Home

Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (herschikking) (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EG) nr. 1223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 betreffende cosmetische producten (herschikking) (Voor de EER relevante tekst)

HOOFDSTUK I TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES

Artikel 1 Toepassingsgebied en doel

In deze verordening worden regels vastgesteld waaraan alle cosmetische producten die op de markt worden aangeboden, moeten voldoen om de werking van de interne markt en een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid te waarborgen.

Artikel 2 Definities

1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. cosmetische producten: alle stoffen of mengsels die bestemd zijn om in aanraking te worden gebracht met de delen van het menselijke lichaamsoppervlak (opperhuid, beharing, haar, nagels, lippen en uitwendige geslachtsorganen) of met de tanden en kiezen en de mondslijmvliezen, met het uitsluitende of hoofdzakelijke oogmerk deze te reinigen, te parfumeren, het uiterlijk ervan te wijzigen en/of voornoemde lichaamsdelen te beschermen of in goede staat te houden of lichaamsgeuren te corrigeren;

  2. stof: een chemisch element en de verbindingen ervan, zoals zij voorkomen in natuurlijke toestand of bij de vervaardiging ontstaan, met inbegrip van alle additieven die nodig zijn voor het behoud van de stabiliteit ervan en alle onzuiverheden ten gevolge van het toegepaste procedé, doch met uitzondering van elk oplosmiddel dat kan worden afgescheiden zonder aantasting van de stabiliteit van de stof of wijziging van de samenstelling ervan;

  3. mengsel: een mengsel of oplossing bestaande uit twee of meer stoffen;

  4. fabrikant: een natuurlijke of rechtspersoon die een cosmetisch product vervaardigt of onder zijn naam of handelsmerk laat ontwerpen of vervaardigen en in de handel brengt;

  5. distributeur: een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, die een cosmetisch product op de communautaire markt aanbiedt, maar niet de fabrikant of importeur is;

  6. eindgebruiker: een consument of beroepsbeoefenaar die het cosmetische product gebruikt;

  7. op de markt aanbieden: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een cosmetisch product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de communautaire markt;

  8. op de markt brengen: het voor het eerst op de communautaire markt aanbieden van een cosmetisch product;

  9. importeur: een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een cosmetisch product uit een derde land op de communautaire markt brengt;

  10. geharmoniseerde norm: een norm die, op grond van een door de Commissie ingediend verzoek, overeenkomstig artikel 6 van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij(1) is vastgesteld door een van de in bijlage I bij die richtlijn genoemde Europese normalisatie-instellingen;

  11. nanomateriaal: een onoplosbaar of biopersistent en doelgericht gefabriceerd materiaal met een of meerdere externe dimensies, of een interne structuur, op een schaal van 1 tot 100 nm;

  12. conserveermiddelen: stoffen die uitsluitend of voornamelijk bedoeld zijn om de ontwikkeling van micro-organismen in cosmetische producten tegen te gaan;

  13. kleurstoffen: stoffen die uitsluitend of voornamelijk bedoeld zijn om cosmetische producten, het gehele lichaam of bepaalde delen daarvan te kleuren door absorptie of reflectie van zichtbaar licht; bovendien worden precursoren van oxiderende haarkleurstoffen als kleurstoffen beschouwd;

  14. uv-filters: stoffen die uitsluitend of voornamelijk bedoeld zijn om de huid tegen bepaalde uv-straling te beschermen door uv-straling te absorberen, te reflecteren of te verstrooien;

  15. ongewenste bijwerking: een voor de volksgezondheid nadelige bijwerking die aan het normale of redelijkerwijs te verwachten gebruik van cosmetische producten is toe te schrijven;

  16. ernstige ongewenste bijwerking: een ongewenste bijwerking met als gevolg tijdelijke of permanente functionele ongeschiktheid, invaliditeit, ziekenhuis-opname, aangeboren afwijkingen of acuut levensgevaar of de dood;

  17. uit de handel nemen: maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat cosmetische producten die zich in de toeleveringsketen bevinden, op de markt worden aangeboden;

  18. terugroepen: maatregel waarmee wordt beoogd cosmetische producten te doen terugkeren die al aan de eindgebruiker ter beschikking zijn gesteld;

  19. raamreceptuur: een formulering waarin de categorie of functie van ingrediënten en hun maximale concentratie in het cosmetische product zijn opgenomen of waarin relevante kwantitatieve en kwalitatieve informatie is vermeld indien een cosmetisch product niet of slechts ten dele onder een dergelijke formulering valt. De Commissie verstrekt indicaties voor de raamreceptuur en past deze indicaties regelmatig aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang aan.

2.

Voor de toepassing van lid 1, onder a), mogen stoffen of mengsels die bestemd zijn om te worden ingenomen, geïnhaleerd, ingespoten of ingebracht in het menselijk lichaam, niet als cosmetische producten worden beschouwd.

3.

Gezien de uiteenlopende definities van nanomaterialen die door diverse organen worden gepubliceerd, en de constante technische en wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van nanotechnologie, stelt de Commissie de definitie in lid 1, onder k) bij en past zij deze aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang en de definities aan die op grond daarvan op internationaal niveau worden overeengekomen. Deze maatregel, die beoogt niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen, wordt vastgesteld volgens de in artikel 32, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.

HOOFDSTUK II VEILIGHEID, VERANTWOORDELIJKHEID, VRIJ VERKEER

Artikel 3 Veiligheid

Cosmetische producten die op de markt worden aangeboden, moeten veilig zijn voor de volksgezondheid wanneer zij onder normale of redelijkerwijs te verwachten gebruiksomstandigheden worden aangewend, met name rekening houdend met het volgende:

  1. de aanbiedingsvorm, onder meer overeenkomstig Richtlijn 87/357/EEG;

  2. de etikettering;

  3. aanwijzingen voor het gebruik en de verwijdering;

  4. andere aanwijzingen of informatie die worden verstrekt door de in artikel 4 omschreven verantwoordelijke persoon.

De aanwezigheid van waarschuwingen houdt niet in dat de in artikel 2 en artikel 4 bedoelde personen zijn vrijgesteld van de verplichting om de andere bij deze verordening gestelde eisen na te komen.

Artikel 4 Verantwoordelijke persoon

Artikel 5 Verantwoordelijkheid van de verantwoordelijke persoon

Artikel 6 Verplichtingen van de distributeurs

Artikel 7 Identificatie in de toeleveringsketen

Artikel 8 Goede productiepraktijken

Artikel 9 Vrij verkeer

HOOFDSTUK III BEOORDELING VAN DE VEILIGHEID, PRODUCTINFORMATIEDOSSIER, KENNISGEVING

Artikel 10 Beoordeling van de veiligheid

Artikel 11 Productinformatiedossier

Artikel 12 Bemonstering en analyse

Artikel 13 Notificatie

HOOFDSTUK IV BEPERKINGEN VOOR BEPAALDE STOFFEN

Artikel 14 Beperkingen voor de in de bijlagen vermelde stoffen

Artikel 15 Stoffen die als CMR zijn ingedeeld

Artikel 16 Nanomaterialen

Artikel 17 Sporen van verboden stoffen

HOOFDSTUK V DIERPROEVEN

Artikel 18 Dierproeven

HOOFDSTUK VI CONSUMENTENINFORMATIE

Artikel 19 Etikettering

Artikel 20 Beweringen inzake producten

Artikel 21 Toegang tot gegevens voor het publiek

HOOFDSTUK VII MARKTTOEZICHT

Artikel 22 Controle op de markt

Artikel 23 Mededeling van ernstige ongewenste bijwerkingen

Artikel 24 Informatie over stoffen

HOOFDSTUK VIII NIET-NALEVING, VRIJWARINGSCLAUSULE

Artikel 25 Niet-naleving door de verantwoordelijke persoon

Artikel 26 Niet-naleving door de distributeurs

Artikel 27 Vrijwaringsclausule

Artikel 28 Goede administratieve praktijken

HOOFDSTUK IX ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING

Artikel 29 Samenwerking tussen bevoegde instanties

Artikel 30 Samenwerking inzake controle van productinformatiedossiers

HOOFDSTUK X UITVOERINGSMAATREGELEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Wijziging van de bijlagen

Artikel 32 Comitéprocedure

Artikel 33 Woordenlijst van gemeenschappelijke benamingen van ingrediënten

Artikel 34 Bevoegde instanties, gifcentra of vergelijkbare instellingen

Artikel 35 Jaarlijks verslag over dierproeven

Artikel 36 Formeel bezwaar tegen geharmoniseerde normen

Artikel 37 Sancties

Artikel 38 Intrekking

Artikel 39 Overgangsbepalingen

Artikel 40 Inwerkingtreding en toepassingsdatum

BIJLAGE IPRODUCTVEILIGHEIDSRAPPORT

Inleiding bij de bijlagen II tot en met VI

BIJLAGE IILIJST VAN STOFFEN DIE IN COSMETISCHE PRODUCTEN VERBODEN ZIJN

BIJLAGE IIILIJST VAN DE STOFFEN DIE IN COSMETISCHE PRODUCTEN MOGEN VOORKOMEN MET INACHTNEMING VAN DE GESTELDE BEPERKINGEN

BIJLAGE IVLIJST VAN KLEURSTOFFEN DIE IN COSMETISCHE PRODUCTEN ZIJN TOEGESTAAN

BIJLAGE VLIJST VAN CONSERVEERMIDDELEN DIE IN COSMETISCHE PRODUCTEN ZIJN TOEGESTAAN

BIJLAGE VILIJST VAN UV-FILTERS DIE IN COSMETISCHE PRODUCTEN ZIJN TOEGESTAAN

BIJLAGE VIISYMBOLEN DIE OP DE VERPAKKING WORDEN GEBRUIKT

BIJLAGE VIIILIJST VAN GEVALIDEERDE ALTERNATIEVE METHODEN TER VERVANGING VAN DIERPROEVEN

BIJLAGE IX

BIJLAGE XCONCORDANTIETABEL