Home

Verordening (EG) n r. 1010/2009 van de Commissie van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

Verordening (EG) n r. 1010/2009 van de Commissie van 22 oktober 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen(1), en met name op artikel 6, lid 3, artikel 8, lid 3, artikel 9, lid 1, artikel 12, leden 4 en 5, artikel 13, lid 1, artikel 16, leden 1 en 3, artikel 17, lid 3, artikel 20, lid 4, artikel 49, lid 1, en artikel 52,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten voorschriften en maatregelen worden vastgesteld om de in die verordening opgenomen bepalingen ten uitvoer te leggen.

  2. Krachtens artikel 6, lid 3, en artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 kan de periode van drie werkdagen die is vastgesteld voor de voorafgaande kennisgeving van aanlandings- of overladingsactiviteiten in een haven en voor de indiening van vangstcertificaten vóór de geschatte tijd van aankomst van de visserijproducten op de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap, worden gewijzigd in het licht van bepaalde factoren. Deze factoren zijn onder meer: het soort visserijproduct; de afstand tussen de visgronden, de aanlandingsplaatsen en de havens waar de betrokken vaartuigen zijn geregistreerd of in een lijst zijn opgenomen; de afstand tot de plaats van binnenkomst op het grondgebied van de Gemeenschap; de gebruikte vervoermiddelen. Voor verse visserijproducten en zendingen die via lucht-, weg- of spoorvervoer aankomen, is een kortere periode dan drie werkdagen vereist.

  3. Er moet worden gezorgd voor coherentie in de documenten die met betrekking tot de voorafgaande kennisgeving van aanlandingen en overladingen worden overgelegd, de aanlandings- en overladingsaangiften en de waarnemingsverslagen. Daarom moeten voor deze documenten formulieren worden vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 1, artikel 8, lid 3, en artikel 49, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad.

  4. Krachtens artikel 9, lid 1, en artikel 17, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten de lidstaten, overeenkomstig op basis van risicobeheer bepaalde benchmarks en op basis van nationale of communautaire risicobeheerscriteria, haveninspecties uitvoeren op ten minste 5 % van de aanlandings- en overladingsactiviteiten die door vissersvaartuigen van derde landen worden verricht, alsmede alle verificaties uitvoeren die zij nodig achten om ervoor te zorgen dat de bepalingen van de genoemde verordening correct worden toegepast. Met het oog op tijdige risicoanalyses en algemene beoordelingen van relevante controlegegevens, dienen gemeenschappelijke risicobeheerscriteria te worden vastgesteld voor controle-, inspectie- en verificatieactiviteiten. De gemeenschappelijke criteria moeten borg staan voor een geharmoniseerde aanpak van de inspecties en verificaties in alle lidstaten en voor de totstandbrenging van een gelijk speelveld voor alle marktdeelnemers.

  5. Krachtens artikel 52 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten de voor de uitvoering van die verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld volgens de comitéprocedure. Aangezien de Gemeenschap rekening moet houden met de gevolgen van eventuele capaciteitsgerelateerde beperkingen voor de correcte tenuitvoerlegging van de certificeringsregeling, wordt het noodzakelijk geacht de regeling voor sommige visserijproducten die door kleine vissersvaartuigen worden verkregen, aan te passen door invoering van de mogelijkheid een vereenvoudigd vangstcertificaat op te stellen. Aangezien de kleinschalige visserij niet is gedefinieerd, moet worden bepaald dat wanneer bepaalde, in de onderhavige verordening vast te stellen specifieke criteria in acht worden genomen, de exporteur om validering van een vereenvoudigd vangstcertificaat kan verzoeken. In het kader van deze criteria dient er in de eerste plaats rekening mee te worden gehouden dat deze vaartuigen vanwege hun beperkte capaciteit onevenredig zouden worden belast indien zij de standaard vangstcertificeringsregeling zouden moeten toepassen.

  6. Krachtens artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten vangstdocumentatieregelingen die zijn goedgekeurd en van kracht zijn in het kader van een regionale organisatie voor visserijbeheer (hierna „ROVB” genoemd) worden erkend mits deze voldoen aan de bij de genoemde verordening gestelde eisen. Een aantal van deze regelingen kunnen worden erkend als regelingen die aan de eisen van Verordening (EG) nr. 1005/2008 voldoen, terwijl aan andere aanvullende voorwaarden moeten worden verbonden.

  7. Marktdeelnemers die voldoen aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de status van „erkend marktdeelnemer” moeten voor de invoer van visserijproducten op het grondgebied van de Gemeenschap in aanmerking komen voor een vereenvoudigde procedure. In alle lidstaten moeten gemeenschappelijke voorwaarden worden vastgesteld voor het afgeven, wijzigen of intrekken van certificaten van erkend marktdeelnemer of het schorsen of intrekken van de status van erkend marktdeelnemer en moeten regels worden vastgesteld inzake het aanvragen en het afgeven van certificaten van erkend marktdeelnemer.

  8. Artikel 12, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 voorziet in administratieve samenwerking tussen de Commissie en derde landen op het gebied van de uitvoering van de vangstcertificeringsbepalingen. In het kader van artikel 20, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 mag het vangstcertificaat, met instemming van de vlaggenstaten, elektronisch worden opgesteld, gevalideerd of ingediend of worden vervangen door elektronische traceerbaarheidssystemen die hetzelfde niveau van controle door de autoriteiten bieden. Dergelijke administratieve regelingen met vlaggenstaten moeten geregeld worden geactualiseerd en zowel de lidstaten als het publiek dient daarvan tijdig in kennis te worden gesteld.

  9. Krachtens artikel 51, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 moet een systeem worden vastgesteld voor wederzijdsebijstandsverlening tussen de lidstaten, enerzijds, en derde landen en de Commissie, anderzijds. Deze administratieve samenwerking is van essentieel belang voor de correcte toepassing van de communautaire vangstcerticeringsregeling en voor het adequaat onderzoeken en bestraffen van IOO-visserij. Daarom moeten voorschriften worden vastgesteld voor een systematische gegevensuitwisseling, hetzij op verzoek hetzij spontaan, en voor de mogelijkheid te verzoeken om handhavingsmaatregelen en administratieve kennisgeving van de zijde van een andere lidstaat. Er moeten praktische procedures worden vastgesteld voor de uitwisseling van informatie en het verzoeken om bijstand. Deze bepalingen mogen echter geen beletsel vormen voor de toepassing van de in de lidstaten geldende regels inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken.

  10. De bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten valt onder Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(2). De bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie valt onder Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(3), in het bijzonder ten aanzien van de vereisten inzake vertrouwelijkheid en beveiliging van de verwerking, de doorgifte van persoonsgegevens uit de nationale systemen van de lidstaten aan de Commissie, de rechtmatige verwerking en de rechten van de betrokkenen op het gebied van informatie en van toegang tot en rectificatie van hun persoonsgegevens.

  11. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1005/2008, met daarin de lijst van producten die zijn uitgesloten van de definitie van „visserijproducten”, kan overeenkomstig artikel 12, lid 5, jaarlijks worden herzien op basis van de gegevens die worden verzameld in het kader van de hoofdstukken II, III, IV, V, VIII, X en XII. Analoog daaraan moet bijlage I op basis van de gegevens die worden verzameld in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde samenwerking, overeenkomstig worden gewijzigd.

  12. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I INSPECTIE VAN VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN HAVENS VAN LIDSTATEN

HOOFDSTUK I Voorwaarden voor de toegang van vissersvaartuigen van derde landen tot een haven

Artikel 1 Voorafgaande kennisgeving

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 nemen vaartuigen die de in bijlage I bij de onderhavige verordening opgenomen soorten visserijproducten aanlanden, een voorafgaande-kennisgevingstermijn van vier uur in acht.

Artikel 2 Formulier voor voorafgaande kennisgeving

1.

Het formulier voor de in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 bedoelde voorafgaande kennisgeving wordt vastgesteld in bijlage II A bij de onderhavige verordening.

2.

Indien alle vangsten vergezeld gaan van een gevalideerd vangstcertificaat, kan gebruik worden gemaakt van het in bijlage II B opgenomen formulier voor vereenvoudigde voorafgaande kennisgeving.

Artikel 3 Procedures en formulieren voor voorafgaande aangifte van aanlanding of overlading

HOOFDSTUK II Haveninspecties

Artikel 4 Benchmarks voor haveninspecties

Artikel 5 Rapportage over de toepassing van de benchmarks

TITEL II VANGSTCERTIFICERINGSREGELING VOOR DE INVOER EN DE UITVOER VAN VISSERIJPRODUCTEN

HOOFDSTUK I Vangstcertificaten

Artikel 6 Vereenvoudigd vangstcertificaat

Artikel 7 In het kader van ROVB’s erkende vangstdocumentatieregelingen

Artikel 8 Termijn voor de indiening van de vangstcertificaten

HOOFDSTUK II Erkende marktdeelnemers

Afdeling 1 Voorwaarden voor de verlening van het certificaat van erkend marktdeelnemer

Artikel 9 Algemene bepalingen
Artikel 10 Voldoende invoer
Artikel 11 Staat van dienst
Artikel 12 Documentenbeheer
Artikel 13 Voorzieningen

Afdeling 2 Aanvraag van een APEO-certificaat

Artikel 14 Indiening van de aanvraag
Artikel 15 Niet-ontvankelijke aanvragen

Afdeling 3 Procedure voor afgifte van APEO-certificaten

Artikel 16 Onderzoek van de aanvraag
Artikel 17 Raadpleging van andere lidstaten
Artikel 18 Afgifte van een APEO-certificaat
Artikel 19 Afwijzing van een aanvraag

Afdeling 4 Status van erkend marktdeelnemer

Artikel 20 Verificaties

Afdeling 5 Juridische gevolgen van APEO-certificaten

Artikel 21 Algemene bepalingen
Artikel 22 Schorsing van de status van erkend marktdeelnemer
Artikel 23 Schorsing vanwege niet-naleving van ter zake relevante criteria
Artikel 24 Schorsing in het geval van juridische procedures
Artikel 25 Schorsing in verband met de status van geautoriseerd marktdeelnemer
Artikel 26 Schorsing op verzoek
Artikel 27 Intrekking van een APEO-certificaat

Afdeling 6 Informatie-uitwisseling

Artikel 28 Verzoeken om informatie
Artikel 29 Het delen van informatie over erkende marktdeelnemers
Artikel 30 Rapportageverplichtingen en evaluatie

HOOFDSTUK III Verificaties met betrekking tot de vangstcertificaten

Artikel 31 Communautaire criteria voor de verificaties

Artikel 32 Rapportageverplichtingen en evaluatie

HOOFDSTUK IV Samenwerking met derde landen

Artikel 33 Administratieve samenwerking met derde landen met betrekking tot vangstcertificaten

TITEL III WAARNEMINGEN

Artikel 34 Formulier voor de verstrekking van informatie over waargenomen vissersvaartuigen

TITEL IV WEDERZIJDSE BIJSTAND

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 35 Toepassingsgebied

Artikel 36 Bescherming van persoonsgegevens

Artikel 37 Gebruik van informatie en bescherming van het beroepsgeheim en het handelsgeheim

Artikel 38 Kosten

Artikel 39 Eén autoriteit

Artikel 40 Follow-upmaatregelen

HOOFDSTUK II Informatieverstrekking zonder voorafgaand verzoek

Artikel 41 Informatieverstrekking zonder voorafgaand verzoek

HOOFDSTUK III Bijstandsverzoeken

Artikel 42 Definities

Artikel 43 Algemene vereisten

Artikel 44 Toezending van verzoeken en antwoorden

Artikel 45 Verzoek om informatie

Artikel 46 Verzoek om handhavingsmaatregelen

Artikel 47 Termijn voor antwoorden op verzoeken om informatie en om handhavingsmaatregelen

Artikel 48 Verzoek om administratieve kennisgeving

HOOFDSTUK IV Betrekkingen met de Commissie

Artikel 49 Communicatie tussen de lidstaten en de Commissie

Artikel 50 Coördinatie door de Commissie

HOOFDSTUK V Betrekkingen met derde landen

Artikel 51 Informatie-uitwisseling met derde landen

HOOFDSTUK VI Overgangsbepaling

Artikel 52 Invoering van een informatiesysteem over IOO-visserij

TITEL V WIJZIGINGEN

Artikel 53 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1005/2008

TITEL VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 54 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE IIA

BIJLAGE IIB

BIJLAGE III A

BIJLAGE III B

BIJLAGE IV

Aanhangsel

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

BIJLAGE VIII

BIJLAGE IX

BIJLAGE X A

BIJLAGE X B

BIJLAGE XI

BIJLAGE XII