Home

Verordening (EU) n r. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) n r. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt(1), en met name op artikel 17, lid 2, onder b), en lid 3, onder a), en onder c), eerste alinea, artikel 18, lid 1, vierde streepje, en artikel 19,

Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong(2), en met name op artikel 8 en artikel 9, lid 2, onder b), en lid 4,

Gelet op Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG(3), en met name op artikel 3, lid 1, eerste en tweede alinea, artikel 6, lid 1, eerste alinea, artikel 7, onder e), artikel 8, artikel 10, eerste alinea, en artikel 13, lid 1,

Gelet op Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne(4), en met name op artikel 12,

Gelet op Verordening (EG) No 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong(5), en met name op artikel 9,

Gelet op Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong(6), en met name op artikel 11, lid 1, en artikel 16,

Gelet op Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn(7), en met name op artikel 48, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen(8) bepaalt dat een lijst moet worden opgesteld van landen of delen daarvan waaruit de lidstaten de invoer van bepaalde levende dieren en van vers vlees van bepaalde dieren toestaan.

  2. Uit dien hoofde is Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan(9) vastgesteld. Bij die beschikking zijn gezondheidsvoorschriften vastgesteld voor de invoer in de Europese Unie van levende dieren, behalve paardachtigen, en voor de invoer van vers vlees, met uitzondering van vleesbereidingen, van levende dieren, inclusief paardachtigen. Verder bevatten de bijlagen I en II bij die beschikking lijsten van derde landen of delen daarvan waaruit bepaalde levende dieren en vers vlees daarvan in de EU mogen worden ingevoerd, en modellen van veterinaire certificaten.

  3. Sinds de vaststelling van die beschikking zijn bij andere EU-regelgeving nieuwe voorschriften op het gebied van de dier- en de volksgezondheid vastgesteld, waardoor op dit gebied een nieuw rechtskader is ontstaan. Bovendien is Richtlijn 72/462/EEG ingetrokken bij Richtlijn 2004/68/EG.

  4. Volgens artikel 20 van Richtlijn 2004/68/EG blijven bepalingen betreffende de invoer die zijn vastgesteld bij besluiten uit hoofde van Richtlijn 72/462/EEG – wat het geval is met Beschikking 79/542/EEG – van kracht totdat zij zijn vervangen door maatregelen uit hoofde van het nieuwe rechtskader.

  5. Ingevolge artikel 4, lid 3, van Richtlijn 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG en 92/118/EEG van de Raad en van Beschikking 95/408/EG van de Raad(10) treden de op grond van Richtlijn 72/462/EEG vastgestelde uitvoeringsbepalingen buiten werking zodra de nodige bepalingen op basis van de Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 of Richtlijn 2002/99/EG zijn vastgesteld.

  6. Beschikking 79/542/EEG is herhaaldelijk gewijzigd en bevat inmiddels invoerbepalingen die op het nieuwe rechtskader gebaseerd zijn. Omwille van de duidelijkheid en transparantie moeten de maatregelen van Beschikking 79/542/EEG in een nieuw wetgevingsbesluit worden opgenomen. Deze verordening bevat alle bepalingen van Beschikking 79/542/EEG. Zodra deze verordening in werking treedt, is Beschikking 79/542/EEG dus achterhaald en niet meer van toepassing, al moet zij nog uitdrukkelijk worden ingetrokken.

  7. Richtlijn 92/65/EEG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de EU van levende dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke EU-wetgevingsbesluiten als bedoeld in bijlage F bij die richtlijn gelden. Krachtens die richtlijn mogen levende dieren, sperma, eicellen en embryo’s als hierin bedoeld alleen in de EU worden ingevoerd als zij afkomstig zijn uit een derde land dat is opgenomen in een lijst die overeenkomstig de in die richtlijn bedoelde procedure is vastgesteld. Bovendien moeten die levende dieren vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat volgens een model dat overeenkomstig de in die richtlijn bedoelde procedure is opgesteld.

  8. Richtlijn 96/93/EG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten(11) bevat de voorschriften voor de afgifte van de door de veterinaire wetgeving vereiste certificaten om misleidende of frauduleuze certificering te voorkomen. Er moet voor worden gezorgd dat de officiële inspecteurs en dierenartsen van derde landen voorschriften en beginselen toepassen die ten minste gelijkwaardig zijn aan die van de richtlijn. Sommige derde landen, die in bijlage II bij deze verordening zijn opgenomen, hebben voldoende garanties geboden dat dergelijke voorschriften en beginselen bestaan en worden toegepast. Daarom moet het binnenbrengen van bepaalde levende dieren uit die derde landen in de EU worden toegestaan, mits er geen verdere beperkingen vereist zijn op grond van hun specifieke ziektesituatie.

  9. Richtlijn 2002/99/EG van de Raad bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor het binnenbrengen van producten van dierlijke oorsprong en daaruit verkregen voor menselijke consumptie bestemde producten in de EU. Krachtens die richtlijn moeten lijsten van derde landen of regio’s van derde landen worden opgesteld waaruit de invoer van bepaalde producten van dierlijke oorsprong is toegestaan, en moet bij die invoer aan bepaalde voorschriften inzake veterinaire certificering worden voldaan.

  10. Richtlijn 2004/68/EG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en doorvoer via de EU van bepaalde levende hoefdieren. De invoer in en doorvoer via de EU van die levende hoefdieren is alleen toegestaan als zij afkomstig zijn uit derde landen of gebieden die voorkomen op een of meer lijsten die volgens de in die richtlijn bedoelde procedure zijn opgesteld, en bij die invoer moet aan bepaalde voorschriften inzake veterinaire certificering worden voldaan.

  11. Met inachtneming van artikel 17, lid 2, laatste alinea, van Richtlijn 92/65/EEG mogen levende dieren en producten van dierlijke oorsprong waarop de Richtlijnen 92/65/EEG, 2002/99/EG en 2004/68/EG van toepassing zijn, alleen worden ingevoerd in of doorgevoerd via de EU als zij vergezeld gaan van een veterinair certificaat en voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de EU-wetgeving.

  12. Voor de toepassing van de Richtlijnen 92/65/EEG, 2002/99/EG en 2004/68/EG moeten derhalve in deze verordening lijsten worden vastgesteld van derde landen en gebieden, of delen daarvan, alsmede de desbetreffende invoervoorschriften, met inbegrip van modellen van veterinaire certificaten, voor bepaalde levende dieren en voor vers vlees van bepaalde dieren.

  13. Met het oog op de samenhang van de EU-wetgeving moet in deze verordening ook rekening worden gehouden met de volksgezondheidsvoorschriften in andere EU-regelgeving, met name de Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004, die voorschriften bevatten voor de hygiëne van levensmiddelen in het algemeen, respectievelijk levensmiddelen van dierlijke oorsprong en voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, alsmede met de voorschriften van Richtlijn 96/23/EG van de Raad van 29 april 1996 inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in producten daarvan(12) en Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën(13).

  14. Verordening (EG) nr. 882/2004 bevat algemene voorschriften voor de uitvoering van de officiële controles op het gebied van levensmiddelen, diervoeders, diergezondheid en dierenwelzijn. Op grond van artikel 48 van die verordening kan de Commissie een lijst van derde landen vaststellen waaruit specifieke producten in de EU mogen worden ingevoerd. Verordening (EG) nr. 854/2004 bevat specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, waaronder het opstellen van lijsten van derde landen waaruit de invoer van producten van dierlijke oorsprong toegestaan is. Volgens die voorschriften kunnen die lijsten worden gecombineerd met andere voor doeleinden van volksgezondheid en diergezondheid opgestelde lijsten.

  15. De in de bijlagen bij deze verordening opgenomen modelcertificaten moeten daarom verklaringen bevatten waarin wordt bevestigd dat aan de volksgezondheidsvoorschriften van Richtlijn 96/23/EG en de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 wordt voldaan.

  16. Ook moeten de in de bijlagen bij deze verordening opgenomen modelcertificaten een verklaring bevatten waarin wordt bevestigd dat aan de voorschriften inzake dierenwelzijn van Richtlijn 93/119/EG van de Raad van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden(14) en Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten(15) wordt voldaan.

  17. Om ervoor te zorgen dat de gezondheid van levende dieren die in de EU worden binnengebracht tijdens het vervoer van het derde land van oorsprong naar de EU geen schade lijdt, moeten bepaalde voorschriften voor het vervoer van levende dieren worden vastgesteld, waaronder voorschriften voor verzamelcentra.

  18. Met het oog op de bescherming van de diergezondheid in de EU moeten levende dieren rechtstreeks naar hun plaats van bestemming in de EU worden vervoerd.

  19. Het risico voor de volksgezondheid van vers vlees dat in de EU wordt binnengebracht met het oog op doorvoer naar een ander derde land, is te verwaarlozen. Wel moet dat vlees aan alle toepasselijke veterinairrechtelijke voorschriften voldoen. Daarom moeten er specifieke bepalingen voor de doorvoer en daaraan voorafgaande opslag van vers vlees worden vastgesteld.

  20. In verband met de geografische ligging van Kaliningrad moeten er speciale voorwaarden komen voor de doorvoer van zendingen door de EU van en naar Rusland; dit betreft alleen Letland, Litouwen en Polen.

  21. Het binnenbrengen van zendingen vers vlees, met uitzondering van slachtafval en gehakt vlees, van gekweekte niet-gedomesticeerde dieren van de orde Artiodactyla, afkomstig van in het wild gevangen dieren, in de EU moet worden toegestaan. Om alle risico’s voor de diergezondheid als gevolg van het binnenbrengen van dergelijke zendingen uit te sluiten moeten de betrokken dieren gedurende de drie maanden voorafgaande aan het binnenbrengen van die zendingen in de EU afgezonderd worden gehouden van wilde dieren. Dit moet in het model van het veterinaire certificaat voor die zendingen (RUF) worden opgenomen.

  22. Beschikking 2003/881/EG van de Commissie van 11 december 2003 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels (Apis mellifera & Bombus spp.) uit bepaalde derde landen(16) bevat de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels uit bepaalde derde landen. Ter vereenvoudiging van de EU-wetgeving moeten de maatregelen van die beschikking in deze verordening worden opgenomen. Beschikking 2003/881/EG moet dan worden ingetrokken.

  23. Er moet een overgangsperiode worden vastgesteld zodat de lidstaten en het bedrijfsleven de nodige maatregelen kunnen nemen om aan de voorschriften van deze verordening te voldoen.

  24. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

1.

In deze verordening worden de voorschriften inzake veterinaire certificering vastgesteld voor het binnenbrengen in de EU van zendingen die levende dieren of vers vlees bevatten zoals hieronder bedoeld:

  1. hoefdieren;

  2. de in bijlage IV, deel 2, genoemde dieren;

  3. voor menselijke consumptie bestemd vers vlees, met uitzondering van vleesbereidingen, van hoefdieren en paardachtigen.

2.

In deze verordening worden de lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, vastgesteld waaruit de in lid 1 bedoelde zendingen in de EU mogen worden binnengebracht.

3.

Deze verordening is niet van toepassing op het binnenbrengen in de EU van niet-gedomesticeerde dieren:

  1. voor shows of tentoonstellingen waar die levende dieren niet op regelmatige basis worden gehouden of gefokt;

  2. die deel uitmaken van circussen;

  3. die bestemd zijn voor officieel erkende instellingen, instituten of centra als omschreven in artikel 2, lid 1, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG.

4.

Deze verordening is van toepassing onverminderd eventuele specifieke certificeringsvoorschriften die in andere EU-regelgeving of door de EU met derde landen gesloten overeenkomsten zijn vastgelegd.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

  1. „hoefdieren”: hoefdieren als omschreven in artikel 2, onder d), van Richtlijn 2004/68/EG;

  2. „vers vlees”: vers vlees als omschreven in punt 1.10 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004.

  3. „paardachtigen”: paardachtigen als omschreven in artikel 2, onder b), van Richtlijn 90/426/EEG van de Raad(17);

  4. „bedrijf”: een landbouwbedrijf of een andere onder officieel toezicht staande agrarische, industriële of commerciële onderneming, met inbegrip van dierentuinen, pretparken, wildparken en jachtgebieden, waar op regelmatige basis levende dieren worden gehouden of gefokt.

HOOFDSTUK II VOORWAARDEN VOOR HET BINNENBRENGEN VAN LEVENDE DIEREN IN DE EU

Artikel 3 Algemene voorwaarden voor het binnenbrengen van hoefdieren in de EU

Artikel 4 Voorwaarden voor verzamelcentra voor bepaalde zendingen hoefdieren

Artikel 5 Protocollen voor de standaardisatie van testmateriaal en bemonsterings- en testmethoden voor hoefdieren

Artikel 6 Speciale voorwaarden voor bepaalde zendingen hoefdieren die in Saint-Pierre en Miquelon zijn ingevoerd en in de EU worden binnengebracht

Artikel 7 Algemene voorwaarden voor het binnenbrengen van bepaalde soorten bijen en hommels in de EU

Artikel 8 Algemene voorwaarden voor het vervoer van levende dieren naar de EU

Artikel 9 Maximale duur van het vervoer van levende dieren naar de EU

Artikel 10 Speciale voorwaarden voor de bespuiting van zendingen levende dieren die door de lucht naar de EU worden vervoerd

Artikel 11 Na binnenbrengen in de EU van bepaalde zendingen hoefdieren geldende voorwaarden

Artikel 12 Specifieke voorwaarden voor de doorvoer van bepaalde zendingen hoefdieren door derde landen

Artikel 13 Na binnenbrengen in de EU van de in artikel 7 bedoelde zendingen bijen en hommels geldende voorwaarden

HOOFDSTUK III VOORWAARDEN VOOR HET BINNENBRENGEN VAN VERS VLEES IN DE EU

Artikel 14 Algemene voorwaarden voor de invoer van vers vlees

Artikel 15 Na invoer van niet-onthuide karkassen van vrij evenhoevig wild geldende voorwaarden

Artikel 16 Doorvoer en opslag van vers vlees

Artikel 17 Afwijking voor doorvoer door Letland, Litouwen en Polen

HOOFDSTUK IV ALGEMENE, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Certificering

Artikel 19 Overgangsbepaling

Artikel 20 Intrekking

Artikel 21 Inwerkingtreding

BIJLAGE IHOEFDIEREN

BIJLAGE IIVERS VLEES

BIJLAGE III

BIJLAGE IVIN ARTIKEL 1, LID 1, ONDER b), BEDOELDE DIEREN

BIJLAGE VToelichting voor het invullen van de veterinaire certificaten(bedoeld in artikel 18)