Home

Verordening (EU) Nr. 575/2013  van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) Nr. 575/2013  van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (Voor de EER relevante tekst)

DEEL EEN ALGEMENE BEPALINGEN

TITEL I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1 Toepassingsgebied

In deze verordening worden uniforme regels vastgesteld betreffende algemene prudentiële vereisten waaraan instellingen waarop overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU toezicht wordt uitgeoefend, moeten voldoen op de volgende gebieden:

  1. eigenvermogensvereisten met betrekking tot volledig kwantificeerbare, uniforme en gestandaardiseerde elementen van kredietrisico, marktrisico, operationeel risico en afwikkelingsrisico;

  2. vereisten ter beperking van grote risicoblootstellingen;

  3. na de inwerkingtreding van de in artikel 460 bedoelde gedelegeerde handeling, liquiditeitsvereisten met betrekking tot volledig kwantificeerbare, uniforme en gestandaardiseerde elementen van liquiditeitsrisico;

  4. rapportagevereisten met betrekking tot de punten a), b) en c) en met betrekking tot hefboomfinanciering;

  5. openbaarmakingsvereisten.

Deze verordening beheerst niet de in Richtlijn 2013/36/EU bepaalde bekendmakingsvereisten voor bevoegde autoriteiten op het gebied van prudentiële regelgeving voor en bedrijfseconomisch toezicht op instellingen.

Artikel 2 Toezichthoudende bevoegdheden

Teneinde de naleving van deze verordening te waarborgen, beschikken de bevoegde autoriteiten over de bevoegdheden en volgen zij de procedures die in Richtlijn 2013/36/EU zijn bepaald.

Artikel 3 Toepassing van striktere vereisten door instellingen

Deze verordening belet instellingen niet hogere bedragen aan eigen vermogen en bestanddelen ervan aan te houden dan, of maatregelen toe te passen die strikter zijn dan die welke bij deze verordening worden voorgeschreven.

Artikel 4 Definities

Artikel 5 Specifieke definities voor kapitaalvereisten voor kredietrisico

TITEL II TOEPASSINGSNIVEAU VAN DE VEREISTEN

HOOFDSTUK 1 Toepassing van de vereisten op individuele basis

Artikel 6 Algemene beginselen
Artikel 7 Afwijking van de toepassing van prudentiële vereisten op individuele basis
Artikel 8 Afwijking van de toepassing van liquiditeitsvereisten op individuele basis
Artikel 9 Individuele consolidatiemethode
Artikel 10 Ontheffing voor kredietinstellingen die blijvend zijn aangesloten bij een centraal orgaan

HOOFDSTUK 2 Prudentiële consolidatie

Afdeling 1 Toepassing van de vereisten op geconsolideerde basis
Artikel 11 Algemene behandeling
Artikel 12 Financiële holding of gemengde financiële holding met zowel een dochterkredietinstelling als een dochterbeleggingsonderneming
Artikel 13 Toepassing van openbaarmakingsvereisten op geconsolideerde basis
Artikel 14 Toepassing van de vereisten van deel 5 op geconsolideerde basis
Artikel 15 Afwijking van de toepassing van eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis voor groepen van beleggingsondernemingen
Artikel 16 Afwijking van de toepassing van de hefboomratiovereisten op geconsolideerde basis voor groepen van beleggingsondernemingen
Artikel 17 Toezicht op beleggingsondernemingen waaraan ontheffing is verleend van de toepassing van eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis
Afdeling 2 Methoden voor prudentiële consolidatie
Artikel 18 Methoden voor prudentiële consolidatie
Afdeling 3 Reikwijdte van de prudentiële consolidatie
Artikel 19 Entiteiten die van de prudentiële consolidatie worden uitgesloten
Artikel 20 Gezamenlijke beslissingen over prudentiële vereisten
Artikel 21 Gezamenlijke beslissingen over het toepassingsniveau van liquiditeitsvereisten
Artikel 22 Subconsolidatie in geval van entiteiten in derde landen
Artikel 23 Ondernemingen in derde landen
Artikel 24 Waardering van actiefposten en posten buiten de balansstelling

DEEL TWEE EIGEN VERMOGEN

TITEL I BESTANDDELEN VAN HET EIGEN VERMOGEN

HOOFDSTUK 1 Tier 1-kapitaal

Artikel 25 Tier 1-kapitaal

HOOFDSTUK 2 Tier 1-kernkapitaal

Afdeling 1 Tier 1-kernkapitaalbestanddelen en -instrumenten
Artikel 26 Tier 1-kernkapitaalbestanddelen
Artikel 27 Kapitaalinstrumenten van onderlinge maatschappijen, coöperaties, spaarinstellingen en soortgelijke instellingen in tier 1-kernkapitaalbestanddelen
Artikel 28 Tier 1-kernkapitaalinstrumenten
Artikel 29 Door onderlinge maatschappijen, coöperaties, spaarinstellingen en soortgelijke instellingen uitgegeven kapitaalinstrumenten
Artikel 30 Gevolgen van het niet langer voldoen aan de voorwaarden voor tier 1-kernkapitaalinstrumenten
Artikel 31 In noodsituaties bij overheden geplaatste kapitaalinstrumenten
Afdeling 2 Prudentiële filters
Artikel 32 Gesecuritiseerde activa
Artikel 33 Kasstroomafdekkingen en veranderingen in de waarde van eigen verplichtingen
Artikel 34 Aanvullende waardeaanpassingen
Artikel 35 Tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten en verliezen
Afdeling 3 Aftrekkingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen, vrijstellingen en alternatieven
Onderafdeling 1 Aftrekkingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen
Onderafdeling 2 Vrijstellingen van en alternatieven voor aftrek van tier 1-kernkapitaalbestanddelen
Afdeling 4 Tier 1-kernkapitaal
Artikel 50 Tier 1-kernkapitaal

HOOFDSTUK 3 Aanvullend tier 1-kapitaal

Afdeling 1 Aanvullend-tier 1-bestanddelen en -instrumenten
Artikel 51 Aanvullend-tier 1-bestanddelen
Artikel 52 Aanvullend-tier 1-instrumenten
Artikel 53 Beperkingen op het staken van uitkeringen op aanvullend-tier 1-instrumenten en kenmerken die de herkapitalisatie van de instelling in de weg zouden kunnen staan
Artikel 54 Afwaardering of omzetting van aanvullend-tier 1-kapitaalinstrumenten
Artikel 55 Gevolgen van het niet langer voldoen aan de voorwaarden voor aanvullend-tier 1 instrumenten
Afdeling 2 Aftrekkingen van aanvullend-tier 1-bestanddelen
Artikel 56 Aftrekkingen van aanvullend-tier 1-bestanddelen
Artikel 57 Aftrekkingen van bezit van eigen aanvullend-tier 1-instrumenten
Artikel 58 Aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien een instelling een wederzijdse deelneming heeft die bedoeld is om het eigen vermogen kunstmatig te verhogen
Artikel 59 Aftrek van het bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector
Artikel 60 Aftrek van bezit van aanvullend-tier 1-instrumenten indien een instelling geen aanzienlijke deelneming in een entiteit uit de financiële sector heeft
Afdeling 3 Aanvullend tier 1-kapitaal
Artikel 61 Aanvullend tier 1-kapitaal

HOOFDSTUK 4 Tier 2-kapitaal

Afdeling 1 Tier 2-bestanddelen en -instrumenten
Artikel 62 Tier 2-bestanddelen
Artikel 63 Tier 2-instrumenten
Artikel 64 Afschrijving van tier 2-instrumenten
Artikel 65 Gevolgen van het niet langer voldoen aan de voorwaarden voor tier 2 instrumenten
Afdeling 2 Aftrekkingen van tier 2-bestanddelen
Artikel 66 Aftrekkingen van tier 2-bestanddelen
Artikel 67 Aftrekkingen van bezit van eigen tier 2-instrumenten
Artikel 68 Aftrek van bezit van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector indien een instelling een wederzijdse deelneming heeft die bedoeld is om het eigen vermogen kunstmatig te verhogen
Artikel 69 Aftrek van bezit van tier 2-instrumenten van entiteiten uit de financiële sector
Artikel 70 Aftrek van tier 2-instrumenten indien een instelling geen aanzienlijke deelneming in een relevante entiteit bezit
Afdeling 3 Tier 2-kapitaal
Artikel 71 Tier 2-kapitaal

HOOFDSTUK 5 Eigen vermogen

Artikel 72 Eigen vermogen

HOOFDSTUK 6 Algemene vereisten

Artikel 73 Uitkeringen op eigenvermogensinstrumenten
Artikel 74 Bezit van kapitaalinstrumenten die zijn uitgegeven door entiteiten uit de gereglementeerde financiële sector die niet als toetsingsvermogen worden aangemerkt
Artikel 75 Aftrek- en looptijdvereisten voor korte posities
Artikel 76 In indices opgenomen kapitaalinstrumenten
Artikel 77 Voorwaarden voor het verminderen van het eigen vermogen
Artikel 78 Toestemming van de toezichthouder voor het verminderen van het eigen vermogen
Artikel 79 Tijdelijke ontheffing van de aftrek van het eigen vermogen
Artikel 80 Doorlopende toetsing van de kwaliteit van het eigen vermogen

TITEL II MINDERHEIDSBELANG EN DOOR DOCHTERONDERNEMINGEN UITGEGEVEN AANVULLEND-TIER 1- EN TIER 2-INSTRUMENTEN

Artikel 81 Minderheidsbelangen die in aanmerking komen voor opname in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal

Artikel 82 In aanmerking komend aanvullend-tier 1-, tier 1- en tier 2-kapitaal en in aanmerking komend eigen vermogen

Artikel 83 In aanmerking komend aanvullend-tier 1- en tier 2-kapitaal dat door een special purpose entity wordt uitgegeven

Artikel 84 Minderheidsbelangen die in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal worden opgenomen

Artikel 85 In aanmerking komende tier 1-instrumenten die in het geconsolideerde tier 1-kapitaal worden opgenomen

Artikel 86 In aanmerking komend tier 1-kapitaal dat in het geconsolideerde aanvullend-tier 1-kapitaal wordt opgenomen

Artikel 87 In aanmerking komend eigen vermogen dat in het geconsolideerde eigen vermogen wordt opgenomen

Artikel 88 In aanmerking komende eigenvermogensinstrumenten die in het geconsolideerde tier 2-kapitaal worden opgenomen

TITEL IV IN AANMERKING KOMENDE DEELNEMINGEN BUITEN DE FINANCIËLE SECTOR

Artikel 89 Risicoweging van en verbod op in aanmerking komende deelnemingen buiten de financiële sector

Artikel 90 Alternatief voor een risicogewicht van 1250 %

Artikel 91 Uitzonderingen

DEEL DRIE KAPITAALVEREISTEN

TITEL I ALGEMENE VEREISTEN, WAARDERING EN RAPPORTAGE

HOOFDSTUK 1 Vereist niveau van het eigen vermogen

Afdeling 1 Eigenvermogensvereisten voor instellingen
Artikel 92 Eigenvermogensvereisten
Artikel 93 Aanvangskapitaalvereiste op continuïteitsbasis
Artikel 94 Afwijking voor kleine handelsportefeuilleactiviteiten
Afdeling 2 Eigenvermogensvereisten voor beleggingsondernemingen met beperkte vergunning voor het verstrekken van beleggingsdiensten
Artikel 95 Eigenvermogensvereisten voor beleggingsondernemingen met beperkte vergunning voor het verstrekken van beleggingsdiensten
Artikel 96 Eigenvermogensvereisten voor beleggingsondernemingen die aanvangskapitaal aanhouden als bepaald in artikel 28, lid 2, van Richtlijn 2013/36/EU
Artikel 97 Eigen vermogen op basis van vaste kosten
Artikel 98 Eigen vermogen voor beleggingsondernemingen op geconsolideerde basis

HOOFDSTUK 2 Vereisten voor berekening en rapportage

Artikel 99 Rapportage inzake eigenvermogensvereisten en financiële informatie
Artikel 100 Aanvullende rapportagevereisten
Artikel 101 Specifieke rapportageverplichtingen

HOOFDSTUK 3 Handelsportefeuille

Artikel 102 Vereisten voor de handelsportefeuille
Artikel 103 Beheer van de handelsportefeuille
Artikel 104 Opneming in de handelsportefeuille
Artikel 105 Vereisten voor prudente waardering
Artikel 106 Interne afdekking

TITEL II KAPITAALVEREISTEN VOOR KREDIETRISICO

HOOFDSTUK 1 Algemene beginselen

Artikel 107 Benaderingen van het kredietrisico
Artikel 108 Gebruik van een kredietrisicolimiteringstechniek in het kader van de standaardbenadering en de interneratingbenadering
Artikel 109 Behandeling van gesecuritiseerde blootstellingen in het kader van de standaardbenadering en de interneratingbenadering
Artikel 110 Behandeling van kredietrisicoaanpassing

HOOFDSTUK 2 Standaardbenadering

Afdeling 1 Algemene beginselen
Artikel 111 Blootstellingswaarde
Artikel 112 Categorieën blootstellingen
Artikel 113 Berekening van risicogewogen posten
Afdeling 2 Risicogewichten
Artikel 114 Blootstellingen met betrekking tot centrale overheden of centrale banken
Artikel 115 Blootstellingen met betrekking tot regionale of lokale overheden
Artikel 116 Blootstellingen met betrekking tot publiekrechtelijke lichamen
Artikel 117 Blootstellingen met betrekking tot multilaterale ontwikkelingsbanken
Artikel 118 Blootstellingen met betrekking tot internationale organisaties
Artikel 119 Blootstellingen met betrekking tot instellingen
Artikel 120 Blootstellingen met betrekking tot instellingen met een rating
Artikel 121 Blootstellingen met betrekking tot instellingen zonder rating
Artikel 122 Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen
Artikel 123 Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen
Artikel 124 Blootstellingen die gedekt zijn door hypotheken op onroerend goed
Artikel 125 Blootstellingen die geheel en volledig door hypotheken op niet-zakelijk onroerend goed zijn gedekt
Artikel 126 Blootstellingen die geheel en volledig gedekt zijn door hypotheken op zakelijk onroerend goed
Artikel 127 Blootstellingen waarbij sprake is van wanbetaling
Artikel 128 Posten met een bijzonder hoog risico
Artikel 129 Blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties
Artikel 130 Posten die securitisatieposities vertegenwoordigen
Artikel 131 Blootstellingen met betrekking tot instellingen en ondernemingen met een kredietbeoordeling voor de korte termijn
Artikel 132 Blootstellingen in de vorm van rechten van deelneming of aandelen in icb's
Artikel 133 Blootstellingen in aandelen
Artikel 134 Andere posten
Afdeling 3 Erkenning en mapping van kredietrisicobeoordeling
Onderafdeling 1 Erkenning van EKBI's
Onderafdeling 2 Mapping van kredietbeoordelingen van EKBI’S
Onderafdeling 3 Gebruik van kredietbeoordelingen van exportkredietverzekeringsmaatschappijen
Afdeling 4 Gebruik van kredietbeoordelingen van ekbi's voor de bepaling van risicogewichten
Artikel 138 Algemene vereisten
Artikel 139 Kredietbeoordeling van uitgevende instellingen en uitgiften
Artikel 140 Kredietbeoordelingen voor de korte en de lange termijn
Artikel 141 Posten luidend in nationale en buitenlandse valuta

HOOFDSTUK 3 Interneratingbenadering

Afdeling 1 Toestemming van de bevoegde autoriteiten voor het gebruik van de interneratingbenadering
Artikel 142 Definities
Artikel 143 Toestemming voor het gebruik van de interneratingbenadering
Artikel 144 Beoordeling door de bevoegde autoriteiten van een aanvraag voor het gebruik van een IRB-benadering
Artikel 145 Eerdere ervaring met het gebruik van IRB-benaderingen
Artikel 146 Maatregelen die moeten worden genomen wanneer niet langer aan de vereisten van dit hoofdstuk wordt voldaan
Artikel 147 Methode voor het onderbrengen van blootstellingen in categorieën
Artikel 148 Voorwaarden voor het toepassen van de IRB-benadering in verschillende categorieën blootstellingen en in verschillende bedrijfseenheden
Artikel 149 Voorwaarden voor het teruggrijpen op minder verfijnde benaderingen
Artikel 150 Voorwaarden voor permanent gedeeltelijk gebruik
Afdeling 2 Berekening van risicogewogen posten
Onderafdeling 1 Behandeling naar categorie blootstellingen
Onderafdeling 2 Berekening van voor kredietrisico gewogen posten
Onderafdeling 3 Berekening van risicogewogen posten voor het verwateringsrisico van gekochte kortlopende vorderingen
Afdeling 3 Verwachte verliesposten
Artikel 158 Behandeling naar soort blootstelling
Artikel 159 Behandeling van verwachte verliesposten
Afdeling 4 PD, LGD en looptijd
Onderafdeling 1 Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen, instellingen, centrale overheden en centrale banken
Onderafdeling 2 Blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen
Onderafdeling 3 Toepassing van de PD/LGD-methode op blootstellingen in aandelen
Afdeling 5 Blootstellingswaarde
Artikel 166 Blootstellingen met betrekking tot ondernemingen, instellingen, centrale overheden en centrale banken, en blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen
Artikel 167 Blootstellingen in aandelen
Artikel 168 Andere actiefposten die geen kredietverplichting vertegenwoordigen
Afdeling 6 Vereisten voor de IRB- benadering
Onderafdeling 1 Ratingsystemen
Onderafdeling 2 Risicokwantificering
Onderafdeling 3 Validatie van interne ramingen
Onderafdeling 4 Vereisten voor blootstellingen in aandelen in het kader van de internemodellenbenadering
Onderafdeling 5 Interne governance en intern toezicht

HOOFDSTUK 4 Kredietrisicolimitering

Afdeling 1 Definities en algemene vereisten
Artikel 192 Definities
Artikel 193 Beginselen voor het in aanmerking nemen van het effect van kredietrisicolimiteringstechnieken
Artikel 194 Beginselen betreffende de toelaatbaarheid van kredietrisicolimiteringstechnieken
Afdeling 2 Toelaatbare vormen van kredietrisicolimitering
Onderafdeling 1 Volgestorte kredietprotectie
Onderafdeling 2 Niet-volgestorte kredietprotectie
Onderafdeling 3 Soorten derivaten
Afdeling 3 Vereisten
Onderafdeling 1 Volgestorte kredietprotectie
Onderafdeling 2 Niet-volgestorte kredietprotectie en credit linked notes
Afdeling 4 Berekening van het effect van kredietrisicolimitering
Onderafdeling 1 Volgestorte kredietprotectie
Onderafdeling 2 Niet-volgestorte kredietprotectie
Afdeling 5 Looptijdmismatches
Artikel 237 Looptijdmismatch
Artikel 238 Looptijd van de kredietprotectie
Artikel 239 Waardering van protectie
Afdeling 6 Baskettechnieken inzake kredietrisicolimitering
Artikel 240 Kredietderivaten voor de eerst optredende wanbetaling
Artikel 241 Kredietderivaten voor de n-de wanbetaling

HOOFDSTUK 5 Securitisatie

Afdeling 1 Definities
Artikel 242 Definities
Afdeling 2 Inaanmerkingneming van de overdracht van een aanzienlijk deel van het risico
Artikel 243 Traditionele securitisatie
Artikel 244 Synthetische securitisatie
Afdeling 3 Berekening van risicogewogen posten
Onderafdeling 1 Beginselen
Onderafdeling 2 Berekening door de initiërende instellingen van bij een synthetische securitisatie gesecuritiseerde risicogewogen posten
Onderafdeling 3 Berekening van risicogewogen posten in het kader van de standaardbenadering
Onderafdeling 4 berekening van risicogewogen posten in het kader van de IRB-benadering
Afdeling 4 Externe kredietbeoordelingen
Artikel 267 Gebruik van kredietbeoordelingen door EKBI's
Artikel 268 Vereisten waaraan de kredietbeoordelingen door EKBI's moeten voldoen
Artikel 269 Gebruik van kredietbeoordelingen
Artikel 270 Mapping

HOOFDSTUK 6 Tegenpartijkredietrisico

Afdeling 1 Definities
Artikel 271 Bepaling van de blootstellingswaarde
Artikel 272 Definities
Afdeling 2 Methoden voor de berekening van de blootstellingswaarde
Artikel 273 Methoden voor de berekening van de blootstellingswaarde
Afdeling 3 Op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode
Artikel 274 Op de waardering tegen marktwaarde gebaseerde methode
Afdeling 4 Oorspronkelijkeblootstellingsmethode
Artikel 275 Oorspronkelijkeblootstellingsmethode
Afdeling 5 Standaardmethode
Artikel 276 Standaardmethode
Artikel 277 Transacties met een lineair risicoprofiel
Artikel 278 Transacties met een niet-lineair risicoprofiel
Artikel 279 Behandeling van zekerheden
Artikel 280 Berekening van risicoposities
Artikel 281 Renterisicoposities
Artikel 282 Samenstellen van afdekkingsinstrumenten
Afdeling 6 Internemodellenmethode
Artikel 283 Toestemming voor het toepassen van de internemodellenmethode
Artikel 284 Blootstellingswaarde
Artikel 285 Blootstellingswaarde voor aan een margeovereenkomst onderworpen samenstellen van verrekenbare transacties
Artikel 286 CCR-beheer – Beleidslijnen, processen en systemen
Artikel 287 Organisatiestructuren voor CCR-beheer
Artikel 288 Toetsing van het CCR-beheersysteem
Artikel 289 Gebruikstest
Artikel 290 Stresstests
Artikel 291 Wrongwayrisico
Artikel 292 Deugdelijkheid van het modelleringsproces
Artikel 293 Vereisten inzake het risicobeheersysteem
Artikel 294 Validatievereisten
Afdeling 7 Contractuele verrekening
Artikel 295 Inaanmerkingneming van contractuele verrekening als risicoverminderend
Artikel 296 Inaanmerkingneming van contractuele verrekeningsovereenkomsten
Artikel 297 Verplichtingen van de instellingen
Artikel 298 Impact van de inaanmerkingneming van verrekening als risicoverminderend
Afdeling 8 Posten in de handelsportefeuille
Artikel 299 Posten in de handelsportefeuille
Afdeling 9 Eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot een centrale tegenpartij
Artikel 300 Definities
Artikel 301 Materiële werkingssfeer
Artikel 302 Bewaking van blootstellingen ten aanzien van CTP's
Artikel 303 Behandeling van blootstellingen ten aanzien van CTP's van clearingleden
Artikel 304 Behandeling van blootstellingen van clearingleden ten aanzien van cliënten
Artikel 305 Behandeling van blootstellingen van cliënten
Artikel 306 Eigenvermogensvereisten voor CTP-transactieblootstellingen
Artikel 307 Eigenvermogensvereisten voor voorgefinancierde bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een CTP
Artikel 308 Eigenvermogensvereisten voor voorgefinancierde bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een gCTP
Artikel 309 Eigenvermogensvereisten voor voorgefinancierde bijdragen aan het wanbetalingsfonds van een niet-gekwalificeerde CTP en voor niet-volgestorte bijdragen aan een niet-gekwalificeerde CTP
Artikel 310 Alternatieve berekening van het eigenvermogensvereiste voor blootstellingen ten aanzien van een gCTP
Artikel 311 Eigenvermogensvereisten voor blootstellingen ten aanzien van CTP's die niet langer aan bepaalde voorwaarden voldoen

TITEL III EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR HET OPERATIONEEL RISICO

HOOFDSTUK 1 Algemene beginselen betreffende het gebruik van de verschillende benaderingen

Artikel 312 Toestemming en kennisgeving
Artikel 313 Teruggrijpen op minder verfijnde benaderingen
Artikel 314 Gecombineerde toepassing van verschillende benaderingen

HOOFDSTUK 2 Basisindicatorbenadering

Artikel 315 Eigenvermogensvereiste
Artikel 316 Relevante indicator

HOOFDSTUK 3 Standaardbenadering

Artikel 317 Eigenvermogensvereiste
Artikel 318 Beginselen voor mapping naar bedrijfsonderdelen
Artikel 319 Alternatieve standaardbenadering
Artikel 320 Criteria voor de standaardbenadering

HOOFDSTUK 4 Geavanceerde meetbenaderingen

Artikel 321 Kwalitatieve normen
Artikel 322 Kwantitatieve normen
Artikel 323 Impact van verzekering en van andere mechanismen van risico-overdracht
Artikel 324 Indeling naar soort van verliesgebeurtenissen

TITEL IV EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR HET MARKTRISICO

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 325 Tegemoetkomingen voor geconsolideerde vereisten

HOOFDSTUK 2 Eigenvermogensvereisten voor het positierisico

Afdeling 1 Algemene bepalingen en specifieke instrumenten
Artikel 326 Eigenvermogensvereisten voor het positierisico
Artikel 327 Verrekening
Artikel 328 Rentefutures en termijncontracten
Artikel 329 Opties en warrants
Artikel 330 Swaps
Artikel 331 Renterisico op afgeleide instrumenten
Artikel 332 Kredietderivaten
Artikel 333 Effecten die worden uitgeleend of worden verkocht op grond van een retrocessieovereenkomst
Afdeling 2 Schuldinstrumenten
Artikel 334 Nettoposities in schuldinstrumenten
Onderafdeling 1 Specifiek risico
Onderafdeling 2 Algemeen risico
Afdeling 3 Aandelen
Artikel 341 Nettoposities in aandeleninstrumenten
Artikel 342 Specifiek risico van aandeleninstrumenten
Artikel 343 Algemeen risico van aandeleninstrumenten
Artikel 344 Aandelenindices
Afdeling 4 Overneming
Artikel 345 Verlaging van nettoposities
Afdeling 5 Eigenvermogensvereisten voor het specifiek risico van door kredietderivaten afgedekte posities
Artikel 346 Tegemoetkoming voor afdekkingen met kredietderivaten
Artikel 347 Inaanmerkingneming van afdekkingen door middel van kredietderivaten voor het eerst optredende en voor het n-de kredietverzuim
Afdeling 6 Eigenvermogensvereisten voor ICB's
Artikel 348 Eigenvermogensvereisten voor icb's
Artikel 349 Algemene criteria voor icb's
Artikel 350 Specifieke methoden voor icb's

HOOFDSTUK 3 Eigenvermogensvereisten voor het valutarisico

Artikel 351 Drempel en weging voor valutarisico
Artikel 352 Berekening van de totale nettopositie in vreemde valuta's
Artikel 353 Valutarisico van icb's
Artikel 354 Nauw gecorreleerde valuta's

HOOFDSTUK 4 Eigenvermogensvereisten voor het grondstoffenrisico

Artikel 355 Keuze van de methode voor het grondstoffenrisico
Artikel 356 Handel in landbouwgrondstoffen als nevenactiviteit
Artikel 357 Posities in grondstoffen
Artikel 358 Welbepaalde instrumenten
Artikel 359 Benadering op grond van looptijdklassen
Artikel 360 Vereenvoudigde benadering
Artikel 361 Uitgebreide benadering op grond van looptijdklassen

HOOFDSTUK 5 Gebruik van interne modellen voor de berekening van eigenvermogensvereisten

Afdeling 1 Toestemming en eigenvermogensvereisten
Artikel 362 Specifiek en algemeen risico
Artikel 363 Toestemming voor het gebruik van interne modellen
Artikel 364 Eigenvermogensvereisten bij gebruik van interne modellen
Afdeling 2 Algemene vereisten
Artikel 365 Berekening van de VaR en de stressed VaR
Artikel 366 Wettelijk vereiste back-testing en vermenigvuldigingsfactoren
Artikel 367 Vereisten inzake risicometing
Artikel 368 Kwalitatieve vereisten
Artikel 369 Interne validatie
Afdeling 3 Bijzondere vereisten inzake modellen voor specifiek risico
Artikel 370 Vereisten inzake modellen voor specifiek risico
Artikel 371 In modellen voor specifiek risico buiten beschouwing gelaten factoren
Afdeling 4 Intern model voor het additioneel wanbetalingsrisico en het migratierisico
Artikel 372 Verplicht gebruik van een intern IRC-model
Artikel 373 Reikwijdte van het interne IRC-model
Artikel 374 Parameters van het interne IRC-model
Artikel 375 Inaanmerkingneming van afdekkingen in het interne IRC-model
Artikel 376 Bijzondere vereisten voor het interne IRC-model
Afdeling 5 Intern model voor correlatiehandel
Artikel 377 Vereisten inzake een intern model voor correlatiehandel

TITEL V EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR HET AFWIKKELINGSRISICO

Artikel 378 Afwikkelings-/leveringsrisico

Artikel 379 Niet-afgewikkelde transacties ("free deliveries")

Artikel 380 Ontheffing

TITEL VI EIGENVERMOGENSVEREISTEN VOOR HET RISICO VAN AANPASSING VAN DE KREDIETWAARDERING

Artikel 381 Betekenis van aanpassing van de kredietwaardering

Artikel 382 Werkingssfeer

Artikel 383 Geavanceerde methode

Artikel 384 Standaardmethode

Artikel 385 Alternatief voor het gebruiken van CVA-methoden om de eigenvermogensvereisten te berekenen

Artikel 386 In aanmerking komende afdekkingen

DEEL VIER GROTE RISICOBLOOTSTELLINGEN

Artikel 387 Onderwerp

Artikel 388 Negatieve werkingssfeer

Artikel 389 Definitie

Artikel 390 Berekening van de blootstellingswaarde

Artikel 391 Definitie van een instelling voor grote risicoblootstellingen

Artikel 392 Definitie van grote risicoblootstelling

Artikel 393 Capaciteit tot onderkenning en beheer van grote risicoblootstellingen

Artikel 394 Rapportagevereisten

Artikel 395 Limieten voor grote blootstellingen

Artikel 396 Naleving van de vereisten inzake grote risicoblootstellingen

Artikel 397 Berekening van additionele eigenvermogensvereisten voor grote risicoblootstellingen in de handelsportefeuille

Artikel 398 Procedures om te voorkomen dat instellingen de additionele eigenvermogensvereisten omzeilen

Artikel 399 In aanmerking komende technieken voor kredietrisicolimitering

Artikel 400 Vrijstellingen

Artikel 401 Berekening van het effect van het gebruik van technieken voor kredietrisicolimitering

Artikel 402 Blootstellingen die voortvloeien uit hypothecaire leningen

Artikel 403 Substitutiebenadering

DEEL VIJF BLOOTSTELLINGEN AAN OVERGEDRAGEN KREDIETRISICO'S

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DIT DEEL

Artikel 404 Werkingssfeer

TITEL II VEREISTEN VOOR ALS BELEGGER OPTREDENDE INSTELLINGEN

Artikel 405 Door de emittent aangehouden belang

Artikel 406 Due diligence

Artikel 407 Additioneel risicogewicht

TITEL III VEREISTEN VOOR ALS SPONSOR OF INITIATOR OPTREDENDE INSTELLINGEN

Artikel 408 Criteria voor kredietverlening

Artikel 409 Openbaarmaking aan beleggers

Artikel 410 Uniforme toepassingsvoorwaarde

DEEL ZES LIQUIDITEIT

TITEL I DEFINITIES EN LIQUIDITEITSDEKKINGSVEREISTE

Artikel 411 Definities

Artikel 412 Liquiditeitsdekkingsvereiste

Artikel 413 Stabiele financiering

Artikel 414 Naleving van liquiditeitsvereisten

TITEL II LIQUIDITEITSRAPPORTAGE

Artikel 415 Rapportageverplichting en rapportageformat

Artikel 416 Rapportage betreffende liquide activa

Artikel 417 Operationele vereisten voor het aanhouden van liquide activa

Artikel 418 Waardering van liquide activa

Artikel 419 Valuta's met beperkingen ten aanzien van de beschikbaarheid van liquide activa

Artikel 420 Liquiditeitsuitstromen

Artikel 421 Uitstromen op retaildeposito's

Artikel 422 Uitstromen op andere verplichtingen

Artikel 423 Additionele uitstromen

Artikel 424 Uitstromen uit krediet- en liquiditeitsfaciliteiten

Artikel 425 Instromen

Artikel 426 Aanpassing van toekomstige liquiditeitsvereisten

TITEL III RAPPORTAGE INZAKE STABIELE FINANCIERING

Artikel 427 Posten die stabiele financiering bieden

Artikel 428 Posten die stabiele financiering vereisen

DEEL ZEVEN HEFBOOMFINANCIERING

Artikel 429 Berekening van de hefboomratio

Artikel 429 bis Blootstellingswaarde van derivaten

Artikel 429 ter Opslagfactor voor tegenpartijkredietrisico bij retrocessietransacties, transacties inzake verstrekte of opgenomen effecten- of grondstoffenleningen, transacties met afwikkeling op lange termijn en margeleningstransacties

Artikel 430 Rapportagevereiste

DEEL ACHT OPENBAARMAKING DOOR INSTELLINGEN

TITEL I ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 431 Reikwijdte van de openbaarmakingsvereisten

Artikel 432 Informatie die als niet-wezenlijk, gepatenteerd of vertrouwelijk wordt beschouwd

Artikel 433 Openbaarmakingsfrequentie

Artikel 434 Openbaarmakingsmiddelen

TITEL II TECHNISCHE CRITERIA INZAKE TRANSPARANTIE EN OPENBAARMAKING

Artikel 435 Doelstellingen en beleidslijnen inzake risicobeheer

Artikel 436 Werkingssfeer

Artikel 437 Eigen vermogen

Artikel 438 Kapitaalvereisten

Artikel 439 Blootstelling aan het tegenpartijkredietrisico

Artikel 440 Kapitaalbuffers

Artikel 441 Indicatoren voor mondiale systeemrelevantie

Artikel 442 Kredietrisicoaanpassingen

Artikel 443 Niet-bezwaarde activa

Artikel 444 Gebruik van EKBI's

Artikel 445 Blootstelling aan marktrisico

Artikel 446 Operationeel risico

Artikel 447 Niet in de handelsportefeuille opgenomen blootstellingen met betrekking tot aandelen

Artikel 448 Blootstelling aan renterisico in verband met niet in de handelsportefeuille opgenomen posities

Artikel 449 Blootstelling met betrekking tot securitisatieposities

Artikel 450 Beloningsbeleid

Artikel 451 Hefboomfinanciering

TITEL III TE VERVULLEN VEREISTEN VOOR HET GEBRUIK VAN BEPAALDE INSTRUMENTEN OF METHODEN

Artikel 452 Gebruik van de IRB-benadering voor het kredietrisico

Artikel 453 Toepassing van kredietrisicolimiteringstechnieken

Artikel 454 Gebruik van de geavanceerde meetbenaderingen voor het operationeel risico

Artikel 455 Gebruik van interne modellen voor het marktrisico

DEEL NEGEN GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN

Artikel 456 Gedelegeerde handelingen

Artikel 457 Technische aanpassingen en correcties

Artikel 458 Macroprudentieel of systeemrisico onderkend op het niveau van een lidstaat

Artikel 459 Prudentiële vereisten

Artikel 460 Liquiditeit

Artikel 461 Herziening van de geleidelijke invoering van het liquiditeitsdekkingsvereiste

Artikel 462 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 463 Bezwaren tegen technische reguleringsnormen

Artikel 464 Europees Comité voor het bankwezen

DEEL TIEN OVERGANGSBEPALINGEN, VERSLAGEN, TOETSINGEN EN WIJZIGINGEN

TITEL I OVERGANGSBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 Eigenvermogensvereisten, tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten en verliezen, en aftrekkingen

Afdeling 1 Eigenvermogensvereisten
Artikel 465 Eigenvermogensvereisten
Artikel 466 Eerste keer dat de internationale standaarden voor financiële verslaglegging wordt toegepast
Afdeling 2 Tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten en verliezen
Artikel 467 Tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde verliezen
Artikel 468 Tegen reële waarde gemeten niet-gerealiseerde winsten
Afdeling 3 Aftrekkingen
Onderafdeling 1 Aftrekkingen van tier 1-kernkapitaalbestanddelen
Onderafdeling 2 Aftrekkingen van aanvullend-tier 1-bestanddelen
Onderafdeling 3 Aftrekkingen van tier 2-bestanddelen
Onderafdeling 4 Toepasselijke aftrekpercentages
Afdeling 4 Minderheidsbelang en door dochterondernemingen uitgegeven aanvullend-tier 1- en tier 2-instrumenten
Artikel 479 Opneming in het geconsolideerde tier 1-kernkapitaal van niet als minderheidsbelang aangemerkte instrumenten en posten
Artikel 480 Opneming in het geconsolideerde eigen vermogen van minderheidsbelangen en in aanmerking komend aanvullend-tier 1- en tier 2-kapitaal
Afdeling 5 Additionele filters en aftrekkingen
Artikel 481 Additionele filters en aftrekkingen
Artikel 482 Werkingssfeer voor derivatentransacties met pensioenfondsen

HOOFDSTUK 2 Grandfatheringbepalingen voor kapitaalinstrumenten

Afdeling 1 Instrumenten die staatssteun behelzen
Artikel 483 Grandfatheringbepalingen voor staatssteuninstrumenten
Afdeling 2 Instrumenten die geen staatssteun behelzen
Onderafdeling 1 Criteria voor en limieten van de grandfatheringbepalingen
Onderafdeling 2 Opneming van instrumenten met een call en aflossingsprikkel in aanvullend-tier 1- en tier 2-bestanddelen

HOOFDSTUK 3 Overgangsbepalingen voor de openbaarmaking van het eigen vermogen

Artikel 492 Openbaarmaking van het eigen vermogen

HOOFDSTUK 4 Grote risicoblootstellingen, eigenvermogensvereisten, hefboomfinanciering en Bazel I-vloer

Artikel 493 Overgangsbepalingen voor grote risicoblootstellingen
Artikel 494 Overgangsbepalingen voor in aanmerking komend kapitaal
Artikel 495 Behandeling van blootstellingen met betrekking tot aandelen in het kader van de IRB-benadering
Artikel 496 Eigenvermogensvereisten voor gedekte obligaties
Artikel 497 Eigenvermogensvereisten voor blootstellingen met betrekking tot CTP's
Artikel 498 Vrijstelling voor grondstoffenhandelaren
Artikel 499 Hefboomfinanciering
Artikel 500 Overgangsbepalingen – Bazel I-vloer
Artikel 501 Vermindering van de kapitaalvereisten voor uit blootstellingen met betrekking tot kmo's voortvloeiend kredietrisico

TITEL II VERSLAGEN EN TOETSINGEN

Artikel 502 Cycliciteit van kapitaalvereisten

Artikel 503 Eigenvermogensvereisten voor blootstellingen in de vorm van gedekte obligaties

Artikel 504 In crisissituaties bij overheden geplaatste kapitaalinstrumenten

Artikel 505 Toetsing van langlopende financiering

Artikel 506 Kredietrisico – definitie van wanbetaling

Artikel 507 Grote risicoblootstellingen

Artikel 508 Toepassingsniveau

Artikel 509 Liquiditeitsvereisten

Artikel 510 Netto stabielefinancieringsvereisten

Artikel 511 Hefboomfinanciering

Artikel 512 Blootstellingen aan overgedragen kredietrisico

Artikel 513 Macroprudentiële regels

Artikel 514 Tegenpartijkredietrisico en oorspronkelijkeblootstellingsmethode

Artikel 515 Bewaking en beoordeling

Artikel 516 Langlopende financiering

Artikel 517 Definitie van in aanmerking komend kapitaal

Artikel 518 Toetsing inzake kapitaalinstrumenten die kunnen worden afgeschreven of omgezet wanneer het punt van niet-levensvatbaarheid wordt bereikt

Artikel 519 In mindering brengen van de activa van een op vaste toezeggingen gebaseerd pensioenfonds op de tier 1-kernkapitaalbestanddelen

TITEL III WIJZIGINGEN

Artikel 520 Wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012

"HOOFDSTUK 4 Berekeningen en rapportage voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 575/2013

DEEL ELF SLOTBEPALINGEN

Artikel 521 Inwerkingtreding en datum van toepassing

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV