Het bewijs, dat de exporteur de speciale heffing bij uitvoer bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2008/97 heeft voldaan, wordt aan de bevoegde autoriteit geleverd door overlegging van het certificaat inzake goederenverkeer A.TR. In dit geval moet de bevoegde autoriteit één van de in bijlage I bij deze verordening opgenomen vermeldingen onder het hoofd „Opmerkingen” opnemen.
Verordening (EG) n r. 402/2008 van de Commissie van 6 mei 2008 houdende nadere bepalingen met betrekking tot de invoer van rogge uit Turkije (Gecodificeerde versie)
Verordening (EG) n r. 402/2008 van de Commissie van 6 mei 2008 houdende nadere bepalingen met betrekking tot de invoer van rogge uit Turkije (Gecodificeerde versie)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 2008/97 van de Raad van 9 oktober 1997 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van de speciale regeling voor de invoer van olijfolie en van bepaalde andere landbouwproducten van oorsprong uit Turkije(1), en met name op artikel 7,
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EEG) nr. 2622/71 van de Commissie van 9 december 1971 houdende nadere bepalingen met betrekking tot de invoer van rogge uit Turkije(2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd(3). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze verordening te worden overgegaan.
De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 2008/97 uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de bijzondere regeling bij invoer van rogge uit Turkije, zoals voorzien in het Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije.
Deze bijzondere regeling voorziet onder bepaalde voorwaarden in een vermindering van het invoerrecht bij invoer van rogge afkomstig uit Turkije in de Gemeenschap. Hiertoe moet het bewijs worden bijgebracht, dat een door de exporteur te betalen speciale heffing bij uitvoer inderdaad werd voldaan.
Overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 2008/97 dienen de nadere bepalingen te worden vastgesteld inzake het leveren van het bewijs van betaling van de speciale heffing bij uitvoer.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Verordening (EEG) nr. 2622/71 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.