Verordening (EG) nr. 206/2009 van de Commissie van 5 maart 2009 betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 136/2004 (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

In deze verordening worden voorschriften vastgesteld betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van niet-commerciële persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong die deel uitmaken van de bagage van reizigers die als kleine zending aan particulieren worden verzonden of die op afstand worden besteld (bijvoorbeeld per post, per telefoon of via internet) en aan de consument worden geleverd.

Deze verordening is niet van toepassing op persoonlijke zendingen uit Andorra, Liechtenstein, Noorwegen, San Marino en Zwitserland. Daarnaast is deze verordening niet van toepassing op persoonlijke zendingen visserijproducten uit de Faeröer en IJsland. Om voor correcte voorlichting aan passagiers te zorgen, moet op al het voorlichtingsmateriaal worden aangegeven dat het hier om vrijgestelde landen gaat.

Deze verordening is van toepassing onverminderd de communautaire veterinaire wetgeving die de bestrijding en uitroeiing van dierziekten ten doel heeft of bepaalde beschermende maatregelen betreft.

Deze verordening is van toepassing onverminderd de desbetreffende voorschriften inzake certificering die zijn vervat in wetgeving ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 338/97 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer.

Persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong voor persoonlijke consumptie, zoals bedoeld in artikel 16, lid 1, onder a), b) en d), en lid 4, van Richtlijn 97/78/EG worden niet onderworpen aan de voorschriften van hoofdstuk I van die richtlijn, op voorwaarde dat zij tot één of meer van de volgende categorieën behoren:

1. producten die in deel 1 van bijlage I zijn opgenomen en niet onder artikel 6, lid 1, van Beschikking 2007/275/EG vallen, waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 0 kg niet overschrijdt;

2. producten die in deel 1 van bijlage II zijn opgenomen waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 2 kg niet overschrijdt;

3. verse of bewerkte visserijproducten die van de ingewanden zijn ontdaan, en verwerkte visserijproducten in de zin van de punten 3.5, 3.6 of 7.4 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004, waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 20 kg of het gewicht van één vis van welk gewicht ook niet overschrijdt;

4. andere producten dan bedoeld onder a), b) en c) of in artikel 6, lid 1, van Beschikking 2007/275/EG waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 2 kg niet overschrijdt.

Persoonlijke zendingen dierlijke producten die als voeder voor gezelschapsdieren bestemd zijn, worden niet onderworpen aan de voorschriften van hoofdstuk I van Richtlijn 97/78/EG, op voorwaarde dat zij tot één of meer van de volgende categorieën behoren:

1. producten die in deel 2 van bijlage I zijn opgenomen waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 0 kg niet overschrijdt;

2. producten die in deel 2 van bijlage II zijn opgenomen waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 2 kg niet overschrijdt.

In afwijking van lid 1, onder a), b) en d), en lid 2, worden persoonlijke zendingen van dierlijke producten uit de Faeröer, Groenland, IJsland en Kroatië niet onderworpen aan de voorschriften van hoofdstuk I van die richtlijn, op voorwaarde dat zij tot één of meer van de volgende categorieën behoren:

1. producten die in bijlage I zijn opgenomen en niet onder artikel 6, lid 1, van Beschikking 2007/275/EG vallen waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 10 kg niet overschrijdt;

2. producten die in bijlage II zijn opgenomen waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 10 kg niet overschrijdt;

3. andere producten dan bedoeld in lid 1, onder c), en lid 3, onder a) en b), van dit artikel of in artikel 6, lid 1, van Beschikking 2007/275/EG waarvan de totale hoeveelheid het maximumgewicht van 10 kg niet overschrijdt.

De lidstaten zien erop toe dat op alle plaatsen van binnenkomst in de Gemeenschap de veterinaire voorschriften voor persoonlijke zendingen die in de Gemeenschap worden binnengebracht, onder de aandacht worden gebracht van reizigers die uit derde landen aankomen.

De informatie die reizigers krachtens lid 1 wordt verstrekt, omvat ten minste de informatie van een van de affiches in bijlage III die op opvallende wijze op duidelijk zichtbare plaatsen ter kennis van de reizigers wordt gebracht.

De lidstaten kunnen deze informatie aanvullen met onder meer:

1. de in bijlage IV bedoelde informatie;

2. informatie naargelang van de plaatselijke omstandigheden en de nationale voorschriften die op basis van Richtlijn 97/78/EG zijn vastgesteld.

De in de leden 2 en 3 bedoelde informatie wordt opgesteld in:

1. ten minste een van de officiële talen van de lidstaat van binnenkomst in de Gemeenschap;

2. een tweede door de bevoegde autoriteit van deze lidstaat dienstig geachte taal; de tweede taal mag de taal zijn die in het buurland wordt gebruikt of, voor luchthavens of havens, de taal die het meest waarschijnlijk door passagiers die hier aankomen, wordt gebruikt.

De lidstaten zorgen ervoor dat het grote publiek in kennis wordt gesteld van de voorschriften betreffende het binnenbrengen in de Gemeenschap van producten van dierlijke oorsprong die in kleine zendingen aan particulieren worden toegestuurd of door eindverbruikers op afstand worden besteld.

De bevoegde autoriteit of autoriteiten, en de autoriteiten die de officiële controles verrichten, organiseren in samenwerking met de exploitanten van havens en luchthavens en de exploitanten die verantwoordelijk zijn voor andere plaatsen van binnenkomst van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong, doeltreffende controles op plaatsen van binnenkomst in de Gemeenschap.

De in lid 1 bedoelde controles zijn erop gericht persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong op te sporen en na te gaan of aan de voorwaarden van artikel 2 wordt voldaan.

De in lid 1 bedoelde controles kunnen worden opgezet op basis van het risico, waarbij, als de bevoegde autoriteit dat nodig acht, doeltreffende opsporingsmiddelen, zoals scanapparatuur en speurhonden, kunnen worden ingezet om grote hoeveelheden persoonlijke bagage op de aanwezigheid van persoonlijke zendingen producten van dierlijke oorsprong te screenen.