Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld betreffende de meer uitgebreide officiële controles die krachtens artikel 15, lid 5, van Verordening (EG) nr. 882/2004 op de punten van binnenkomst op de in bijlage I bij die verordening vermelde grondgebieden moeten worden uitgevoerd op de invoer van de in bijlage I bij deze verordening vermelde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong.
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Artikel 1 Voorwerp
Artikel 2 Bijwerking van bijlage I
Voor het opstellen en regelmatig wijzigen van de lijst in bijlage I wordt ten minste met de volgende informatiebronnen rekening gehouden:
-
gegevens uit kennisgevingen die zijn ontvangen via het RASFF;
-
verslagen en informatie die voortvloeien uit de activiteiten van het Voedsel- en Veterinair Bureau;
-
van derde landen ontvangen verslagen en informatie;
-
tussen de Commissie, de lidstaten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid uitgewisselde informatie;
-
wetenschappelijke evaluaties, in voorkomend geval.
De lijst in bijlage I wordt regelmatig en ten minste halfjaarlijks herzien.
Artikel 3 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
„gemeenschappelijk document van binnenkomst (GDB)”: het in artikel 6 bedoelde document dat moet worden ingevuld door de exploitant van het diervoeder- en levensmiddelenbedrijf of zijn vertegenwoordiger en door de bevoegde autoriteit die bevestigt dat de officiële controles zijn uitgevoerd, en waarvan een model is opgenomen in bijlage II;
-
„aangewezen punt van binnenkomst (APB)”: het punt van binnenkomst, als bedoeld in artikel 17, lid 1, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 882/2004, op een van de in bijlage I daarbij vermelde grondgebieden; als zendingen die de Unie over zee of door de lucht uit een derde land binnenkomen worden gelost om in dezelfde haven of op dezelfde luchthaven in een ander schip respectievelijk vliegtuig te worden geladen voor verdere overbrenging naar een andere haven of luchthaven op een van de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 882/2004 genoemde grondgebieden, is deze haven of luchthaven het aangewezen punt van binnenkomst;
-
„zending”: een hoeveelheid van de in bijlage I bij deze verordening vermelde diervoeders of levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong van dezelfde klasse of omschrijving die onder hetzelfde document of dezelfde documenten vallen, met hetzelfde vervoermiddel worden vervoerd en uit hetzelfde derde land of deel van dat land afkomstig zijn.
Artikel 4 Minimumvoorschriften voor aangewezen punten van binnenkomst
Onverminderd artikel 19 moeten de aangewezen punten van binnenkomst ten minste beschikken over:
-
voldoende personeel met de geschikte kwalificatie en ervaring om de voorgeschreven controles op zendingen uit te voeren;
-
geschikte voorzieningen voor het uitvoeren van de vereiste controles door de bevoegde autoriteit;
-
gedetailleerde instructies betreffende de monsterneming voor analyse en de verzending van de genomen monsters voor analyse naar een krachtens artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 882/2004 aangewezen laboratorium („het aangewezen laboratorium”);
-
voorzieningen voor de opslag van zendingen (en zendingen in containers) in geschikte omstandigheden gedurende de periode dat zij, in voorkomend geval, in afwachting van de onder c) bedoelde analyse worden vastgehouden, en voldoende opslagruimten, met inbegrip van koel- en vrieshuizen, voor gevallen waarin gezien de aard van de zending een gecontroleerde temperatuur vereist is;
-
loshulpmiddelen en geschikte apparatuur voor het nemen van monsters voor analyse;
-
de mogelijkheid om, waar nodig, in een overdekte ruimte te lossen en te bemonsteren voor analyse;
-
een aangewezen laboratorium dat de onder c) bedoelde analyse kan uitvoeren en zodanig gelegen is dat de monsters er binnen korte tijd naar kunnen worden vervoerd.
Artikel 5 Lijst van aangewezen punten van binnenkomst
De lidstaten maken op internet voor elk van de in bijlage I vermelde producten een lijst van de aangewezen punten van binnenkomst bekend en werken deze lijsten bij. De lidstaten delen het internetadres van deze lijsten aan de Commissie mee.
De Commissie vermeldt op haar website ter informatie de nationale links naar die lijsten.