Home

Verordening (EU) n r. 442/2011 van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

Verordening (EU) n r. 442/2011 van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,

Gezien Besluit 2011/273/GBVB van de Raad van 9 mei 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië(1), vastgesteld overeenkomstig hoofdstuk 2 van Titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Besluit 2011/273/GBVBomvat een wapenembargo, een verbod op de uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, alsook inreisbeperkingen in de Unie en het bevriezen van de tegoeden en economische middelen van bepaalde personen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië. Deze personen, entiteiten en lichamen zijn opgenomen in de bijlage bij dat besluit.

  2. Sommige van deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is regelgeving op het niveau van de Unie noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging ervan, met name om te garanderen dat zij in alle lidstaten uniform door de marktdeelnemers worden toegepast.

  3. Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en beginselen die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, meer bepaald het recht op een effectief rechtsmiddel en op een eerlijk proces en het recht op de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig deze rechten.

  4. Gezien de ernst van de politieke en veiligheidssituatie in Syrië, en met het oog op samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2011/273/GBVB, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage II bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad.

  5. De procedure tot wijziging van de lijsten in bijlage II bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen maken. Indien opmerkingen worden gemaakt of belangrijk nieuw bewijs wordt aangedragen, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen, en stelt hij de persoon, de entiteit of het lichaam hiervan in kennis.

  6. Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(2), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(3).

  7. Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van de bekendmaking ervan in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) „tegoeden” :

financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

  1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

  2. deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

  3. in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

  4. rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

  5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

  6. kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

  7. bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen;

b) „bevriezing van tegoeden” :
het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille;
c) „economische middelen” :
activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
d) „bevriezing van economische middelen” :
het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;
e) „technische bijstand” :
elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;
f) „grondgebied van de Unie” :
het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;
g) „verzekering” :
een overeenkomst of verbintenis waarbij een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen zich tegen betaling ertoe verbinden een of meer andere personen een in de overeenkomst of verbintenis bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt;
h) „herverzekering” :
de activiteit die bestaat in het aanvaarden van risico’s die door een verzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming worden overgedragen, of, voor de assuradeursvereniging die bekend staat als „association of underwriters known as Lloyd’s”, tevens de activiteit die bestaat in het aanvaarden door een andere verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming dan bedoelde vereniging, van risico’s welke door een lid van Lloyd’s worden overgedragen;
i) „aardolieproducten” :
de producten die zijn opgesomd in bijlage IV;
j) „Syrische persoon, entiteit of orgaan” :

  1. de staat Syrië en elke overheidsinstantie van Syrië;

  2. een natuurlijke persoon die in Syrië verblijft of woont;

  3. een rechtspersoon, entiteit of lichaam met officiële zetel in Syrië;

  4. een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Syrië, die of dat direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen.

Artikel 2

1.

Er geldt een verbod op:

  1. de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië van de in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie;

  2. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

2.

Lid 1 is niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van kogelvrije vesten en helmen, die door personeel van de Verenigde Naties (VN), personeel van de Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en daarmee geassocieerd personeel, louter voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Syrië wordt uitgevoerd.

3.

In afwijking van lid 1 kunnen de in bijlage III genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten onder door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits zij vaststellen dat dergelijke uitrusting uitsluitend is bedoeld voor humanitaire doeleinden of beschermend gebruik.

Artikel 2 bis

Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar de Centrale Bank van Syrië van nieuwe Syrische bankbiljetten en munten die in de Europese Unie zijn gedrukt of geslagen.

Artikel 3

1.

Er geldt een verbod op:

  1. het direct of indirect verlenen van technische bijstand in verband met goederen en technologie die in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie(4) (gemeenschappelijke lijst van militaire goederen) zijn opgenomen, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van in die lijst opgenomen goederen, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië voor gebruik in Syrië;

  2. het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met in bijlage I opgenomen uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië;

  3. het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I zijn opgenomen, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië;

  4. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) tot en met c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

2.

In afwijking van het bepaalde in lid 1 zijn de daarin opgenomen verbodsbepalingen niet van toepassing op de verlening van technische bijstand, financiering en financiële bijstand in verband met:

  • technische bijstand die alleen is bedoeld voor steun aan de Troepenmacht van de Verenigde Naties voor het toezicht op het troepenscheidingsakkoord (UNDOF);

  • niet-dodelijke militaire uitrusting, alsmede uitrusting die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, die uitsluitend is bedoeld voor humanitair of beschermend gebruik, of voor programma's voor institutionele opbouw van de VN en de Unie, of voor crisisbeheersingsoperaties van de Unie en de VN; of

  • andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die zijn uitgerust met materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Unie en haar lidstaten in Syrië;

mits dergelijke verlening van bijstand vooraf is goedgekeurd door de bevoegde autoriteit van een lidstaat, als genoemd op de websites die zijn vermeld in bijlage III.

Artikel 3 bis

Artikel 3 ter

Artikel 3 ter

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10 bis

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV