Home

Verordening (EU) n r. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad

Verordening (EU) n r. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad

DEEL I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Toepassingsgebied

1.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft betrekking op:

  1. de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee en het beheer van de visserijen en de vloten die dergelijke rijkdommen exploiteren;

  2. met betrekking tot marktmaatregelen en financiële maatregelen ter ondersteuning van de uitvoering van het gemeenschappelijk visserijbeleid: de biologische zoetwaterrijkdommen, de aquacultuur en de verwerking en de afzet van visserij- en aquacultuurproducten.

2.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid bestrijkt de in lid 1 genoemde activiteiten voor zover deze worden verricht:

  1. op het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is;

  2. in Uniewateren, inclusief door vissersvaartuigen die de vlag voeren van en geregistreerd zijn in een derde land;

  3. door Unievissersvaartuigen die zich buiten Uniewateren bevinden; of

  4. door onderdanen van de lidstaten, onverminderd de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat.

Artikel 2 Doelstellingen

1.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid staat er borg voor dat de activiteiten in het kader van de visserij en de aquacultuur uit ecologisch oogpunt langdurig duurzaam zijn en worden beheerd op een manier die strookt met de doelstellingen voordelen te realiseren op economisch en sociaal gebied en op het gebied van werkgelegenheid alsmede bij te dragen tot de beschikbaarheid van voedselvoorraden.

2.

In het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt de voorzorgsbenadering toegepast op het visserijbeheer en wordt ernaar gestreefd dat de levende biologische rijkdommen van de zee zo worden geëxploiteerd dat de populaties van de gevangen soorten boven een niveau worden gebracht en behouden dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren.

Teneinde het doel van een geleidelijk herstel en behoud van populaties van visbestanden boven een biomassaniveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren, te bereiken, wordt het exploitatieniveau voor de maximale duurzame opbrengst indien mogelijk tegen 2015, en geleidelijk toenemend voor alle bestanden uiterlijk 2020 verwezenlijkt.

3.

In het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt op het visserijbeheer de ecosysteemgerichte benadering toegepast, om ervoor te zorgen dat de negatieve gevolgen van visserijactiviteiten voor het mariene ecosysteem tot een minimum worden beperkt en wordt ernaar gestreefd aantasting van het mariene milieu door aquacultuur- en visserijactiviteiten te voorkomen.

4.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid draagt bij tot het verzamelen van wetenschappelijke gegevens.

5.

Het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft specifiek tot doel:

  1. teruggooi geleidelijk en per geval uit te bannen, met gebruikmaking van het best beschikbare wetenschappelijke advies, door ongewenste vangsten zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken en geleidelijk ervoor te zorgen dat vangsten worden aangeland;

  2. waar nodig optimaal gebruik te maken van ongewenste vangsten, zonder een markt te creëren voor ongewenste vangsten die kleiner zijn dan de minimuminstandhoudingsreferentiegrootte;

  3. de voorwaarden te creëren om de visserijsector en de verwerkende industrie, alsmede visserijgerelateerde activiteiten aan land economisch levensvatbaar en concurrerend te maken;

  4. te voorzien in maatregelen om, in overeenstemming met lid 2 de vangstcapaciteit van de vloten en de vangstmogelijkheden op elkaar af te stemmen, met het oog op economisch levensvatbare vloten zonder overexploitatie van de biologische rijkdommen van de zee;

  5. de ontwikkeling van duurzame aquacultuur in de Unie te bevorderen, om bij te dragen tot de voedselvoorziening en de voedselzekerheid, alsmede tot de werkgelegenheid;

  6. bij te dragen tot een redelijke levensstandaard voor degenen die van visserijactiviteiten afhankelijk zijn, met aandacht voor de kustvisserij en de sociaaleconomische aspecten;

  7. bij te dragen tot een efficiënte en transparante interne markt voor visserij- en aquacultuurproducten en tot een gelijke voorwaarden voor in de Unie afgezette visserij- en aquacultuurproducten;

  8. rekening te houden met de belangen van zowel consumenten als producenten;

  9. de kustvisserij te stimuleren, met inachtneming van sociaaleconomische aspecten;

  10. coherentie met de milieuwetgeving van de Unie te bewerkstelligen - met name de in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2008/56/EG bedoelde doelstelling om uiterlijk in 2020 een goede milieutoestand te bereiken - en met overige beleidsmaatregelen van de Unie.

Artikel 3 Beginselen van goed bestuur

Het gemeenschappelijk visserijbeleid wordt geleid door de volgende beginselen van goed bestuur:

  1. de duidelijke omschrijving van de verantwoordelijkheden op unie-, regionaal, nationaal en lokaal niveau;

  2. de inachtneming van de specifieke regionale kenmerken door middel van een geregionaliseerde aanpak;

  3. de vaststelling van maatregelen overeenkomstig het best beschikbare wetenschappelijke advies;

  4. een perspectief op lange termijn;

  5. een administratieve kostenefficiëntie;

  6. passende betrokkenheid van de belanghebbenden, in het bijzonder de adviesraden, bij alle stadia vanaf het ontwerpen van de maatregelen tot de uitvoering ervan;

  7. de primaire verantwoordelijkheid van de vlaggenstaat;

  8. consistentie met andere beleidsgebieden van de Unie;

  9. gebruik van effectbeoordelingen, waar passend;

  10. samenhang tussen de interne en de externe dimensie van het gemeenschappelijk visserijbeleid;

  11. transparante gegevensverwerking overeenkomstig bestaande wettelijke voorschriften, met eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, de bescherming van persoonsgegevens en regels inzake vertrouwelijkheid; beschikbaarheid van gegevens voor de bevoegde wetenschappelijke instanties, andere instanties met een wetenschappelijk belang of een belang op het gebied van beheer en andere nader omschreven eindgebruikers.

Artikel 4 Definities

1.

In deze verordening wordt verstaan onder:

    1)"Uniewateren":
    de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van de lidstaten, met uitzondering van wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag genoemde gebieden;
    2)"biologische rijkdommen van de zee":
    beschikbare en toegankelijke levende mariene aquatische soorten, met inbegrip van anadrome en katadrome soorten tijdens hun mariene levensduur;
    3)"biologische zoetwaterrijkdommen":
    beschikbare en toegankelijke levende aquatische zoetwatersoorten;
    4)"vissersvaartuig":
    elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van biologische rijkdommen van de zee of een blauwvintonnara;
    5)"Unievissersvaartuig":
    een vissersvaartuig dat de vlag van een lidstaat voert en in de Unie is geregistreerd;
    6)"toevoeging aan de vissersvloot":
    de registratie van een vissersvaartuig in het vissersvlootregister van een lidstaat;
    7)"maximale duurzame opbrengst":
    de hoogste theoretische evenwichtsopbrengst die gemiddeld continu uit een visbestand kan worden behaald onder de bestaande gemiddelde milieuomstandigheden, zonder significant effect op het reproductieproces;
    8)"voorzorgsbenadering van het visserijbeheer":
    benadering als bedoeld in artikel 6 van de VN-overeenkomst over visbestanden waarbij het ontbreken van adequate wetenschappelijke informatie niet als reden mag worden aangevoerd om beheersmaatregelen voor de instandhouding van de doelsoorten, de geassocieerde of afhankelijke soorten en de niet-doelsoorten en hun omgeving, uit te stellen of achterwege te laten;
    9)"ecosysteemgerichte benadering van het visserijbeheer":
    geïntegreerde aanpak van het visserijbeheer binnen ecologisch betekenisvolle grenzen waarbij, rekening houdend met visserij- en andere activiteiten van de mens, wordt beoogd het gebruik van natuurlijke rijkdommen te beheren met behoud van zowel de biologische rijkdom als de biologische processen die nodig zijn voor de bescherming van de samenstelling, structuur en werking van de habitats van het betrokken ecosysteem, met inachtneming van de kennis en de onzekerheden met betrekking tot biotische, abiotische en menselijke componenten van ecosystemen;
    10)"teruggooi":
    vangsten die terug in de zee worden gezet;
    11)"visserij met een lage impact":
    het aanwenden van selectieve visserijtechnieken die een lage nadelige impact op mariene ecosystemen hebben of tot lage brandstofemissies kunnen leiden, of beide;
    12)"selectieve visserij":
    visserij waarbij organismen tijdens de visserijactiviteit door middel van een methode of door middel van het vistuig gericht naar afmeting of soort worden gevangen, waardoor specimens van niet-doelsoorten niet worden gevangen of onbeschadigd kunnen worden teruggegooid;
    13)"visserijsterfte":
    verhouding waarin biomassa en vissen door visserijactiviteiten gedurende een bepaalde periode uit een bestand worden weggenomen;
    14)"bestand":
    in een bepaald beheersgebied voorkomende biologische rijkdom van de zee;
    15)"vangstbeperking":
    al naar gelang het geval, hetzij een kwantitatieve beperking gedurende een bepaalde periode van de vangsten van een visbestand of een groep visbestanden waarvoor een verplichting tot aanlanden geldt, hetzij een kwantitatieve beperking gedurende een bepaalde periode van de aanlandingen van een visbestand of een groep visbestanden waarvoor geen verplichting tot aanlanden geldt;
    16)"instandhoudingsreferentiepunten":
    waarden van parameters voor de visbestanden (zoals biomassa of visserijsterfte) die in het visserijbeheer worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het bepalen van een aanvaardbaar niveau van biologisch risico of een wenselijk opbrengstniveau;
    17)"minimuminstandhoudingsreferentiegrootte":
    in Unierecht vastgelegde grootte van een levende mariene aquatische soort, rekening houdend met de leeftijd, waaronder beperkingen of stimulansen gelden om de vangst door middel van visserijactiviteiten te vermijden; deze grootte vervangt, waar nodig, de minimummaat bij aanlanding;
    18)"bestand binnen veilige biologische grenzen":
    bestand waarvoor het zeer waarschijnlijk is dat de geraamde paaibiomassa aan het einde van het voorgaande jaar hoger is dan het grensreferentiepunt voor biomassa (Blim) en dat de geraamde visserijsterfte voor het voorgaande jaar lager is dan het grensreferentiepunt voor de visserijsterfte (Flim);
    19)"vrijwaringsmaatregel":
    voorzorgsmaatregel die ontworpen is ter voorkoming van een onwenselijke gebeurtenis;
    20)"technische maatregel":
    maatregel om de samenstelling van de vangsten per soort en grootte, alsmede de impact van visserijactiviteiten op componenten van het ecosysteem te reguleren door voorwaarden vast te stellen voor het gebruik en de structuur van het vistuig en door de toegang tot visserijgebieden te beperken;
    21)"visserijinspanning":
    product van de capaciteit en de activiteit van een vissersvaartuig; voor een groep vissersvaartuigen is dit de som van de visserijinspanning van alle vaartuigen in de groep;
    22)"lidstaat met een rechtstreeks belang bij het beheer":
    lidstaat die een belang heeft dat bestaat uit vangstmogelijkheden of uit een visserijactiviteit die plaatsvindt in de exclusieve economische zone van de betrokken lidstaat of, in de Middellandse Zee, met een traditionele visserijactiviteit op volle zee;
    23)"overdraagbare visserijconcessies":
    intrekbare gebruikersrechten op een specifiek deel van de vangstmogelijkheden die aan een lidstaat zijn toegewezen of zijn vastgesteld in een door een lidstaat overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad(1) aangenomen beheersplan, die de houder mag overdragen;
    24)"vangstcapaciteit":
    tonnage van een vaartuig in GT (Gross Tonnage - brutotonnage) en het vermogen ervan in kW (kilowatt), zoals gedefinieerd in de artikelen 4 en 5 van Verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad(2);
    25)"aquacultuur":
    kweek of teelt van aquatische organismen, waarbij technieken worden gebruikt om de productie van de betrokken organismen te verhogen tot boven de natuurlijke capaciteiten van het milieu en waarbij deze organismen in de gehele fase van de kweek of de teelt, tot en met de oogst, eigendom blijven van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
    26)"visvergunning":
    vergunning als bedoeld in artikel 4, punt 9, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad(3);
    27)"vismachtiging":
    machtiging als bedoeld in artikel 4, punt 10, van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
    28)"visserijactiviteit":
    het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, vetmesten en aanlanden van vis en visserijproducten;
    29)"visserijproducten":
    aquatische organismen die in het kader van een visserijactiviteit worden verkregen of de daarvan afgeleide producten;
    30)"marktdeelnemer":
    natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf exploiteert of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten;
    31)"ernstige inbreuk":
    inbreuk die als zodanig is omschreven in het toepasselijke Unierecht, waaronder in artikel 42, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad(4) en in artikel 90, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009;
    32)"eindgebruiker van wetenschappelijke gegevens":
    orgaan dat met het oog op onderzoek of beheer belang heeft bij de wetenschappelijke analyse van gegevens in de visserijsector;
    33)"overschot van de toegestane vangst":
    deel van de toegestane vangst dat een kuststaat niet vangt, waardoor de totale exploitatie van afzonderlijke bestanden onder een niveau blijft waarbij de bestanden zich kunnen herstellen, en de populaties van de gevangen soorten ten minste op een op grond van het best beschikbare wetenschappelijke advies gewenst niveau worden gebracht en behouden;
    34)"aquacultuurproducten":
    aquatische organismen die in het kader van een aquacultuuractiviteit worden geproduceerd, of de daarvan afgeleide producten;
    35)"paaibiomassa":
    geraamde hoeveelheid vis van een specifiek bestand die zich op een bepaald moment voortplant en die bestaat uit mannetjes, vrouwtjes en levendbarende vis;
    36)"gemengde visserij":
    visserij waarbij meer dan één soort aanwezig is en waar bij dezelfde visserijhandeling waarschijnlijk verschillende soorten worden gevangen;
    37)"partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij":
    internationale overeenkomsten die met een derde staat worden gesloten met als doel om, in ruil voor een financiële vergoeding van de Unie die sectorale ondersteuning kan omvatten, toegang te krijgen tot wateren en bestanden om een deel van het overschot aan biologische rijkdommen van de zee duurzaam te exploiteren.
2.

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende geografische afbakeningen van geografische gebieden:

a)"Noordzee":
de ICES-sectoren(5) III a en IV;
b)"Oostzee":
de ICES-sectoren IIIb, IIIc en IIId;
c)"noordwestelijke wateren":
de ICES-sectoren V (m.u.v. Va en uitsluitend Uniewateren in Vb), VI en VII;
d)"zuidwestelijke wateren":
de ICES-sectoren VIII, IX en X (wateren rond de Azoren) en CECAF-sectoren(6) 34.1.1, 34.1.2 en 34.2.0 (wateren rond Madeira en de Canarische Eilanden);
e)"Middellandse Zee":
de maritieme wateren van de Middellandse Zee ten oosten van 5°36′ WL;
f)"Zwarte Zee":
het geografische subgebied van de GFCM, zoals afgebakend bij resolutie GFCM/33/2009/2.

DEEL II TOEGANG TOT DE WATEREN

Artikel 5 Algemene voorschriften inzake toegang tot de wateren

DEEL III MAATREGELEN VOOR DE INSTANDHOUDING EN DE DUURZAME EXPLOITATIE VAN BIOLOGISCHE RIJKDOMMEN VAN DE ZEE

TITEL I Instandhoudingsmaatregelen

Artikel 6 Algemene bepalingen

Artikel 7 Soorten instandhoudingsmaatregelen

Artikel 8 Instelling van gebieden voor herstel van de bestanden

TITEL II Specifieke maatregelen

Artikel 9 Beginselen en doelstellingen van meerjarenplannen

Artikel 10 Inhoud van de meerjarenplannen

Artikel 11 Instandhoudingsmaatregelen die nodig zijn voor de naleving van de verplichtingen krachtens de milieuwetgeving van de Unie

Artikel 12 Maatregelen van de Commissie bij ernstige bedreigingen voor de biologische rijkdommen van de zee

Artikel 13 Noodmaatregelen van lidstaten

Artikel 14 Voorkomen en beperken van ongewenste vangsten

Artikel 15 De aanlandingsverplichting

Artikel 16 Vangstmogelijkheden

Artikel 17 Criteria voor toewijzing van vangstmogelijkheden door de lidstaten

TITEL III Regionalisering

Artikel 18 Regionale samenwerking inzake instandhoudingsmaatregelen

TITEL IV Nationale maatregelen

Artikel 19 Maatregelen van de lidstaten die van toepassing zijn op vissersvaartuigen die hun vlag voeren of op personen die op hun grondgebied zijn gevestigd

Artikel 20 Maatregelen van een lidstaat binnen de 12-mijlszone

DEEL IV BEHEER VAN DE VANGSTCAPACITEIT

Artikel 21 Vaststelling van systemen van overdraagbare visserijconcessies

Artikel 22 Aanpassing en beheer van de vangstcapaciteit

Artikel 23 Regeling voor toevoeging of onttrekking aan de vloot

Artikel 24 Vissersvlootregisters

DEEL V WETENSCHAPPELIJKE BASIS VOOR HET VISSERIJBEHEER

Artikel 25 Voor het visserijbeheer vereiste gegevens

Artikel 26 Raadpleging van wetenschappelijke instanties

Artikel 27 Onderzoek en wetenschappelijk advies

DEEL VI EXTERN BELEID

Artikel 28 Doelstellingen

TITEL I Internationale visserijorganisaties

Artikel 29 Activiteiten van de Unie in internationale visserijorganisaties

Artikel 30 Naleving van internationale bepalingen

TITEL II Partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

Artikel 31 Beginselen en doelstellingen van partnerschapsovereenkomsten inzake duurzame visserij

Artikel 32 Financiële steun

TITEL III Beheer van bestanden van gemeenschappelijk belang

Artikel 33 Beginselen en doelstellingen van het beheer van gedeelde bestanden van gemeenschappelijk belang voor de unie en derde landen en van overeenkomsten inzake uitwisseling en gezamenlijk beheer

DEEL VII AQUACULTUUR

Artikel 34 Bevordering van duurzame aquacultuur

DEEL VIII GEMEENSCHAPPELIJKE MARKTORDENING

Artikel 35 Doelstellingen

DEEL IX CONTROLE EN HANDHAVING

Artikel 36 Doelstellingen

Artikel 37 Deskundigengroep inzake naleving

Artikel 38 Proefprojecten op het gebied van nieuwe controletechnologieën en databeheersystemen

Artikel 39 Bijdrage in de kosten van controle, inspectie, handhaving en gegevensverzameling

DEEL X FINANCIËLE INSTRUMENTEN

Artikel 40 Doelstellingen

Artikel 41 Voorwaarden voor de verlening van financiële steun aan lidstaten

Artikel 42 Voorwaarden voor de verlening van financiële steun aan marktdeelnemers

DEEL XI ADVIESRADEN

Artikel 43 Oprichting van adviesraden

Artikel 44 Taken van adviesraden

Artikel 45 Samenstelling, functioneren en financiering van de adviesraden

DEEL XII PROCEDURELE BEPALINGEN

Artikel 46 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 47 Comitéprocedure

DEEL XIII SLOTBEPALINGEN

Artikel 48 Intrekkingen en wijzigingen

Artikel 49 Evaluatie

Artikel 50 Jaarverslag

Artikel 51 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III