Home

Verordening (EG) n r. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006

Verordening (EG) n r. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio’s(3),

Gezien het advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming(4),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft, krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid(5), tot doel te garanderen dat de levende aquatische hulpbronnen worden geëxploiteerd in omstandigheden die economisch, ecologisch en sociaal duurzaam zijn.

  2. Aangezien het gemeenschappelijk visserijbeleid alleen succesvol kan zijn als er een doeltreffende controleregeling wordt toegepast, wordt met de maatregelen van deze verordening beoogd een communautaire regeling voor controle, inspectie en handhaving vast te stellen die een alomvattende en geïntegreerde aanpak biedt overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel, teneinde ervoor te zorgen dat, doordat alle aspecten van dit beleid aan bod komen, alle regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd met het oog op de duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen.

  3. Bij de toepassing van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid(6) is gebleken dat de huidige controleregeling niet langer volstaat om te garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd.

  4. Momenteel zijn de controlebepalingen verspreid over een groot aantal elkaar overlappende en complexe rechtsteksten. Sommige delen van de controleregeling worden door de lidstaten slecht toegepast, met als gevolg dat bij inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid ontoereikende, uiteenlopende maatregelen worden genomen, wat het scheppen van gelijke voorwaarden voor alle vissers in de hele Gemeenschap ondermijnt. Bijgevolg moeten de bestaande regeling en alle daarin opgenomen verplichtingen worden geconsolideerd, gerationaliseerd en vereenvoudigd, met name door te snijden in de dubbele regelgeving en de administratieve lasten.

  5. Aangezien de mariene aquatische hulpbronnen massaal aan het verdwijnen zijn, is het voor de Gemeenschap van groot belang dat zij de nodige maatregelen vaststelt om bij alle marktdeelnemers een nalevingscultuur te doen ontstaan waarbij de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarbij wordt gehandeld in overeenstemming met de in 2002 op de Wereldtop over duurzame ontwikkeling vastgestelde doelstellingen en met de strategie voor duurzame ontwikkeling van de Europese Raad. Om dit doel te bereiken moeten de controle-, inspectie- en handhavingsregels die zijn vastgesteld in het kader van de maatregelen voor de instandhouding alsmede het beheer van de visbestanden, de structurele maatregelen en de maatregelen met betrekking tot de gemeenschappelijke marktordening, worden versterkt, geharmoniseerd en stringenter gemaakt.

  6. Aangezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen(7) de lidstaten verplicht passende maatregelen te nemen om te garanderen dat alle illegale, ongemelde en ongereglementeerde („IOO”) visserij en daarmee samenhangende activiteiten doeltreffend worden bestreden, en aangezien Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren(8) bepalingen bevat betreffende machtigingen voor communautaire vissersvaartuigen om visserijactiviteiten buiten de communautaire wateren te verrichten en betreffende machtigingen voor vissersvaartuigen van derde landen om visserijactiviteiten in de communautaire wateren te verrichten, moet de onderhavige verordening een aanvulling vormen op deze verordeningen en garanderen dat er geen discriminatie is tussen de onderdanen van de lidstaten en die van derde landen.

  7. Deze verordening moet zowel de bijzondere bepalingen die in visserijovereenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen zijn opgenomen of die gelden in het kader van regionale visserijorganisaties als de nationale controlebepalingen die binnen de werkingssfeer van deze verordening vallen maar verder gaan dan de daarin opgenomen minimumbepalingen, onverlet laten voor zover die nationale bepalingen in overeenstemming zijn met het Gemeenschapsrecht.

  8. Er moet gebruik worden gemaakt van de moderne technologieën als het volgsysteem voor vaartuigen, het vaartuigdetectiesysteem en het automatische identificatiesysteem, aangezien daarmee doeltreffend toezicht kan worden gehouden en snel systematische, geautomatiseerde kruiscontroles kunnen worden uitgevoerd, en zij de administratieve procedures voor zowel de nationale autoriteiten als de marktdeelnemers vergemakkelijken en het zo mogelijk maken tijdig risicoanalyses en totaalbeoordelingen van alle betrokken controlegegevens op te stellen. Daarom moet de controleregeling de lidstaten in staat stellen het gebruik van de diverse controle-instrumenten te combineren om te garanderen dat de controlemethode zo efficiënt mogelijk is.

  9. Er moet een nieuwe, gemeenschappelijke aanpak van de visserijcontrole komen waarvan alomvattend toezicht op de vangsten deel uitmaakt, met de bedoeling een gelijk speelveld voor de visserijsector tot stand te brengen waarbij rekening wordt gehouden met de verschillen tussen de vlootsegmenten. Hiertoe moeten er gemeenschappelijke criteria voor de uitvoering van de visserijcontrole worden vastgesteld, en meer bepaald gestandaardiseerde en gecoördineerde inspectieprocedures op zee, te land en in de hele marktketen. Als onderdeel van de nieuwe aanpak moeten de respectieve bevoegdheden van de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole duidelijker worden omschreven.

  10. Voor het beheer van de visbestanden op communautair niveau wordt met name gebruikgemaakt van totaal toegestane vangsten (TAC’s), quota, inspanningsregelingen en technische maatregelen. De nodige stappen moeten worden gezet om erop toe te zien dat de lidstaten de nodige maatregelen vaststellen om deze beheersmaatregelen doeltreffend uit te voeren.

  11. De controleactiviteiten en -methoden moeten worden gebaseerd op risicobeheer, waarbij de lidstaten op systematische, alomvattende wijze gebruikmaken van de procedures voor kruiscontrole. Tevens dienen de lidstaten onderling relevante informatie uit te wisselen.

  12. De samenwerking en de coördinatie tussen de lidstaten, de Commissie en het Communautair Bureau voor visserijcontrole moeten worden geïntensiveerd om de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te bevorderen.

  13. Om te garanderen dat visserijactiviteiten uitsluitend conform de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verricht, moeten die activiteiten onderworpen zijn aan een visvergunning en, in specifieke omstandigheden, aan een vismachtiging. Daarnaast moeten er regels betreffende de markering en identificatie van vissersvaartuigen en hun vistuig gelden.

  14. Om een doeltreffende controle te garanderen, moeten de lidstaten een volgsysteem voor vaartuigen hanteren en moeten vissersvaartuigen met een lengte over alles van 12 m of meer zijn uitgerust met een toestel waarmee deze vaartuigen automatisch kunnen worden gelokaliseerd en geïdentificeerd. Voorts moeten vissersvaartuigen zijn uitgerust met een automatisch identificatiesysteem overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart(9), en moeten de lidstaten de dat systeem voor kruiscontroles gebruiken.

  15. De samenwerking tussen de agentschappen en bureaus van de Gemeenschap en tussen de autoriteiten van de lidstaten moet worden geïntensiveerd. Daartoe moeten de gegevens van het volgsysteem voor vaartuigen, het automatische identificatiesysteem en het vaartuigdetectiesysteem kunnen worden doorgestuurd aan de agentschappen en bureaus van de Gemeenschap en aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten die bij bewakingsactiviteiten betrokken zijn met het oog op de veiligheid en beveiliging op zee, de grenscontrole, de bescherming van het mariene milieu en de algemene rechtshandhaving.

  16. Het is aan de Raad om te bepalen of er in de toekomst gebruik moet worden gemaakt van elektronische toezichtapparatuur en traceerinstrumenten, zoals genetische analyse, en van andere controletechnologieën voor de visserij indien dergelijke technologieën op kostenefficiënte wijze leiden tot een betere naleving van de regels van het gemeenschappelijke visserijbeleid.

  17. De lidstaten moeten toezicht houden op de activiteiten van hun vissersvaartuigen in en buiten de communautaire wateren. Om een doeltreffend toezicht in de hand te werken moeten kapiteins van communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van tien meter of meer worden verplicht een visserijlogboek bij te houden en aangiften van aanlanding en overlading in te dienen. Met het oog op het gebruik van moderne technologieën moet het visserijlogboek voor vissersvaartuigen met een lengte over alles van twaalf meter of meer in elektronische vorm worden bijgehouden en moeten de aangiften van aanlanding en overlading elektronisch worden ingediend.

  18. De gegevens in de visserijlogboeken van de vissersvaartuigen moeten op het tijdstip van aanlanding worden gecontroleerd. Bijgevolg moeten degenen die bij de aanlanding en de afzet van vis of visserijproducten betrokken zijn, worden verplicht aangifte te doen van de hoeveelheden die zijn aangeland, zijn overgeladen, te koop zijn aangeboden of zijn verkocht.

  19. Voor kleine vissersvaartuigen van minder dan 10 m lengte over alles zou de verplichting een visserijlogboek bij te houden of een aangifte van aanlanding in te vullen, in verhouding tot hun vangstcapaciteit een buitensporige last vormen. Om te garanderen dat die vaartuigen voldoende worden gecontroleerd, moeten de lidstaten op de activiteiten van die vaartuigen toezicht houden aan de hand van een steekproefplan.

  20. Overladingen op zee ontsnappen aan een adequate controle door de vlaggenstaat of de kuststaten en vormen daardoor voor de marktdeelnemers een mogelijkheid om illegale vangsten te vervoeren. Om de controles te verbeteren mogen overladingen in de Gemeenschap slechts in daartoe aangewezen havens worden toegestaan.

  21. De autoriteiten van de lidstaten moeten toezicht kunnen houden op de aanlandingen in hun havens. Daartoe moeten vissersvaartuigen die betrokken zijn in visserij op bestanden die onder een meerjarenplan vallen en die gehouden zijn elektronisch visserijlogboekgegevens vast te leggen, die autoriteiten vooraf in kennis stellen van hun voornemen om in hun havens aan te landen. De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben de toegang te weigeren indien de vereiste informatie niet volledig is.

  22. Aangezien het beheer van de visbestanden stoelt op de vangstmogelijkheden, moet worden gewaarborgd dat de vangsten en visserijinspanning correct worden vastgelegd en dat de vangsten en de visserijinspanning worden verrekend met de quota en de toegewezen visserijinspanning van de vlaggenlidstaat. De visserij moet worden gesloten indien de beschikbare quota of de toegewezen visserijinspanning zijn uitgeput.

  23. Gelet op de capaciteitsvoorschriften voor de communautaire vissersvloot die zijn vastgesteld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002, in Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten(10), in Verordening (EG) nr. 1438/2003 van de Commissie van 12 augustus 2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van het gemeenschappelijk vlootbeleid als omschreven in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad(11) en in Verordening (EG) nr. 2104/2004 van de Commissie van 9 december 2004 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad(12), moeten er instrumenten voor de controle van de vlootcapaciteit worden ingevoerd die onder meer betrekking hebben op het toezicht op het motorvermogen en op het gebruik van het vistuig. Daarom moeten de lidstaten maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de totale capaciteit van de visvergunningen niet de maximale capaciteitsniveaus te boven gaat en dat het motorvermogen van de vissersvaartuigen niet groter is dan het gecertificeerde motorvermogen van die vaartuigen. Te dien einde moeten de lidstaten het voortstuwingsmotorvermogen van vissersvaartuigen met een voortstuwingsmotorvermogen van meer dan 120 kW certificeren en bovendien op basis van een steekproefplan controleren of het motorvermogen met andere beschikbare gegevens strookt.

  24. Er moeten bijzondere maatregelen worden uitgevoerd in de vorm van bijzondere meerjarenplannen voor het beschermen van de betrokken bestanden. Overladingen van vangsten van bestanden die onder een meerjarenplan vallen, moeten uitsluitend in aangewezen havens worden toegestaan en uitsluitend mits die vangsten zijn gewogen.

  25. Er moeten bijzondere bepalingen worden vastgesteld op grond waarvan alleen toegestaan vistuig mag worden gebruikt en verloren vistuig moet worden teruggehaald.

  26. Er moeten bijzondere regels gelden ten aanzien van voor de visserij beperkte gebieden. De procedure voor de instelling en de opheffing van realtimesluitingen voor visgronden moet duidelijk worden vastgesteld.

  27. Aangezien recreatievisserij significante gevolgen kan hebben voor de visbestanden, moeten de lidstaten erop toezien dat zij wordt uitgevoerd op een wijze die strookt met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Voor bestanden warvoor een herstelplan geldt, moeten de lidstaten vangstgegevens uit de recreatievisserij verzamelen. Wanneer de recreatievisserij een groot effect heeft op de bestanden, moet de Raad specifieke beheersmaatregelen kunnen vaststellen.

  28. Met het oog op de vaststelling van een omvattende controleregeling is het noodzakelijk de hele productie- en afzetketen erin op te nemen. De regeling moet een coherent traceersysteem omvatten ter aanvulling van de bepalingen die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden(13), en moet voorzien in een strengere controle van de producentenorganisaties. Zij moet ook de belangen van de consument beschermen via de verstrekking, in elk stadium van de afzet, van gegevens over de handelsbenaming, de productiemethode en het vangstgebied overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2065/2001 van de Commissie van 22 oktober 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad met betrekking tot de informatieverstrekking aan de consument in de sector visserijproducten en producten van de aquacultuur(14). Voorts moet de regeling garanderen dat er toezicht op de producentenorganisaties wordt gehouden overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2508/2000 van de Commissie van 15 november 2000 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 104/2000 van de Raad wat betreft de werkprogramma’s in de visserijsector(15).

  29. Om te garanderen dat alle vangsten naar behoren worden gecontroleerd, moeten de lidstaten erop toezien dat alle visserijproducten voor het eerst op de markt worden gebracht of worden geregistreerd in een visafslag of aan geregistreerde kopers of producentenorganisaties verkocht. Aangezien het exacte gewicht van de vangsten bekend moet zijn om het gebruik van de quota na te gaan, moeten de lidstaten erop toezien dat alle visserijproducten gewogen worden, tenzij er steekproefplannen op basis van een gemeenschappelijke methodologie worden gevolgd.

  30. Om de weg van de vangsten te volgen en te kunnen controleren of zij met de vangstgegevens sporen, moeten geregistreerde kopers, geregistreerde visafslagen of andere door de lidstaten gemachtigde instanties of personen verkoopdocumenten indienen. Bij een jaarlijkse omzet in eerste verkopen van visserijproducten van meer dan 200 000 EUR, moeten de verkoopdocumenten elektronisch worden ingediend.

  31. Om de naleving van de communautaire instandhoudings- en handelsmaatregelen te garanderen, moet worden bepaald dat alle visserijproducten waarvoor noch een verkoopdocument, noch een aangifte van overname is overgelegd en die naar een andere plaats dan de plaats van aanlanding worden vervoerd, vergezeld moeten gaan van een vervoerdocument waarin hun aard, oorsprong en gewicht vermeld staan, tenzij er voorafgaand aan het vervoer elektronisch een vervoerdocument is doorgestuurd.

  32. De lidstaten dienen regelmatig controles bij producentenorganisaties te verrichten om erop toe te zien dat zij aan de wettelijke eisen voldoen. Zij moeten tevens controles betreffende de prijs- en interventieregelingen verrichten.

  33. De lidstaten dienen te zorgen voor de bewaking van de communautaire wateren en nemen de nodige maatregelen wanneer een waarneming of constatering niet overeenkomt met de informatie waarover zij beschikken.

  34. Het concept en de taken van met controle belaste waarnemers moeten duidelijk worden vastgesteld ten behoeve van toekomstige regelingen inzake met controle belaste waarnemers. Daarnaast moeten er ook regels worden vastgesteld voor de uitvoering van inspecties.

  35. Met het oog op een coherente, doeltreffende vervolging van inbreuken moet worden bepaald dat van de inspectie- en bewakingsverslagen die zijn opgesteld door functionarissen van de Commissie, communautaire inspecteurs of functionarissen van de lidstaten, op dezelfde wijze gebruik kan worden gemaakt als van de nationale verslagen. Daarnaast moeten de lidstaten een elektronisch gegevensbestand met de inspectie- en bewakingsverslagen van hun functionarissen opzetten.

  36. Om de mate van controle in de communautaire wateren gezamenlijk op te voeren, moet er een lijst van communautaire inspecteurs worden opgesteld en moeten hun taken en bevoegdheden worden gespecificeerd. Om dezelfde reden moeten er onder bepaalde voorwaarden inspecties van vissersvaartuigen buiten de wateren van de inspecterende lidstaat kunnen worden verricht.

  37. Bij een inbreuk moet erop worden toegezien dat de passende maatregelen worden getroffen voor een doeltreffende follow-up van de inbreuk, ongeacht waar deze zich voordoet. In bepaalde gevallen van ernstige inbreuken moet worden voorzien in strengere vervolgmaatregelen om een onmiddellijk onderzoek mogelijk te maken. In dit verband moeten de lidstaten voorts worden verplicht, passende maatregelen te treffen wanneer er door een communautaire inspecteur een inbreuk is ontdekt. Onder bepaalde voorwaarden moet de vervolging kunnen worden overgedragen aan de vlaggenlidstaat of aan de lidstaat waarvan de dader van de inbreuk onderdaan is.

  38. De onderdanen van de lidstaten moeten ervan worden weerhouden inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid te begaan. Aangezien de maatregelen die bij inbreuken op deze regels worden genomen, van lidstaat tot lidstaat sterk uiteenlopen, wat tot discriminatie en oneerlijke concurrentieregels voor de vissers leidt, en het ontbreken van evenredige, afschrikkende en doeltreffende sancties in bepaalde lidstaten de controles minder doeltreffend maakt, dienen er administratieve sancties, gecombineerd met een puntensysteem voor ernstige inbreuken, te worden ingevoerd om voor een echte afschrikking te zorgen.

  39. Dat nog steeds zeer veel ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden begaan in de communautaire wateren of door communautaire marktdeelnemers, is in belangrijke mate te wijten aan het niet-afschrikkende niveau van de in de nationale wetgeving vastgestelde sancties voor ernstige overtredingen van die regels. Deze tekortkoming wordt nog verergerd door het feit dat de hoogte van de sancties van lidstaat tot lidstaat sterk verschilt, wat voor marktdeelnemers met illegale bedoelingen een aansporing is om hun illegale activiteiten te verrichten in de wateren of op het grondgebied van de lidstaten waar de sancties het laagst zijn. Derhalve is het dienstig om naast het maximumniveau van de sancties voor ernstige inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid, dat is vastgelegd in artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1005/2008, afschrikwekkende sancties in te voeren, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de schade, met de waarde van de visserijproducten die worden verkregen door het begaan van de ernstige inbreuk, met de economische situatie van de dader van de inbreuk en met een eventuele recidive. Voorts moeten er maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging en aanvullende maatregelen worden vastgesteld.

  40. Naast sancties moet er een puntensysteem voor ernstige inbreuken worden ingevoerd op grond waarvan een visvergunning moet worden geschorst wanneer aan de houder van een visvergunning een bepaald aantal punten is toegekend nadat er sancties voor ernstige inbreuken zijn opgelegd. Als de visvergunning op grond van dit systeem vijf maal is geschorst en opnieuw het puntenaantal is toegekend, moet de visvergunning voorgoed worden ingetrokken. In dit verband moeten de lidstaten in een nationaal gegevensbestand alle inbreuken op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vastleggen.

  41. Om te garanderen dat de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden verwezenlijkt, moet de Commissie doeltreffende corrigerende maatregelen kunnen nemen. Daartoe moet de beheerscapaciteit van de Commissie worden vergroot, alsmede haar capaciteit om op te treden op een wijze die in verhouding staat tot het niveau van niet-naleving door een lidstaat. De Commissie moet worden gemachtigd om zonder voorafgaande kennisgeving en op onafhankelijke wijze inspecties te verrichten teneinde de door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten uitgevoerde controles te verifiëren.

  42. Met het oog op de bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap en om het bijzondere belang in het behoud van visserijhulpbronnen te verzekeren, moet de financiële steun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds(16) en Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad van 22 mei 2006 houdende communautaire financieringsmaatregelen voor de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk visserijbeleid en op het gebied van het zeerecht(17) afhankelijk gemaakt worden van het naleven door de lidstaten van hun verplichtingen op het gebied van visserijcontrole. Als de lidstaten de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid niet op toereikende wijze ten uitvoer leggen en dit afbreuk doet aan de doeltreffendheid van de financieel ondersteunde maatregelen, moeten schorsing en verval van deze financiële steun mogelijk zijn.

  43. De Commissie moet de bevoegdheid krijgen om een visserijtak te sluiten als het quotum van een lidstaat of de TAC zelf is uitgeput. Voorts moet zij de bevoegdheid krijgen om quota en toewijzingen van visserijinspanning te korten om te garanderen dat de beperkingen van de vangstmogelijkheden volledig worden nageleefd. Tevens moet de Commissie de bevoegdheid hebben om spoedmaatregelen te nemen indien er bewijzen zijn dat visserijactiviteiten of maatregelen van een lidstaat de instandhoudings- en beheersmaatregelen in het kader van beheersplannen ondermijnen of een bedreiging vormen voor het mariene ecosysteem.

  44. Er moet worden gezorgd voor elektronische uitwisseling van gegevens met andere lidstaten en de Commissie of de door haar aangewezen instantie. De Commissie of de door haar aangewezen instantie moet rechtstreeks toegang tot de visserijgegevens van de lidstaten hebben om te kunnen nagaan of de lidstaten hun verplichtingen nakomen en om te kunnen optreden als inconsistenties worden geconstateerd.

  45. Ten behoeve van betere communicatie moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten websites opzetten met algemene informatie die op een voor het publiek toegankelijk deel beschikbaar is, en met operationele informatie op een beveiligd deel van de website. Voorts moet ervoor worden gezorgd dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten ten behoeve van de uitvoering van deze verordening met elkaar, de Commissie, de door de Commissie aangewezen instantie en de bevoegde autoriteiten van derde landen samenwerken.

  46. De voor de uitvoering van deze verordening benodigde maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(18). Alle maatregelen die de Commissie vaststelt om deze verordening ten uitvoer te leggen, moeten in overeenstemming zijn met het evenredigheidsbeginsel.

  47. Het mandaat van het Communautair Bureau voor visserijcontrole moet worden aangepast en uitgebreid ter ondersteuning van een uniforme uitvoering van de controleregeling van het gemeenschappelijk visserijbeleid, om te zorgen voor het organiseren van operationele samenwerking, tot het verlenen van bijstand aan de lidstaten en met de mogelijkheid een noodeenheid op te richten wanneer er een ernstig risico voor het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt geconstateerd. Daarnaast moet het Bureau in staat worden gesteld zich de vereiste uitrusting te verschaffen om gezamenlijke inzetplannen uit te voeren en samen te werken bij de uitvoering van het geïntegreerd maritiem beleid van de EU.

  48. De in het kader van deze verordening verzamelde en uitgewisselde gegevens moeten worden behandeld in overeenstemming met de desbetreffend geldende regels inzake vertrouwelijkheid. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(19) is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de lidstaten in het kader van de onderhavige verordening. Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(20) moet worden toegepast voor de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie in het kader van de onderhavige verordening.

  49. Om de communautaire regelgeving in overeenstemming te brengen met de onderhavige verordening moeten bepaalde verordeningen inzake controlebepalingen worden gewijzigd.

  50. Aangezien bij deze verordening een nieuwe, alomvattende controleregeling wordt vastgesteld, moeten Verordening (EEG) nr. 2847/93, Verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten(21) en Verordening (EG) nr. 1966/2006 van de Raad van 21 december 2006 betreffende de elektronische registratie en melding van visserijactiviteiten en een systeem voor teledetectie(22) worden ingetrokken.

  51. Om de lidstaten tijd te geven om de aanpassingen te verrichten die nodig zijn om aan sommige van de bij deze verordening vastgestelde nieuwe verplichtingen te voldoen, is het passend dat sommige bepalingen pas op een later tijdstip van kracht worden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp

Bij deze verordening wordt een communautaire regeling voor controle, inspectie en handhaving vastgesteld (hierna „communautaire controleregeling” genoemd), die moet garanderen dat de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1.

Deze verordening geldt voor alle onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vallende activiteiten die op het grondgebied van de lidstaten of in de communautaire wateren, door communautaire vissersvaartuigen of, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenlidstaat, door onderdanen van de lidstaten worden uitgevoerd.

2.

Activiteiten in de maritieme wateren van de in bijlage II bij het Verdrag vermelde landen en gebieden overzee dienen te worden behandeld als activiteiten in de maritieme wateren van derde landen.

Artikel 2 bis Toepassing van de controleregeling van de Unie op bepaalde segmenten van de vloot voor Mayotte als ultraperifere regio

1.

Tot en met 31 december 2021 zijn artikel 5, lid 3, en de artikelen 6, 8, 41, 56, 58 tot en met 62, 66, 68 en 109 niet van toepassing op Frankrijk wat betreft vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter die opereren vanuit Mayotte als ultraperifere regio in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „Mayotte”), hun activiteiten en hun vangsten.

2.

Tegen 30 september 2014 stelt Frankrijk een vereenvoudigde en voorlopige controleregeling vast die van toepassing is op vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter die vanuit Mayotte opereren. Die regeling omvat elementen betreffende de volgende onderwerpen:

  1. kennis van vangstcapaciteit;

  2. toegang tot de wateren van Mayotte;

  3. nakoming van verplichtingen tot aangifte;

  4. aanwijzing van de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de controleactiviteiten;

  5. maatregelen om ervoor te zorgen dat handhaving op vaartuigen van meer dan tien meter lengte op niet-discriminerende wijze verloopt.

Tegen 30 september 2020 legt Frankrijk de Commissie een actieplan voor waarin de te nemen maatregelen worden uiteengezet om ervoor te zorgen dat Verordening (EG) nr. 1224/2009 met ingang van 1 januari 2022 volledig ten uitvoer wordt gelegd ten aanzien van vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter die vanuit Mayotte opereren. Frankrijk en de Commissie zullen overleg plegen in verband met het actieplan. Frankrijk neemt alle nodige maatregelen om dat actieplan uit te voeren.

Artikel 3 Verband met internationale en nationale bepalingen

Artikel 4 Definities

TITEL II ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 5 Algemene beginselen

TITEL III ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT DE WATEREN EN DE HULPBRONNEN

Artikel 6 Visvergunning

Artikel 7 Vismachtiging

Artikel 8 Markering van vistuig

Artikel 9 Volgsysteem voor vaartuigen

Artikel 10 Automatisch identificatiesysteem

Artikel 11 Vaartuigdetectiesysteem

Artikel 12 Doorsturen van gegevens voor bewakingsactiviteiten

Artikel 13 Nieuwe technologieën

TITEL IV VISSERIJCONTROLE

HOOFDSTUK I Controle op het gebruik van de vangstmogelijkheden

Afdeling 1 Algemene bepalingen

Artikel 14 Invullen en overleggen van het visserijlogboek
Artikel 15 Elektronisch invullen en verzenden van visserijlogboekgegevens
Artikel 16 Vissersvaartuigen die geen visserijlogboek hoeven bij te houden
Artikel 17 Voorafgaande kennisgeving
Artikel 18 Voorafgaande kennisgeving van aanlanding in een andere lidstaat
Artikel 19 Machtiging om een haven binnen te lopen
Artikel 20 Overladen
Artikel 21 Invullen en overleggen van de aangifte van overlading
Artikel 22 Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van de aangifte van overlading
Artikel 23 Invullen en overleggen van de aangifte van aanlanding
Artikel 24 Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van de aangifte van aanlanding
Artikel 25 Vaartuigen die geen aangifte van aanlanding hoeven te doen

Afdeling 2 Controle op de visserijinspanning

Artikel 26 Toezicht op de visserijinspanning
Artikel 27 Kennisgeving betreffende het vistuig
Artikel 28 Visserijinspanningsverslag
Artikel 29 Vrijstellingen
Artikel 30 Uitputting van de visserijinspanning
Artikel 31 Vissersvaartuigen die zijn uitgesloten van de toepassing van een visserijinspanningsregeling
Artikel 32 Uitvoeringsbepalingen

Afdeling 3 Registratie en uitwisseling van gegevens door de lidstaten

Artikel 33 Registratie van de vangsten en de visserijinspanning
Artikel 34 Gegevens over de uitputting van de vangstmogelijkheden

Afdeling 4 Sluiting van de visserij

Artikel 35 Sluiting van de visserij door de lidstaten
Artikel 36 Sluiting van de visserij door de Commissie
Artikel 37 Corrigerende maatregelen

HOOFDSTUK II Controle op het vlootbeheer

Afdeling 1 Vangstcapaciteit

Artikel 38 Vangstcapaciteit

Afdeling 2 Motorvermogen

Artikel 39 Toezicht op het motorvermogen
Artikel 40 Certificering van het motorvermogen
Artikel 41 Verificatie van het motorvermogen

HOOFDSTUK III Controle op de meerjarenplannen

Artikel 42 Overlading in de haven

Artikel 43 Aangewezen haven

Artikel 44 Gescheiden opslag van demersale vangsten die onder meerjarenplannen vallen

Artikel 45 Realtimegebruik van quota

Artikel 46 Nationale controleactieprogramma’s

HOOFDSTUK IV Controle op technische maatregelen

Afdeling 1 Gebruik van het vistuig

Artikel 47 Vistuig
Artikel 48 Terughalen van verloren vistuig
Artikel 49 Samenstelling van de vangst

Afdeling 2 Controle op voor de visserij beperkte gebieden

Artikel 50 Controle op voor de visserij beperkte gebieden

Afdeling 3 Realtimesluiting van visserijtakken

Artikel 51 Algemene bepalingen
Artikel 52 Vangstdrempel per twee trekken
Artikel 53 Realtimesluiting door de lidstaten
Artikel 54 Realtimesluiting door de Commissie

HOOFDSTUK V Controle op de recreatievisserij

Artikel 55 Recreatievisserij

TITEL V CONTROLE OP DE AFZET

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 56 Beginselen voor de controle op de afzet

Artikel 57 Gemeenschappelijke handelsnormen

Artikel 58 Traceerbaarheid

HOOFDSTUK II Activiteiten na de aanlanding

Artikel 59 Eerste verkoop van visserijproducten

Artikel 60 Weging van visserijproducten

Artikel 61 Weging van visserijproducten na vervoer vanaf de plaats van aanlanding

Artikel 62 Invullen en overleggen van de aangifte van verkoopdocumenten

Artikel 63 Elektronisch invullen en verzenden van gegevens van verkoopdocumenten

Artikel 64 Inhoud van de verkoopdocumenten

Artikel 65 Vrijstellingen van de voorschriften inzake verkoopdocumenten

Artikel 66 Aangifte van overname

Artikel 67 Elektronisch invullen en opsturen van overnamegegevens

Artikel 68 Invullen en overleggen van het vervoersdocument

HOOFDSTUK III Producentenorganisaties en prijs- en interventieregelingen

Artikel 69 Toezicht op producentenorganisaties

Artikel 70 Toezicht op prijs- en interventieregelingen

TITEL VI BEWAKING

Artikel 71 Door de lidstaten verrichte waarnemingen op zee en constateringen

Artikel 72 Maatregelen die moeten worden genomen na de ontvangst van uit waarnemingen en constateringen voortvloeiende gegevens

Artikel 73 Met controle belaste waarnemers

TITEL VII INSPECTIE EN PROCEDURES

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 74 Uitvoering van inspecties

Artikel 75 Taken van de reder

Artikel 76 Inspectieverslag

Artikel 77 Toelaatbaareid van inspectie- en bewakingsverslagen

Artikel 78 Elektronisch gegevensbestand

Artikel 79 Communautaire inspecteurs

HOOFDSTUK II Inspecties buiten de wateren van de inspecterende lidstaat

Artikel 80 Inspecties van vissersvaartuigen buiten de wateren van de inspecterende lidstaat

Artikel 81 Verzoeken om machtiging

HOOFDSTUK III Tijdens inspecties geconstateerde inbreuken

Artikel 82 Procedure bij inbreuken

Artikel 83 Buiten de wateren van de inspecterende lidstaat geconstateerde inbreuken

Artikel 84 Strengere vervolgmaatregelen bij bepaalde ernstige inbreuken

HOOFDSTUK IV Procedures in verband met tijdens inspecties geconstateerde inbreuken

Artikel 85 Procedures

Artikel 86 Overdracht van de procedures

Artikel 87 Door communautaire inspecteurs geconstateerde inbreuken

Artikel 88 Corrigerende maatregelen bij ontbreken van procedures door de lidstaat van aanlanding of overlading

TITEL VIII HANDHAVING

Artikel 89 Handhavingsmaatregelen

Artikel 90 Sancties bij ernstige inbreuken

Artikel 91 Onmiddellijke handhavingsmaatregelen

Artikel 92 Puntensysteem voor ernstige inbreuken

Artikel 93 Nationaal register van inbreuken

TITEL IX CONTROLEPROGRAMMA’S

Artikel 94 Gemeenschappelijke controleprogramma’s

Artikel 95 Specifieke controle- en inspectieprogramma’s

TITEL X EVALUATIE EN CONTROLE DOOR DE COMMISSIE

Artikel 96 Algemene beginselen

Artikel 97 Bevoegdheden van de functionarissen van de Commissie

Artikel 98 Verificaties

Artikel 99 Autonome inspecties

Artikel 100 Audits

Artikel 101 Verslagen over verificaties, autonome inspecties en audits

Artikel 102 Follow-up van de verslagen over verificaties, autonome inspecties en audits

TITEL XI MAATREGELEN OM DE NALEVING DOOR DE LIDSTATEN VAN DE DOELSTELLINGEN VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID TE GARANDEREN

HOOFDSTUK I Financiële maatregelen

HOOFDSTUK II Sluiting van de visserij

Artikel 104 Sluiting van de visserij wegens niet-naleving van de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid

HOOFDSTUK III Verlaging en overdrachten van quota en vermindering van de visserijinspanning

Artikel 105 Verlaging van quota

Artikel 106 Vermindering van de visserijinspanning

Artikel 107 Verlaging van quota wegens niet-naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid

HOOFDSTUK IV Noodmaatregelen

Artikel 108 Noodmaatregelen

TITEL XII GEGEVENS EN INFORMATIE

HOOFDSTUK I Analyse en audit van gegevens

Artikel 109 Algemene beginselen voor de analyse van gegevens

Artikel 110 Toegang tot gegevens

Artikel 111 Uitwisseling van gegevens

HOOFDSTUK II Vertrouwelijkheid van gegevens

Artikel 112 Bescherming van persoonsgegevens

Artikel 113 Waarborging van het beroeps- en het handelsgeheim

HOOFDSTUK III Officiële websites

Artikel 114 Officiële websites

Artikel 115 Het publiek toegankelijke deel van de website

Artikel 116 Het beveiligde deel van de website

TITEL XIII UITVOERING

Artikel 117 Administratieve samenwerking

Artikel 118 Rapportageverplichtingen

Artikel 119 Comitéprocedure

TITEL XIV WIJZIGINGEN EN INTREKKINGEN

Artikel 120 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 768/2005

HOOFDSTUK III BIS VERPLICHTINGEN VAN HET BUREAU

Artikel 121 Wijziging van andere verordeningen

Artikel 122 Intrekkingen

Artikel 123 Verwijzingen

TITEL XV SLOTBEPALINGEN

Artikel 124 Inwerkingtreding

BIJLAGE ISPECIFIEKE INSPECTIE-IJKPUNTEN VOOR MEERJARENPLANNEN

BIJLAGE IICONCORDANTIETABEL