Verordening (EU) n r. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011
Verordening (EU) n r. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011
2012R0036 — NL — 24.07.2013 — 012.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EU) Nr. 36/2012 VAN DE RAAD van 18 januari 2012 (PB L 016, 19.1.2012, p.1) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) Nr. 36/2012 VAN DE RAAD
van 18 januari 2012
betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:(1) | Op 9 mei 2011 stelde de Raad Verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (2) vast. |
(2) | De Raad verruimde het toepassingsgebied van de maatregelen tegen Syrië bij verordeningen van 2 september, 23 september, 13 oktober en 14 november 2011 (3), en wijzigde de lijsten van beoogde personen en entiteiten en breidde deze uit bij een aantal opeenvolgende uitvoeringsverordeningen (4). Verdere maatregelen, die niet onder de wetgeving van de Unie vallen, worden in de betreffende GBVB-besluiten van de Raad uiteengezet (5). |
(3) | In het licht van de voortdurende brute repressie en schending van de mensenrechten door de regering van Syrië worden bij Besluit 2011/782/GBVB aanvullende maatregelen vastgesteld, met name een verbod op de uitvoer van apparatuur voor toezicht op telecommunicatie voor gebruik door het Syrische regime, een verbod op deelname aan bepaalde infrastructuurprojecten en investeringen daarin, alsook aanvullende beperkingen op de overdracht van middelen en de verstrekking van financiële diensten. |
(4) | Er moet worden verduidelijkt dat het indienen bij en doorsturen van de noodzakelijke documenten naar een bank met het oog op hun definitieve overdracht naar een niet op de lijst opgenomen persoon, entiteit of lichaam, teneinde een betaling in gang te zetten die is toegestaan op grond van artikel 20, niet wordt beschouwd als het beschikbaar stellen van middelen als bedoeld in artikel 14. |
(5) | Gezien de ernst van de politieke en veiligheidssituatie in Syrië, en met het oog op samenhang met de wijzigings- en herzieningsprocedure voor de bijlage bij Besluit 2011/782/GBVB, dient de bevoegdheid om de lijst in bijlage II en II bis bij deze verordening te wijzigen, te worden uitgeoefend door de Raad. |
(6) | De procedure tot wijziging van de lijsten in bijlage II en II bis bij deze verordening dient in te houden dat de aangewezen natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis worden gesteld van de redenen voor plaatsing op de lijst, zodat zij opmerkingen kunnen maken. Indien opmerkingen worden gemaakt of belangrijk nieuw bewijs wordt aangedragen, toetst de Raad zijn besluit in het licht van die opmerkingen, en stelt hij de persoon, de entiteit of het lichaam hiervan in kennis. |
(7) | Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie dienen de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen krachtens deze verordening moeten worden bevroren, openbaar te worden gemaakt. Elke verwerking van persoonsgegevens dient de bepalingen te respecteren van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (6), alsook van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (7). |
(8) | Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is EU-regelgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast. |
(9) | Gezien de omvang van de nieuwe wijzigingen en de diverse andere maatregelen die ten aanzien van Syrië reeds werden getroffen, is het dienstig alle maatregelen in een nieuwe verordening te consolideren, waarbij Verordening (EU) nr. 442/2011 wordt ingetrokken en vervangen. |
(10) | Om de effectiviteit van de maatregelen waarin deze verordening voorziet te waarborgen, dient deze verordening op de dag van de bekendmaking ervan in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I
DEFINITIES
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) | „bijkantoor” van een financiële instelling of kredietinstelling : een onderneming die een juridisch afhankelijk onderdeel is van een financiële instelling of een kredietinstelling en rechtstreeks alle of enkele transacties van de betrokken financiële instelling of kredietinstelling uitvoert; |
b) | „tussenhandeldiensten” : i)het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologie van een derde land aan een ander derde land, of ii)het verkopen of aankopen van goederen en technologie in derde landen met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land; |
c) | „contract of transactie” : elke verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen alle - ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande - met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen; |
d) | „kredietinstelling” : een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen (8), met inbegrip van bijkantoren ervan binnen of buiten de Unie; |
e) | „aardolie en aardolieproducten” : de producten die zijn opgesomd in bijlage IV; |
f) | „economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen; |
g) | „financiële instelling” : i)een onderneming, andere dan een kredietinstelling, die een of meer van de operaties verricht als bedoeld in de punten 2 tot en met 12 en 14 en 15 van bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG, met inbegrip van de activiteiten van wisselkantoren (bureaux de change); ii)een verzekeringsmaatschappij die over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2002/83/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende levensverzekering (9), in zoverre zij activiteiten verricht die door die richtlijn worden bestreken; iii)een beleggingsonderneming als gedefinieerd in punt 1 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten (10); iv)een collectieve beleggingsonderneming die haar rechten van deelname of aandelen op de markt brengt; of v)een verzekeringstussenpersoon als gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling (11), met uitzondering van de tussenpersonen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 7, van genoemde richtlijn, indien zij levensverzekeringsdiensten en andere diensten in verband met beleggingen verrichten; alsook de bijkantoren ervan binnen en buiten de Unie; |
h) | „bevriezing van economische middelen” : het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan; |
i) | „bevriezing van tegoeden” : het voorkómen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille; |
j) | „tegoeden” : financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot: i)contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen; ii)deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen; iii)in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten; iv)rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa; v)krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen; vi)kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; vii)bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen; |
k) | „goederen” : voorwerpen, materialen en apparatuur, |
l) | „verzekering” : een overeenkomst waarbij een of meer natuurlijke of rechtspersonen zich tegen betaling ertoe verbinden een of meer andere personen een in de overeenkomst bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt; |
m) | „herverzekering” : de activiteit die bestaat in het aanvaarden van risico's die door een verzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming worden overgedragen, of, voor de assuradeursvereniging die bekend staat als „association of underwriters known as Lloyd's”, tevens de activiteit die bestaat in het aanvaarden door een andere verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming dan bedoelde vereniging, van risico's welke door een lid van Lloyd's worden overgedragen; |
n) | „Syrische kredietinstelling of financiële instelling” : i)in Syrië gevestigde kredietinstellingen of financiële instellingen, inclusief de centrale bank van Syrië; ii)onder artikel 35 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Syrië gevestigde kredietinstellingen of financiële instellingen; iii)niet onder artikel 35 vallende bijkantoren en dochtermaatschappijen van in Syrië gevestigde kredietinstellingen of financiële instellingen; iv)niet in Syrië gevestigde kredietinstellingen of financiële instellingen, maar die onder zeggenschap staan van een of meer personen of entiteiten die gevestigd zijn in Syrië; |
o) | „Syrische persoon, entiteit of lichaam” : i)de staat Syrië en elke overheidsinstantie van Syrië; ii)een natuurlijke persoon die in Syrië verblijft of woont; iii)een rechtspersoon, entiteit of lichaam met officiële zetel in Syrië; iv)een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Syrië, die of dat direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen; |
p) | „technische bijstand” : alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand; |
q) | „grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim; |
r) | „douanegebied van de Unie” : het gebied als omschreven in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (12). |
HOOFDSTUK II
BEPERKINGEN OP DE UITVOER EN DE INVOER
Artikel 2
1. Een lidstaat kan een verbod opleggen of een vergunning vereisen voor de export, verkoop, levering of vervoer aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië, van andere dan in bijlage IA of bijlage IX opgesomde apparatuur die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die van oorsprong uit de Unie is.
2. Een lidstaat kan een verbod opleggen of een vergunning vereisen voor het verlenen van technische bijstand, financiering of financiële bijstand in verband met de apparatuur bedoeld in lid 1 aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië.
Artikel 2 bis
1. Er geldt een verbod op:
a)de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië van de in bijlage IA opgenomen apparatuur, goederen of technologie die zouden kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie dan wel voor de vervaardiging of het onderhoud van producten die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt, ongeacht of die apparatuur, goederen of technologie van oorsprong zijn uit de Unie;
b)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
2. In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor een transactie in verband met apparatuur, goederen of technologie opgenomen in bijlage IA, op voorwaarde dat de apparatuur, goederen of technologie bestemd zijn voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden, of voor medewerkers van de Verenigde Naties of voor medewerkers van de Europese Unie of haar lidstaten.
Artikel 2 ter
1. Een voorafgaande vergunning is vereist voor het direct of indirect verkopen, leveren, overdragen of exporteren van de apparatuur, goederen of technologie die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt, als genoemd in bijlage IX, al dan niet van oorsprong uit de Unie, ten behoeve van een Syrische persoon, entiteit of lichaam of bestemd voor gebruik in Syrië.
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, verlenen geen toestemming voor het verkopen, leveren, overdragen of exporteren van de apparatuur, goederen of technologie opgenomen in bijlage IX, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de apparatuur, goederen of technologie die het voorwerp zijn van de verkoop, levering, overdracht of export worden gebruikt of zou kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie of voor de vervaardiging of het onderhoud van producten die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt.
3. De op grond van dit artikel voor de uitvoer vereiste vergunning wordt overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (13) afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd. De vergunning is in de gehele Unie geldig
Artikel 2 quater
1. De voorschriften betreffende de verplichting voorafgaandelijk informatie te verstrekken, zoals vastgesteld in de bepalingen inzake summiere aangiften en inzake douaneaangiften in Verordening (EEG) nr. 2913/92 en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad (14), zijn van toepassing op alle goederen die het douanegebied van de Unie naar Syrië verlaten.
De persoon of entiteit die deze informatie verstrekt, legt alle vergunningen over indien dat door deze verordening wordt vereist.
2. De inbeslagneming of vernietiging van uitrusting, goederen of technologie waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer door artikel 2 bis van deze verordening verboden is, kan overeenkomstig de nationale wetgeving of de beslissing van een bevoegde autoriteit worden uitgevoerd voor rekening van de in lid 1 bedoelde persoon of entiteit of, wanneer het niet mogelijk is deze kosten op die persoon of entiteit te verhalen, mogen zij in overeenstemming met de nationale wetgeving worden ingevorderd van iedere persoon of entiteit die verantwoordelijk is voor het vervoer van de goederen of de uitrusting bij de poging tot illegale levering, verkoop, overdracht of uitvoer.
Artikel 2 quinquies
Een lidstaat kan een verbod opleggen of een vergunning vereisen voor de uitvoer naar Syrië van producten voor tweeërlei gebruik bedoeld in artikel 4, lid 2 van Verordening (EG) Nr. 428/2009.
Artikel 3
1. Er geldt een verbod op:
a)het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of voor gebruik in Syrië van de in bijlage IA opgenomen apparatuur, goederen of technologie die zouden kunnen worden gebruikt voor binnenlandse repressie of voor de vervaardiging of het onderhoud van producten die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt;
b)het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage IA genoemde goederen en technologie, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijke goederen of technologie, of voor het verlenen van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië;
c)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) en b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
▼M16 —————
3. In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage III vermelde websites, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand in verband met apparatuur, goederen of technologie opgenomen in bijlage IA, op voorwaarde dat de apparatuur, goederen of technologie bestemd zijn voor voedselvoorziening, landbouw, medische zorg of andere humanitaire doeleinden, of voor medewerkers van de Verenigde Naties of voor medewerkers van de Europese Unie of haar lidstaten.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen vier weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.
4. Voorafgaande toestemming van de bevoegde autoriteit van de lidstaat in kwestie, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, is vereist voor de verstrekking van:
a)technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met apparatuur, goederen of technologie genoemd in bijlage IX en in verband met de levering, de vervaardiging, het onderhoud of het gebruik van deze apparatuur, goederen of technologie, direct of indirect, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië;
b)financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie genoemd in bijlage IX, met inbegrip van subsidies, leningen en export-kredietverzekering alsook verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijke goederen of technologie, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrië of bestemd voor gebruik in Syrië.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen geen toestemming voor de transacties bedoeld in de eerste alinea, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat die transacties bedoeld zijn of kunnen zijn om bij te dragen aan binnenlandse repressie dan wel voor de vervaardiging of het onderhoud van producten die voor binnenlandse repressie zouden kunnen worden gebruikt.
Artikel 3 bis
Er geldt een verbod op:
a)het direct of indirect verstrekken van financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie vermeld op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen, waaronder financiële derivaten, alsmede verzekeringen en herverzekeringen en tussenhandeldiensten in verband met verzekeringen en herverzekeringen met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer van dergelijk materieel voor zover dit uit Syrie afkomstig is, of vanuit Syrie naar een ander land wordt uitgevoerd;
b)het bewust of opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
Artikel 4
1. Het is verboden de in bijlage V vermelde apparatuur, technologie of programmatuur, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar personen, entiteiten of lichamen in Syrie of voor gebruik in Syrie, tenzij de bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daartoe voorafgaandelijk toestemming heeft gegeven.
2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, verlenen geen toestemming als bedoeld in lid 1, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de bedoelde apparatuur, technologie of programmatuur door het Syrische regime of namens dat regime zal worden gebruikt voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken in Syrië.
3. Bijlage V omvat alleen apparatuur, technologie of programmatuur die kan worden gebruikt voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken.
4. De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.
Artikel 5
1. Er geldt een verbod op:
a)het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de apparatuur, technologie en programmatuur genoemd in bijlage V, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de apparatuur en technologie genoemd in bijlage V, of in verband met het leveren, installeren, inwerkingstellen of actualiseren van programmatuur genoemd in bijlage V, aan personen, entiteiten of lichamen in Syrie of voor gebruik in Syrie;
b)het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de apparatuur, technologie en programmatuur als genoemd in bijlage V aan personen, entiteiten of lichamen in Syrie of voor gebruik in Syrie;
c)het verlenen van diensten van enige aard voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet aan, of die direct of indirect ten goede komen aan de Syrische staat, zijn regering, zijn openbare lichamen, bedrijven en agentschappen of personen of entiteiten die optreden in zijn naam of onder zijn leiding; en
d)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a), b) of c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild;
tenzij de bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daartoe voorafgaandelijk toestemming heeft gegeven, op basis van artikel 4, lid 2.
2. Voor de toepassing van lid 1, onder c), worden onder „diensten voor monitoring of interceptie van telecommunicatie of internet” diensten verstaan die, in het bijzonder met gebruikmaking van apparatuur, technologie of programmatuur vermeld in bijlage V, toegang verschaffen tot en voorzien in de levering van de inkomende en uitgaande telecommunicatie en de oproepgegevens van een persoon met als doel deze te extraheren, te decoderen, te registreren, te verwerken, te analyseren en op te slaan of andere daarmee samenhangende handelingen te verrichten.
Artikel 6
Er geldt een verbod op:
a)de invoer van aardolie of aardolieproducten naar de Unie indien deze:
i)van oorsprong zijn uit Syrië; of
ii)werden uitgevoerd uit Syrië;
b)de aankoop van aardolie of aardolieproducten die zich bevinden in Syrië of die van oorsprong zijn uit Syrië;
c)het vervoer van aardolie of aardolieproducten die van oorsprong zijn uit Syrië of die vanuit Syrië naar een ander land worden uitgevoerd;
d)het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook verzekering en herverzekering, in verband met de verbodsbepalingen van de punten a), b) en c); en
e)de bewuste en opzettelijke deelname aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de punten a), b), c), of d) opgenomen verbodsbepalingen direct of indirect worden omzeild.
Artikel 6 bis
1. In afwijking van artikel 6 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage III vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de invoer, de aankoop of het vervoer van aardolie of aardolieproducten, of voor het verstrekken van daarmee verband houdende financiering of financiële bijstand, met inbegrip van financiële derivaten, alsook verzekering en herverzekering, op voorwaarde dat:
a)op basis van de informatie waarover de bevoegde autoriteit beschikt, met inbegrip van de informatie verstrekt door de persoon, de entiteit of het lichaam dat om de toestemming verzoekt, die autoriteit heeft vastgesteld dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat:
i)de betrokken activiteiten bedoeld zijn voor bijstand aan de Syrische burgerbevolking, met name voor humanitaire hulp, hulp bij de verlening van basisdiensten, wederopbouw of herstel van de economische activiteit, of andere civiele doelen dienen;
ii)de betrokken activiteiten niet leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een in artikel 14 bedoelde persoon, entiteit of lichaam;
iii)de betrokken activiteiten geen inbreuk vormen op de in deze verordening opgenomen verbodsbepalingen;
b)de betrokken lidstaat, vooraf de persoon, de entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten heeft geraadpleegd met betrekking tot, onder meer:
i)de door de bevoegde autoriteit onder punten a), i) en ii) gedane vaststellingen;
ii)het aanwezig zijn van informatie die erop wijst dat de betrokken activiteiten kunnen leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (15) of artikel 2 van Verordeing (EG) nr. 881/2002 van 27 mei 2002 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen sommige personen en entiteiten die banden hebben met het Al-Qa'ida-netwerk (16);
en de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten hierover zijn standpunt heeft meegedeeld aan de betrokken lidstaat.
c)Indien de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten binnen de 30 dagen nadat het verzoek eraan werd gericht, geen standpunt heeft meegedeeld, kan de bevoegde autoriteit beslissen om al dan niet de toestemming te verlenen.
2. Bij de toepassing van de voorwaarden onder de punten a) en b) van lid 1, vereist de bevoegde autoriteit dat de nodige informatie wordt verstrekt met betrekking tot het gebruik van de verleende toestemming, waaronder informatie over de partijen die betrokken zijn bij de transactie.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
Artikel 7
De in artikel 6 genoemde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op:
a)de uitvoering, op of vóór 15 november 2011, van een verplichting die voortvloeit uit een overeenkomst die is gesloten vóór 2 september 2011, mits de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die de bedoelde verplichting willen nakomen, de betrokken activiteit of transactie uiterlijk zeven werkdagen op voorhand gemeld hebben bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld; of
b)de aankoop van aardolie of aardolieproducten die uit Syrië werden uitgevoerd vóór 2 september 2011, of, indien de uitvoer geschiedde overeenkomstig het bepaalde in punt a), op of vóór 15 november 2011.
Artikel 8
1. Het is verboden de in bijlage VI vermelde apparatuur of programmatuur direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar Syrische personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Syrië.
2. Bijlage VI bevat de lijst van essentiële apparatuur en technologie voor de volgende sectoren van de aardolie- en aardgasindustrie in Syrië:
a)aardolie- en aardgasexploratie;
b)aardolie- en aardgasproductie;
c)raffinage;
d)vloeibaarmaking van aardgas.
3. Bijlage VI omvat geen producten die zijn opgenomen in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen of in bijlage I.
Artikel 9
Er geldt een verbod op:
a)het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de apparatuur en ►C3 technologie genoemd in bijlage VI, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen genoemd in bijlage VI, aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; ◄
b)het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de apparatuur en technologie als genoemd in bijlage VI aan Syrische personen, entiteiten of lichamen; en
c)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a) of b) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
Artikel 9 bis
1. In afwijking van de artikelen 8 en 9 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage III vermelde websites, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in bijlage VI bedoelde essentiële apparatuur en technologie, of het verstrekken van daarmee gerelateerde technische bijstand, tussenhandeldiensten, financiering of financiële bijstand, op voorwaarde dat:
a)op basis van de informatie waarover de bevoegde autoriteit beschikt, met inbegrip van de informatie verstrekt door de persoon, de entiteit of het lichaam dat om de toestemming verzoekt, die autoriteit heeft vastgesteld dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat:
i)de betrokken activiteiten bedoeld zijn voor bijstand aan de Syrische burgerbevolking, met name voor humanitaire hulp, hulp bij de verlening van basisdiensten, wederopbouw of herstel van de economische activiteit, of andere civiele doelen dienen;
ii)de betrokken activiteiten niet leiden tot het direcht of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een in artikel 14 bedoelde persoon, entiteit of lichaam;
iii)de betrokken activiteiten geen inbreuk vormen op de in deze verordening opgenomen verbodsbepalingen;
b)de betrokken lidstaat, vooraf de persoon, de entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten heeft geraadpleegd met betrekking tot, onder meer:
i)de door de bevoegde autoriteit onder de punt a), i) en ii) gedane vaststellingen;
ii)het aanwezig zijn van informatie die erop wijst dat de betrokken activiteiten kunnen leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2580/2001 of artikel 2 van Verordeing (EG) nr. 881/2002;
en de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten hierover zijn standpunt heeft meegedeeld aan de betrokken lidstaat.
c)Indien de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten binnen de 30 dagen nadat het verzoek eraan werd gericht, geen standpunt heeft meegedeeld, kan de bevoegde autoriteit beslissen om al dan niet de toestemming te verlenen.
2. Bij de toepassing van de voorwaarden onder de punten a) en b) van lid 1, vereist de bevoegde autoriteit dat de nodige informatie wordt verstrekt met betrekking tot het gebruik van de verleende toestemming, waaronder informatie over de partijen die betrokken zijn bij, en de begunstigden van de transactie.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
Artikel 10
1. De verbodsbepalingen van de artikelen 8 en 9 zijn niet van toepassing op het nakomen van een verplichting die is ontstaan krachtens een contract dat vóór 19 januari 2012 is gegund of gesloten, mits de personen of entiteiten die zich op dit artikel willen beroepen, de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daarvan minstens 21 kalenderdagen van tevoren in kennis hebben gesteld.
2. In de zin van dit artikel geldt een contract als „gegund” aan een persoon of entiteit, indien uitdrukkelijke schriftelijke bevestiging van de gunning van dat contract aan de persoon of entiteit in kwestie door de andere contracterende partij is overgelegd, na de afsluiting van een formele gunningsprocedure.
Artikel 11
Er geldt een verbod op de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar de Centrale Bank van Syrië van nieuwe Syrische bankbiljetten en munten die in de Unie zijn gedrukt of geslagen.
Artikel 11 bis
1. Er wordt een verbod ingesteld op:
a)de verkoop, levering, overdracht en uitvoer, direct of indirect, van goud, edelmetaal en diamant, als genoemd in bijlage VIII, ongeacht of deze van oorsprong uit de Unie zijn, aan de regering van Syrië, aan overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, aan de centrale bank van Syrië en aan enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen;
b)de aankoop, invoer en het vervoer, direct of indirect, van goud, edelmetaal en diamant, als genoemd in bijlage VIII, ongeacht of deze van oorsprong uit Syrië zijn, afkomstig van de regering van Syrië, van overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, van de centrale bank van Syrië en van enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of van entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, en
c)de verstrekking, direct of indirect, van technische bijstand of tussenhandeldiensten, financieringsmiddelen of financiële bijstand, in verband met de onder a) en b) genoemde goederen aan de regering van Syrië, aan overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen ervan, aan de centrale bank van Syrië en aan enige persoon, entiteit of lichaam die of dat namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan entiteiten of lichamen die in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen.
2. Bijlage VIII omvat een overzicht van het goud, de edelmetalen en diamanten waarop de verbodsbepalingen van lid 1 van toepassing zijn.
Artikel 11 ter
1. Er geldt een verbod op:
a)de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar Syrië van de in bijlage X opgenomen luxegoederen;
b)de bewuste en opzettelijke deelneming aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben, direct of indirect, dat de onder a) bedoelde verbodsbepaling wordt omzeild.
2. In afwijking van lid 1, onder a), geldt het verbod niet voor niet-commerciële goederen voor persoonlijk gebruik die deel uitmaken van de bagage van reizigers.
HOOFDSTUK III
BEPERKINGEN OP DE DEELNAME AAN INFRASTRUCTUURPROJECTEN
Artikel 12
1. Er geldt een verbod op:
a)de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van apparatuur of technologie genoemd in bijlage VII voor de bouw of installatie in Syrië van nieuwe infrastructuur voor de productie van elektriciteit;
b)de verlening, direct of indirect, van technische bijstand, financiering of financiële bijstand, waaronder financiële derivaten, alsmede van verzekering of herverzekering in verband met onder a) bedoelde projecten.
2. Deze verbodsbepaling verhindert niet het nakomen van een verplichting die is ontstaan krachtens een contract dat vóór 19 januari 2012 is gesloten, mits de personen of entiteiten die zich op dit artikel willen beroepen, de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarin zij zijn gevestigd, als genoemd op de websites die in bijlage III worden vermeld, daarvan minstens 21 kalenderdagen van tevoren in kennis hebben gesteld.
HOOFDSTUK IV
BEPERKINGEN OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN
Artikel 13
1. Er geldt een verbod op:
a)het toekennen van financiële leningen of kredieten aan de in lid 2 bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen;
b)het verwerven of vergroten van een deelname in de in lid 2 bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen;
c)het oprichten van een joint venture met de in lid 2 bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen;
d)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a), b) of c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.
2. Het in lid 1 gestelde verbod geldt voor alle Syrische personen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij:
a)de exploratie, productie of raffinage van aardolie; of
b)de bouw of installatie van nieuwe infrastructuur voor de productie van elektriciteit.
3. Uitsluitend voor de toepassing van lid 2 wordt verstaan onder:
a) | „exploratie van aardolie” : onder meer de exploratie naar, de prospectie naar en het beheer van aardoliereserves, alsmede het leveren van diensten op het gebied van de geologie in verband met deze reserves; |
b) | „raffinage” : het verwerken, behandelen of marktklaar maken van aardolie met het oog op de verkoop van brandstoffen aan de eindverbruiker. |
4. Het verbod van lid 1:
a)geldt onverminderd de uitvoering van een verplichting die voortvloeit uit een contract met betrekking tot:
i)de exploratie, productie of raffinage van aardolie, gesloten vóór 23 september 2011;
ii)de bouw of installatie van nieuwe centrales voor de opwekking van elektriciteit, gesloten vóór 19 januari 2012.
b)vormt geen belemmering voor het vergroten van een deelname met betrekking tot:
i)de exploratie, productie of raffinage van aardolie, indien deze vergroting valt onder een verplichting die is overeengekomen vóór 23 september 2011;
ii)de bouw of installatie van nieuwe centrales voor de opwekking van elektriciteit indien het vergroten van de deelname een verplichting vormt die voortvloeit uit een contract gesloten vóór 19 januari 2012.
Artikel 13 bis
1. In afwijking van artikel 13, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage III vermelde websites, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor het verstrekken van financiële leningen of kredieten aan of, het verwerven of vergroten van een deelname aan, of het oprichten van een joint venture met de in artikel 13, lid 2, onder a), bedoelde Syrische personen, entiteiten of lichamen, op voorwaarde dat:
a)op basis van de informatie waarover de bevoegde autoriteit beschikt, met inbegrip van de informatie verstrekt door de persoon, de entiteit of het lichaam dat om de toestemming verzoekt, die autoriteit heeft vastgesteld dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat:
i)de betrokken activiteiten bedoeld zijn voor bijstand aan de Syrische burgerbevolking, met name voor humanitaire hulp, hulp bij de verlening van basisdiensten, wederopbouw of herstel van de economische activiteit, of andere civiele doelen dienen;
ii)de betrokken activiteiten niet leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een in artikel 14 bedoelde persoon, entiteit of lichaam;
iii)de betrokken activiteiten geen inbreuk vormen op de in deze verordening opgenomen verbodsbepalingen;
b)de betrokken lidstaat, vooraf de persoon, de entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten heeft geraadpleegd met betrekking tot, onder meer:
i)de door de bevoegde autoriteit onder punt a), i) en ii) gedane vaststellingen;
ii)het aanwezig zijn van informatie die erop wijst dat de betrokken activiteiten kunnen leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in artikel 2 Verordening (EG) nr. 2580/2001 of artikel 2 van Verordeing (EG) nr. 881/2002;
en de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten hierover zijn standpunt heeft meegedeeld aan de betrokken lidstaat.
c)Indien de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten binnen de 30 dagen nadat het verzoek eraan werd gericht, geen standpunt heeft meegedeeld, kan de bevoegde autoriteit beslissen om al dan niet de toestemming te verlenen.
2. Bij de toepassing van de voorwaarden onder de punten a) en b) van lid 1, vereist de bevoegde autoriteit dat de nodige informatie wordt verstrekt met betrekking tot het gebruik van de verleende toestemming, waaronder informatie over de partijen die betrokken zijn bij, en de begunstigden van de transactie.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
HOOFDSTUK V
BEVRIEZEN VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN
Artikel 14
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de in bijlagen II en II bis genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.
2. Aan of ten behoeve van de in bijlagen II en II bis genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.
3. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.
Artikel 15
1. De bijlagen II en II bis bestaan uit het volgende:
a)bijlage II omvat een lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Besluit 2011/782/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, alsmede natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die van het regime profiteren of het ondersteunen, of natuurlijke personen, rechtspersonen en entiteiten die banden met hen onderhouden, op wie of waarop artikel 21 van deze verordening niet van toepassing is;
b)bijlage II bis omvat een lijst van entiteiten die overeenkomstig artikel 19, lid 1, van Besluit 2011/782/GBVB door de Raad zijn geïdentificeerd als entiteiten die banden onderhouden met de personen of entiteiten die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking in Syrië, alsmede met de personen of entiteiten die van het regime profiteren of het ondersteunen, op wie of waarop artikel 21 van deze verordening van toepassing is.
2. In de bijlagen II en II bis worden de redenen vermeld waarom een persoon, entiteit of lichaam in de lijst is opgenomen.
3. De bijlagen II en II bis bevatten tevens, indien beschikbaar, de informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.
Artikel 16
In afwijking van artikel 14 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de websites die zijn vermeld in bijlage III, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a)noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlagen II en II bis genoemde personen, entiteiten oflichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en openbare voorzieningen;
b)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;
d)noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven;
e)gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationale recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie;
f)noodzakelijk zijn voor humanitaire doelen, zoals de verlening en het vergemakkelijken van de verlening van hulpgoederen, de verlening van materialen en artikelen waarmee wordt voorzien in essentiële behoeften van de burgerbevolking, met inbegrip van levensmiddelen, landbouwmateriaal voor de voedselproductie, medicijnen, of voor de evacuatie van buitenlandse onderdanen uit Syrie;
g)noodzakelijk zijn om de veiligheid van personen te verzekeren of het milieu te beschermen.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend, binnen vier weken na de verlening van de toestemming.
Artikel 17
In afwijking van artikel 14 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, aangeduid op de in bijlage III vermelde websites, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits zij hebben vastgesteld dat de verstrekking van de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de essentiele energiebehoeften van de burgerbevolking in Syrie, mits de relevante bevoegde autoriteit voor elk leveringscontract de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste vier weken vóór zij de toestemming geeft, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven;
Artikel 18
1. In afwijking van artikel 14 kunnen bevoegde autoriteiten van lidstaten, als vermeld op de lijst van websites van bijlage III, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a)de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld voor de datum waarop de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam als bedoeld in artikel 14 is opgenomen in bijlage II of II bis, of van een justitieel of administratief vonnis dat in de Unie is uitgesproken, of van een gerechtelijk vonnis dat in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is, en dat van voor of na die datum dateert;
b)de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk vonnis zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;
c)het vonnis is niet ten behoeve van een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam als opgenomen in bijlage II of II bis;
d)de erkenning van het vonnis is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.
2. De betrokken lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
Artikel 19
1. Artikel 14, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a)interesten of andere inkomsten op die rekeningen,
b)betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop deze verordening op de betrokken rekeningen van toepassing werd; of
c)betalingen uit hoofde van justitiële of administratieve vonnissen of arbitragebesluiten die in een lidstaat zijn uitgesproken of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn,
mits deze interesten, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 14, lid 1, worden bevroren.
2. Artikel 14, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
Artikel 20
In afwijking van artikel 14 en mits een betaling door een persoon, entiteit of lichaam opgenomen op de lijst in bijlage II of II bis voortvloeit uit een contract dat door die persoon of entiteit of dat lichaam was gesloten voor de datum waarop die persoon of entiteit of dat lichaam werd aangewezen, of indien deze betaling voortvloeit uit een verplichting die voor die persoon of entiteit voor genoemde datum was ontstaan, mogen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals aangeduid op de websiter genoemd in bijlage III, onder de door hen passend geachte voorwaarden, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, mits de betaling niet direct of indirect wordt ontvangen door een persoon of entiteit bedoeld in artikel 14.
Artikel 20 bis
Bij wijze van afwijking van artikel 14 mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor de overdracht door of via een in bijlage II of II bis vermelde financiële entiteit van tegoeden of economische middelen, indien de overdracht verband houdt met een betaling door een persoon of entiteit die niet voorkomt op een van de lijsten in bijlage II of II bis met betrekking tot het verlenen van financiële bijstand aan Syrische onderdanen die een opleiding of beroepsopleiding volgen of bezig zijn met academisch onderzoek in de Unie, mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat voor elk afzonderlijk geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in bijlage II of II bis vermelde persoon of entiteit.
Artikel 21
In afwijking van artikel 14, lid 1, kan een in bijlage II bis vermelde entiteit gedurende twee maanden nadat zij in de lijst is opgenomen, betalingen verrichten met bevroren tegoeden of economische middelen die zij na de datum van opname in de lijst heeft ontvangen, mits:
a)de betaling verschuldigd is op grond van een handelscontract; en
b)de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect ten goede komt van een in bijlage II of bijlage II bis vermelde persoon of entiteit.
Artikel 21 bis
1. Bij wijze van afwijking van artikel 14, mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor:
a)een overdracht van tegoeden of economische middelen, ontvangen en bevroren na de datum van aanwijzing, door of via de Centrale Bank van Syrië, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifiek handelscontract, of
b)een overdracht van tegoeden of economische middelen naar of via de Centrale Bank van Syrië, indien de overdracht verband houdt met een betaling die verschuldigd is uit hoofde van een specifiek handelscontract,
mits de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat per geval heeft vastgesteld dat de betaling niet direct of indirect ten goede komt van een in bijlage II of II bis vermelde persoon of entiteit en mits de overdracht niet anderszins door deze verordening is verboden.
2. Bij wijze van afwijking van artikel 14, mogen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, als vermeld op de websites in bijlage III, onder voorwaarden die zij als passend beschouwen machtiging verlenen voor een overdracht door of via de Centrale Bank van Syrië van bevroren tegoeden of economische middelen, teneinde financiële instellingen die onder de rechtsbevoegdheid van de lidstaten vallen, te voorzien van liquiditeit voor de financiering van de handel.
Artikel 21 ter
Artikel 14, lid 2, is niet van toepassing op handelingen of transacties ten aanzien van Syrian Arab Airlines die uitsluitend dienen om burgers van de Unie en hun familieleden uit Syrië te evacueren.
Artikel 22
De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden of economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
HOOFDSTUK VI
BEPERKINGEN OP DE OVERDRACHT VAN KAPITAAL EN OP FINANCIËLE DIENSTEN
Artikel 23
De Europese Investeringsbank (EIB):
a)mag geen bedragen uitkeren of betalingen verrichten in het kader van of in verband met bestaande leningsovereenkomsten tussen de staat Syrië of een overheidsinstantie van Syrië en de EIB; en
b)schorst alle in Syrië uit te voeren bestaande overeenkomsten inzake de verstrekking van technische bijstand voor projecten die door middel van onder a) bedoelde leningsovereenkomsten worden gefinancierd en die de bedoeling hebben de staat Syrië of een overheidsinstantie van Syrië direct of indirect ten goede te komen.
Artikel 24
Er geldt een verbod op:
a)de verkoop of aankoop van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 19 januari 2012, direct of indirect, aan of van een van de volgende instanties:
i)Syrië of de Syrische regering, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen;
ii)een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling;
iii)een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i) of ii);
iv)een rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat eigendom is van of onder zeggenschap staat van een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i), ii) of iii);
b)het verlenen van tussenhandeldiensten met betrekking tot overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties die zijn uitgegeven na 19 januari 2012 aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a);
c)het verlenen van steun aan een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder a) met het oog op het uitgeven van overheidsobligaties of door de overheid gegarandeerde obligaties, door het verlenen van tussenhandeldiensten, advertering of enige andere dienstverlening met betrekking tot deze obligaties.
Artikel 25
1. Voor kredietinstellingen en financiële instellingen die vallen onder artikel 35, is het verboden:
a)een nieuwe bankrekening te openen bij een Syrische kredietinstelling of financiële instelling;
b)een nieuwe correspondentbankrelatie aan te gaan met een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling;
c)een nieuwe vertegenwoordiging in Syrië te openen of een bijkantoor of dochtermaatschappij in Syrië op te richten;
d)een nieuwe joint venture op te richten met een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling.
2. Er geldt een verbod op:
a)het toestaan van de opening van een vertegenwoordiging of van de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie van een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling;
b)het sluiten van overeenkomsten voor of namens een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, betreffende de opening van een vertegenwoordiging of de oprichting van een bijkantoor of dochtermaatschappij in de Unie;
c)het verlenen van een vergunning voor het aanvangen en uitoefenen van werkzaamheden voor een kredietinstelling of een financiele instelling of van enige andere activiteit waarvoor voorafgaande toestemming vereist is, door een vertegenwoordiging, bijkantoor of dochtermaatschappij van een in Syrië gevestigde kredietinstelling of financiële instelling, indien de vertegenwoordiging, het bijkantoor of de dochtermaatschappij niet actief was vóór 19 januari 2012;
d)het verwerven dan wel vergroten van een deelname, of het verwerven van enig ander eigendomsrecht in een kredietinstelling of financiële instelling in de zin van artikel 35 door een Syrische kredietinstelling of financiële instelling.
Artikel 25 bis
1. In afwijking van artikel 25, lid 1, onder a) en c), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de in bijlage III vermelde website, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor het openen van een nieuwe bankrekening of een nieuwe vertegenwoordiging, of het oprichten van een bijkantoor of dochtermaatschappij, op voorwaarde dat:
a)op basis van de informatie waarover de bevoegde autoriteit beschikt, met inbegrip van de informatie verstrekt door de persoon, de entiteit of het lichaam dat om de toestemming verzoekt, die autoriteit heeft vastgesteld dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat:
i)de betrokken activiteiten bedoeld zijn voor bijstand aan de Syrische burgerbevolking, met name voor humanitaire hulp, hulp bij de verlening van basisdiensten, wederopbouw of herstel van de economische activiteit, of andere civiele doelen dienen;
ii)de betrokken activiteiten niet leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een in artikel 14 bedoelde persoon, entiteit of lichaam;
iii)de betrokken activiteiten geen inbreuk vormen op de in deze verordening opgenomen verbodsbepalingen;
b)de betrokken lidstaat, vooraf de persoon, de entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten heeft geraadpleegd met betrekking tot, onder meer:
i)de door de bevoegde autoriteit onder punten a), i) en ii) gedane vaststellingen;
ii)het aanwezig zijn van informatie die erop wijst dat de betrokken activiteiten kunnen leiden tot het direct of indirect beschikbaar stellen van tegoeden of economische middelen aan of ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam bedoeld in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2580/2001 en artikel 2 van Verordeing (EG) nr. 881/2002;
en de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten hierover zijn standpunt heeft meegedeeld aan de betrokken lidstaat.
c)Indien de persoon, entiteit of het lichaam aangewezen door de nationale coalitie van Syrische revolutionaire en oppositiekrachten binnen de 30 dagen nadat het verzoek eraan werd gericht, geen standpunt heeft meegedeeld, kan de bevoegde autoriteit beslissen om al dan niet de toestemming te verlenen.
2. Bij de toepassing van de voorwaarden onder de punten a) en b) van lid 1, vereist de bevoegde autoriteit dat de nodige informatie wordt verstrekt met betrekking tot het gebruik van de verleende toestemming, waaronder informatie over de partijen die betrokken zijn bij, en de begunstigden van de transactie.
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit artikel is verleend.
Artikel 26
1. Er geldt een verbod op:
a)het aanbieden van verzekering of herverzekering aan:
i)Syrië of de Syrische regering, overheidsorganen, -bedrijven of -agentschappen; of
ii)een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam handelend namens of op aanwijzing van een rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i);
b)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de onder a) bedoelde verbodsbepaling wordt omzeild.
2. Lid 1, onder a), is niet van toepassing op het verstrekken aan in de Unie gevestigde Syrische personen, entiteiten of lichamen van een verplichte verzekering of van een verzekering jegens derden, noch op het verstrekken van verzekeringen voor Syrische diplomatieke of consulaire missies in de Unie.
3. Lid 1, onder a), onder ii), is niet van toepassing op het verstrekken van verzekeringen, waaronder ziektekosten- en reisverzekeringen, aan personen die als particulier handelen, noch op de daarop betrekking hebbende herverzekeringen.
Lid 1, onder a), onder ii), laat onverlet dat verzekeringen of herverzekeringen kunnen worden verstrekt aan de eigenaar van een vaar-, vlieg- of voertuig dat gehuurd wordt door een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld in lid 1, punt a), onder i), mits laatstgenoemde niet is opgenomen in de lijsten in bijlagen II en II bis.
Voor de toepassing van lid 1, punt a), onder ii), wordt een persoon, entiteit of lichaam geacht niet te handelen op aanwijzing van een persoon, entiteit of lichaam als bedoeld onder i), indien deze aanwijzing bedoeld is voor het aanleggen, het laden en lossen of de veilige doorreis van een vaar- of vliegtuig dat zich tijdelijk in de Syrische wateren of het Syrische luchtruim bevindt.
4. Bij dit artikel wordt de uitbreiding of verlenging verboden van verzekerings- of herverzekeringsovereenkomsten die zijn gesloten vóór 19 januari 2012 (behalve wanneer er een voorafgaandelijke contractuele verplichting voor de verzekeraar of herverzekeraar bestaat om een polis uit te breiden of te vernieuwen), maar niet de naleving van overeenkomsten die vóór die datum zijn gesloten, onverminderd artikel 14, lid 2.
HOOFDSTUK VI BIS
BEPERKINGEN VOOR HET VERVOER
Artikel 26 bis
1. Het is verboden, in overeenstemming met het internationale recht, om de toegang tot de luchthavens van de Unie door alle door Syrische luchtvaartmaatschappijen verzorgde vluchten uitsluitend voor vracht en alle door Syrian Arab Airlines verzorgde vluchten te aanvaarden of te verschaffen, tenzij:
a)het vliegtuig wordt gebruikt voor niet-geplande internationale luchtvaartdiensten en de landing andere doeleinden dient dan het verkeer of het handelsverkeer, of
b)het vliegtuig wordt gebruikt voor geplande internationale luchtvaartdiensten en de landing andere doeleinden dient dan het verkeer,
zoals bepaald in het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart of de overeenkomst inzake de doortocht van internationale luchtdiensten.
2. Lid 1 is niet van toepassing op vluchten die uitsluitend dienen om burgers van de Unie en hun familieleden uit Syrië te evacueren.
3. Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben het in lid 1 bedoelde verbod te omzeilen.
HOOFDSTUK VII
ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 27
Geen vorderingen, ook niet tot schadeloosstelling of soortgelijke vergoedingen, bijvoorbeeld op grond van schuldvergelijking, van boetebedingen, van een garantie, van verlenging of betaling van een obligatie, van een financiële garantie, waaronder op grond van kredietbrieven en soortgelijke instrumenten, in verband met een overeenkomst of transactie waarvan de uitvoering, al dan niet rechtstreeks, geheel of gedeeltelijk werd geraakt door maatregelen overeenkomstig deze verordening, worden toegewezen aan de regering van Syrië, haar overheidsinstanties, vennootschappen en agentschappen, noch aan enige persoon of entiteit die namens of ten behoeve van haar optreedt.
Artikel 28
De in deze verordening neergelegde verbodsbepalingen leiden niet tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien deze niet wisten of redelijkerwijs niet konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op dat verbod.
Artikel 29
1. Onverminderd de geldende voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:
a)alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 14 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, zoals aangegeven op de lijst van websites van bijlage III, en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie te doen toekomen; alsmede
b)samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.
2. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 30
De lidstaten en de Commissie stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.
Artikel 31
De Commissie is bevoegd om bijlage III te wijzigen op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie.
Artikel 32
1. Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 14, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II of bijlage II bis dienovereenkomstig.
2. De Raad stelt de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis van zijn besluit, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen daarover opmerkingen kunnen indienen.
3. Indien er opmerkingen worden ingediend of belangrijk nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, heroverweegt de Raad zijn besluit en stelt hij de natuurlijke persoon, rechtspersoon, de entiteit of het lichaam van het resultaat in kennis.
4. De lijsten in de bijlagen II en II bis wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien.
Artikel 33
1. De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende sancties op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze voorschriften ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
2. De lidstaten delen deze voorschriften na 19 januari 2012 onverwijld mee aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.
Artikel 34
Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderszins van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruik gemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage III.
Artikel 35
Deze verordening is van toepassing:
a)op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;
b)aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;
c)op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;
d)op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;
e)op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.
Artikel 36
Verordening (EU) nr. 442/2011 wordt ingetrokken.
Artikel 37
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
▼M16 —————
BIJLAGE Ia
LIJST VAN APPARATUUR, GOEDEREN EN TECHNOLOGIE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2 bis
DEEL I
Inleiding
1.Dit deel omvat goederen, programmatuur en technologie opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 (17).
2.Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Nummer” hierna naar het nummer in de controlelijst en verwijst de kolom „Beschrijving” hierna naar de beschrijvingen van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
3.De definitie van termen tussen „enkele aanhalingstekens” wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post.
4.De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
Algemene aantekeningen
1.De doelstelling van de controle op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
Aantekening:Bij de beoordeling van de vraag of het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element dient/dienen te worden aangemerkt, dienen factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kan/kunnen worden aangemerkt, een rol te spelen.
2.Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.
Algemene technologienoot (ATN)
(Te lezen in samenhang met sectie B van dit deel)
1.De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in de secties A, B, C en D van dit deel aan een vergunningsplicht is onderworpen, is op grond van de bepalingen van sectie E aan een vergunningsplicht onderworpen.
2.„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van aan een vergunningsplicht onderworpen goederen, is ook aan een vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan een vergunningsplicht onderworpen goederen.
3.De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud (controle) en reparatie van goederen die niet aan een vergunningsplicht zijn onderworpen of waarvan de uitvoer op grond van deze verordening is toegestaan.
4.De vergunningsplicht voor de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
A. APPARATUUR
Nummer | Omschrijving |
I.B.1A004 | Beschermings- en detectieapparatuur en onderdelen daarvan die niet onder de lijst militaire goederen vallen, als hieronder: a) gasmaskers, filterbussen en decontaminatieapparatuur daarvoor die zijn ontworpen of aangepast met het oog op bescherming tegen één of meer van de onderstaande stoffen, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen: 1. biologische stoffen „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”; 2. radioactief materiaal „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”; 3. stoffen voor chemische oorlogvoering, of 4. „stoffen voor oproerbeheersing”, met inbegrip van: a) α-broombenzeenacetonitril (broombenzylcyanide) (CA) (CAS 5798-79-8); b) [(2-chloorfenyl) methyleen] propaandinitril, (o-chloorbenzylideenmalononitril) (CS) (CAS 2698-41-1); c) 2-chloor-1-fenylethanon, fenylacylchloride (ω-chlooracetofenon) (CN) (CAS 532-27-4); d) dibenz-(b,f)-1,4-oxazefine (CR) (CAS 257-07-8); e) 10-chloor-5,10-dihydrophenarsazine, (phenarsazinechloride), (adamsiet), (DM) (CAS578-94-9); f) N-nonanoylmorfoline, (MPA) (CAS 5299-64-9); b) beschermingspakken, -handschoenen en -schoenen die speciaal zijn ontworpen of aangepast met het oog op bescherming tegen één of meer van de onderstaande stoffen: 1. biologische agentia „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”; 2. radioactief materiaal „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”, of 3. stoffen voor chemische oorlogvoering; c) detectieapparatuur, speciaal ontworpen of aangepast voor de detectie of identificatie van de volgende stoffen of middelen, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor: 1. biologische agentia „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”; 2. radioactief materiaal „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”, of 3. stoffen voor chemische oorlogvoering; d) elektronische apparatuur die ontworpen is voor de automatische opsporing van resten van „springstoffen” dan wel het vaststellen van hun aanwezigheid, waarbij „sporendetectie” technieken worden gebruikt (bv. akoestische oppervlaktegolven, ionenmobiliteitspectrometrie, massaspectrometrie). Technische aantekening: onder „sporendetectie” wordt verstaan het vermogen om minder dan 1 ppm gas of 1 mg vaste of vloeibare stof te detecteren. Aantekening 1:1A004.d. is niet van toepassing op speciaal voor laboratoria ontworpen controleapparatuur. Aantekening 2:1A004.d. is niet van toepassing op doorloopveiligheidspoorten zonder lichamelijk contact. Aantekening:1A004 is niet van toepassing op: a) individuele dosismeters voor stralingscontrole; b) uitrusting die door haar ontwerp of functie beperkt is tot bescherming tegen risico’s die eigen zijn aan woonwijken en civiele industriesectoren, zoals: 1. mijnbouw; 2. steengroeven; 3. landbouw; 4. farmaceutische industrie; 5. geneeskunde; 6. diergeneeskunde; 7. milieu; 8. afvalbeheer, 9. voedingsindustrie. Technische aantekeningen: 1A004 omvat uitrusting en bestanddelen die zijn geïdentificeerd, met succes zijn getoetst aan nationale normen of waarvan op een andere manier de doeltreffendheid is bewezen, wat betreft de detectie van of de bescherming tegen radioactief materiaal „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”, biologische agentia „aangepast voor gebruik in oorlogssituaties”, stoffen voor chemische oorlogvoering, „simulanten” of „stoffen voor oproerbeheersing”, zelfs wanneer die uitrusting of bestanddelen gebruikt worden in civiele industriesectoren, zoals mijnbouw, steengroeven, landbouw, de farmaceutische, medische, diergeneeskundige, milieu-, afvalbeheer- en voedingsindustrie. „Simulanten” zijn stoffen of materialen die bij opleiding, onderzoek, tests of evaluaties worden gebruikt in de plaats van toxische (chemische of biologische) stoffen. |
I.B.9A012 | „Onbemande luchtvaartuigen”, aanverwante systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder: a) onbemande luchtvaartuigen met een of meer van de volgende kenmerken: 1. een autonoom vluchtcontrole- en navigatievermogen (bv. een automatische piloot met een traagheidsnavigatiesysteem), of 2. vermogen tot vluchtcontrole buiten het directe-zichtbereik met gebruikmaking van een menselijke operator (bv. controle op afstand via televisie); b) aanverwante systemen, apparatuur en onderdelen, als hieronder: 1. apparatuur die speciaal is ontworpen voor controle op afstand van de onder 9A012.a vermelde onbemande luchtvaartuigen; 2. andere dan onder 7A van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 vermelde systemen voor navigatie, standregeling, geleiding of besturing, die speciaal zijn ontworpen om de onder 9A012.a vermelde onbemande luchtvaartuigen uit te rusten met een autonoom vluchtcontrole- of navigatievermogen; 3. apparatuur en onderdelen die speciaal zijn ontworpen om een bemand luchtvaartuig te converteren in een onbemand luchtvaartuig als vermeld onder 9A012.a; 4. atmosferische zuiger- of rotatiemotoren met interne verbranding, speciaal ontworpen of aangepast voor de voortstuwing van „onbemande luchtvaartuigen” op een hoogte van meer dan 50 000 voet (15 240 m). |
I.B.9A350 | Spuit- of vernevelsystemen, speciaal ontworpen of aangepast voor bevestiging aan vliegtuigen, „lichter-dan-luchttoestellen” of onbemande luchtvaartuigen, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, als hieronder: complete spuit- of vernevelsystemen die, vertrekkend van een vloeibare suspensie, initiële druppels met een „VMD” van minder dan 50 μm bij een doorstroomsnelheid van meer dan twee liter per minuut kunnen voortbrengen; spuitbomen of reeksen aërosolproducerende eenheden die, vertrekkend van een vloeibare suspensie, initiële druppels met een „VMD” van minder dan 50 μm bij een doorstroomsnelheid van meer dan twee liter per minuut kunnen voortbrengen; aërosolproducerende eenheden speciaal ontworpen om te worden bevestigd aan systemen bedoeld in 9A350.a. en 9A350.b. Aantekening:Aërosolproducerende eenheden zijn voorzieningen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om aan vliegtuigen te worden bevestigd, zoals spuitdoppen, verstuivers met roterende trommel en soortgelijke voorzieningen. Aantekening:9A350 is niet van toepassing op spuit- of vernevelsystemen en onderdelen daarvan waarvan is aangetoond dat ze geen biologische agentia in de vorm van infectieuze aërosolen kunnen voortbrengen. Technische aantekeningen:1. de druppelgrootte voor spuitsystemen of spuitdoppen speciaal ontworpen voor gebruik op vliegtuigen, „lichter-dan-luchttoestellen” of onbemande luchtvaartuigen moet worden gemeten met een van de volgende methoden: a) Doppler-lasermethode; b) voorwaartse-laserdiffractiemethode; 2. in 9A350 wordt onder „VMD” verstaan „Volume Median Diameter” (volume mediane diameter); voor op water gebaseerde systemen is deze gelijk aan de „Mass Median Diameter” (MMD) (massa mediane diameter). |
B. TEST- EN PRODUCTIEAPPARATUUR
Nummer | Omschrijving |
I.B.2B350 | Chemische productieapparatuur en onderdelen daarvan, als hieronder: a) reactorvaten of reactors, met of zonder roerwerk, met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 liter) en minder dan 20 m3 (20 000 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 5. tantaal of „legeringen” ervan; 6. titaan of „legeringen” ervan; 7. zirkonium of „legeringen” ervan, of 8. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; b) roerwerken voor gebruik in reactorvaten of reactors als aangegeven in 2B350.a, en voor gebruik in dergelijke roerwerken ontworpen schoepen, bladen en assen, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 5. tantaal of „legeringen” ervan; 6. titaan of „legeringen” ervan; 7. zirkonium of „legeringen” ervan, of 8. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; c) opslagtanks en vaten met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 l), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 5. tantaal of „legeringen” ervan; 6. titaan of „legeringen” ervan; 7. zirkonium of „legeringen” ervan, of 8. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; d) warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,15 m2 en minder dan 20 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. grafiet of „koolstofgrafiet”; 5. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 6. tantaal of „legeringen” ervan; 7. titaan of „legeringen” ervan; 8. zirkonium of „legeringen” ervan; 9. siliciumcarbide; 10. titaancarbide; of 11. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; e) distillatiekolommen of absorptiekolommen met een inwendige diameter van meer dan 0,1 m, en voor gebruik in dergelijke distillatiekolommen of absorptiekolommen ontworpen vloeistofverdelers, dampverdelers of vloeistofcollectoren, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. grafiet of „koolstofgrafiet”; 5. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 6. tantaal of „legeringen” ervan; 7. titaan of „legeringen” ervan; 8. zirkonium of „legeringen” ervan, of 9. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; f) op afstand bedienbare vulapparatuur waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom, of 2. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; g) kleppen met een „nominale afmeting” van meer dan 10 mm en de voor die kleppen ontworpen omhulsels (klephuizen) of voorgevormde binnenbekledingen, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 5. tantaal of „legeringen” ervan; 6. titaan of „legeringen” ervan; 7. zirkonium of „legeringen” ervan; 8. niobium (columbium) of „legeringen” ervan, of 9. onderstaand keramisch materiaal: a) siliciumcarbide met een zuiverheidsgraad van 80 gewichtspercenten of meer; b) aluminiumoxide (alumina) met een zuiverheidsgraad van 99,9 gewichtspercenten of meer; c) zirkoniumoxide (zirconia); Technische aantekening: onder „nominale afmeting” wordt verstaan de kleinste diameter van de inlaat- en uitlaatopeningen. h) meerwandige buizen met een lektestaansluiting, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 3. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 4. grafiet of „koolstofgrafiet”; 5. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 6. tantaal of „legeringen” ervan; 7. titaan of „legeringen” ervan; 8. zirkonium of „legeringen” ervan, of 9. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; i) pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, of vacuümpompen met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 5 m3 per uur bij standaardtemperatuur (273 K (0 °C)) en druk (101,3 kPa), en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. keramische materialen; 3. ferrosilicium (ijzerlegeringen met een hoog siliciumgehalte); 4. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 5. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 6. grafiet of „koolstofgrafiet”; 7. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 8. tantaal of „legeringen” ervan; 9. titaan of „legeringen” ervan; 10. zirkonium of „legeringen” ervan, of 11. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; j) verbrandingsovens ontworpen om chemicaliën bedoeld in 1C350 te vernietigen, met speciaal ontworpen afvaltoevoersystemen en speciale transportfaciliteiten en een gemiddelde verbrandingskamertemperatuur van meer dan 1 273 K (1 000 °C), waarvan alle oppervlakken van het afvaltoevoersysteem die in direct contact komen met de afvalproducten, gemaakt zijn van of bekleed zijn met een of meer van de volgende materialen: 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. keramische materialen, of 3. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten. Technische aantekeningen:1. „koolstofgrafiet” is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 of meer gewichtspercenten grafiet. 2. Voor de hierboven opgesomde materialen wordt onder „legeringen” — voor zover de term niet vergezeld gaat van een specifieke concentratie van een chemisch element — verstaan, legeringen waarin het geïdentificeerde metaal in een hoger gewichtspercent dan enig ander element aanwezig is. |
I.B.2B351 | Andere dan in 1A004 bedoelde controleapparatuur voor giftige gassen en de speciaal daarvoor ontworpen detectieonderdelen ervan, als hieronder, en detectoren; sensoren; en vervangbare sensorpatronen daarvoor: a) geschikt om in continubedrijf chemische strijdgassen of chemische stoffen als bedoeld in 1C350 waar te nemen bij concentraties van minder dan 0,3 milligram per m3 lucht, of b) geschikt om cholinesteraseremmende werking waar te nemen. |
I.B.2B352 | Uitrusting, geschikt voor het manipuleren van biologische stoffen, als hieronder: a) complete installaties met fysische inperking van de klassen P3 en P4; Technische aantekening: P3- en P4- (BL3, BL4, L3, L4) inperkingsniveaus zijn gespecificeerd in de WHO Laboratory Biosafety Manual (3e editie, Genève 2004). b) fermentoren, geschikt voor het kweken van pathogene „micro-organismen” of virussen of de productie van „toxinen”, zonder aërosolvorming, met een totale capaciteit van 20 liter of meer; Technische aantekening: Fermentoren omvatten bioreactoren, chemostaten en continustroomsystemen. c) centrifuges, geschikt voor continu scheiden zonder aërosolvorming, met alle volgende kenmerken: 1. een doorstroomsnelheid van meer dan 100 liter per uur; 2. met componenten gemaakt van gepolijst roestvrij staal of titaan; 3. met een of meer koppelingen binnen het met stoom steriliseerbare compartiment, alsmede 4. geschikt voor in-situ-stoomsterilisatie in afgesloten toestand; Technische aantekening: Met centrifuges worden ook bedoeld decanteerflessen. d) dwars- (tangentiële) stroomfiltratieapparatuur en onderdelen, als hieronder: 1. dwars- (tangentiële) stroomfiltratieapparatuur geschikt voor het scheiden van pathogene micro-organismen, virussen, toxines of celculturen zonder aërosolvorming, met alle volgende kenmerken: a) een totaal filteroppervlak van 1 m2 of meer; alsmede b) met een van de volgende kenmerken: 1. in-situ gesteriliseerd of gedesinfecteerd kunnen worden, of 2. filteronderdelen zijn wegwerpbaar of slechts voor eenmalig gebruik. Technische aantekening: In 2B352.d.1.b. slaat gesteriliseerd op het verwijderen van alle levensvatbare bacteriën uit de apparatuur door middel van fysieke (bv. stoom) of chemische agentia. Gedesinfecteerd betekent dat iedere mogelijke bacteriële infectiviteit in de apparatuur door middel van chemische agentia met een kiemdodende werking volledig is uitgeschakeld. Desinfectie en sterilisatie zijn te onderscheiden van reiniging, waarmee schoonmaakprocédés worden bedoeld die het bacteriële gehalte van de apparatuur verminderen zonder de bacteriële infectiviteit of levensvatbaarheid noodzakelijkerwijze volledig uit te schakelen. 2. onderdelen van dwars- (tangentiële) stroomfiltratieapparatuur (bv. modules, elementen, cassettes, patronen, eenheden of platen) met een filteroppervlak van 0,2 m2 of meer voor ieder onderdeel en bedoeld voor gebruik in de in 2B352 vermelde dwars- (tangentiële) stroomfiltratieapparatuur. Aantekening:In 2B352.d wordt niet bedoeld apparatuur voor omgekeerde osmose, zoals gespecificeerd door de fabrikant. e) vriesdroogapparatuur, geschikt voor stoomsterilisatie en met een condensorcapaciteit van meer dan 10 kg ijs per 24 uur en minder dan 1 000 kg ijs per 24 uur; f) beschermings- of insluitingsmiddelen, als hieronder: 1. pakken van het type waarbij het lichaam geheel of half wordt omsloten, of van een externe luchttoevoer afhankelijke getuide, onder positieve druk werkende afzuigkappen Aantekening:Pakken die zijn ontworpen om met onafhankelijke ademhalingsapparatuur te worden gedragen, vallen niet onder 2B352.f.1. 2. biologische veiligheidskasten van klasse III of isolerende systemen met soortgelijke werkingsnormen; Aantekening:De isolerende systemen in 2B352.f.2 omvatten flexibele isolatoren, droge kasten, anaërobe kamers, handschoenkasten en afzuigkappen met laminaire stroming.(gesloten met verticale stroming). g) aërosol-inhalatiekamers ontworpen voor immuniteitsonderzoek met „micro-organismen”, virussen of „toxinen” met een capaciteit van 1 m3 of meer. |
C. MATERIALEN
Nummer | Omschrijving |
I.B.1C350 | Chemische stoffen, geschikt voor het vervaardigen van toxische stoffen, als hieronder, en „chemische mengsels” die een of meer van deze stoffen bevatten: Aantekening: ZIE OOK DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN EN 1C450. 1. thiodiglycol (111-48-8); 2. fosforoxychloride (10025-87-3); 3. dimethylmethylfosfonaat (756-79-6); 4. ZIE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN VOOR Methylfosfonyldifluoride (676-99-3); 5. methylfosfonyldichloride (676-97-1); 6. dimethylfosfiet (DMP) (868-85-9); 7. fosfortrichloride (7719-12-2); 8. trimethylfosfiet (TMP) (121-45-9); 9. thionylchloride (7719-09-7); 10. 3-Hydroxy1-methylpiperidine (3554-74-3); 11. N,N-Diisopropylaminoethylchloride (96-79-7); 12. N,N-Diisopropyl-(beta)-aminoethaanthiol (5842-07-9); 13. chinuclidine-3-ol (1619-34-7); 14. kaliumfluoride (7789-23-3); 15. 2-chloorethanol (107-07-3); 16. dimethylamine (124-40-3); 17. diethylethylfosfonaat (78-38-6); 18. diethyl-N, N-dimethylfosforamidaat (2404-03-7); 19. diethylfosfiet (762-04-9); 20. dimethylamine hydrochloride (506-59-2); 21. dichloorethylfosfine (1498-40-4); 22. ethylfosfonyldichloride (1066-50-8); 23. ZIE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN VOOR Ethylfosfonyldifluoride (753-98-0); 24. waterstoffluoride (7664-39-3); 25. methylbenzilaat (76-89-1); 26. dichloormethylfosfine (676-83-5); 27. N,N-Diisopropyl-(beta)-aminoethanol (96-80-0); 28. pinacolylalcohol (464-07-3); 29. ZIE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN VOOR O-Ethyl-2-diisopropylaminoethyl-methylfosfoniet (QL) (57856-11-8); 30. triethylfosfiet (122-52-1); 31. arseentrichloride (7784-34-1); 32. benzilzuur (76-93-7); 33. diethylmethylfosfoniet (15715-41-0); 34. dimethylethylfosfonaat (6163-75-3); 35. difluorethylfosfine (430-78-4); 36. difluormethylfosfine (753-59-3); 37. chinuclidine-3-on (3731-38-2); 38. fosforpentachloride (10026-13-8); 39. pinacolon (75-97-8); 40. kaliumcyanide (151-50-8); 41. kaliumbifluoride (7789-29-9); 42. ammoniumbifluoride (1341-49-7); 43. natriumfluoride (7681-49-4); 44. natriumbifluoride (1333-83-1); 45. natriumcyanide (143-33-9); 46. triethanolamine (102-71-6); 47. fosforpentasulfide (1314-80-3); 48. diisopropylamine (108-18-9); 49. diethylaminoethanol (100-37-8); 50. natriumsulfide (1313-82-2); 51. zwavelmonochloride (10025-67-9); 52. zwaveldichloride (10545-99-0); 53. triethanolamine hydrochloride (637-39-8); 54. N,N-diisopropyl-(Beta)-aminoethylchloride hydrochloride (4261-68-1); 55. methylfosfonzuur (993-13-5); 56. diethylethylfosfonaat (683-08-9); 57. N,N-dymethylaminofosforyldichloride (677-43-0); 58. tri-isopropylfosfiet (116-17-6); 59. ethyldiethanolamine (139-87-7); 60. O,O-diethylfosforothioaat (2465-65-8); 61. O,O-diethylfosforodithioaat (298-06-6); 62. natriumhexafluorosilicaat (16893-85-9); 63. methylfosfonthiodichloride (676-98-2). Aantekening 1:Voor uitvoer naar „Staten die geen partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C350 niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C350.1, .3, .5, .11, .12, .13, .17, .18, .21, .22, .26, .27, .28, .31, .32, .33, .34, .35, .36, .54, .55, .56, .57 en .63 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 10 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 2:In 1C350 worden niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C350.2, .6, .7, .8, .9, .10, .14, .15, .16, .19, .20, .24, .25, .30, .37, .38, .39, .40, .41, .42, .43, .44, .45, .46, .47, .48, .49, .50, .51, .52, .53, .58, .59, .60, .61 en .62 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 3:In 1C350 worden niet bedoeld producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelsverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik. |
I.B.1C351 | Humane pathogenen, zoönosen en „toxinen”, als hieronder: a) virussen, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van geïsoleerde levende culturen of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Andesvirus; 2. Chaparevirus; 3. Chikungunyavirus; 4. Choclovirus; 5. Haemorragische-Krim-Kongokoortsvirus (CCHF-virus); 6. Denguevirus; 7. Dobrava-Belgradevirus; 8. Eastern equine encefalitisvirus; 9. Ebolavirus; 10. Guanaritovirus; 11. Hantaanvirus; 12. Hendravirus (Equine-morbillivirus); 13. Japanse-encefalitisvirus; 14. Juninvirus; 15. Kyasanur Forest-virus; 16. Laguna Negra-virus; 17. Lassavirus; 18. Louping ill-virus; 19. Lujovirus; 20. Lymfocytaire-choriomeningitisvirus; 21. Machupovirus; 22. Marburgvirus; 23. Apenpokkenvirus; 24. Murray Valley-encefalitisvirus; 25. Nipah-virus; 26. Omsk hemorragische-koortsvirus; 27. Oropouche-virus; 28. Powassan-virus; 29. Rift Valleyvirus; 30. Rocio-virus; 31. Sabiavirus; 32. Seoulvirus; 33. Sin nombre virus; 34. Saint-Louis-encefalitisvirus; 35. tekenencephalitisvirus (RSSE-virus); 36. variolavirus; 37. venezuelan equine encefalitisvirus; 38. western equine encefalitisvirus; 39. gele-koortsvirus; b) rickettsiën, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van „geïsoleerde levende culturen” of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. coxiella burnetii; 2. Bartonella quintana (Rochalimaea quintana, Rickettsia quintana); 3. Rickettsia prowasecki; 4. Rickettsia rickettsii; c) bacteriën, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van geïsoleerde levende culturen of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. bacillus anthracis; 2. brucella abortus; 3. brucella melitensis; 4. brucella suis; 5. chlamydia psittaci; 6. chlostridium botulinum; 7. francisella tularensis; 8. burkholderia mallei (Pseudomonas mallei); 9. burkholderia pseudomallei (Pseudomonas pseudomallei); 10. salmonella typhi; 11. shigella dysenteriae; 12. vibrio cholerae; 13. yersinia pestis; 14. clostridium perfringens epsilontoxine-producerende types; 15. enterohemorragische Escherichia coli serotype O157 en andere verotoxine-producerende serotypes. d) „toxinen”, als hieronder, alsmede „sub-eenheden van toxinen” daarvan: 1. botulinumtoxinen; 2. clostridium perfringens toxinen; 3. conotoxine; 4. ricine; 5. saxitoxine; 6. shigatoxine; 7. staphylococcus aureus toxinen; 8. tetrodotoxine; 9. verotoxine en shiga-achtige ribosoominactiverende proteïnen; 10. microcystine (Cyanginosine); 11. aflatoxinen; 12. abrine; 13. choleratoxine; 14. diacetoxyscirpenol; 15. T-2-toxine; 16. HT-2-toxine; 17. modeccine; 18. volkensine; 19. viscum album lectine 1 (Viscumine); Aantekening:1C351.d. is niet van toepassing op botulinum toxinen of conotoxinen als product dat aan alle navolgende criteria voldoet: 1. het gaat om farmaceutische formules, ontwikkeld om aan de mens te worden toegediend bij de behandeling van een aandoening; 2. zij zijn voorverpakt om als geneesmiddelen te worden verhandeld; 3. een overheidsinstantie heeft een vergunning afgegeven om ze als geneesmiddel in de handel te brengen. e) schimmels, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van „geïsoleerde levende culturen” of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Coccidioides immitis; 2. Coccidioides posadasii. Aantekening:1C351 is niet van toepassing op „vaccins” of „immunotoxinen”. |
I.B.1C352 | Dierpathogenen, als hieronder: a) virussen, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van geïsoleerde levende culturen of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Afrikaanse-varkenspestvirus; 2. aviaire influenzavirus, hetzij: a) niet-gekarakteriseerd, of b) omschreven in bijlage I(2) bij Richtlijn 2005/94/EG (1) met een hoge pathogeniteitsindex, als hieronder: 1. type A-virussen met een IVPI (intraveneuze pathogeniteitsindex) bij zes weken oude kuikens van meer dan 1,2, of 2. type A-virussen van het subtype H5 of H7, met een genoomsequentie die codeert voor meerdere basische aminozuren aan de breukzijde van de hemaglutininemolecule en die overeenkomt met de sequentie die ook bij andere HPAI-virussen is vastgesteld, waaruit kan worden afgeleid dat de hemaglutininemolecule kan worden gesplitst door een algemene protease van de gastheer; 3. bluetonguevirus; 4. mond- en klauwzeervirus; 5. geitenpokkenvirus; 6. virus van de ziekte van Aujeszky; 7. klassiekevarkenspestvirus; 8. lyssavirus; 9. virus van de ziekte van Newcastle (pseudovogelpestvirus); 10. virus van de ziekte van kleine herkauwers; 11. porcien enterovirus type 9 (vesiculaire-varkensziektevirus); 12. runderpestvirus; 13. schapenpokkenvirus; 14. virus van de Teschenerziekte; 15. vesiculaire-stomatitisvirus; 16. virus van nodulaire dermatose; 17. Afrikaanse-paardenpestvirus. b) mycoplasma’s, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van „geïsoleerde levende culturen” of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. mycoplasma mycoides subtype mycoides SC (kleine kolonie); 2. mycoplasma capricolum subtype capripneumoniae. Aantekening:1C352 is niet van toepassing op „vaccins”. |
I.B.1C353 | Genetische elementen en genetisch gemodificeerde organismen, als hieronder: a) genetisch gemodificeerde organismen, of genetische elementen die de nucleïnezuursequenties bevatten die de pathogeniteit bepalen van de organismen, bedoeld in 1C351.a, 1C351.b, 1C351.c, 1C351.e, 1C352 of 1C354; b) genetisch gemodificeerde organismen, of genetische elementen die nucleïnezuursequenties bevatten die coderen voor een van de „toxinen” bedoeld in 1C351.d of „sub-eenheden van toxinen” daarvan. Technische aantekeningen:1. Genetische elementen omvatten, onder andere, chromosomen, genomen, plasmiden, transposons en vectoren, al dan niet genetisch gemodificeerd. 2. Onder nucleïnezuursequenties die de pathogeniteit bepalen van de micro-organismen bedoeld in 1C351.a, 1C351.b, 1C351.c, 1C351.e, 1 C352 of 1C354 wordt verstaan een voor het gespecificeerd micro-organisme specifieke sequentie a) die op zichzelf of via de door transcriptie of translatie ontstane producten een aanzienlijk gevaar voor de gezondheid van mensen, dieren of planten oplevert, of b) waarvan bekend is dat zij het vermogen versterkt van een specifiek micro-organisme, of enig organisme waarin dat micro-organisme kan worden ingebracht of anderszins geïntegreerd, om ernstige schade te berokkenen aan de gezondheid van mensen, dieren of planten. Aantekening:1C353 is niet van toepassing op nucleïnezuursequenties die de pathogeniteit bepalen van enterohemorragische Escherichia coli serotype O157 en andere verotoxine-producerende stammen dan die welke coderen voor verotoxine of subeenheden daarvan. |
I.B.1C354 | Plantpathogenen, als hieronder: a) virussen, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van geïsoleerde levende culturen of als materiaal met inbegrip van levend materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Potato Andean latent tymovirus; 2. Potato spindle tuber viroid; b) bacteriën, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van „geïsoleerde levende culturen” of als materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Xanthomonas albilineans; 2. Xanthomonas campestris pv. citri., met inbegrip van stammen, aangeduid als Xanthomonas campestris pv. citri types A, B, C, D, E of anderszins ingedeeld als Xanthomonas citri, Xanthomonas campestris pv. aurantifolia of Xanthomonas campestris pv. citrumelo; 3. Xanthomonas oryzae pv. Oryzae (Pseudomonas campestris pv. Oryzae); 4. Clavibacter michiganensis subsp. Sepedonicus (Corynebacterium michiganensis subsp. Sepedonicum of Corynebacterium Sepedonicum); 5. Ralstonia solanacearum Rassen 2 en 3 (Pseudomonas solanacearum Rassen 2 en 3 of Burkholderia solanacearum Rassen 2 en 3); c) schimmels, natuurlijk, versterkt of gemodificeerd, in de vorm van „geïsoleerde levende culturen” of als materiaal dat opzettelijk met dergelijke culturen is geïnoculeerd of besmet, als hieronder: 1. Colletotrichum coffeanum var. virulans (colletotrichum kahawae); 2. Cochliobolus miyabeanus (Helminthosporium oryzae); 3. Microcyclus ulei (syn. Dothidella ulei); 4. Puccinia graminis (syn. Puccinia graminis f. sp. tritici); 5. Puccinia striiformis (syn. Puccinia glumarum); 6. Magnaporthe grisea (Pyricularia grisea/Pyricularia oryzae). |
I.B.1C450 | Giftige chemische stoffen en voorlopers van giftige chemische stoffen, als hieronder, en „chemische mengsels” die een of meer van deze stoffen bevatten: Aantekening: ZIE OOK 1C350, 1C351.d EN DE LIJST MILITAIRE GOEDEREN. a) Giftige chemische stoffen, als hieronder: 1. amiton: O,O-diethyl-S-[2-(diëthylamino)ethyl]fosforothioaat (78-53-5) en de overeenkomstige gealkyleerde of geprotoneerde zouten; 2. PFIB: 1,1,3,3,3-pentafluor-2-(trifluormethyl)-1-propeen (382-21-8); 3. ZIE LIJST VAN MILITAIRE GOEDEREN VOOR BZ: 3-quinuclidinylbenzilaat (6581-06-2); 4. fosgeen: carbonyldichloride (75-44-5); 5. chloorcyaan (506-77-4); 6. cyaanwaterstof (74-90-8); 7. chloorpicrine: trichloornitromethaan (76-06-2); Aantekening 1:Voor uitvoer naar „staten die geen partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C450 niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.a.1 en .a.2 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 1 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 2:In 1C450 worden niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.a.4,.a.5., .a.6 en .a.7 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 3:In 1C450 worden niet bedoeld producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik. b) Voorlopers van giftige chemische stoffen, als hieronder: 1. chemische stoffen, andere dan die welke zijn opgenomen in de Lijst van militaire goederen of in 1C350, die een fosforatoom bevatten met daaraan gebonden een methyl-, ethyl-of (normale of iso-)propylgroep maar geen andere koolstofatomen; Aantekening:1C450.b.1. is niet van toepassing op Fonofos: O-ethyl-S-fenylethyl-fosfonthiolthionaat (944-22-9); 2. andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]fosforamidodihalogeniden dan N,N-dimethylaminofosforyldichloride Aantekening: Zie 1C350.57 voor N,N-dimethylaminofosforyldichloride. 3. andere dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]-N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]fosforamidaten dan diethyl-N,N-dimethylfosforamidaat, dat genoemd wordt in 1C350; 4. andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethyl-2-chloriden en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethylchloride of N,N-diisopropyl-(beta)-amionoethylchloride — hydrochloride, die genoemd worden in 1C350; 5. andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-olen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethanol (96-80-0), en N,N-diethylaminoethanol (100-37-8) die genoemd worden in 1C350; Aantekening:In 1C450.b.5. worden niet bedoeld: a) N,N-dimethylaminoethanol (108-01-0) en overeenkomstige geprotoneerde zouten; b) geprotoneerde zouten van N,N-diethylaminoethanol (100-37-8); 6. andere N,N-dialkyl-[methyl-, ethyl- of (normaal of iso) propyl]aminoethaan-2-thiolen en overeenkomstige geprotoneerde zouten dan N,N-diisopropyl-(beta)-aminoethaanthiol, dat genoemd wordt in 1C350; 7. Zie 1C350 voor ethyldiethanolamine (139-87-7); 8. methyldiethanolamine (105-59-9). Noot 1:Voor uitvoer naar „Staten die geen partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C450 niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.b.1, .b.2, .b.3, .b.4, .b.5 en .b.6 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 10 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 1:Voor uitvoer naar „staten die geen partij zijn bij het Verdrag inzake chemische wapens” worden in 1C450 niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in de punten 1C450.b.1, .b.2,.b.3, .b.4, .b.5 en .b.6 vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 10 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 2:In 1C450 worden niet bedoeld „chemische mengsels” die een of meer van de in punt 1C450.b.8. vermelde chemische stoffen bevatten en waarin geen van de afzonderlijk vermelde stoffen meer dan 30 gewichtspercent van het mengsel vertegenwoordigt. Aantekening 3:In 1C450 worden niet bedoeld producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik. |
(1)Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza (PB L 10 van 14.1.2006, blz. 16). |
D. PROGRAMMATUUR
Nummer | Omschrijving |
I.B.1D003 | „Programmatuur”, speciaal ontworpen of aangepast om apparatuur de mogelijkheid te bieden de functies uit te oefenen van apparatuur bedoeld in 1A004.c. of 1A004.d. |
I.B.2D351 | Andere „programmatuur” dan die als bedoeld in 1D003, speciaal ontworpen voor het „gebruik” van apparatuur, bedoeld in 2B351. |
I.B.9D001 | „Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de „ontwikkeling” van apparatuur of „technologie”, bedoeld in 9A012. |
I.B.9D002 | „Programmatuur” die speciaal ontworpen of gewijzigd is voor de „productie” van apparatuur, bedoeld in 9A012. |
E. TECHNOLOGIE
Nummer | Omschrijving |
I.B.1E001 | „Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de „ontwikkeling” of „productie” van apparatuur of materialen, bedoeld in 1A004, 1C350 tot 1C354 of 1C450. |
I.B.2E001 | „Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de „ontwikkeling” van apparatuur of „programmatuur”, bedoeld in 2B350, 2B351, 2B352 of 2D351. |
I.B.2E002 | „Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de „productie” van apparatuur, bedoeld in 2B350, 2B351 of 2B352. |
I.B.2E301 | „Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het „gebruik” van goederen, bedoeld in 2B350 t/m 2B352. |
I.B.9E001 | „Technologie” overeenkomstig de algemene technologienoot voor de „ontwikkeling” van apparatuur of „programmatuur”, bedoeld in 9A012 of 9A350. |
I.B.9E002 | „Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de „productie” van apparatuur, bedoeld in 9A350. |
I.B.9E101 | „Technologie” volgens de algemene technologienoot voor de „productie” van „onbemande luchtvaartuigen”, bedoeld in 9A012. Technische aantekening: In 9E101.b. wordt onder „onbemande luchtvaartuigen” verstaan onbemande luchtvaartuigen met een actieradius van meer dan 300 km. |
I.B.9E102 | „Technologie” volgens de algemene technologienoot voor het „gebruik” van „onbemande luchtvaartuigen”, bedoeld in 9A012. Technische aantekening: In 9E101.b. wordt onder „onbemande luchtvaartuigen” verstaan onbemande luchtvaartuigen met een actieradius van meer dan 300 km. |
DEEL 2
Inleiding
1.Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Beschrijving” hierna naar de beschrijvingen van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
2.Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009” hierna houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven artikel buiten de parameters in de zin van de beschrijving van de desbetreffende post vallen.
3.De definitie van termen tussen „enkele aanhalingstekens” wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post.
4.De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
Algemene aantekeningen
1.De doelstelling van de controle op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
Aantekening:Bij de beoordeling van de vraag of het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element dient/dienen te worden aangemerkt, dienen factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kan/kunnen worden aangemerkt, een rol te spelen.
2.Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.
Algemene technologienoot (ATN)
(Te lezen in samenhang met sectie B van dit deel)
1.De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in I.C.A van dit deel aan een vergunningsplicht is onderworpen, is op grond van de bepalingen van sectie I.C.B van dit deel aan een vergunningsplicht onderworpen.
2.„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van aan een vergunningsplicht onderworpen goederen, is ook aan een vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan een vergunningsplicht onderworpen goederen.
3.De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en (controle) reparatie van goederen die niet worden gecontroleerd of waarvan de uitvoer op grond van deze verordening is toegestaan.
4.De vergunningsplicht voor de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
I.C.A. GOEDEREN
(Materialen en chemicaliën)
Nummer | Omschrijving | Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
I.C.A.001 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: 1. ethyleendichloride, (CAS 107-06-2) | |
I.C.A.002 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: 1. nitromethaan (CAS 75-52-5) 2. picrinezuur (CAS 88-89-1) | |
I.C.A.003 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: 1. aluminumchloride(CAS 7446-70-0) 2. arseen (CAS 7440-38-2) 3. arseentrioxide(CAS 1327-53-3) 4. bis(2-chloorethyl)ethylaminehydrochloride, (CAS 3590-07-6) 5. bis(2-chloorethyl)methylaminehydrochloride, (CAS CAS 55-86-7) 6. tris(2-chloorethyl)aminehydrochloride, (CAS 817-09-4) |
I.C.B. TECHNOLOGIE
B.001 | „Technologie” die noodzakelijk is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen vallende onder sectie I.C.A. Technische opmerking: De term „technologie” omvat ook „programmatuur”. |
BIJLAGE II
Lijst van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen bedoeld in artikel 14 en in artikel 15, lid 1, onder a)
A. Personen
Naam | Identificatiegegevens | Motivering | Datum van opneming op de lijst | |
1. | Bashar ( | Geboortedatum: 11 september 1965; Geboorteplaats: Damascus; diplomatiek paspoort nr. D1903 | President van de republiek; opdrachtgever en coördinator van het harde optreden tegen demonstranten. | 23.5.2011 |
2. | Maher ( | Geboortedatum: 8 december 1967; diplomatiek paspoort nr. 4138 | Commandant van de vierde pantserdivisie, lid van het centraal comité van de Baath-partij, sterke man van de Republikeinse Garde; broer van president Bashar Al-Assad; belangrijkste opdrachtgever van het harde optreden tegen demonstranten. | 9.5.2011 |
3. | Ali ( | Geboortedatum: 19 februari 1946; Geboorteplaats: Damascus; diplomatiek paspoort nr. 983 | Hoofd van de Syrische algemene inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. | 9.5.2011 |
4. | Atej ( | Voormalig hoofd politieke veiligheidsdienst in Dera'a; neef van president Bashar Al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. | 9.5.2011 | |
5. | Hafiz ( | Geboortedatum: 2 april 1971; Geboorteplaats: Damascus; diplomatiek paspoort nr. 2246 | Kolonel en hoofd van een eenheid van de algemene inlichtingendienst, afdeling Damascus; neef van president Bashar Al-Assad; een van de getrouwen van Mahir Al-Assad; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. | 9.5.2011 |
6. | Muhammad ( | Geboortedatum: 20 mei 1951; Geboorteplaats: Damascus; diplomatiek paspoort nr. D000001300 | Hoofd van de politieke veiligheidsdienst; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. | 9.5.2011 |
7. | Amjad ( | Hoofd van de politieke veiligheid in Banyas, is betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten in Baida. | 9.5.2011 | |
8. | Rami ( | Geboortedatum: 10 juli 1969; Geboorteplaats: Damascus; paspoort nr. 454224 | Syrisch zakenman; neef van president Bashar Al-Assad; heeft controle over het investeringsfonds Al Mahreq, Bena Properties, Cham Holding Syriatel, Souruh Company, en verstrekt in die hoedanigheid financiële steun aan het regime. | 9.5.2011 |
9. | Abd Al-Fatah ( | Geboortedatum: 1953; Geboorteplaats: Hama; diplomatiek paspoort nr. D0005788 | Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 9.5.2011 |
10. | Jamil ( | Hoofd inlichtingendienst van de Syrische luchtmacht; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 9.5.2011 | |
11. | Rustum ( | Geboortedatum: 3 mei 1953; Geboorteplaats: Dera'a; diplomatiek paspoort nr. D000000887 | Hoofd Syrische militaire inlichtingendienst voor het plattelandsgebied rond Damascus; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 9.5.2011 |
12. | Fawwaz ( | Geboortedatum: 18 juni 1962; Geboorteplaats: Kerdala; paspoort nr. 88238 | Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie. | 9.5.2011 |
13. | Munzir ( | Geboortedatum: 1 maart 1961; Geboorteplaats: Latakia; paspoort nr. 86449 en nr. 842781 | Betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking als lid van de Shabiha-militie. | 9.5.2011 |
14. | Asif ( | Geboortedatum: 15 januari 1950; Geboorteplaats: Al-Madehleh, Tartus | Adjunct-stafchef voor veiligheid en verkenning, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 23.5.2011 |
15. | Hisham ( | Geboortedatum:20 juli 1941; Geboorteplaats: Damascus | Hoofd van het Syrische bureau van nationale veiligheid, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. Volgens berichten is hij overleden in het bombardement van 18 juli 2012. | 23.5.2011 |
16. | Faruq ( | Geboortedatum: 10 december 1938 | Vicepresident van Syrië, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 23.5.2011 |
17. | Muhammad ( | Geboortedatum: 10 april 1937 (of 20 mei 1937); Geboorteplaats: Hama; diplomatiek paspoort nr. 0002250; paspoort nr. 000129200 | Plaatsvervangend vicepresident van Syrië belast met nationale veiligheidszaken, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 23.5.2011 |
18. | Mohamed ( | Geboortedatum: 20 mei 1966; paspoort nr. 002954347 | Syrisch zakenman en lokaal vertegenwoordiger van verscheidene buitenlandse bedrijven; geassocieerd met Maher Al-Assad van wie hij een deel van de financiële en economische belangen beheert; financiert in die hoedanigheid het regime. | 23.5.2011 |
19. | Iyad ( | Geboortedatum: 21 januari 1973; Geboorteplaats: Damascus; paspoort nr. N001820740 | Broer van Rami Makhlouf en officier van de algemene inlichtingendienst, betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 23.5.2011 |
20. | Bassam ( | Adviseur van de president voor strategische zaken; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 23.5.2011 | |
21. | Dawud Rajiha | Stafchef van de strijdkrachten, verantwoordelijk voor de betrokkenheid van het leger bij het harde optreden tegen vreedzame demonstranten. Overleden in het bombardement van 18 juli 2012. | 23.5.2011 | |
22. | Ihab ( | Geboortedatum: 21 januari 1973; Geboorteplaats: Damascus; paspoort nr. N002848852 | Voorzitter van Syriatel, dat 50% van zijn winst door middel van zijn licentieovereenkomst doorstort aan de Syrische regering. | 23.5.2011 |
23. | Zoulhima ( | Geboren: 1951 of 1946 of 1956; Geboorteplaats: Kerdaha | Hoofd van de presidentiële lijfwacht; betrokken bij de repressie tegen de manifestanten. volle neef van president Bashar Al-Assad. | 23.6.2011 |
24. | Riyad ( | Directeur van het Military Housing Establishment; financieringsbron van het regime; volle neef van president Bashar Al-Assad. | 23.6.2011 | |
25. | Brigadier Commandant Mohammad ( | Geboortedatum: 1 september 1957; Geboorteplaats: Yazd, Iran | Algemeen bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van uitrusting en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. | 23.6.2011 |
26. | Generaal-majoor Qasem ( | Bevelhebber van de Iraanse revolutionaire wachten, IRGC - Qods, betrokken bij het verstrekken van apparatuur en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. | 23.6.2011 | |
27. | Hossein Taeb (ook bekend als Taeb, Hassan; ook bekend als Taeb, Hosein; of Taeb, Hossein; of Taeb, Hussayn; of Hojjatoleslam Hossein Ta'eb) | Geboren: 1963; Geboorteplaats: Teheran, Iran | Plaatsvervangend bevelhebber inlichtingen van de Iraanse revolutionaire wachten, betrokken bij het verstrekken van apparatuur en steun om het Syrische regime te helpen de protesten in Syrië te onderdrukken. | 23.6.2011 |
28. | Khalid ( | Zakenpartner van Maher Al-Assad; financiert het regime. | 23.6.2011 | |
29. | Ra'if ( | Zakenpartner van Maher Al-Assad, van wie hij een aantal zakenbelangen beheert; financiert het regime. | 23.6.2011 | |
30. | Mohammad ( | Hoofd van de Syrische militaire inlichtingendienst in de stad Hama; betrokken bij het harde optreden tegen demonstranten. | 1.8.2011 | |
31. | Generaal-majoor Tawfiq ( | Hoofd van de afdeling interne veiligheid van het directoraat algemene inlichtingen; betrokken bij het harde optreden tegen de burgerbevolking. | 1.8.2011 | |
32. | Mohammed ( | Geboortedatum: 19.10.1932; Geboorteplaats: Latakia, Syrië | Nauw verbonden met, en oom van moederszijde van Bashar en Mahir Al-Assad; zakenpartner en vader van Rami, Ihab en Iyad Makhlouf. | 1.8.2011 |
33. | Ayman ( | Geboorteplaats: Latakia | Verbonden met Mahir Al-Assad als lid van de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities. | 1.8.2011 |
34. | Hayel ( | Adjunct van Maher Al-Assad, hoofd van de militaire politie-eenheid van de vierde divisie van het leger, betrokken bij de repressie. | 23.8.2011 | |
35. | Ali ( | Directeur van de dienst aankopen van het Syrische ministerie van Defensie, langs welke alle wapenaankopen van het Syrische leger verlopen. | 23.8.2011 | |
36. | Nizar Al-Assad ( | Neef van Bashar Al-Assad; voorheen hoofd van de „Nizar Oilfield Supplies” | Zeer nauwe banden met belangrijke overheidsfunctionarissen. Financiert de Shabiha in de regio Latakia. | 23.8.2011 |
37. | Brigadier-General Rafiq ( | Hoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI), afdeling 293 (Binnenlandse Zaken) in Damascus. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Damascus. Adviseur van president Bashar Al-Assad voor strategische aangelegenheden en militaire inlichtingen. | 23.8.2011 | |
38. | Brigadegeneraal Jamea ( | Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Dayr az-Zor. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Dayr az-Zor en Alboukamal. | 23.8.2011 | |
39. | Hassan Bin-Ali Al-Turkmani | Geboren: 1935; Geboorteplaats: Aleppo | Plaatsvervangend vicepresident, voormalig minister van Defensie, speciaal gezant van president Bashar Al-Assad. Volgens berichten is hij overleden in het bombardement van 18 juli 2012. | 23.8.2011 |
40. | Muhammad ( | Assistent-regionaal secretaris van de Socialistische Arabische Baath-Partij sedert 2005, van 2000 tot 2005 directeur nationale veiligheid van de regionale Baath-partij. Voormalig gouverneur van Hama (1998-2000). Nauwe bondgenoot van president Bashar Al-Assad en Maher Al-Assad. Belangrijke besluitvormer binnen het regime met betrekking tot onderdrukking van de burgerbevolking. | 23.8.2011 | |
41. | Ali ( | Verantwoordelijk voor de moordpartij in Hama in 1980, teruggeroepen naar Damascus als speciaal adviseur van president Bashar Al-Assad. | 23.8.2011 | |
42. | Brigadegeneraal Nawful ( | Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Idlib. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in de provincie Idlib. | 23.8.2011 | |
43. | Brigadier Husam ( | Presidentieel adviseur voor veiligheidszaken. Presidentieel adviseur van de veiligheidsdiensten voor onderdrukking van en geweld tegen de burgerbevolking. | 23.8.2011 | |
44. | Brigadegeneraal Muhammed ( | Afdelingshoofd Syrische Militaire Inlichtingendienst (SMI) in Homs. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Homs. | 23.8.2011 | |
45. | Luitenant-Generaal Munir ( | Geboren: 1951 | Plaatsvervangend hoofd generale staf, afdeling operaties en opleiding van het Syrische leger. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië. | 23.8.2011 |
46. | Brigadegeneraal Ghassan ( | Hoofd inlichtingenafdeling van directoraat algemene inlichtingen (GID). Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van en het geweld tegen de burgerbevolking in Syrië. | 23.8.2011 | |
47. | Mohammed ( | Geboorteplaats: Latakia | Shabiha-militie. Bondgenoot van Maher Al-Assad bij de Shabiha-militie. Direct betrokken bij het harde en gewelddadige optreden tegen de burgerbevolking en bij de coördinatie van de Shabiha-milities. | 23.8.2011 |
48. | Samir ( | Nauwe zakenpartner van Maher Al-Assad. Verleent economische steun aan het Syrische regime. | 23.8.2011 | |
49. | Fares ( | Zoon van Ahmad Chehabi; Geboortedatum: 7 mei 1972 | Voorzitter van de Kamer van koophandel en industrie van Aleppo. Vice-voorzitter Cham Holding. Verleent economische steun aan het Syrische regime. | 2.9.2011 |
50. | Tarif ( | Geboortedatum: 2 juni 1951; Geboorteplaats: Homs, Syrië; Syrisch paspoort nr. 0000092405 | Vooraanstaand zakenman die de steun geniet van en steun verleent aan het regime. Stichter van Akhras Group (grondstoffen, handel, verwerking, en logistiek) en gewezen voorzitter van de kamer van koophandel van Homs. Onderhoudt nauwe zakenrelaties met de familie van president Al-Assad. Directielid van de Federatie van kamers van koophandel van Syrië. Heeft industrie- en woongebouwen geleverd voor geïmproviseerde detentiekampen, alsook logistieke steun verleend aan het regime (bussen en voertuigen voor het transport van tanks). | 2.9.2011 |
51. | Issam ( | Voorzitter van Anbouba Agricultural Industries Co.; Geboren: 1952; Geboorteplaats: Homs, Syrië | Verleent financiële steun voor het repressieve apparaat en de paramilitaire groepen die geweld uitoefenen tegen de burgerbevolking in Syrië. Verschaft eigendom (gebouwen, opslagruimten) voor geïmproviseerde detentiecentra. Financiële betrekkingen met hoge Syrische functionarissen. | 2.9.2011 |
52. | Mazen ( | Geboortedatum: 1.1.1958; Geboorteplaats: Damascus; paspoort nr.: 004415063 verloopt op 6.5.2015 (Syrisch) | Zakenpartner van Ihab Makhlouf en Nizar Al-Assad (op 23.8.2011 aan sancties onderworpen); samen met Rami Makhlouf eigenaar van het geldwisselbedrijf Al-Diyar lil-Saraafa (alias Diar Electronic Services), dat het beleid van de Syrische centrale bank ondersteunt. | 23.3.2012 |
53. | Adib ( | Geboren: 1955; Geboorteplaats: Dara'a | Adib Mayaleh is verantwoordelijk voor de verlening van economische en financiële steun aan het Syrische regime in zijn functie van gouverneur van de centrale bank van Syrië. | 15.5.2012 |
54. | Generaal-Majoor Jumah ( | Bevelhebber van de speciale strijdkrachten. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
55. | Kolonel Lu'ai ( | Hoofd van de militaire inlichtingendienst van Syrië, afdeling Dera'a. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Dera'a. | 14.11.2011 | |
56. | Lt.-Generaal Ali ( | Adjunct-chef generale staf (militair en burgerlijk personeel). Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
57. | Lt.-Generaal Jasim ( | Hoofd generale staf. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
58. | Generaal Aous ( | Geboren: 1958 | Bataljonschef van de Republikeinse Garde. Een van de getrouwen van Mahir Al-Assad en van president Al-Assad. Heeft deel aan het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië. | 14.11.2011 |
59. | Generaal Ghassan ( | Generaal die het bevel voert over het veiligheidsbureau van de vierde divisie. Adviseur van Mahir Al-Assad en coördinator van de veiligheidsoperaties. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
60. | Abdullah ( | Leidt de milities van de Berri-clan. Verantwoordelijk voor de regeringsgezinde milities die betrokken zijn bij de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Aleppo. | 14.11.2011 | |
61. | George ( | Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
62. | Generaal-Majoor Zuhair ( | Adjunct-chef van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. | 14.11.2011 | |
63. | Amar ( | Geboren op of rond 3 april 1973; Geboorteplaats: Damascus | Civiele functionaris. Hoofd van het elektronisch leger van Syrië (inlichtingendienst van de landmacht). Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. | 14.11.2011 |
64. | Mujahed ( | Lid van het elektronisch leger van Syrië. Heeft deel aan de gewelddadige onderdrukking van en de aanmoediging tot geweld jegens de burgerbevolking in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
65. | Generaal-majoor Nazih ( | Adjunct-directeur van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. | 14.11.2011 | |
66. | Kifah ( | Bataljoncommandant in de vierde divisie. Verantwoordelijk voor de gewelddadige onderdrukking van de burgerbevolking in Dair Al-Zor. | 14.11.2011 | |
67. | Generaal-Majoor Wajih ( | Commandant 18e pantserdivisie. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in Homs. | 14.11.2011 | |
68. | Bassam ( | Geboortedatum: 24 augustus 1959; Geboorteplaats: Damascus. Adres: Kasaa, Anwar al Attar Street, al Midani building, Damascus. Syrisch paspoort nr. 004326765 afgegeven op 2 november 2008, geldig tot november 2014 | Juridisch en financieel adviseur en zaakvoerder van Rami Makhlouf en Khaldoun Makhlouf. Partner van Bachar Al-Assad bij de financiering van een vastgoedproject in Lattakia. Verstrekt financiële bijstand aan het regime. | 14.11.2011 |
69. | Lt.-Generaal Talal ( | Adjunct-chef Generale Staf (Logistiek en bevoorrading). Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden tegen demonstranten in heel Syrië. | 14.11.2011 | |
70. | Generaal-Majoor Fu'ad ( | Adjunct-chef inlichtingendienst Syrische luchtmacht. Verantwoordelijk voor het gewelddadig optreden in heel Syrië en voor de intimidatie en foltering van demonstranten. | 14.11.2011 | |
71. | Bushra ( | Geboortedatum: 24.10.1960 | Zus van Bashar Al-Assad, en echtgenote van Asif Shawkat, adjunct-stafchef voor veiligheid en verkenning. Gezien de nauwe persoonlijke band en de intrinsieke financiële relatie met de Syrische president, Bashar Al-Assad, en andere belangrijke figuren van het Syrische regime trekt zij profijt van en is zij verbonden met het Syrische regime. | 23.3.2012 |
72. | Asma ( | Geboortedatum: 11.8.1975; Geboorteplaats: Londen, VK; paspoortnr: 707512830, verloopt op 22.9.2020; Meisjesnaam: Al Akhras | Echtgenote van Bashar Al-Assad. Gezien de nauwe persoonlijke band en de intrinsieke financiële relatie met de Syrische president, Bashar Al-Assad, trekt zij profijt van en is zij verbonden met het Syrische regime. | 23.3.2012 |
73. | Manal ( | Geboortedatum: 2.2.1970; Geboorteplaats: Damascus; Paspoort nr. (Syrisch): 0000000914; Meisjesnaam: Al Jadaan | Echtgenote van Maher Al-Assad, en als zodanig trekt zij profijt van en is zij nauw verbonden met het regime. | 23.3.2012 |
74. | Anisa ( | Geboren: 1934; Meisjesnaam: Makhlouf | Moeder van president Al-Assad. Gezien de nauwe persoonlijke band en de intrinsieke financiële relatie met de Syrische president, Bashar Al-Assad, trekt zij profijt van en is zij verbonden met het Syrische regime. | 23.3.2012 |
75. | Lt.-Generaal Fahid ( | Stafchef. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
76. | General-Majoor Ibrahim ( | Vicestafchef. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
77. | Brigadier Khalil ( | 14e divisie. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
78. | Brigadier Ali ( | 103e brigade van de Republikeinse Garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
79. | Brigadier Talal ( | 103e brigade van de Republikeinse Garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
80. | Brigadier Nazih ( | Inlichtingendienst Syrische luchtmacht. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
81. | Kapitein Maan ( | Presidentiële garde. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
82. | Mohammad ( | Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
83. | Khald ( | Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
84. | Ghiath ( | Directoraat politieke veiligheid. Als militair betrokken bij de geweldplegingen in Homs. | 1.12.2011 | |
85. | Brigadegeneraal Jawdat ( | Commandant van het 154e regiment | Gaf soldaten het bevel te schieten op demonstranten in Damascus en omgeving, waaronder Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma. | 23.1.2012 |
86. | Generaal-Majoor Muhammad ( | Commandant in de 4e divisie | Gaf soldaten het bevel te schieten op demonstranten in Damascus en omgeving, waaronder Mo'adamiyeh, Douma, Abasiyeh, Duma. | 23.1.2012 |
87. | Generaal-Majoor Ramadan ( | Bevelhebber van het 35e regiment van de speciale strijdkrachten | Gaf soldaten het bevel te schieten op demonstranten in Baniyas and Dera'a. | 23.1.2012 |
88. | Brigadegeneraal Ahmed ( | Bevelhebber van de 132e brigade | Gaf soldaten het bevel te schieten op demonstranten in Dera'a, met gebruik van machinegeweren en luchtafweergeschut. | 23.1.2012 |
89. | Generaal-Majoor Naim ( | Commandant 3e divisie | Gaf soldaten het bevel demonstranten neer te schieten in Douma. | 23.1.2012 |
90. | Brigadegeneraal Jihad ( | Commandant 65e brigade | Gaf soldaten het bevel demonstranten neer te schieten in Douma. | 23.1.2012 |
91. | Generaal-Majoor Fo'ad ( | Bevelhebber van de militaire operaties in Idlib | Gaf soldaten begin september 2011 het bevel demonstranten neer te schieten in Idlib. | 23.1.2012 |
92. | Generaal-Majoor Bader ( | Bevelhebber van de speciale strijdkrachten | Gaf soldaten het bevel lichamen te verzamelen en te overhandigen aan de geheime politie en was verantwoordelijk voor het geweld in Bukamal. | 23.1.2012 |
93. | Brigadegeneraal Ghassan ( | Commandant 45ste regiment | Bevelhebber van militaire operaties in Homs, Baniyas en Idlib. | 23.1.2012 |
94. | Brigadegeneraal Mohamed ( | Commandant 45ste regiment | Bevelhebber van militaire operaties in Homs. Gaf het bevel demonstraten in Homs neer te schieten. | 23.1.2012 |
95. | Brigadegeneraal Yousef ( | Commandant 134e brigade | Gaf soldaten het bevel huizen en mensen op daken onder vuur te nemen tijdens de begrafenis van de vorige dag omgekomen demonstranten in Talbiseh. | 23.1.2012 |
96. | Brigadegeneraal Jamal ( | Commandant 555e regiment | Gaf soldaten het bevel op demonstranten te schieten in Mo'adamiyeh. | 23.1.2012 |
97. | Brigadegeneraal Mohsin ( | Gaf soldaten het bevel op demonstranten te schieten in Al-Herak. | 23.1.2012 | |
98. | Brigadegeneraal Ali ( | Gaf soldaten het bevel op demonstranten te schieten in Al-Herak | 23.1.2012 | |
99. | Brigadegeneraal Mohamed ( | Commandant 106e brigade, presidentiële garde | Gaf soldaten het bevel demonstraten met stokken te slaan en te arresteren. Verantwoordelijk voor de repressie tegen vreedzame demonstranten in Douma. | 23.1.2012 |
100. | Generaal-Majoor Suheil ( | Commandant 5e divisie | Gaf soldaten het bevel op demonstranten te schieten in het gouvernement Dera'a. | 23.1.2012 |
101. | Wafiq ( | Hoofd van de regionale afdeling van Suwayda (militaire inlichtingendienst) | Hoofd van de regionale afdeling van Suwayda (militaire inlichtingendienst). Verantwoordelijk voor de willekeurige de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Suwayda. | 23.1.2012 |
102. | Ahmed ( | Hoofd van de regionale afdeling van Dera'a (directoraat algemene veiligheid) | Als hoofd van de regionale afdeling van Dera'a van het directoraat algemene veiligheid verantwoordelijk voor de willekeurige opsluiting en de marteling van gevangenen in Dera'a. | 23.1.2012 |
103. | Makhmoud ( | Hoofd van de afdeling onderzoek (directoraat politieke veiligheid) | Als hoofd van de afdeling onderzoek van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen. | 23.1.2012 |
104. | Mohammad ( | Hoofd van de afdeling operaties (directoraat politieke veiligheid) | Als hoofd van de afdeling operaties van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen. | 23.1.2012 |
105. | Nasser ( | Hoofd van de regionale afdeling van Dera'a (directoraat algemene veiligheid) | Als hoofd van de regionale afdeling van het directoraat politieke veiligheid verantwoordelijk voor de opsluiting en marteling van gevangenen. Sinds april 2012 hoofd van de vestiging te Dera'a van het directoraat politieke veiligheid (voormalig hoofd van de afdeling te Homs). | 23.1.2012 |
106. | Dr. Wael ( | Geboren: 1964; Geboorteplaats: provincie Dara'a | Premier en voormalig minister van Volksgezondheid. Als premier betrokken bij de gewelddadige repressie door het regime van de burgerbevolking. | 27.2.2012 |
107. | Mohammad ( | Geboren: 1956; Geboorteplaats: Aleppo | Minister van Binnenlandse zaken. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 1.12.2011 |
108. | Dr. Mohammad ( | Geboren: 1945; Geboorteplaats: Damascus. | Minister van Financiën. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 1.12.2011 |
109. | Imad ( | Geboortedatum: 1 augustus 1961; Geboorteplaats: nabij Damascus | Minister van Elektriciteit. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 23.3.2012 |
110. | Omar ( | Geboren: 1954; Geboorteplaats: Tartous | Vicepremier voor Dienstverlening, Minister voor Lokale Administratie. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 23.3.2012 |
111. | Joseph ( | Geboren: 1958; Geboorteplaats: Damascus. | Viceminister. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 23.3.2012 |
112. | Ir. Hussein ( | Geboren: 1957; Geboorteplaats: Hama | Viceminister. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 23.3.2012 |
113. | Mansour ( | Geboren: 1960; Geboorteplaats: provincie Sweida | Minister van Presidentiële Zaken. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 27.2.2012 |
114. | Dr. Emad ( | Geboren: 1964; Geboorteplaats: Damascus. | Minister van Telecommunicatie en Technologie. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 27.2.2012 |
115. | Generaal Ali ( | Geboren: 1939; Geboorteplaats: Tartous | Voormalig minister van Defensie. Banden met het Syrische regime en het Syrische leger, en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 1.8.2011 |
116. | Tayseer ( | Geboren: 1943; Geboorteplaats: Damascus. | Voormalig minister van Justitie. Banden met het Syrische regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 23.9.2011 |
117. | Dr. Adnan ( | Geboren: 1966; Geboorteplaats: Tartous | Voormalig minister van Informatie. Banden met het Syrische regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 23.9.2011 |
118. | Dr. Mohammad ( | Geboren: 1956; Geboorteplaats: Aleppo | Voormalig minister van Economie en Handel. Banden met het Syrische regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 1.12.2011 |
119. | Sufian ( | Geboren: 1944; Geboorteplaats: al-Bukamal, Deir Ezzor | Voormalig minister van Olie en minerale grondstoffen. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 27.2.2012 |
120. | Dr. Adnan ( | Geboren: 1955; Geboorteplaats: Damascus. | Voormalig minister van Industrie. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 27.2.2012 |
121. | Dr. Saleh ( | Geboren: 1964; Geboorteplaats: provincie Aleppo | Voormalig minister van Onderwijs. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 27.2.2012 |
122. | Dr. Fayssal ( | Geboren: 1955; Geboorteplaats: provincie Hama | Voormalig minister van Vervoer. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 27.2.2012 |
123. | Ghiath ( | Geboren: 1950; Geboorteplaats: Salamiya | Voormalig viceminister. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 23.3.2012 |
124. | Yousef ( | Geboren: 1956; Geboorteplaats: Hasaka | Voormalig viceminister. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 23.3.2012 |
125. | Hassan ( | Geboren: 1953; Geboorteplaats: Hama | Voormalig viceminister. Banden met het regime en betrokken bij de gewelddadige repressie tegen de burgerbevolking. | 23.3.2012 |
126. | Bouthaina ( | Geboren: 1953; Geboorteplaats: Homs, Syrië | Politiek en media-adviseur van de president sinds juli 2008 en als zodanig betrokken bij het gewelddadig optreden tegen de burgerbevolking. | 26.6.2012 |
127. | Brigadegeneraal Sha'afiq ( | Hoofd van afdeling 215 (Damascus) van de inlichtingendienst van de landmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. Betrokken bij de onderdrukking van de burgerbevolking. | 24.7.2012 | |
128. | Brigadegeneraal Burhan ( | Hoofd van afdeling 291 (Damascus) van de inlichtingendienst van de landmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
129. | Brigadegeneraal Salah ( | Adjunct-hoofd van afdeling 291 van de inlichtingendienst van de landmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
130. | Brigadegeneraal Muhammad ( | Hoofd van afdeling 235, de zogenaamde afdeling „Palestina” (Damascus), van de inlichtingendienst van de landmacht, die de kern vormt van het repressieapparaat van het leger. Is rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking van de tegenstanders van het regime. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
131. | Generaal-Majoor Riad ( | Adjunct-hoofd van afdeling Latakia van de inlichtingendienst van de landmacht. Verantwoordelijk voor het folteren en het ombrengen van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
132. | Brigadegeneraal Abdul-Salam ( | Hoofd van de afdeling Bab Touma (Damascus) van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
133. | Brigadegeneraal Jawdat ( | Hoofd van de afdeling Homs van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
134. | Kolonel Qusay ( | Hoofd van de afdeling Dera'a (is van Damascus naar Dera'a gestuurd bij het begin van de betogingen in Dera'a) van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
135. | Kolonel Suhail ( | Hoofd van de afdeling Latakia van de inlichtingendienst van de luchtmacht. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
136. | Brigadegeneraal Khudr ( | Hoofd van de afdeling Latakia van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
137. | Brigadegeneraal Ibrahim ( | Hoofd van afdeling 285 (Damascus) van de algemene inlichtingendienst (heeft eind 2011 Brigadier-generaal Hussam Fendi vervangen). Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
138. | Brigadegeneraal Firas ( | Hoofd van afdeling 318 (Homs) van de algemene inlichtingendienst. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
139. | Brigadegeneraal Hussam ( | Hoofd van de afdeling Homs van het directoraat politieke veiligheid sinds april 2012 (heeft Brigadier-generaal Nasr al-Ali opgevolgd). Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
140. | Brigadegeneraal Taha ( | Verantwoordelijk voor de site van de afdeling Latakia van het directoraat politieke veiligheid. Verantwoordelijk voor de foltering van in hechtenis gehouden opponenten. | 24.7.2012 | |
141. | Bassel ( | Politieofficier in de centrale gevangenis van Idlib. Heeft rechtstreeks deelgenomen aan folterpraktijken op opponenten die in de centrale gevangenis van Idlib in hechtenis worden gehouden. | 24.7.2012 | |
142. | Ahmad ( | Politieofficier in de centrale gevangenis van Idlib. Heeft rechtstreeks deelgenomen aan folterpraktijken op opponenten die in de centrale gevangenis van Idlib in hechtenis worden gehouden. | 24.7.2012 | |
143. | Bassam ( | Politieofficier in de centrale gevangenis van Idlib. Heeft rechtstreeks deelgenomen aan folterpraktijken op opponenten die in de centrale gevangenis van Idlib in hechtenis worden gehouden. | 24.7.2012 | |
144. | Ahmed ( | Geboren: 1957 | Hoofd van de externe afdeling van de algemene inlichtingendienst (afdeling 279). Is in die hoedanigheid verantwoordelijk voor het apparaat van de algemene inlichtingendienst in de Syrische ambassades. Neemt rechtstreeks deel aan de onderdrukking van de opponenten door de Syrische autoriteiten en is met name belast met de onderdrukking van de Syrische opponenten in het buitenland. | 24.7.2012 |
145. | Michel ( | Geboortedatum: 1 februari 1948 | Lid van de Syrische veiligheidsdiensten sinds het begin van de jaren zeventig; is betrokken bij de strijd tegen de opponenten in Frankrijk en Duitsland. Is sinds maart 2006 verantwoordelijk voor de betrekkingen van afdeling 273 van de Syrische algemene inlichtingendienst. Van oudsher kaderlid, is hij een getrouwe van het hoofd van de algemene inlichtingendienst Ali Mamlouk, een van de belangrijkste kaderleden inzake veiligheid van het regime jegens wie sinds 9 mei 2011 beperkende maatregelen van de EU gelden. Verleent rechtstreeks steun aan de onderdrukking van de opponenten door het regime en is met name belast met de onderdrukking van de Syrische opponenten in het buitenland. | 24.7.2012 |
146. | Generaal Ghassan ( | Geboren: 1960; Plaats van oorsprong: Derikich, regio Tartous | Verantwoordelijke voor de afdeling missies van de inlichtingendienst van de luchtmacht, die, in samenwerking met de afdeling bijzondere operaties, de elitetroepen van de inlichtingendiensten van de luchtmacht beheert; deze troepen spelen een belangrijke rol in de onderdrukking door het regime. In die hoedanigheid behoort Ghassan Jaoudat Ismail tot de militaire verantwoordelijken die rechtstreeks uitvoering geven aan de onderdrukking van de opponenten door het regime. | 24.7.2012 |
147. | Generaal Amer ( | Gediplomeerde van de militaire academie van Aleppo, hoofd van de afdeling inlichtingen van de inlichtingendienst van de luchtmacht (sinds 2012), getrouwe van Daoud Rajah, de Syrische minister van Defensie. Door zijn functies in de inlichtingendienst van de luchtmacht is Amer al-Achi betrokken bij de onderdrukking van Syrische opponenten. | 24.7.2012 | |
148. | Generaal Mohammed ( | Geboren: rond 1960 | Getrouwe van Maher Al-Assad, jongste broer van de president. Heeft het grootste deel van zijn loopbaan in de Republikeinse Garde doorgebracht. Maakt sinds 2010 deel uit van de interne afdeling (afdeling 251) van de algemene inlichtingendienst, die belast is met de bestrijding van de politieke oppositie. Als een van de voornaamste verantwoordelijken van die afdeling neemt Generaal Mohammed Ali rechtstreeks deel aan de onderdrukking van de opponenten. | 24.7.2012 |
149. | Generaal Issam ( | Chef-staf van de luchtmacht sinds 2010. Voert het bevel over de operaties van de luchtmacht tegen de opponenten. | 24.7.2012 | |
150. | Ezzedine ( | Geboren: medio jaren veertig (waarschijnlijk 1947); Geboorteplaats: Bastir. regio Jableh. | Generaal in ruste en van oudsher kaderlid van de inlichtingendienst van de luchtmacht, die hij leidt sinds het begin van de jaren 2000. Werd in 2006 politiek en veiligheidsadviseur van de president. Als politiek en veiligheidsadviseur van de Syrische president is Ezzedine Ismael betrokken bij het onderdrukkingsbeleid jegens de opponenten van het regime. | 24.7.2012 |
151. | Samir ( | Geboren: rond 1962 | Is sinds bijna 20 jaar hoofd van het kabinet van Mohammad Nassif Kheir Bek, een van de voornaamste veiligheidsadviseurs van Bashar Al-Assad (die officieel de functie bekleedt van adjunct van vice-president Farouk al-Sharaa). Als getrouwe van Basjar Al-Assad en Mohammed Nassif Kheir Bek is Samir Joumaa betrokken bij het onderdrukkingsbeleid jegens de opponenten van het regime. | 24.7.2012 |
152. | Dr. Qadri ( | Viceminister-president voor Economische Zaken, minister van Binnenlandse Handel en Consumentenbescherming. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
153. | Waleed ( | Viceminister-president, minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Ingezetenen. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
154. | Generaal-Majoor Fahd ( | Minister van Defensie en militair commandant. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
155. | Dr. Mohammad ( | Minister van Religieuze Zaken. Is als minister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
156. | Ir. Hala ( | Minister van Toerisme. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
157. | Ir. Bassam ( | Minister van Watervoorraden. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
158. | Ir. Subhi ( | Minister van Landbouw en Agrarische hervorming. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
159. | Dr. Mohammad ( | Minister van Hoger Onderwijs. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
160. | Dr. Hazwan Al Wez (ook bekend als Al Wazz) | Minister van Onderwijs. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
161. | Dr. Mohamad ( | Minister van Economie en Buitenlandse Handel. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
162. | Dr. Mahmoud ( | Minister van Vervoer. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
163. | Dr. Safwan ( | Minister van Huisvesting en Stadsontwikkeling. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
164. | Ir. Yasser ( | Minister van Openbare Werken. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
165. | Ir. Sa'iid ( | Minister van Olie en Minerale Hulpbronnen. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
166. | Dr. Lubana ( | Geboren: 1955; Geboorteplaats: Damascus | Minister van Cultuur. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 |
167. | Dr. Jassem ( | Geboren: 1968 | Minister van Werkgelegenheid en Sociale Zaken. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 |
168. | Omran ( | Geboren op 27 september 1959; Geboorteplaats: Damascus | Minister van Voorlichting. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 |
169. | Dr. Adnan ( | Minister van Industrie. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
170. | Najm ( | Minister van Justitie. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
171. | Dr. Abdul- Salam ( | Minister van Volksgezondheid. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
172. | Dr. Ali ( | Viceminister voor Nationale Verzoening. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
173. | Dr. Nazeera ( | Viceminister voor Milieu. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
174. | Mohammed ( | Viceminister. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
175. | Najm-eddin ( | Viceminister. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
176. | Abdullah ( | Viceminister. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
177. | Jamal ( | Viceminister. Is als viceminister mede verantwoordelijk voor de gewelddadige repressie van de burgerbevolking door het regime. | 16.10.2012 | |
178. | Sulieman ( | Paspoort: in het bezit van een Brits paspoort | Zakenman die dicht bij de familie van president Al-Assad staat. Bezit aandelen in de op de lijst geplaatste tv-zender Addounia TV. Onderhoudt nauwe contacten met Muhammad Nasif Khayrbik, die op de lijst is geplaatst. Steunt het Syrische regime. | 16.10.2012 |
179. | Razan ( | Gehuwd met Rami Makhlouf, dochter van Waleed (alias Walid) Othman; Geboortedatum: 31 januari 1977; Geboorteplaats: gouvernement Latakia; ID nr.: 06090034007 | Onderhoudt nauwe persoonlijke en financiële betrekkingen met Rami Makhlouf, die een neef is van president Bashar Al-Assad, alsmede de voornaamste financier van het bewind, en die op de lijst is geplaatst. Onderhoudt derhalve banden met het Syrische regime en profiteert ervan. | 16.10.2012 |
B. Entiteiten
Naam | Identificatiegegevens | Motivering | Datum van opneming op de lijst | |
1. | Bena Properties | Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financiert het regime. | 23.6.2011 | |
2. | Al Mashreq Investment Fund (AMIF) (ook bekend als Sunduq Al Mashrek Al Istithmari) | P.O. Box 108,Damascus;Tel.: 963 112110059 / 963 112110043Fax: 963 933333149 | Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financiert het regime. | 23.6.2011 |
3. | Hamcho International (alias Hamsho International Group) | Baghdad Street,P.O. Box 8254,Damascus;Tel.: 963 112316675Fax: 963 112318875;Website: www.hamshointl.comE-mail: info@hamshointl.com en hamshogroup@yahoo.com | Onder zeggenschap van Mohammed Hamcho of Hamsho; financiert het regime. | 23.6.2011 |
4. | Military Housing Establishment (ook bekend als MILIHOUSE) | Maatschappij voor openbare werken onder zeggenschap van Riyad Chaliche en het ministerie van Defensie; financiert het regime. | 23.6.2011 | |
5. | Directoraat politieke veiligheid | Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 23.8.2011 | |
6. | Directoraat algemene inlichtingen | Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 23.8.2011 | |
7. | Directoraat militaire inlichtingen | Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 23.8.2011 | |
8. | Inlichtingendienst luchtmacht | Dienst van de Syrische staat die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 23.8.2011 | |
9. | Quds-divisie van de Revolutionaire Garde (IRGC) (ook Qods-divisie) | Teheran, Iran | De Qods-divisie is een gespecialiseerd onderdeel van de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC). De Qods-divisie levert apparatuur en verleent steun om het Syrische regime te helpen de protesten in het land de kop in te drukken. De Quds-divisie heeft de Syrische veiligheidsdiensten technische bijstand, uitrusting en ondersteuning verstrekt om de burgerprotestbewegingen te onderdrukken. | 23.8.2011 |
10. | Mada Transport | Filiaal van de Cham Holding (Sehanya Dara'a Highway, P.O. Box 9525 Tel.: 00 963 11 99 62) | Economische entiteit die het regime financiert. | 2.9.2011 |
11. | Cham Investment Group | Filiaal van de Cham Holding (Sehanya Dara'a Highway, P.O. Box 9525 Tel.: 00 963 11 99 62) | Economische entiteit die het regime financiert. | 2.9.2011 |
12. | Real Estate Bank | Insurance Bldg- Yousef Al-azmehsqr. DamascusP.O. Box: 2337Damascus Syrian Arab Republic;Tel: (+963) 11 2456777 en 2218602;Fax: (+963) 11 2237938 en 2211186;E-mailadres van de bank: Publicrelations@reb.syWebsite: www.reb.sy | Overheidsbank die het regime financiert. | 2.9.2011 |
13. | Addounia TV (ook bekend als Dounia TV) | Tel: +963-11-5667274; +963-11-5667271; Fax: +963-11-5667272; Website: http://www.addounia.tv | Addounia TV heeft aangezet tot geweld tegen de burgerbevolking van Syrië. | 23.9.2011 |
14. | Cham Holding | Cham Holding Building Daraa Highway - Ashrafiyat Sahnaya Rif Dimashq - SyriaP.O. Box 9525;Tel +963 (11) 9962; +963 (11) 668 14000; +963 (11) 673 1044;Fax +963 (11) 673 1274;E-mail: info@chamholding.syWebsite: www.chamholding.sy | Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; grootste holding van Syrië, trekt profijt uit het regime en ondersteunt het. | 23.9.2011 |
15. | El-Tel Co. (alias El-Tel Middle East Company) | Adres: Dair Ali Jordan Highway,P.O. Box 13052,Damascus - SyriaTel. +963-11-2212345;Fax +963-11-44694450E-mail: sales@eltelme.comWebsite: www.eltelme.com | Vervaardigt en levert communicatie- en transmissiemasten, alsook andere uitrusting voor het Syrische leger. | 23.9.2011 |
16. | Ramak Constructions Co. | Adres: Dara'a Highway,Damascus, Syria;Tel: +963-11-6858111;Mobiele telefoon: +963-933-240231 | Bouw van legerkazernes, grenspostgebouwen en andere gebouwen ten behoeve van het leger. | 23.9.2011 |
17. | Souruh Company (alias SOROH Al Cham Company) | Adres: Adra Free Zone AreaDamascus - Syria;Tel: +963-11-5327266;Mobiele telefoon: +963-933-526812; +963-932-878282;Fax +963-11-5316396E-mail: sorohco@gmail.comWebsite: http://sites.google.com/site/sorohco | Investeringen in plaatselijke militaire industriële projecten waarbij onderdelen van wapens en aanverwante producten worden vervaardigd. Rami Makhlouf is voor 100% eigenaar van het bedrijf. | 23.9.2011 |
18. | Syriatel | Thawra Street, Ste Building 6th Floor,BP 2900;Tel: +963 11 61 26 270;Fax: +963 11 23 73 97 19;E-mail: info@syriatel.com.sy;Website: http://syriatel.sy/ | Onder zeggenschap van Rami Makhlouf; financieringsbron van het regime. Middels een licentieovereenkomst betaalt het bedrijf 50% van zijn winst aan de regering. | 23.9.2011 |
19. | Cham Press TV | Al Qudsi building, 2nd Floor - Baramkeh - Damascus;Tel: +963-11-2260805;Fax: +963-11-2260806E-mail: mail@champress.comWebsite: www.champress.net | Televisiekanaal dat deelneemt aan desinformatiecampagnes en oproept tot geweld tegen demonstranten. | 1.12.2011 |
20. | Al Watan | Al Watan Newspaper -Damascus - Duty Free Zone;Tel: 00963 11 2137400;Fax: 00963 11 2139928 | Dagblad dat deelneemt aan desinformatiecampagnes en oproept tot geweld tegen demonstranten. | 1.12.2011 |
21. | Centre d'études et de recherches syrien (CERS) (ook bekend als Centre d'Etude et de Recherche Scientifique (CERS); ook Scientific Studies and Research Center (SSRC); of Centre de Recherche de Kaboun | Barzeh Street,P.O. Box 4470,Damascus | Verleent steun aan het Syrische leger voor de aanschaf van apparatuur die rechtstreeks wordt gebruikt voor het toezicht op en de repressie van demonstranten. | 1.12.2011 |
22. | Business Lab | Maysat Square, Al Rasafi Street Bldg. 9,P.O. Box 7155,Damascus;Tel: 963112725499;Fax: 963112725399 | Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige apparatuur door CERS. | 1.12.2011 |
23. | Industrial Solutions | Baghdad Street 5,P.O. Box 6394,Damascus;Tel./fax: 63114471080 | Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige apparatuur door CERS. | 1.12.2011 |
24. | Mechanical Construction Factory (MCF) | P.O. Box 35202,Industrial Zone,Al-Qadam Road,Damascus | Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige apparatuur door CERS. | 1.12.2011 |
25. | Syronics - Syrian Arab Co. for Electronic Industries | Kaboon Street,P.O. Box 5966,Damascus;Tel.: +963-11-5111352;Fax +963-11-5110117 | Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige apparatuur door CERS. | 1.12.2011 |
26. | Handasieh - Organization for Engineering Industries | P.O. Box 5966,Abou Bakr Al-SeddeqSt., Damascusen P. O. Box 2849Al-Moutanabi Street,Damascusen P.O. BOX 21120Baramkeh,DamascusTel: 963112121816; 963112121834; 963112214650; 963112212743; 963115110117 | Dekmantelbedrijf voor de aanschaf van gevoelige apparatuur door CERS. | 1.12.2011 |
27. | Syria Trading Oil Company (Sytrol) | Prime Minister Building,17 Street Nissan,Damascus, Syria | Overheidsbedrijf dat verantwoordelijk is voor alle olie-uitvoer uit Syrië. Financieringsbron van het regime. | 1.12.2011 |
28. | General Petroleum Corporation (GPC) | New Sham - Building of Syrian Oil Company,P.O. Box 60694,Damascus, Syria,P.O. Box 60694;Tel: 963113141635;Fax: 963113141634;E-mail: info@gpc-sy.com | Oliemaatschappij die staatseigendom is. Financieringsbron van het regime. | 1.12.2011 |
29. | Al Furat Petroleum Company | Dummar - New Sham -Western Dummar 1st. Island - Property 2299 - AFPC BuildingP.O. Box 7660Damascus, Syria;Tel: 00963-11- (6183333); 00963-11- (31913333);Fax: 00963-11- (6184444); 00963-11- (31914444);afpc@afpc.net.sy | Joint venture voor 50% in bezit van GPC. Financieringsbron van het regime. | 1.12.2011 |
30. | Industrial Bank | Dar Al Muhanisen Building, 7th Floor, Maysaloun Street,P.O. Box 7572Damascus, Syria;Tel: +963 11-222-8200; +963 11-222-7910;Fax: +963 11-222-8412 | Overheidsbank. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
31. | Popular Credit Bank | Dar Al Muhanisen Building, 6th Floor, Maysaloun Street,Damascus, Syria;Tel: +963 11-222-7604; +963 11-221-8376;Fax: +963 11-221-0124 | Overheidsbank. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
32. | Saving Bank | Syria-Damascus - Merjah - Al-Furat St.P.O. Box: 5467;Fax: 224 4909; 245 3471;Tel: 222 8403;E-mail: s.bank@scs-net.org, post-gm@net.sy | Overheidsbank. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
33. | Agricultural Cooperative Bank | Agricultural Cooperative Bank Building, Damascus Tajhez,P.O. Box 4325,Damascus, Syria;Tel: +963 11-221-3462; +963 11-222-1393;Fax: +963 11-224-1261;Website: www.agrobank.org | Overheidsbank. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
34. | Syrian Lebanese Commercial Bank | Syrian Lebanese Commercial Bank Building, 6th Floor, Makdessi Street, Hamra,P.O. Box 11-8701,Beirut, Lebanon;Tel: +961 1-741666;Fax: +961 1-738228; +961 1-753215; +961 1-736629;Website: www.slcb.com.lb | Filiaal van de al op de lijst geplaatste Commercial Bank of Syria. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
35. | Deir ez-Zur Petroleum Company | Dar Al Saadi Building 1st, 5th, and 6th Floor Zillat Street Mazza AreaP.O. Box 9120Damascus, Syria;Tel: +963 11-662-1175; +963 11-662-1400;Fax: +963 11-662-1848 | Joint venture van de GPC. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
36. | Ebla Petroleum Company | Head Office Mazzeh Villat Ghabia Dar Es Saada 16,P.O. Box 9120,Damascus, Syria;Tel: +963 116691100 | Joint venture van de GPC. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
37. | Dijla Petroleum Company | Building No. 653 - 1st Floor, Daraa Highway,P.O. Box 81,Damascus, Syria | Joint venture van de GPC. Financieringsbron van het regime. | 23.1.2012 |
38. | Central Bank of Syria | Syria, Damascus, Sabah Bahrat SquarePostal address: Altjreda al Maghrebeh square,Damascus, Syrian Arab Republic,P.O. Box: 2254 | Financieringsbron van het regime. | 27.2.2012 |
39. | Syrian Petroleum company | Addres: Dummar Province, Expansion Square, Island 19-Building 32P.O. Box: 2849 of 3378;Tel: 00963-11-3137935 of 3137913;Fax: 00963-11-3137979 of 3137977;E-mail: spccom2@scs-net.org of spccom1@scs-net.org;Websites: www.spc.com.sy www.spc-sy.com | Oliemaatschappij die staatseigendom is. Financieringsbron van het regime. | 23.3.2012 |
40. | Mahrukat Company (The Syrian Company for the Storage and Distribution of Petroleum Products) | Hoofdzetel: Damascus - Al Adawi st., Petroleum building;Fax: 00963-11/4445796;Tel: 00963-11/44451348 – 4451349;E-mail: mahrukat@net.sy;Website: http://www.mahrukat.gov.sy/indexeng.php | Oliemaatschappij die staatseigendom is. Financieringsbron van het regime. | 23.3.2012 |
41. | General Organisation of Tobacco | Salhieh Street 616,Damascus, Syria | Financieringsbron van het regime. De „General Organisation of Tobacco” is volledig eigendom van de Syrische overheid. De opbrengsten van de organisatie, onder meer uit de verkoop van vergunningen voor het in de handel brengen van buitenlandse tabaksmerken en heffingen op de invoer van buitenlandse tabaksmerken, worden overgedragen aan de Syrische overheid. | 15.5.2012 |
42. | Ministerie van Defensie | Adres: UmayyadSquare, Damascus;Telefoon: +963-11-7770700 | Tak van de Syrische regering die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 26.6.2012 |
43. | Ministerie van Binnenlandse Zaken | Adres: Merjeh Square,Damascus.:Telefoon: +963-11-2219400; +963-11-2219401; +963-11-2220220; +963-11-2210404 | Tak van de Syrische regering die rechtstreeks deelneemt aan de onderdrukking. | 26.6.2012 |
44. | Syrisch Bureau van nationale veiligheid | Tak van de Syrische regering en onderdeel van de Syrische Baath-partij. Rechtstreeks betrokken bij de onderdrukking. Heeft Syrische veiligheidstroepen opgedragen extreem geweld te gebruiken tegen demonstranten. | 26.6.2012 | |
45. | Syria International Islamic Bank (SIIB) (ook bekend als: Syrian International Islamic Bank; ook bekend als SIIB) | Adres: Syria International Islamic Bank Building, Main Highway Road, Al Mazzeh Area,P.O. Box 35494,Damascus, SyriaAndere vestiging: P.O. Box 35494,Mezza'h Vellat Sharqia'h, beside the Consulate of Saudi Arabia,Damascus, Syria | De SIIB is opgetreden als dekmantel voor de Commercial Bank of Syria, waardoor laatstgenoemde bank de haar door de EU opgelegde sancties kon omzeilen. In 2011 en 2012 heeft de SIIB heimelijk financiering ten belope van bijna 150 miljoen dollar gefaciliteerd namens de Commercial Bank of Syria. Financiële regelingen die ogenschijnlijk door de SIIB werden getroffen, werden eigenlijk door de Commercial Bank of Syria getroffen. Naast de samenwerking met de Commercial Bank of Syria om sancties te omzeilen, heeft de SIIB in 2012 bovendien verscheidene betalingen voor aanzienlijke bedragen gefaciliteerd voor rekening van de Syrian Lebanese Commercial Bank, een andere bank die reeds door de EU in de lijst is opgenomen. Op deze manier heeft de SIIB bijgedragen tot de financiering van het Syrische regime. | 26.6.2012 |
46. | General Organisation of Radio and TV (ook bekend als Syrian Directorate General of Radio & Television Est; ook bekend als: General Radio and Television Corporation; ook bekend als Radio and Television Corporation; ook bekend als: GORT) | Adres: Al Oumaween Square,P.O. Box 250,Damascus, Syria;Tel. (963 11) 223 4930 | Door de overheid beheerd agentschap dat onder het ministerie van Voorlichting ressorteert en als dusdanig het voorlichtingsbeleid van dat ministerie steunt en bevordert. Verantwoordelijk voor de exploitatie van de televisiekanalen van de Syrische overheid, twee terrestrische kanalen en een satellietkanaal, alsmede van de radiostations van de overheid. GORT heeft aangezet tot geweld tegen de burgerbevolking in Syrië en heeft gediend als propaganda-instrument voor het Assadregime en voor de verspreiding van desinformatie. | 26.6.2012 |
47. | Syrian Company for Oil Transport (ook bekend als: Syrian Crude Oil Transportation Company; ook bekend als: „SCOT”; ook bekend als: „SCOTRACO”) | Banias Industrial Area, Latakia Entrance Way,P.O. Box 13,Banias, Syria;Website www.scot-syria.com;E-mail: scot50@scn-net.org | Oliemaatschappij die eigendom is van de Syrische overheid. Financieringsbron van het regime. | 26.6.2012 |
48. | Drex Technologies S.A. | Datum van oprichting: 4 juli 2000; Oprichtingsnummer: 394678; Directeur: Rami Makhlouf; Geregistreerd vertegenwoordiger: Mossack Fonseca & Co (BVI) Ltd | Drex Technologies is volledig in handen van Rami Makhlouf, die op de EU-lijst is geplaatst van personen voor wie beperkende maatregelen gelden, wegens het verlenen van financiële steun aan het Syrische regime. Rami Makhlouf gebruikt Drex Technologies om zijn internationale financiële deelnemingen te beheren en te faciliteren, onder meer een meerderheidsbelang in SyriaTel, dat door de EU al eerder op de lijst is geplaatst omdat het eveneens financiële steun aan het Syrische regime verleent. | 24.7.2012 |
49. | Cotton Marketing Organisation | Adres: Bab Al-FarajP.O. Box 729,Aleppo;Tel.: +96321 2239495/6/7/8;Cmo-aleppo@mail.sy, www.cmo.gov.sy | Overheidsbedrijf Financieringsbron van het regime. | 24.7.2012 |
50. | Syrian Arab Airlines (ook bekend als SAA, ook bekend als Syrian Air) | Al-Mohafazeh Square,P.O. Box 417,Damascus, Syria;Tel: +963112240774 | Overheidsbedrijf dat onder het gezag staat van het regime. Verstrekt financiële bijstand aan het regime. | 24.7.2012 |
51. | Drex Technologies Holding S.A. | In Luxemburg geregistreerd onder nr. B77616, voorheen op het hierna volgende adres gevestigd: 17, rue BeaumontL-1219 Luxemburg | Rami Makhlouf is de uiteindelijk rechthebbende van Drex Technologies Holding S.A. Hij is door de EU op de lijst geplaatst omdat hij financiële steun aan het Syrische regime verleent. | 17.8.2012 |
52. | Megatrade | Adres: Aleppo Street,P.O. Box 5966,Damascus, Syria;Fax: 963114471081 | Treedt op in naam van het Scientific Studies and Research Centre (SSRC), dat op de lijst staat. Betrokken bij op grond van EU-sancties tegen de Syrische regering verboden handel in producten voor tweeërlei gebruik. | 16.10.2012 |
53. | Expert Partners | Adres: Rukn Addin, Saladin Street, Building 5,P.O. Box 7006,Damascus, Syria | Treedt op in naam van het Scientific Studies and Research Centre (SSRC), dat op de lijst staat. Betrokken bij op grond van EU-sancties tegen de Syrische regering verboden handel in producten voor tweeërlei gebruik. | 16.10.2012 |
BIJLAGE II bis
LIJST VAN ENTITEITEN OF LICHAMEN BEDOELD IN ARTIKEL 14 EN IN ARTIKEL 15, LID 1, ONDER B)
Entiteiten
Naam | Identificatiegegevens | Redenen | Datum van opneming op de lijst | |
1. | Commercial Bank of Syria | — Damascus Branch, P.O. Box 2231, Moawiya St., Damascus, Syria;- P.O. Box 933, Yousef Azmeh Square, Damascus, Syria; — Aleppo Branch, P.O. Box 2, Kastel Hajjarin St., Aleppo, Syria; SWIFT/BIC CMSY SY DA; alle kantoren wereldwijd [NPWMD] Website: http://cbs-bank.sy/En-index.php Tel.: +963 11 2218890 Fax: +963 11 2216975 algemeen bestuur: dir.cbs@mail.sy | Overheidsbank die het regime financiert. | 13.10.2011 |
BIJLAGE III
Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
A. Bevoegde autoriteiten van de lidstaten:
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
KROATIË
http://www.mvep.hr/sankcije
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOWAKIJE
http://www.mzv.sk/sk/europske_zalezitosti/sankcie_eu-sankcie_eu
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
www.fco.gov.uk/competentauthorities
B. Adres voor kennisgevingen of andere mededelingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)
EEAS 02/309
1049 Brussel
BELGIË
BIJLAGE IV
LIJST VAN AARDOLIE EN AARDOLIEPRODUCTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 6
GS-code | Omschrijving |
2709 00 | Aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen |
2710 | Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie (de aankoop in Syrië van kerosine/reactiemotorbrandstof (GN-code 2710 19 21) is niet verboden, mits die brandstof alleen is bedoeld en wordt gebruikt voor de voortzetting van de vlucht van het vliegtuig waarin de brandstof wordt getankt) |
2712 | Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax”, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd |
2713 | Petroleumcokes, petroleumbitumen en andere residuen van aardolie of van olie uit bitumineuze mineralen |
2714 | Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen |
2715 00 00 | Bitumineuze mengsels van natuurlijk asfalt, van natuurlijk bitumen, van petroleumbitumen, van minerale teer of van minerale teerpek (bijvoorbeeld bitumineuze mastiek, vloeibitumen of koudasfalt („cut-back”)) |
BIJLAGE V
APPARATUUR, TECHNOLOGIE OF PROGRAMMATUUR ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4
Algemeen
Niettegenstaande de inhoud van deze bijlage is zij niet van toepassing op:
a)apparatuur, technologie of programmatuur die is vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad (18) of in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen; of
b)programmatuur die is ontworpen voor installatie door de gebruiker zonder wezenlijke ondersteuning van de leverancier en die algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat zij via de detailhandel zonder beperkingen uit voorraad wordt verkocht via
i)winkelverkoop,
ii)postorderverkoop,
iii)elektronische transacties, of
iv)telefonische verkoop,
c)programmatuur die voor iedereen beschikbaar is.
De categorieen A, B, C, D en E verwijzen naar de categorieen in Verordening (EG) nr. 428/2009.
De „apparatuur, technologie en programmatuur” als bedoeld in artikel 4 bestaat uit:
A.Lijst van
—Systemen voor deep packet inspection
—Systemen voor interceptie op netwerken waaronder systemen voor interceptiebeheer (IMS) en systemen voor informatie over bewaring van gegevens
—Monitoringsystemen voor radiofrequenties
—Stoorsystemen voor netwerken en satellietverbindingen
—Systemen voor infectie op afstand
—Spraakherkennings en -verwerkingssystemen
—Tactische systemen voor interceptie en monitoring van SMS (23)-, GSM- (24), GPS- (25), GPRS- (26), UMTS- (27), CDMA- (28) en PSTN (29)-communicatie
—Systemen voor patroonherkenning en -profilering
—Op afstand werkende forensische systemen
—Systemen voor semantische verwerking
—Systemen voor het opzoeken van WEP- en WPA-verbindingen en het breken van de codes daarvan
—Systemen voor interceptie voor merkgebonden en standaard VoIP-protocollen
B.niet gebruikt.
C.niet gebruikt.
D.Programmatuur voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van de onder A bedoelde apparatuur.
E.Technologie voor de ontwikkeling, de productie of het gebruik van de onder A bedoelde apparatuur.
Apparatuur, technologie of programmatuur die binnen deze categorieën valt, wordt uitsluitend door deze bijlage bestreken voor zover zij past binnen de algemene beschrijving „systemen voor interceptie en monitoring van internet-, telefoon- en satellietcommunicatie”.
In deze bijlage wordt onder monitoring verstaan het vastleggen, extraheren, decoderen, opslaan, verwerken, analyseren en archiveren van de inhoud van gesprekken en van netwerkdata.
BIJLAGE VI
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 8 BEDOELDE ESSENTIËLE APPARATUUR EN TECHNOLOGIE
Algemene aantekeningen
1.De doelstelling van het verbod op de in deze bijlage vermelde goederen mag niet worden omzeild door de uitvoer van toegestane goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer verboden onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
N.B.:Of de verboden onderdelen als voornaamste element moeten worden aangemerkt, dient te worden beoordeeld aan de hand van factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan de verboden onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kunnen worden aangemerkt.
2.Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.
3.De definitie van termen tussen 'enkele aanhalingstekens' wordt gegeven in een technische noot bij de betrokken post.
4.De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad.
Algemene technologieopmerking (ATO)
1.„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van verboden goederen is ook verboden als deze technologie wordt toegepast op toegestane goederen.
2.Het verbod geldt niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en (controle) reparatie van goederen die niet verboden zijn of waarvan de uitvoer op grond van de onderhavige verordening is toegestaan.
3.Het verbod op de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
Exploratie en productie van ruwe aardolie en aardgas
1.A Apparatuur
1.Apparatuur voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal ontworpen en aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, en de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
2.Apparatuur voor geologische bestandsopnamen, voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen speciaal aangepast om gegevens voor de exploratie van aardolie en aardgas te vergaren, tezamen met de speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
3.Boorapparatuur ontworpen voor het boren in rotsformaties, specifiek voor de exploratie of de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke koolwaterstofmaterialen.
4.Boorijzers, boorpijpen, boorkragen, centreerapparatuur, en andere apparatuur die speciaal is ontworpen voor gebruik in boorputten van aardolie en aardgas.
5.Boorputkoppen, veiligheidsafsluiters en kerstboom- of productiekleppen, alsook speciaal ontworpen onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.
Technische opmerking:
a.Een „veiligheids- of eruptieafsluiter” wordt tijdens het boorproces gewoonlijk op grondniveau gebruikt (of bij onderwaterboren, op de zeebodem) om ongecontroleerd ontsnappen van olie en/of gas uit de bron te voorkomen.
b.Een „kerstboomklep of productieklep” wordt gewoonlijk gebruikt om de uitstroom te controleren van vloeistoffen uit het gemaakte boorgat, en wanneer de olie- en/of gasproductie is gestart.
c.In deze rubriek verwijst de term „API- en ISO-specificatie” naar de specificaties 6A, 16A, 17D en 11IW van het American Petroleum Institute en/of de specificaties 10423 en 13533 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor veiligheidsafsluiters, boorputkoppen en kerstboomkleppen voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.
6.Boor- en productieplatforms voor ruwe aardolie en aardgas.
7.Vaartuigen en schepen voorzien van boor- en/of aardolieverwerkingsapparatuur die worden gebruikt voor de productie van aardolie, aardgas en andere natuurlijke ontvlambare materialen.
8.Vloeistof/gasafscheiders (overeenkomstig API-specificatie 12J), speciaal ontworpen voor de productie uit een aardolie- of aardgasbron, om de vloeibare olie te scheiden van water, en gas te scheiden van vloeistoffen.
9.Gascompressoren met een ontwerpdruk van 40 bar (PN 40 en/of ANSI 300) of meer en een aanzuigcapaciteit van 300 000 Nm3/u of meer, voor de eerste verwerking en het transport van aardgas, met uitzondering van gascompressoren voor CNG (samengedrukt aardgas)-stations, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
10.Apparatuur voor de productiecontrole onder water en de onderdelen daarvan, die beantwoorden aan de „API- en ISO-specificaties” voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.
Technische opmerking:
In deze rubriek verwijst de term „API- en ISO-specificaties” naar specificatie 17 F van het American Petroleum Institute en/of specificatie 13268 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor productiecontrolesystemen onder water.
11.Pompen, gewoonlijk van hoge capaciteit en hoge druk (meer dan 0,3 m3 per minuut en/of 40 bar), die speciaal zijn ontworpen om boorgruis en/of cement in aardolie- en aardgasbronnen te pompen.
1.B Test- en inspectie-apparatuur
1.Apparatuur speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van boorsuspensie, oliebroncement en andere materialen speciaal ontworpen en/of bereid voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.
2.Apparatuur speciaal ontworpen voor monstername, testen en analyse van de eigenschappen van steenmonsters, vloeistof- en gasmonsters en andere materialen afkomstig uit een aardolie- en/of aardgasbron hetzij tijdens of na het boren, hetzij van de daarmee verbonden installaties voor eerste verwerking.
3.Apparatuur speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van informatie over de fysische en mechanische toestand van een aardolie- en/of aardgasbron, alsook voor de bepaling van de lokale eigenschappen van de rotsformatie en het reservoir.
1.C Materiaal
1.Boorsuspensie, additieven daarbij en componenten daarvan, speciaal bereid voor de stabilisatie van aardolie- en aardgasbronnen tijdens het boren, terugwinning van boorsel aan de oppervlakte, en het smeren en koelen van de boorapparatuur in de bron.
2.Cement en andere materialen overeenkomstig de API- en ISO-specificaties voor gebruik in aardolie- en aardgasbronnen.
Technische opmerking:
„API- en ISO-specificatie” verwijst naar de specificatie 10A van het American Petroleum Institute of naar de specificatie 10426 van de International Standards Organisation (Internationale Organisatie voor Normalisatie) voor oliebroncement en andere materialen die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het cementeren van aardolie- en aardgasbronnen.
3.Corrosiewering, emulsiebehandeling, antischuimagentia, en andere chemicaliën die speciaal zijn bereid voor gebruik bij het boren naar en de eerste verwerking van aardolie uit aardolie- en/of aardgasbronnen.
1.D Programmatuur
1.„Programmatuur” speciaal ontworpen voor het vergaren en interpreteren van gegevens van seismische, elektromagnetische, magnetische of gravimetrische bestandsopnamen met het oog op prospectie van aardolie- en aardgasbronnen.
2.„Programmatuur” speciaal ontworpen voor het opslaan, analyseren en interpreteren van informatie die is verkregen door het boren en de productie met het oog op evaluatie van de fysische karakteristieken en het gedrag van aardolie- en aardgasvoorraden.
3.„Programmatuur” speciaal ontworpen voor het „gebruik” van aardolieproductie- en verwerkingsinstallaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties.
1.E Technologie
1.„Technologie” die is „vereist” voor het „ontwikkelen”, „vervaardigen” of „gebruiken” van apparatuur, bedoeld in 1.A.01 - 1.A11.
Raffinage van aardolie en vloeibaarmaking van aardgas
2.A Apparatuur
1.Warmtewisselaars, als hieronder, en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor:
a.Lamellen van warmtewisselaars met een oppervlakte/volume-ratio groter dan 500 m2/m3, speciaal ontworpen voor de voorkoeling van aardgas;
b.Spiraalwarmtewisselaars, speciaal ontworpen voor de vloeibaarmaking of voorkoeling van aardgas.
2.Cryogene pompen voor het transport van media op een temperatuur van – 120°C en met een transportcapaciteit van meer dan 500 m3/uur en speciaal hiervoor ontworpen onderdelen.
3.„Coldbox” en „coldbox”-apparatuur niet gespecificeerd in 2.A.1.
Technische opmerking:
„Coldbox”-apparatuur verwijst naar een speciaal ontworpen constructie, die specifiek is voor LNG-installaties en het proces van vloeibaarmaking omvat. De „coldbox” omvat warmtewisselaars, pijpleidingen, andere instrumenten en thermische isolatoren. De temperatuur binnen de „coldbox” is lager dan – 120°C (nodig voor de condensatie van aardgas). De functie van de „coldbox” is de thermische isolatie van de hierboven beschreven apparatuur.
4.Apparatuur voor transportterminals van vloeibaar gas met een temperatuur beneden – 120°C en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
5.Flexibele en niet-flexibele verbindingsbuizen met een diameter groter dan 50 mm voor het transport van media op een temperatuur – 120°C.
6.Zeeschepen speciaal ontworpen voor het transport van LNG.
7.Elektrostatische ontzilters, speciaal ontworpen voor de verwijdering van contaminanten zoals zout, vaste stoffen en water uit ruwe aardolie, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
8.Alle kraakinstallaties, met inbegrip van hydrokraakinstallaties en verkooksers, speciaal ontworpen voor de omzetting van vacuüm gasoliën of vacuümresidu, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
9.Waterstof-ontzwavelaars, speciaal ontworpen voor het ontzwavelen van benzine, dieselfracties en kerosine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
10.Katalytische reformatoren, speciaal ontworpen voor de omzetting van ontzwavelde benzine naar superbenzine, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
11.Raffinaderijeenheden voor C5-C6-isomerisatie, en raffinaderijeenheden voor het alkyleren van lichte olefinen, ter verbetering van de octaanindex van koolwaterstoffracties.
12.Pompen, speciaal ontworpen voor het transport van ruwe aardolie en brandstoffen, met een capaciteit van 50 m3/uur of meer, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
13.Buizen met een buitendiameter van 0,2 m of meer en gemaakt uit een van de volgende materialen:
a.Roestvrij staal met 23 of meer gewichtspercenten chroom;
b.Roestvrij staal en nikkellegeringen met een PREN-waarde (weerstand tegen putcorrosie) die hoger is dan 33.
Technische opmerking:
De „PREN”-waarde (PREN - pitting resistance equivalent number) geeft de weerstand aan van roestvrij staal en nikkellegeringen tegen put- of spleetcorrosie. De PREN-waarde van roestvrij staal en nikkellegeringen wordt voornamelijk bepaald door hun samenstelling, voornamelijk: chroom, molybdeen en stikstof. De formule voor de berekening van de PREN is:
PRE = Cr + 3,3 % Mo + 30 % N
14.„Schrapers” (Pigs - Pipeline Inspection Gauge(s)) en speciaal ontworpen onderdelen daarvoor.
Technische opmerking:
„Schrapers” worden gewoonlijk gebruikt voor de inwendige schoonmaak of inspectie van een pijplijn (corrosietoestand of barsten) en worden voortgestuwd door de druk van het product in de pijplijn.
15.Lanceer- en opvanginstallaties voor schrapers voor de integratie of wegname van schrapers.
16.Tanks voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen met een volume dat groter is dan 1 000 m3 (1 000 000 liter), als volgt, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen:
a.tank met vast dak;
b.tank met drijvend dak.
17.Flexibele onderwaterpijpen, speciaal ontworpen voor het transport van koolwaterstoffen en injectievloeistoffen, water of gas, met een diameter van meer dan 50 mm.
18.Flexibele pijpen gebruikt voor hogedruktoepassing aan de oppervlakte of onder water.
19.Isomerisatie-apparatuur, speciaal ontworpen voor de productie van superbenzine op basis van toevoer van lichte koolwaterstoffen, alsook speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
2.B Test- en inspectie-apparatuur
1.Apparatuur speciaal ontworpen voor het testen en analyseren van de kwaliteit (eigenschappen) van ruwe aardolie en brandstoffen.
2.Interface-controlesystemen speciaal ontworpen voor de controle en verbetering van het ontziltingsproces.
2.C Materiaal
1.Diëthyleenglycol (CAS 111-46-6), triethyleenglycol (CAS 112-27-6)
2.N-Methylpyrrolidon (CAS 872-50-4), Sulfolaan (CAS 126-33-0)
3.Zeolieten, van natuurlijke of synthetische oorsprong, speciaal ontworpen voor wervelbedkrakers of voor de zuivering en/of dehydratie van gas, waaronder aardgas.
4.Katalysatoren voor het kraken en het omzetten van koolwaterstoffen, als volgt:
a.Enkelvoudig metaal (platinagroep) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren;
b.Gemengd metaal (platinagroep gecombineerd met andere edelmetalen) op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch reformeren;
c.Kobalt- en nikkelkatalysatoren met toegevoegd molybdeen op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch ontzwavelen;
d.Palladium-, nikkel-, chroom- en wolfraamkatalysatoren op type aluminiumoxide of op zeoliet, speciaal ontworpen voor katalytisch hydrokraken.
5.Benzineadditieven speciaal bereid voor een groter octaangehalte van de benzine.
Aantekening:
Hieronder zijn begrepen ethyl-tertiair-butylether (ETBE)(CAS 637-92-3) en methyl-tertiair-butylether (MTBE) (CAS 1634-04-4).
2.D Programmatuur
1.„Programmatuur” speciaal ontworpen voor het „gebruik” van LNG-installaties of specifieke ondereenheden van dergelijke installaties.
2.„Programmatuur” speciaal ontworpen voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van installaties (inclusief ondereenheden ervan) voor olieraffinage.
2.E Technologie
1.„Technologie” voor de conditionering en de zuivering van ruw aardgas (dehydratie, verzoeten, verwijdering van verontreiniging).
2.„Technologie” voor de vloeibaarmaking van aardgas, met inbegrip van „technologie” die is vereist voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van LNG-installaties.
3.„Technologie” voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.
4.„Technologie” die is „vereist” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van zeeschepen die speciaal zijn ontworpen voor het transport van vloeibaargemaakt aardgas.
5.„Technologie” voor de opslag van ruwe aardolie en brandstoffen
6.„Technologie” die is „vereist” voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van een raffinaderij, zoals:
6.1.„Technologie” voor de omzetting van lichte olefinen naar benzine;
6.2.Katalytisch reformerings- en isomerisatietechnologie;
6.3.Technologie voor katalytisch en thermisch kraken.
BIJLAGE VII
Apparatuur en technologie bedoeld in artikel 12
8406 81 | Stoomturbines met een vermogen van meer dan 40 MW |
8411 82 | Gasturbines met een vermogen van meer dan 5 000 kW |
ex85 01 | Elektrische motoren en generatoren met een vermogen van meer dan 3 MW of 5 000 kVA |
BIJLAGE VIII
Lijst van goud, edelmetaal en diamant als bedoeld in artikel 11 bis
GS-code | Omschrijving |
7102 | Diamant, ook indien bewerkt, doch niet gevat noch gezet. |
7106 | Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, half bewerkt of in poedervorm. |
7108 | Goud (geplatineerd goud daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm. |
7109 | Onedele metalen en zilver, geplateerd met goud, onbewerkt of halfbewerkt. |
7110 | Platina, onbewerkt, half bewerkt of in poedervorm. |
7111 | Onedele metalen, zilver en goud, geplateerd met platina, onbewerkt of halfbewerkt. |
7112 | Resten en afval, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen; andere resten en afval, bevattende edele metalen of verbindingen van edele metalen, van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het terugwinnen van edele metalen. |
BIJLAGE IX
LIJST VAN APPARATUUR, GOEDEREN EN TECHNOLOGIE BEDOELD IN ARTIKEL 2 TER
De in deze bijlage vermelde lijst omvat geen producten waarvan is vastgesteld dat het gaat om verpakte consumptiegoederen voor de detailhandelsverkoop voor persoonlijk gebruik of verpakte consumptiegoederen voor individueel gebruik, met uitzondering van isopropanol.
Inleiding
1.Tenzij anders is aangegeven, verwijzen de referentienummers in de kolom „Beschrijving” hierna naar de beschrijvingen van producten voor tweeërlei gebruik in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
2.Een referentienummer in de kolom „Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009” hierna houdt in dat de kenmerken van het in de kolom „Beschrijving” beschreven artikel buiten de parameters in de zin van de beschrijving van de desbetreffende post vallen.
3.De definitie van termen tussen „enkele aanhalingstekens” wordt gegeven in een technische aantekening bij de betrokken post.
4.De definitie van termen tussen „dubbele aanhalingstekens” kan worden gevonden in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009.
Algemene aantekeningen
1.De doelstelling van de controle op de uitvoer van de goederen, vermeld in deze bijlage, mag niet worden omzeild door de uitvoer van niet aan vergunningsplicht onderworpen goederen (met inbegrip van fabrieken) die een of meer aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen bevatten, als deze onderdelen het voornaamste element van de goederen vormen en gemakkelijk kunnen worden verwijderd of voor andere doeleinden worden aangewend.
Aantekening:Bij de beoordeling van de vraag of het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element dient/dienen te worden aangemerkt, dienen factoren als hoeveelheid, waarde en technologische knowhow alsmede andere bijzondere omstandigheden op grond waarvan het aan vergunningsplicht onderworpen onderdeel/de aan vergunningsplicht onderworpen onderdelen als voornaamste element van de geleverde goederen kan/kunnen worden aangemerkt, een rol te spelen.
2.Met goederen worden in deze bijlage zowel nieuwe als gebruikte goederen bedoeld.
Algemene technologienoot (ATN)
(Te lezen in samenhang met sectie B van deze bijlage)
1.De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van „technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen waarvan de verkoop, levering, overdracht of uitvoer in sectie IX.A van deze bijlage aan een vergunningsplicht is onderworpen, is op grond van de bepalingen van sectie B aan een vergunningsplicht onderworpen.
2.„Technologie” die „noodzakelijk” is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van aan een vergunningsplicht onderworpen goederen, is ook aan een vergunningsplicht onderworpen als deze technologie wordt toegepast op niet aan een vergunningsplicht onderworpen goederen.
3.De vergunningsplicht geldt niet voor de minimaal noodzakelijke „technologie” voor installatie, bediening, onderhoud en (controle) reparatie van goederen die niet worden gecontroleerd of waarvan de uitvoer op grond van deze verordening is toegestaan.
4.De vergunningsplicht voor de overdracht van „technologie” is niet van toepassing op informatie die „voor iedereen beschikbaar” is, op „fundamenteel wetenschappelijk onderzoek” en op de voor octrooiaanvragen noodzakelijke minimuminformatie.
GOEDEREN
IX.A1. Materialen, chemicaliën, „micro-organismen” en „toxines”
Nummer | Omschrijving | Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
IX.A1.001 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: tributylfosfiet, (CAS 102-85-2) methylisocyanaat, (CAS 624-83-9) chinaldine, (CAS 91-63-4) 2-broomchloorethaan (CAS 107-04-0) | |
IX.A1.002 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: benzil, (CAS 134-81-6) diethylamine, (CAS 109-89-7) diethylether, (CAS 60-29-7) dimethylether, (CAS 115-10-6) dimethylaminoethanol, (CAS 108-01-0) | |
IX.A1.003 | Chemicaliën in een concentratie van 95 % of meer, als hieronder: 2-methoxyethanol, (CAS 109-86-4) butyrylcholinesterase (BCHE) diëthyleentriamine, (CAS 111-40-0) dichloormethaan, (CAS 75-09-3) dimethylanaline, (CAS 121-69-7) ethylbromide (CAS 74-96-4); ethylchloride, (CAS 75-00-3) ethylamine, (CAS 75-04-7) hexamine, (CAS 100-97-0) isopropylbromide, (CAS 75-26-3) isopropylether, (CAS 108-20-3) methylamine, (CAS 74-89-5) methylbromide (CAS 74-83-9); monoisopropylamine, (CAS 75-31-0) obidoximchloride (CAS 114-90-9) kaliumbromide, (CAS 7758-02-3) pyridine, (CAS 110-86-1) pyridostigminebromide, (CAS 101-26-8) natrium bromide, (CAS 7647-15-6) natriummetaal, (CAS 7440-23-5) tributylamine, (CAS 102-82-9) triethylamine, (CAS 121-44-8) trimethylamine, (CAS 75-50-3) | |
IX.A1.004 | Geïsoleerde chemisch welbepaalde verbindingen als bedoeld in aantekening 1 bij de hoofdstukken 28 en 29 van de gecombineerde nomenclatuur (1), in een concentratie van 90% of meer*, tenzij anders aangegeven, als hieronder: aceton, (CAS RN 67-64-1) (GN-code 2914 11 00) acetyleen, (CAS RN 74-86-2) (GN-code 2901 29 00) ammoniak, (CAS RN 7664-41-7) (GN-code 2814 10 00) antimoon, (CAS RN 7440-36-0) (post 8110) benzaldehyde, (CAS RN 100-52-7) (GN-code 2912 21 00) benzoïne, (CAS RN 119-53-9) (GN-code 2914 40 90) butaan-1-ol, (CAS RN 71-36-3) (GN-code 2905 13 00) butaan-2-ol, (CAS RN 78-92-2) (GN-code 2905 14 90) isobutanol, (CAS RN 78-83-1) (GN-code 2905 14 90) tert-butanol, (CAS RN 75-65-0) (GN-code 2905 14 10) calciumcarbide, (CAS RN 75-20-7) (GN-code 2849 10 00) koolstofmonoxide, (CAS RN 630-08-0) (GN-code 2811 29 90) chloor, (CAS RN 7782-50-5) (GN-code 2801 10 00) cyclohexanol, (CAS RN 108-93-0) (GN-code 2906 12 00) dicyclohexylamine (DCA), (CAS RN 101-83-7) (CN code 2921 30 99) ethanol, (CAS RN 64-17-5) (GN-code 2207 10 00) etheen (ethyleen), (CAS RN 74-85-1) (GN-code 2901 21 00) ethyleenoxide, (CAS RN 75-21-8) (GN-code 2910 10 00) fluorapatiet, (CAS RN 1306-05-4) (GN-code 2835 39 00) waterstofchloride, (CAS RN 7647-01-0) (GN-code 2806 10 00) waterstofsulfide, (CAS RN 7783-06-4) (GN-code 2811 19 80) isopropanol in een concentratie van 95% of meer, (CAS RN 67-63-0) (GN-code 2905 12 00) amandelzuur, (CAS RN 90-64-2) (GN-code 2918 19 98) methanol, (CAS RN 67-56-1) (GN-code 2905 11 00) chloormethaan (methylchloride), (CAS RN 74-87-3) (GN-code 2903 11 00) joodmethaan (methyljodide), (CAS RN 74-88-4) (GN-code 2903 39 90) methaanthiol (methylmercaptaan), (CAS RN 74-93-1) (GN-code 2930 90 99) ethyleenglycol (1,2-ethaandiol), (CAS RN 107-21-1) (GN-code 2905 31 00) oxalylchloride, (CAS RN 79-37-8) (GN-code 2917 19 90) kaliumsulfide, (CAS RN 1312-73-8) (GN-code 2830 90 85) kaliumthiocyanaat (KSCN), (CAS RN 333-20-0) (GN-code 2842 90 80) natriumhypochloriet, (CAS RN 7681-52-9) (GN-code 2828 90 00) zwavel, (CAS RN 7704-34-9) (GN-code 2802 00 00) zwaveldioxide, (CAS RN 7446-09-5) (GN-code 2811 29 05) zwaveltrioxide, (CAS RN 7446-11-9) (GN-code 2811 29 10) tributylfosfiet, (CAS RN 3982-91-0) (GN-code 2853 00 90) triisobutylfosfaat, (CAS RN 1606-96-8) (GN-code 2920 90 85) witte/gele fosfor, (CAS RN 12185-10-3, 7723-14-0) (GN-code 2804 70 00) | |
(1)Zoals bepaald in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 927/2012 van de Commissie van 9 oktober 2012 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 304 van 31.10.2012, blz. 1). |
IX.A2. Materiaalbewerking
Nummer | Omschrijving | Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
IX.A2.001 | Op de vloer gemonteerde zuurkasten (inloopmodel) met een nominale breedte van ten minste 2,5 m. | |
IX.A2.002 | Luchtzuiverende en verse lucht aanvoerende gelaatsbedekkende ademhalingsmaskers andere dan bedoeld in 1A004 of 2B352f1. | 1A004.a |
IX.A2.003 | Biologische veiligheidskasten van klasse II of isolerende systemen met soortgelijke werkingsnormen. | 2B352.f.2 |
IX.A2.004 | Niet-continumengers met een rotorvermogen van ten minste 4 liter, die kunnen worden gebruikt met biologische materialen. | |
IX.A2.005 | Fermentoren, geschikt voor het kweken van pathogene „micro-organismen” of virussen of de productie van „toxinen”, zonder aërosolvorming, met een totale capaciteit van 5 liter of meer, maar minder dan 20 liter. Technische aantekening: Fermentoren omvatten bioreactoren, chemostaten en continustroomsystemen. | 2B352.b |
IX.A2.007 | Ruimten onder gecontroleerde atmosfeer, klassiek of met luchtstroom, en onafhankelijke HEPA- of ULPA-filtereenheden die kunnen worden gebruikt voor P3- en P4- (BSL3, BSL4, L3, L4) inperkingsinstallaties. | 2B352.a |
IX.A2.008 | Chemische productieapparatuur en onderdelen daarvan, andere dan bedoeld in 2B350 of A2.009, als hieronder: a) reactorvaten of reactors, met of zonder roerwerk, met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 liter) en minder dan 20 m3 (20 000 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van de volgende materialen: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; b) roerwerken voor gebruik in reactorvaten of reactors als aangegeven in 2B350.a, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; c) opslagtanks en vaten met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van de volgende materialen: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; d) warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken welke in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt, gemaakt zijn van: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. e) distillatiekolommen of absorptiekolommen met een inwendige diameter van meer dan 0,1 m, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; f) kleppen met een „nominale afmeting” van meer dan 10 mm en de voor die kleppen ontworpen omhulsels (klephuizen), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte van 1,2 % of minder; Technische aantekening: 1. De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de klep een vergunningsplicht geldt. 2. Onder „nominale afmeting” wordt verstaan de kleinste diameter van de inlaat- en uitlaatopeningen. g) pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van het volgende materiaal: 1. roestvrij staal met een chroomgehalte van 10,5 % of meer en een koolstofgehalte 1,2 % of minder; h) vacuümpompen met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 1 m3 per uur bij standaardtemperatuur (273 K (0 °C)) en druk (101,3 kPa), en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een of meer van de volgende materialen 1. „legeringen” met meer dan 25 gewichtspercenten nikkel en meer dan 20 gewichtspercenten chroom; 2. keramische materialen; 3. „ferrosilicium”; 4. fluorpolymeren (polymere of elastomere materialen die meer dan 35 gewichtspercenten fluor bevatten); 5. glas, met inbegrip van verglaasde of geëmailleerde lagen of glasbekleding („lining”); 6. grafiet of „koolstofgrafiet”; 7. nikkel of „legeringen” die meer dan 40 gewichtspercenten nikkel bevatten; 8. roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; 9. tantaal of „legeringen” ervan; 10. titaan of „legeringen” ervan; 11. zirkonium of „legeringen” ervan, of 12. niobium (columbium) of „legeringen” ervan; Technische aantekeningen:1. De voor membranen, pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt, 2. „koolstofgrafiet” is een composiet bestaande uit amorf koolstof en grafiet, met 8 of meer gewichtspercenten grafiet. 3. „Ferrosilicium” is een ijzerlegering met 8 of meer gewichtspercenten silicium. Voor de hierboven opgesomde materialen wordt onder „legeringen” — voor zover de term niet vergezeld gaat van een specifieke concentratie van een chemisch element — verstaan, legeringen waarin het geïdentificeerde metaal in een hoger gewichtspercent dan enig ander element aanwezig is. | 2B350.a-e 2B350.g 2B350.i |
IX.A2.009 | Chemische productieapparatuur en onderdelen daarvan, andere dan bedoeld in 2B350 of A2.008, als hieronder: reactorvaten of reactors, met of zonder roerwerk, met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 liter) en minder dan 20 m3 (20 000 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van de volgende materialen: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; roerwerken voor gebruik in reactorvaten of reactors als aangegeven in I.2A.029.a, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van de volgende materialen: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; opslagtanks en vaten met een totaal inwendig (geometrisch) volume van meer dan 0,1 m3 (100 liter), waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van de volgende materialen: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; warmtewisselaars of condensors met een warmte-uitwisseloppervlak van meer dan 0,05 m2 en minder dan 30 m2, en voor gebruik in dergelijke warmtewisselaars of condensors ontworpen buizen, platen, spoelen of blokken (kernen), waarvan alle oppervlakken welke in direct contact komen met de vloeistoffen die worden verwerkt, gemaakt zijn van: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; Technische aantekening: De voor pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de warmtewisselaar een vergunningsplicht geldt. distillatiekolommen of absorptiekolommen met een inwendige diameter van meer dan 0,1 m, en vloeistofverdelers, stoomverdelers of systemen voor de opvang van vloeistoffen, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van het volgende materiaal: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; kleppen met een nominale diameter van meer dan 10 mm en de voor die kleppen ontworpen omhulsels (klephuizen), speciaal voor die kleppen ontworpen kogels of kegels, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt of zijn opgeslagen, gemaakt zijn van het volgende materiaal: roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; Technische noot: Onder „nominale afmeting” wordt verstaan de kleinste diameter van de inlaat- en uitlaatopeningen. pompen met meervoudige afdichting en pompen zonder afdichting, met door de fabrikant opgegeven maximale pompsnelheid van meer dan 0,6 m3 per uur, bij standaardtemperatuur (273 K (0 °C)) en druk (101,3 kPa) en voor gebruik in dergelijke pompen ontworpen omhulsels (pomphuizen), voorgevormde binnenbekledingen, schoepen, vleugelraderen of straalpompverdeelstukken, waarvan alle oppervlakken die in direct contact komen met de chemicaliën die worden verwerkt, gemaakt zijn van een van de volgende materialen: keramische materialen; ferrosilicium (een ijzerlegering met 8 of meer gewichtspercenten silicium); roestvrij staal met 20 gewichtspercenten nikkel en 19 of meer gewichtspercenten chroom; Technische aantekeningen: De voor membranen, pakkingen, afsluitringen en andere afdichtingen gebruikte materialen zijn niet bepalend voor de vraag of voor de pomp een vergunningsplicht geldt. Voor de hierboven opgesomde materialen wordt onder „legeringen” — voor zover de term niet vergezeld gaat van een specifieke concentratie van een chemisch element — verstaan, legeringen waarin het geïdentificeerde metaal in een hoger gewichtspercent dan enig ander element aanwezig is. | |
IX.A2.010 | Uitrusting Laboratoriumuitrusting voor het destructief of niet-destructief analyseren of detecteren van chemische stoffen, met uitzondering van uitrusting, met inbegrip van onderdelen of toebehoren, specifiek bedoeld voor medisch gebruik. | |
B. TECHNOLOGIE
Nummer | Omschrijving | Verwant item in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 |
IX.B.001 | „Technologie” die noodzakelijk is voor de „ontwikkeling”, de „productie” of het „gebruik” van goederen vallende onder sectie IX.A hierboven. Technische opmerking: De term „technologie” omvat ook „programmatuur”. |
BIJLAGE X
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 11 TER BEDOELDE LUXEGOEDEREN
1. Volbloedpaarden
GN-codes: 0101 21 00
2. Kaviaar en kaviaarsurrogaten; in het geval van kaviaarsurrogaten als de verkoopprijs hoger ligt dan 20 EUR per 100 g
GN-codes: ex160431 00, ex160432 00
3. Truffels
GN-codes: 2003 90 10
4. Wijnen (inclusief mousserende wijnen) met een verkoopprijs hoger dan 50 EUR per liter, alcohol en gedistilleerde dranken met een verkoopprijs hoger dan 50 EUR per liter
GN-codes: ex22 04 21 tot ex22 04 29, ex22 08, ex22 05
5. Sigaren en cigarillos met een verkoopprijs hoger dan 10 EUR per stuk
GN-codes: ex240210 00
6. Parfums en reukwaters met een verkoopprijs hoger dan 70 EUR per 50 ml en cosmetica, met inbegrip van schoonheids- en make-upproducten met een verkoopprijs hoger dan 70 EUR per stuk
GN-codes: ex330300 10, ex330300 90, ex33 04, ex33 07, ex34 01
7. Lederwaren, zadelwerk, reisartikelen, handtassen en dergelijke artikelen met een verkoopprijs van meer dan 200 EUR per stuk
GN-codes: ex420100 00, ex42 02, ex420500 90
8. Kleding, kledingtoebehoren en schoenen (ongeacht het materiaal) met een verkoopprijs van meer dan 600 EUR per stuk
GN-codes: ex42 03, ex43 03, ex 61, ex 62, ex64 01, ex64 02, ex64 03, ex64 04, ex64 05, ex65 04, ex66 05 00, ex65 06 99, ex660191 00, ex66 01 99, ex660200 00
9. Parels, edel- en halfedelstenen, artikelen van parels, juwelen, goud- en zilverwerk
GN-codes: 7101, 7102, 7103, 7104 20, 7104 90, 7105, 7106, 7107, 7108, 7109, 7110, 7111, 7113, 7114, 7115, 7116
10. Niet in omloop zijnde munten en bankbiljetten
GN-codes: ex49 07 00, 7118 10, ex71 18 90
11. Bestek van edelmetaal of van metaal geplateerd met edelmetaal
GN-codes: ex71 14, ex71 15, ex82 14, ex82 15, ex93 07
12. Servies van porselein, steen of aardewerk of fijne keramiek met een verkoopprijs van meer dan 500 EUR per stuk
GN-codes: ex691110 00, ex691200 30, ex691200 50
13. Loodkristallen glaswerk met een verkoopprijs van meer dan 200 EUR per stuk
GN-codes: ex700991 00, ex700992 00, ex70 10, ex70 13 22, ex70 13 33, ex70 13 41, ex70 13 91, ex70 18 10, ex70 18 90, ex702000 80, ex940510 50, ex940520 50, ex94 05 50, ex94 05 91
14. Luxevoertuigen voor het vervoer van personen over land, lucht of water, alsook accessoires daarvoor; in het geval van nieuwe voertuigen als de verkoopprijs hoger ligt dan 25 000 EUR; in het geval van tweedehands voertuigen als de verkoopprijs hoger ligt dan 15 000 EUR
GN-codes: ex86 03, ex860500 00, ex87 02, ex87 03, ex87 11, ex87 12 00, ex87 16 10, ex871640 00, ex871680 00, ex87 16 90, ex88 01 00, ex880211 00, ex880212 00, ex880220 00, ex880230 00, ex880240 00, ex88 05 10, ex89 01 10, ex89 03
15. Klokken en horloges en onderdelen daarvan met een verkoopprijs van meer dan 500 EUR per stuk
GN-codes: ex91 01, ex91 02, ex91 03, ex91 04, ex91 05, ex91 08, ex91 09, ex91 10, ex91 11, ex91 12, ex91 13, ex91 14
16. Kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten
GN-codes: 97
17. Artikelen en uitrusting om te skiën, te golfen en watersporten te beoefenen, met een verkoopprijs hoger dan 500 EUR per stuk
GN-codes: ex401519 00, ex401590 00, ex611220 00, ex61 12 31, ex61 12 39, ex61 12 41, ex61 12 49, ex61 13 00, ex61 14, ex621020 00, ex621030 00, ex621040 00, ex621050 00, ex621111 00, ex621112 00, ex62 11 20, ex621132 90, ex621133 90, ex621139 00, ex621142 90, ex621143 90, ex621149 00, ex64 02 12, ex640312 00, ex640411 00, ex640419 90, ex90 04 90, ex90 20, ex95 06 11, ex95 06 12, ex950619 00, ex950621 00, ex950629 00, ex950631 00, ex950632 00, ex95 06 39, ex95 07
18. Artikelen en uitrusting voor biljart, automatische bowling, casinospelen en spelen die met munten of bankbiljetten in werking worden gesteld, met een verkoopprijs hoger dan 500 EUR per stuk
GN-codes: ex95 04 20, ex95 04 30, ex950440 00, ex950490 80
(1) PB L 319 van 2.12.2011, blz. 56.
(2) PB L 121 van 10.5.2011, blz. 1.
(3) Verordeningen van de Raad (EU) nr. 878/2011 (PB L 228 van 3.9.2011, blz. 1), (EU) nr. 950/2011 (PB L 247 van 24.9.2011, blz. 3), (EU) nr. 1011/2011 (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 18), (EU) nr. 1150/2011 (PB L 296 van 15.11.2011, blz. 1).
(4) Uitvoeringsverordeningen van de Raad (EU) nr. 504/2011 (PB L 136 van 24.5.2011, blz. 45), (EU) nr. 611/2011 (PB L 164 van 24.6.2011, blz. 1), (EU) nr. 755/2011 (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 33), (EU) nr. 843/2011 (PB L 218 van 24.8.2011, blz. 1), (EU) nr. 1151/2011 (PB L 296 van 15.11.2011, blz. 3).
(5) Uitvoeringsbesluit 2011/302/GBVB van de Raad (PB L 136 van 24.5.2011, blz. 91), Uitvoeringsbesluit 2011/367/GBVB van de Raad (PB L 164 van 24.6.2011, blz. 14), Uitvoeringsbesluit 2011/488/GBVB van de Raad (PB L 199 van 2.8.2011, blz. 74), Uitvoeringsbesluit 2011/515/GBVB van de Raad (PB L 218 van 24.8.2011, blz. 20), Besluit 2011/522/GBVB van de Raad (PB L 228 van 3.9.2011, blz. 16), Besluit 2011/628/GBVB van de Raad (PB L 247 van 24.9.2011, blz. 17), Besluit 2011/684/GBVB van de Raad (PB L 269 van 14.10.2011, blz. 33), Besluit 2011/735/GBVB van de Raad (PB L 296 van 15.11.2011, blz. 53), Uitvoeringsbesluit 2011/736/GBVB van de Raad (PB L 296 van 15.11.2011, blz. 55).
(6) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
(7) PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
(8) PB L 177 van 30.6.2006, blz. 1.
(9) PB L 345 van 19.12.2002, blz. 1.
(10) PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1.
(11) PB L 9 van 15.1.2003, blz. 3.
(12) PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1.
(13) PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.
(14) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.
(15) PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.
(16) PB L 139 van 29.5.2002, blz. 9.
(17) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
(18) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).
(19) IMSI: International Mobile Subscriber Identity. Dit is een unieke identificatiecode voor elk mobiel telefoontoestel, die op de SIM-kaart staat en aan de hand waarvan deze SIM via DSM en UMTS-netwerken kan worden opgespoord.
(20) MSISDN: Mobile Subscriber Integrated Services Digital Network Number. Dit is het unieke nummer dat aan elk abonnement op een GSM- of UMTS-netwerk wordt toegekend. Eenvoudig gesteld is het het telefoonnummer van de SIM-kaart in een mobiele telefoon en daarom wordt hierdoor de mobiele abonnee net zo goed geïdentificeerd als door het IMSI-nummer, zulks echter in verband met het doorzenden van gesprekken.
(21) IMEI: International Mobile Equipment Identity. Het is een, gewoonlijk uniek, nummer voor het identificeren van mobiele telefoons van de types GSM, WCDMA en IDEN, alsook van sommige satelliettelefoons. Meestal is het afgedrukt in het batterijvak van de telefoon. Onderschepping (aftappen) kan gericht plaatsvinden via het IMEI-, IMSI- of MSISDN-nummer.
(22) TMSI: Temporary Mobile Subscriber Identity. Dit nummer is het meest gebruikelijk voor de communicatie tussen de telefoon en het netwerk.
(23) SMS: Short Message System
(24) GSM: Global System for Mobile Communications
(25) GPS: Global Positioning System
(26) GPRS: General Package Radio Service
(27) UMTS: Universal Mobile Telecommunication System
(28) CDMA: Code Division Multiple Access
(29) PSTN: Public Switch Telephone Networks
(30) DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol
(31) SMTP: Simple Mail Transfer Protocol
(32) GTP: GPRS Tunneling Protocol