland;

d)850 000 EUR voor Letland;

e)550 000 EUR voor Slovenië;

▼B

f)100 000 euro voor Finland.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de betrokken lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

8 euro per test;

voor een test om tetracycline in bot op te sporen

:

8 euro per test.

4. Bij het bepalen van de voor de volgende jaren vast te leggen bedragen wordt rekening gehouden met de uitvoering van het programma in 2009. Hierna worden deze bedragen ter indicatie vermeld:



Lidstaat

2010

2011

2012

Tsjechië

Duitsland

Letland

1 250 000

Finland

100 000

Estland

1 250 000

1 250 000

Slovenië

350 000

350 000

350 000

Artikel 14

Ziekte van Aujeszky

1. Het tweede jaar van het door België ingediende meerjarenprogramma voor de uitroeiing van de ziekte van Aujeszky wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die België doet voor laboratoriumtests, met een maximum van ►M2 310 000 EUR.

3. Voor het in lid 1 genoemde programma bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan België wordt betaald voor een ELISA-test 1 euro per test.

Artikel 15

Enzoötische boviene leukose

1. Het tweede jaar van de door Italië, Letland en Portugal ingediende meerjarenprogramma’s voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009.

2. De Gemeenschap draagt voor 50 % bij in de uitgaven die elke in lid 1 genoemde lidstaat doet voor laboratoriumtests en de schadeloosstelling van eigenaars van dieren die in het kader van deze programma’s zijn geslacht, met een maximum van:

a)800 000 euro voor Italië;

b)55 000 euro voor Letland;

▼M2

c)460 000 EUR voor Portugal.

▼B

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan de lidstaten wordt betaald:

voor een ELISA-test

:

0,5 euro per test;

voor een agargel-immunodiffusietest

:

0,5 euro per test;

voor geslachte dieren

:

375 euro per dier.

4. Bij het bepalen van de voor 2010 vast te leggen bedragen wordt rekening gehouden met de uitvoering van het programma in 2009. Hierna worden deze bedragen ter indicatie vermeld:

a)800 000 euro voor Italië;

b)55 000 euro voor Letland;

c)350 000 euro voor Portugal.

▼M1

Artikel 15 bis

Scrapie

1. Het op 18 maart 2009 door Cyprus ingediende meerjarenprogramma voor de bewaking en uitroeiing van scrapie wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.

2. De financiële bijdrage van de Gemeenschap bedraagt:

a)100 % van de uitgaven die Cyprus doet voor snelle tests en primaire moleculaire tests;

b)75 % van de uitgaven die Cyprus doet voor de compensatie van eigenaren voor de waarde van hun dieren die zijn geruimd en vernietigd overeenkomstig het programma voor de bewaking en uitroeiing van scrapie;

c)50 % van de kosten van:

i)de analyse van monsters met het oog op genotypering;

ii)de aankoop van bereidingen voor het afmaken van de dieren;

iii)personeel dat specifiek voor de taken in het kader van het programma is ingehuurd;

iv)destructie van de kadavers.

3. Voor de in lid 1 genoemde programma’s bedraagt de gemiddelde maximale vergoeding die aan Cyprus wordt betaald:

a)30 euro per test voor tests bij schapen en geiten als bedoeld in bijlage III, hoofdstuk A, deel II, bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

b)175 euro per test voor primaire moleculaire onderscheidende tests als bedoeld in bijlage X, hoofdstuk C, punt 3.2, onder c), i), bij Verordening (EG) nr. 999/2001;

c)10 euro per test voor genotyperingstests;

d)100 euro per dier voor geruimde schapen of geiten.

4. Het voor 2009 vast te leggen bedrag is ►M2 3 000 000 EUR.

5. Bij het bepalen van het voor het jaar 2010 vast te leggen bedrag wordt rekening gehouden met de uitvoering van het programma in 2009.

▼M3

Artikel 16

Ziekten bij aquacultuurdieren

Het door Denemarken ingediende meerjarenprogramma voor de uitroeiing van virale hemorragische septikemie (VHS) wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2013.

Het door Duitsland ingediende meerjarenprogramma voor de uitroeiing van koiherpesvirus (KHV) wordt goedgekeurd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2014.

▼B



HOOFDSTUK III

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 17

De schadeloosstelling van eigenaars van dieren die zijn geruimd of geslacht en van producten die zijn vernietigd, geschiedt binnen negentig dagen nadat het dier is geslacht of geruimd of de producten zijn vernietigd of nadat het verzoek om bijstand door de eigenaar is ingediend.

Artikel 9, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 883/2006 van de Commissie (11) is van toepassing op de betaling van vergoedingen na het verstrijken van de termijn van negentig dagen.

Artikel 18

1. De door de lidstaten gedeclareerde uitgaven voor een financiële bijdrage van de Gemeenschap worden uitgedrukt in euro’s, exclusief belasting over de toegevoegde waarde en andere belastingen.

2. Wanneer de uitgaven van een lidstaat zijn gedaan in een andere valuta dan de euro, rekent de betrokken lidstaat deze om in euro's onder toepassing van de meest recente wisselkoers die de Europese Centrale Bank heeft vastgesteld vóór de eerste dag van de maand waarin de aanvraag door de betrokken lidstaat wordt ingediend.

Artikel 19

1. De financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s wordt verleend mits de betrokken lidstaten:

a)de programma’s uitvoeren overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Gemeenschapsrecht, waaronder de mededingingsregels en de voorschriften inzake de gunning van overheidsopdrachten;

b)de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor de uitvoering van de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s uiterlijk op 1 januari 2009 in werking doen treden;

c)de tussentijdse technische en financiële verslagen voor de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s uiterlijk op 31 juli 2009 bij de Commissie indienen overeenkomstig artikel 24, lid 7, onder a), van Beschikking 90/424/EEG;

d)voor de in artikel 8 genoemde programma’s om de drie maanden, binnen vier weken volgend op het einde van de verslagmaand, bij de Commissie via haar onlinesysteem verslag uitbrengen over de positieve en negatieve onderzoeksresultaten die zij bij de bewaking van pluimvee en in het wild levende vogels hebben geconstateerd;

e)voor de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s uiterlijk op 30 april 2010 overeenkomstig artikel 24, lid 7, onder b), van Beschikking 90/424/EEG bij de Commissie een eindverslag over de technische uitvoering van het programma indienen, tezamen met bewijsstukken betreffende de in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 door de lidstaat gedane uitgaven en behaalde resultaten;

f)de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s efficiënt uitvoeren;

g)voor de in de artikelen 1 tot en met 16 genoemde programma’s geen verdere verzoeken om andere bijdragen van de Gemeenschap voor deze maatregelen indienen en niet eerder zulke verzoeken hebben ingediend.

2. Indien een lidstaat niet aan lid 1 voldoet, verlaagt de Commissie de financiële bijdrage van de Gemeenschap gelet op de aard en de ernst van de inbreuk en van het financiële verlies voor de Gemeenschap.

Artikel 20

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2009.

Artikel 21

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.



(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.

(2) PB L 397 van 30.12.2006, blz. 22.

(3) PB L 115 van 29.4.2008, blz. 44.

(4) PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1.

(5) PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16.

(6) PB L 314 van 1.12.2007, blz. 29.

(7) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(8) PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14.

(9) PB L 223 van 15.8.2006, blz. 1.

(10) PB L 209 van 11.8.2005, blz. 1.

(11) PB L 171 van 23.6.2006, blz. 1.