Het meerjarig financieel kader voor de periode 2014-2020 ("het MFK") is in de bijlage opgenomen.
Verordening (EU, Euratom ) n r. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020
Verordening (EU, Euratom ) n r. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Meerjarig financieel kader
Artikel 2 Tussentijdse evaluatie/herziening van het MFK
Vóór eind 2016 presenteert de Commissie een evaluatie van het MFK, ten volle rekening houdend met de economische situatie en de meest recente macro-economische prognoses van dat moment. Deze verplichte evaluatie gaat, in voorkomend geval vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot herziening van deze verordening overeenkomstig de in het VWEU neergelegde procedures. Onder voorbehoud van artikel 5 van deze verordening zal deze herziening geen verlaging inhouden van eerder aan de lidstaten toegewezen bedragen.
Artikel 3 Inachtneming van de maxima van het MFK
Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie nemen in de loop van elke begrotingsprocedure en tijdens de uitvoering van de begroting van het betrokken begrotingsjaar de jaarlijkse maximumbedragen aan uitgaven van het MFK in acht.
Het submaximum van rubriek 2 als opgenomen in de bijlage wordt bepaald niettegenstaande de flexibiliteit tussen de twee pijlers van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Het aangepaste maximum dat van toepassing is op pijler I van het GLB ingevolge de overdrachten tussen het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en de rechtstreekse betalingen wordt vastgesteld in de desbetreffende rechtshandeling en het MFK zal dienovereenkomstig worden aangepast in het kader van de technische aanpassingen krachtens artikel 4, lid 1, van deze verordening.
De speciale instrumenten bedoeld in de artikelen 9 tot en met 15 voorzien het MFK van flexibiliteit en strekken ertoe de begrotingsprocedure vlot te doen verlopen. De vastleggingskredieten kunnen in de begroting worden opgenomen, zo nodig boven de in het MFK vastgestelde maxima van de desbetreffende rubrieken wanneer een beroep moet worden gedaan op de middelen van de reserve voor noodhulp, het solidariteitsfonds van de Europese Unie, het flexibiliteitsinstrument, het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering, de marge voor onvoorziene uitgaven, de specifieke flexibiliteit voor het bestrijden van de werkloosheid onder jongeren en voor onderzoeksbevordering, en de overkoepelende marge voor toezeggingen voor groei en werkgelegenheid, in het bijzonder voor jongeren, en voor maatregelen op het gebied van migratie en veiligheid, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad(1), Verordening (EU) nr. 1309/2013 van het Europees Parlement en de Raad(2), en het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer(3).
Wanneer gebruik moet worden gemaakt van een door de algemene begroting van de Unie gedekte leninggarantie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 332/2002 of Verordening (EU) nr. 407/2010, dan geschiedt dit door de maxima die in het MFK zijn vastgelegd te overschrijden.
Artikel 4 Inachtneming van het maximum van de eigen middelen
Voor elk van de door het MFK bestreken jaren mag het totaalbedrag van de benodigde kredieten voor betalingen, na jaarlijkse bijstelling en met inachtneming van de aanpassingen en herzieningen, en het bepaalde in artikel 2, leden 2 en 3, niet tot een hoger opvragingspercentage van de eigen middelen leiden dan het overeenkomstig Besluit 2007/436/EG, Euratom vastgestelde maximum.
Indien nodig worden de in het MFK vastgestelde maxima door middel van een herziening verlaagd om ervoor te zorgen dat het overeenkomstig Besluit 2007/436/EG, Euratom vastgestelde maximum van de eigen middelen in acht wordt genomen.