Bij deze verordening worden vastgesteld:
-
gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse betalingen;
-
een inkomenssteunregeling voor landbouwers (hierna de „bedrijfstoeslagregeling” genoemd);
-
een voorlopige vereenvoudigde inkomenssteunregeling voor landbouwers in de nieuwe lidstaten, als gedefinieerd in artikel 2, punt g) (hierna de „regeling inzake een enkele areaalbetaling” genoemd);
-
steunregelingen voor landbouwers die rijst, zetmeelaardappelen, eiwithoudende gewassen, noten, zaden, katoen, suiker, groenten en fruit, schapenvlees, geitenvlees, rundvlees of kalfsvlees produceren;
-
een kader om de nieuwe lidstaten, als gedefinieerd in artikel 2, punt g), in staat te stellen de rechtstreekse betalingen aan te vullen.