Home

Verordening (EU) n r. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010

Verordening (EU) n r. 267/2012 van de Raad van 23 maart 2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 961/2010

HOOFDSTUK I DEFINITIES

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

a)"bijkantoor"
van een financiële instelling of kredietinstelling: een onderneming die een juridisch afhankelijk onderdeel is van een financiële instelling of een kredietinstelling en rechtstreeks alle of enkele transacties van de betrokken financiële instelling of kredietinstelling uitvoert;
b)"tussenhandeldiensten":
  1. het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of

  2. het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook als zij zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

c)"vordering":

elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

  1. elke vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

  2. elke vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

  3. elke vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

  4. elke reconventionele vordering;

  5. elke vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

d)"contract of transactie":
elke verrichting, ongeacht haar vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder "contract" tevens begrepen alle - ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande - met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;
e)"bevoegde autoriteiten":
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage X;
f)"kredietinstelling":
een kredietinstelling als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2006/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen(1), met inbegrip van bijkantoren ervan binnen of buiten de Unie;
g)"douanegebied van de Unie":
het grondgebied als gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek(2) en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad(3);
h)"economische middelen":
activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
i)"financiële instelling":
  1. een onderneming, andere dan een kredietinstelling, die een of meer van de operaties verricht als bedoeld in de punten 2 tot en met 12 en 14 en 15 van bijlage I bij Richtlijn 2006/48/EG, met inbegrip van geldwisselactiviteiten (bureaux de change);

  2. een verzekeringsmaatschappij die over een vergunning beschikt overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)(4), in zoverre zij activiteiten verricht die door die richtlijn worden bestreken;

  3. een beleggingsonderneming als gedefinieerd in punt 1 van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten(5);

  4. een collectieve beleggingsonderneming die haar rechten van deelname of aandelen op de markt brengt; of

  5. een verzekeringstussenpersoon als gedefinieerd in artikel 2, lid 5, van Richtlijn 2002/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 december 2002 betreffende verzekeringsbemiddeling(6), met uitzondering van de tussenpersonen die zijn bedoeld in artikel 2, lid 7, van genoemde richtlijn, indien zij levensverzekeringsdiensten en andere diensten in verband met beleggingen verrichten;

alsook de bijkantoren ervan binnen en buiten de Unie;

j)"bevriezing van economische middelen":
het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;
k)"bevriezing van tegoeden":
het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
l)"tegoeden":

financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

  1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

  2. deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

  3. in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

  4. rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

  5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

  6. kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

  7. bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

m)"goederen":
ook artikelen, materieel en uitrusting;
n)"verzekering":
een overeenkomst waarbij een of meer natuurlijke personen of rechtspersonen zich tegen betaling ertoe verbinden een of meer andere personen een in de overeenkomst bepaalde vergoeding of uitkering te verstrekken indien een risico intreedt;
o)"Iraanse persoon, entiteit of lichaam":
  1. de staat Iran en elke overheidsinstantie van Iran;

  2. een natuurlijke persoon die in Iran verblijft of woont;

  3. een rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Iran;

  4. een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Iran, die of dat direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen;

p)"herverzekering":
de activiteit die bestaat in het aanvaarden van risico's die door een verzekeringsonderneming of een herverzekeringsonderneming worden overgedragen, of, voor de assuradeursvereniging die bekend staat als "association of underwriters known as Lloyd's", tevens de activiteit die bestaat in het aanvaarden door een andere verzekeringsonderneming of herverzekeringsonderneming dan Lloyd's, van risico's welke door een lid van Lloyd's worden overgedragen;
q)"Sanctiecomité":
het comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties dat is opgericht overeenkomstig punt 18 van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties;
r)"technische bijstand":
elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;
s)"grondgebied van de Unie":
het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;
u)"Gezamenlijke commissie":
wordt verstaan een gezamenlijke commissie bestaande uit vertegenwoordigers van Iran en China, Frankrijk, Duitsland, de Russische Federatie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid („hoge vertegenwoordiger”), die wordt opgericht om toe te zien op de uitvoering van het gezamenlijk alomvattend actieplan (Joint Comprehensive Plan of Action) van 14 juli 2015 (hierna „JCPOA” genoemd) en die de functies zal vervullen als bepaald in het JCPOA, in overeenstemming met punt ix) van de preambule en algemene bepalingen van het JCPOA en met bijlage IV bij het JCPOA.

HOOFDSTUK II BEPERKINGEN OP DE UITVOER EN DE INVOER

Artikel 2 bis

1.

Een voorafgaande vergunning is vereist voor:

  1. het direct of indirect verkopen, leveren of overdragen aan of exporteren van de goederen en technologie, bedoeld in bijlage I, al dan niet van oorsprong uit de Unie, ten behoeve van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam of bestemd voor gebruik in Iran;

  2. het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met goederen en technologie genoemd in bijlage I, en in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van goederen en technologie opgenomen in bijlage I, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran;

  3. financiering of financiële bijstand in verband met goederen en technologie opgenomen in bijlage I, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van dergelijke goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand of tussenhandeldiensten, direct of indirect, aan Iraanse personen, entiteiten of lichamen of bestemd voor gebruik in Iran;

  4. alvorens een overeenkomst aan te gaan met Iraanse personen, entiteiten of lichamen, of personen of entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, met inbegrip van het accepteren van leningen die of krediet dat door dergelijke personen, entiteiten of lichamen worden verschaft, die het dergelijke personen, entiteiten of lichamen mogelijk zouden maken om, zelfstandig of als deelgenoot in een joint venture of ander partnerschap, deel te nemen aan of een deelneming te vergroten in handelsactiviteiten met betrekking tot het volgende:

    1. uraniumontginning,

    2. de productie of het gebruik van nucleaire materialen opgenomen in deel 1 van de lijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden.

    Het verstrekken van een lening of krediet aan dergelijke personen, entiteiten of lichamen valt hier eveneens onder:

  5. de aanschaf, de invoer of het vervoer uit Iran van in bijlage I opgenomen goederen en technologie, ongeacht of zij afkomstig zijn uit Iran.

2.

Bijlage I bevat de lijst met items, met inbegrip van goederen, technologie en software, opgenomen in de lijst van de Groep van Nucleaire Exportlanden.

3.

De desbetreffende lidstaat legt, waar passend, de onder lid 1, punten a) tot en met d), voorgestelde toestemming ter goedkeuring voor aan de Veiligheidsraad die geval per geval goedkeuring moet verlenen en zal geen toestemming geven totdat die goedkeuring is verkregen.

4.

De desbetreffende lidstaat legt de voorgestelde toestemming voor de activiteiten bedoeld in lid 1, punten a) tot en met d), ook voor aan de VN-Veiligheidsraad die geval per geval goedkeuring moet verlenen als die activiteiten verband houden met andere goederen of technologie die volgens die lidstaat kunnen bijdragen aan de activiteiten met betrekking tot opwerking- of verrijkinggerelateerde of zwaar watergerelateerde activiteiten die niet in overeenstemming zijn met het JCPOA. De lidstaat geeft geen toestemming voordat de goedkeuring is verkregen.

5.

De betrokken lidstaat stelt de gezamenlijke commissie in kennis van elke vergunning die is verleend uit hoofde van lid 1, onder e), en van elke vergunning met betrekking tot de aankoop, de invoer of het vervoer uit Iran van de andere goederen en technologie die zijn bedoeld in lid 4, ongeacht of deze van Iraanse oorsprong zijn of niet.

6.

De desbetreffende lidstaat informeert de andere lidstaten, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger over de verleende toestemmingen op grond van lid 1 en lid 5, of over de weigering van de VN-Veiligheidsraad om een toestemming goed te keuren overeenkomstig lid 3 en lid 4.

Artikel 2 ter

1.

Artikel 2 bis, lid 3 en lid 4, zijn niet van toepassing met betrekking tot de voorgestelde toestemmingen voor de verstrekking, verkoop of overdracht aan Iran van uitrusting bedoeld in lid 2, onder c), alinea 1, van bijlage B bij VNVR-Resolutie 2231 (2015) voor lichtwaterreactoren.

2.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger binnen vier weken in kennis van uit hoofde van dit artikel verleende toestemmingen.

Artikel 2 quater

Artikel 2 quinquies

Artikel 3 bis

Artikel 3 ter

Artikel 3 quater

Artikel 3 quinquies

Artikel 4 bis

Artikel 4 ter

Artikel 4 quater

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10 bis

Artikel 10 ter

Artikel 10 quater

Artikel 10 quinquies

Artikel 10 sexies

Artikel 10 septies

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14 bis

Artikel 15

Artikel 15 bis

HOOFDSTUK III BEPERKINGEN OP DE FINANCIERING VAN BEPAALDE ONDERNEMINGEN

HOOFDSTUK IV BEVRIEZEN VAN TEGOEDEN EN ECONOMISCHE MIDDELEN

Artikel 23

Artikel 23 bis

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 28 bis

Artikel 28 ter

Artikel 29

HOOFDSTUK V BEPERKINGEN OP GELDOVERMAKINGEN EN OP FINANCIËLE DIENSTEN

Artikel 30

Artikel 30 bis

Artikel 30 ter

Artikel 31

HOOFDSTUK VI BEPERKINGEN OP VERVOER

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 37 bis

Artikel 37 ter

HOOFDSTUK VII ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 38

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 43 bis

Artikel 43 ter

Artikel 43 quater

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE II BIS

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE IV BIS

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VI BIS

BIJLAGE VI TER

BIJLAGE VII

BIJLAGE VII BIS

BIJLAGE VII TER

BIJLAGE VIII

BIJLAGE IX

BIJLAGE X

BIJLAGE XI

BIJLAGE XII

BIJLAGE XIII

BIJLAGE XIV