Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”)(1), en met name op artikel 43, onder a), a bis), c), d), f), j), k) en l), juncto artikel 4,
Krachtens artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 komen zachte tarwe, durumtarwe, gerst, maïs, sorghum, padie, in het kader van quota geproduceerde witte of ruwe suiker, vers of gekoeld rundvlees, boter en mageremelkpoeder in aanmerking voor openbare interventie.
Krachtens artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009 van de Raad(2), is de openbare interventie voor suiker slechts open gedurende de verkoopseizoenen 2008/2009 en 2009/2010. Om ervoor te zorgen dat deze regeling efficiënt blijft voor de suikersector en om de administratieve lasten voor marktdeelnemers en nationale bestuursdiensten te beperken, lijkt het niet aangewezen de bestaande uitvoeringsbepalingen voor de suikersector voor het verkoopseizoen 2009/2010 in de onderhavige uitvoeringsbepalingen op te nemen.
De regeling voor openbare interventie voor de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten geldt wanneer aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden is voldaan.
Om de beheers- en controlemechanismen met betrekking tot de regeling voor openbare interventie te vereenvoudigen en doeltreffender te maken, moeten gemeenschappelijke voorschriften worden vastgesteld voor alle in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 genoemde producten, behalve voor suiker.
Krachtens artikel 13, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009, bedraagt de hoeveelheid die in het kader van de openbare interventie tegen een vaste prijs kan worden aangekocht, voor de periode van 1 november tot en met 31 mei maximaal 0 t voor durumtarwe, gerst, maïs en sorghum en voor de periode van 1 april tot en met 31 juli maximaal 0 t voor padie.
Krachtens artikel 13, lid 1, onder c) en d), en artikel 18, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009, bedraagt de hoeveelheid die in het kader van de openbare interventie tegen een vaste prijs kan worden aangekocht, voor de periode van 1 maart tot en met 31 augustus maximaal 30 000 t voor boter en maximaal 109 000 t voor mageremelkpoeder en voor de periode van 1 november tot en met 31 mei maximaal 3 miljoen ton voor zachte tarwe.
Krachtens artikel 13, lid 3, en artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009, kan de Commissie, als de ontwikkeling van de marktprijzen dit vereist, besluiten de toepassing van de regeling voor openbare interventie via openbare inschrijvingen uit te breiden tot hoeveelheden boven de maximumhoeveelheden die zijn vastgesteld in artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009.
Er moeten regels worden vastgesteld met betrekking tot de autoriteiten die in de lidstaten voor de openbare interventie verantwoordelijk zijn, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 884/2006 van de Commissie van 21 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad met betrekking tot de financiering van de maatregelen voor interventie in de vorm van openbare opslag door het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en de boeking van de verrichtingen in verband met openbare opslag door de betaalorganen van de lidstaten(3). Deze autoriteiten worden met het oog op de toepassing van de onderhavige verordening „interventiebureaus” genoemd.
Om te garanderen dat de regeling voor openbare interventie in de hele Europese Gemeenschap zo eenvoudig en efficiënt mogelijk functioneert wat betreft enerzijds de aankoop van in aanmerking komende producten en anderzijds de verkoop van door de interventiebureaus overgenomen producten, moeten de voorwaarden worden vastgesteld waaraan de opslagplaatsen moeten voldoen. Met name moeten voor granen en rijst, om te voldoen aan artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, de regels worden vastgesteld met betrekking tot de voorafgaande erkenning van de interventiecentra door de lidstaten voordat die centra door de Commissie worden aangewezen. Om de wijze waarop de interventie functioneert, te rationaliseren en te stroomlijnen door niet langer gebruik te maken van kleine opslagvoorzieningen die over een hele regio verspreid kunnen zijn, moet voor de interventiecentra en de daarbij behorende opslagplaatsen een minimumopslagcapaciteit worden vastgesteld, die evenwel niet mag gelden voor opslagplaatsen die gemakkelijk toegang hebben tot een rivier-, zee- of spoorwegverbinding.
In beginsel mag, om het beheer en de controle te vergemakkelijken, de deelname aan de regeling voor openbare interventie uitsluitend worden toegestaan aan marktdeelnemers die in een lidstaat zijn gevestigd en daar voor btw-doeleinden zijn geregistreerd.
Voor interventieaankopen van granen en rijst moet, voor het geval in sommige lidstaten marktdeelnemers die aan de regeling zouden kunnen deelnemen, geen btw-nummer hebben, worden toegestaan dat ook marktdeelnemers die in het landbouwregister zijn ingeschreven, aan de regeling voor openbare interventie deelnemen.
Aangezien de onder de interventiemaatregelen vallende producten van elkaar verschillen wat productie, oogsttijdstip en opslagvereisten betreft, moeten specifieke voorwaarden worden vastgesteld.
Met het oog op een doeltreffende controle van de productie in de sector rundvlees, en met name wat betreft de voor de uitbenings- en opslagvoorzieningen geldende voorwaarden, moeten marktdeelnemers die in aanmerking komen voor deelname aan de regeling voor openbare interventie via een openbare inschrijving, aan aanvullende voorwaarden voldoen.
Granen en padie die wegens de kwaliteit ervan niet meer naar behoren kunnen worden gebruikt of opgeslagen, mogen niet voor interventie worden aanvaard. Daarom moeten methoden worden vastgesteld aan de hand waarvan de kwaliteit van de granen en de rijst kan worden bepaald.
De betaalorganen of interventiebureaus kunnen de risico’s in verband met overschrijding van de toegestane maximumgehalten aan verontreinigingen inschatten aan de hand van de gegevens die zij van de aanbieders of inschrijvers ontvangen, en aan de hand van hun eigen analysecriteria. Bijgevolg is het, om de kosten te beperken, gerechtvaardigd te bepalen dat de onder de verantwoordelijkheid van de betaalorganen of interventiebureaus vóór de overname van de producten te verrichten analyses slechts vereist zijn als dit verantwoord is op basis van een risicoanalyse die de kwaliteit garandeert van de producten op het ogenblik dat zij onder de interventieregeling worden geplaatst.
Wat de producten van de sector rundvlees betreft, moeten de voorwaarden waaraan de producten moeten voldoen om voor interventie in aanmerking te komen, zodanig worden vastgesteld dat producten die niet representatief zijn voor de nationale productie van de lidstaat en niet aan de geldende sanitaire en veterinaire voorschriften voldoen, enerzijds, en producten die het gewoonlijk op de markt gevraagde gewicht overschrijden, anderzijds, worden uitgesloten.
Om voor interventie in aanmerking te komen moet boter voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1234/2007 en aan nader te bepalen voorwaarden inzake kwaliteit en aanbiedingsvorm. Bovendien moeten voor boter en mageremelkpoeder analysemethoden en voorschriften inzake kwaliteitscontrole worden vastgesteld, en moeten boter en mageremelkpoeder, wanneer de situatie dit vereist, worden gecontroleerd op radioactiviteit, waarvan de maximumgehalten in voorkomend geval in de Gemeenschapswetgeving moeten worden vastgesteld. De lidstaten moeten evenwel de mogelijkheid krijgen om onder bepaalde voorwaarden toestemming voor een systeem van zelfcontrole te verlenen.
Wat boter en mageremelkpoeder betreft, moeten voor de goede werking van de interventieregeling de voorwaarden worden vastgesteld waaronder productiebedrijven kunnen worden erkend, alsmede voorschriften voor de controle op de inachtneming van die voorwaarden. Om de doeltreffendheid van de regeling te garanderen, moet worden bepaald welke maatregelen moeten worden genomen als die voorwaarden niet in acht worden genomen. Aangezien boter en mageremelkpoeder kunnen worden aangekocht door een bevoegde instantie van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan de boter is vervaardigd, moet de bevoegde instantie die de interventieaankoop verricht, in staat worden gesteld de naleving van de voorschriften inzake kwaliteit en aanbiedingsvorm te controleren.
Voor een goed beheer van de regeling moet een minimumhoeveelheid worden vastgesteld waaronder het interventiebureau geen offertes of inschrijvingen voor interventieaankopen of -verkopen mag aanvaarden. Als de in een lidstaat geldende groothandelsvoorwaarden en -gebruiken of milieuvoorschriften evenwel de toepassing van grotere dan de vastgestelde minimumhoeveelheden rechtvaardigen, moet de betrokken lidstaat dergelijke grotere minimumhoeveelheden voor interventieaankoop tegen een vaste prijs kunnen voorschrijven.
De offertes en inschrijvingen moeten alle gegevens bevatten die voor de beoordeling ervan nodig zijn en er moet een regeling worden ingesteld voor de mededeling van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie.
Om, wat zachte tarwe, boter en mageremelkpoeder betreft, de maximumhoeveelheden van respectievelijk 3 000 000, 30 000 en 109 000 t in acht te nemen, is het dienstig te voorzien in een bedenktijd waarin, voordat een besluit over de offertes wordt genomen, bijzondere maatregelen kunnen worden genomen, met name voor hangende offertes. Deze maatregelen kunnen bestaan in het sluiten van de interventie, het toepassen van een verlagingscoëfficiënt of het afwijzen van hangende offertes. Zij vergen snel ingrijpen en de Commissie moet in staat worden gesteld om onverwijld alle vereiste maatregelen te nemen.
Op basis van de ontvangen inschrijvingen kan een maximumprijs worden vastgesteld. Naar aanleiding van bepaalde situaties die de markt uit economisch oogpunt of anderszins beïnvloeden, kan het evenwel noodzakelijk zijn alle ontvangen inschrijvingen af te wijzen.
Voor de openbare interventie, zowel tegen een vaste prijs als via een openbare inschrijving, is een zekerheid vereist om de ernst van de offerte of inschrijving te garanderen en om ervoor te zorgen dat de maatregel het gewenste effect op de markt sorteert. Daarom moeten bepalingen worden vastgesteld voor het vrijgeven en verbeurdverklaren van de zekerheid die wordt gesteld overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten(4).
Met het oog op een duidelijke en efficiënte werking van de regeling voor openbare interventie moeten algemene voorschriften worden vastgesteld voor de levering van de producten in de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats. Daarnaast zijn voor granen en rijst en voor zuivelproducten specifieke regels ter aanvulling van deze algemene regels nodig, gezien de specifieke kenmerken van deze sectoren.
Met het oog op een goed beheer van de opgeslagen voorraden moet worden bepaald welke verplichtingen de lidstaten hebben met betrekking tot de maximumafstand tot de opslagplaats en de betaling van de kosten als die afstand wordt overschreden. Omdat de producten van elkaar verschillen, is het evenwel verantwoord voor granen en rijst andere maximumafstanden vast te stellen dan voor zuivelproducten.
Om gemeenschappelijke voorschriften tot stand te brengen, moet worden bepaald dat de productcontroles tijdens de opslag moeten worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 884/2006.
Met het oog op de harmonisering van de huidige, in de verschillende sectoren geldende voorschriften, moet worden bepaald dat de producten, nadat zij in de opslagplaats zijn geleverd, slechts door het interventiebureau kunnen worden overgenomen nadat uit de betrokken controles en analyses blijkt dat zij aan de voorwaarden voor interventieaankoop voldoen. Op basis van deze controles en analyses moet uiterlijk zestig dagen na de uiterste leveringsdatum een overnamebewijs worden afgegeven. Als de producten niet aan de geldende voorschriften voldoen, moet de aanbieder of inschrijver de producten terugnemen en alle kosten die verband houden met de voorlopige overname gedurende de periode waarin de producten in de interventieopslagplaats waren opgeslagen, voor zijn rekening nemen.
Om speculatie in verband met de zeer grote volatiliteit van de prijzen in de sectoren granen en rijst te voorkomen, moeten de voor interventie aangeboden producten daadwerkelijk in het bezit van de aanbieder of inschrijver zijn op het ogenblik dat hij de offerte of inschrijving indient; dit moet een van de primaire eisen zijn om voor de openbare-interventieregeling in aanmerking te komen. De interventiebureaus moeten voldoende garanties krijgen dat de aangeboden hoeveelheden werkelijk aanwezig zijn in de opslagplaats die in de offerte of inschrijving is vermeld; hiertoe moeten de aanbieders of inschrijvers worden verplicht om samen met hun offerte of inschrijving een verklaring daaromtrent voor te leggen.
Om een eenvoudig en efficiënt beheer van de interventie te garanderen, moet worden bepaald dat een voor interventie aangeboden partij granen homogeen moet zijn en dat een partij rijst uit eenzelfde ras moet bestaan.
Voor granen en rijst is het passend producten die niet meer zullen kunnen worden gebruikt of die niet behoorlijk kunnen worden opgeslagen, niet voor interventie te aanvaarden. Daarom moeten methoden worden vastgesteld aan de hand waarvan de kwaliteit van de granen en de rijst kan worden bepaald.
Krachtens artikel 18, lid 2, en artikel 18, lid 4, onder a), van Verordening (EG) nr. 1234/2007, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 72/2009, wordt de interventieprijs voor granen door de Commissie vastgesteld in het kader van openbare inschrijvingen, onverminderd eventuele prijsverhogingen of -verlagingen om kwaliteitsredenen. Het is dienstig melding te maken van de prijsvariatie op basis van de belangrijkste kwaliteitscriteria voor granen.
In artikel 18, lid 4, onder b), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 is bepaald dat de interventieprijs voor rijst wordt vastgesteld voor een bepaalde standaardkwaliteit en dat, indien de kwaliteit van de voor interventie aangeboden rijst van die standaardkwaliteit afwijkt, de interventieprijs wordt aangepast door toepassing van verlagings- of verhogingscoëfficiënten. De toepassing van deze coëfficiënten moet een weerspiegeling zijn van de prijsverschillen die om kwaliteitsredenen op de rijstmarkt heersen. Daartoe moet rekening worden gehouden met de belangrijkste kenmerken van de rijst, op basis waarvan een objectieve beoordeling van de kwaliteit kan worden gemaakt.
De producten die de interventiebureaus op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 aankopen, moeten op zodanige wijze worden afgezet dat het evenwicht op de markt niet wordt verstoord en dat de kopers een gelijke toegang tot de producten en een gelijke behandeling worden gegarandeerd; dit doel kan via openbare inschrijvingen worden bereikt.
Het interventiebureau dat voor verkoop beschikbare interventievoorraden in zijn bezit heeft, moet een bericht van inschrijving opstellen en bekendmaken, met de bedoeling de nodige gegevens te verstrekken over de kenmerken van de producten en de plaats waar zij zijn opgeslagen. In dit verband moet worden bepaald dat tussen de datum van deze bekendmaking en de laatste dag van de eerste termijn voor het indienen van de inschrijvingen een redelijk tijdsbestek moet liggen.
Met het oog op een goed beheer van de interventievoorraden moeten de producten worden verkocht zodra zich afzetmogelijkheden voordoen. Om gelijke toegang tot de te koop aangeboden producten te waarborgen, moeten alle gegadigden de mogelijkheid krijgen op hun kosten monsters van de te koop aangeboden producten te onderzoeken.
Voor granen en rijst moeten de inschrijvingen, opdat zij met elkaar kunnen worden vergeleken, worden ingediend voor een bepaalde kwaliteit. Als de granen en de rijst niet met deze kwaliteit overeenstemmen, moet de verkoopprijs kunnen worden aangepast.
Om de efficiënte werking van de regeling voor openbare interventie te garanderen, moeten algemene regels betreffende de afhaling van de producten uit de opslagplaats worden vastgesteld. Voor boter en mageremelkpoeder moeten, gezien de specifieke aard van die producten, de algemene regels met specifieke regels worden aangevuld.
Openbare inschrijvingen kunnen slechts normaal verlopen als de betrokkenen ernstige inschrijvingen indienen. Dit doel kan worden bereikt door te bepalen dat een zekerheid moet worden gesteld die wordt vrijgegeven als de verkoopprijs binnen de vastgestelde termijn wordt betaald.
De interventiebureaus moeten de Commissie in kennis stellen van de ontvankelijke inschrijvingen. Op basis van de inschrijvingen en de situatie op de communautaire markt moet de Commissie besluiten al dan niet een minimumverkoopprijs vast te stellen. Naargelang van dat besluit moeten de interventiebureaus de inschrijvingen voor voor verkoop beschikbare producten aanvaarden of aanwijzen.
Om de afzet van kleine hoeveelheden die in opslagplaatsen in een lidstaat overblijven, te vergemakkelijken en een goed beheer van de regeling te garanderen, is het, met het oog op een gelijke toegang voor alle betrokken partijen, dienstig te bepalen dat het interventiebureau onder zijn eigen verantwoordelijkheid een openbare inschrijving voor de verkoop van die hoeveelheden kan openen, waarbij het mutatis mutandis de regels moet toepassen die zijn vastgesteld voor door de Gemeenschap geopende openbare inschrijvingen. Om dezelfde redenen moet het interventiebureau worden gemachtigd om de hoeveelheden die, na visueel onderzoek in het kader van de jaarlijkse inventarisatie of in het kader van de controle na de overname voor interventieopslag, niet opnieuw kunnen worden verpakt, en de hoeveelheden die in kwaliteit zijn achteruitgegaan, voor rechtstreekse verkoop aan te bieden.
Met het oog op een doeltreffend beheer van de regeling moet worden bepaald dat de lidstaten de Commissie regelmatig in kennis moeten stellen van de stand van de voorraden en van de producten die zijn in- en uitgeslagen. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten moeten deze gegevens elektronisch aan de Commissie doorsturen aan de hand van het formulier dat de Commissie hun ter beschikking stelt.
In de onderhavige verordening zijn enkele bepalingen betreffende interventiemaatregelen opgenomen die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 562/2005 van de Commissie van 5 april 2005 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de mededelingen van gegevens tussen de lidstaten en de Commissie in de sector melk en zuivelproducten(5). Die verordening moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Aangezien de onderhavige verordening tot doel heeft de voorschriften voor de voor openbare interventie in aanmerking komende producten te harmoniseren, moet zij de bepalingen vervangen die zijn vastgesteld bij de Verordeningen van de Commissie (EEG) nr. 75/91 van 11 januari 1991 tot vaststelling van de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van padie door de interventiebureaus(6), (EG) nr. 214/2001 van 12 januari 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor mageremelkpoeder(7), (EG) nr. 1669/2006 van 8 november 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad wat de openbare interventieaankoop in de sector rundvlees betreft(8), (EG) nr. 105/2008 van 5 februari 2008 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad ten aanzien van de interventiemaatregelen op de markt voor boter(9), (EG) nr. 687/2008 van 18 juli 2008 tot vaststelling van de procedures voor de overneming van granen door de betaalorganen of interventiebureaus, en tot vaststelling van de analysemethodes voor de bepaling van de kwaliteit(10), (EG) nr. 127/2009 van 12 februari 2009 tot vaststelling van de procedures en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de betaalorganen of interventiebureaus(11) en (EG) nr. 670/2009 van 24 juli 2009 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft openbare interventie via openbare inschrijving voor de aankoop van durumtarwe of padie, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 428/2008 en (EG) nr. 687/2008(12). Deze verordeningen dienen derhalve te worden ingetrokken.
Het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter vastgestelde termijn,