Home

Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

Besluit 2014/145/GBVB van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

Artikel 1

1.

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om binnenkomst op of doorreis via hun grondgebied te beletten van:

  1. natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen aan of uitvoering geven aan, acties of beleidsmaatregelen die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne, of de stabiliteit of veiligheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, of die de werkzaamheden van internationale organisaties in Oekraïne belemmeren;

  2. natuurlijke personen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van Russische besluitvormers die verantwoordelijk zijn voor de annexatie van de Krim of de destabilisatie van Oekraïne;

  3. natuurlijke personen die transacties verrichten met de separatistische groeperingen in de regio Donbas van Oekraïne;

  4. natuurlijke personen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne; of

  5. vooraanstaande zakenlieden die betrokken zijn bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne, of

  6. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die inbreuken op de verbodsbepalingen tegen het omzeilen of ontwijken van de bepalingen van dit besluit, van de Verordeningen (EU) nr. 269/2014(1), (EU) nr. 692/2014(2), (EU) nr. 833/2014(3) of (EU) 2022/263(4) van de Raad, of van de Besluiten 2014/386/GBVB(5), 2014/512/ GBVB(6) of (GBVB) 2022/266(7) van de Raad faciliteren,

en natuurlijke personen die met hen verbonden zijn, als opgesomd in de bijlage.

2.

Lid 1 houdt niet in dat de lidstaten verplicht zijn de binnenkomst op hun grondgebied van hun eigen onderdanen te weigeren.

3.

Lid 1 laat de gevallen onverlet waarin lidstaten uit hoofde van het internationale recht gebonden zijn, en wel:

  1. als gastland van een internationale intergouvernementele organisatie;

  2. als gastland van een internationale conferentie die is bijeengeroepen door, of plaatsvindt onder auspiciën van de Verenigde Naties;

  3. krachtens een multilaterale overeenkomst die voorrechten en immuniteiten verleent; of

  4. krachtens het Concordaat (Verdrag van Lateranen) van 1929 dat werd gesloten tussen de Heilige Stoel (Vaticaanstad) en Italië.

4.

Lid 3 wordt ook geacht van toepassing te zijn op gevallen waarin een lidstaat optreedt als gastland van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE).

5.

De Raad wordt naar behoren geïnformeerd in elk van de gevallen waarin een lidstaat krachtens lid 3 of lid 4 een vrijstelling verleent.

6.

De lidstaten kunnen vrijstellingen van de krachtens lid 1 opgelegde maatregelen verlenen voor reizen die plaatsvinden op grond van dringende humanitaire noden, of om intergouvernementele vergaderingen en door de Europese Unie geïnitieerde vergaderingen of vergaderingen waarvoor de Unie als gastheer optreedt, of vergaderingen waarvoor een lidstaat als fungerend voorzitter van de OVSE als gastheer optreedt, bij te wonen waar een politieke dialoog wordt gevoerd waarbij de beleidsdoelstellingen van de beperkende maatregelen, zoals de steun voor territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne, rechtstreeks worden bevorderd.

7.

Een lidstaat die de in lid 6 bedoelde vrijstellingen wil verlenen, brengt zulks schriftelijk ter kennis van de Raad. De vrijstelling wordt geacht te zijn toegestaan, tenzij één of meer leden van de Raad binnen twee werkdagen na ontvangst van de kennisgeving van de voorgestelde vrijstelling, schriftelijk bezwaar maken bij de Raad. Indien één of meer leden van de Raad bezwaar maken, kan de Raad, met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen, besluiten de voorgestelde vrijstelling te verlenen.

8.

Wanneer een lidstaat krachtens de leden 3, 4, 6 en 7, machtiging verleent tot binnenkomst op of doorreis via zijn grondgebied van de in de bijlage vermelde personen, geldt deze machtiging alleen voor het doel waarvoor ze is verleend en alleen voor de daarbij betrokken persoon.

Artikel 2

1.

Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van:

  1. natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen aan of uitvoering geven aan, acties of beleidsmaatregelen die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne, of de stabiliteit of veiligheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, of die de werkzaamheden van internationale organisaties in Oekraïne belemmeren;

  2. rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materiële of financiële steun verlenen aan acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

  3. rechtspersonen, entiteiten of lichamen op de Krim of in Sebastopol waarvan het eigendom in strijd met het Oekraïense recht is overgedragen, of rechtspersonen, entiteiten of lichamen waaraan deze overdracht voordeel heeft opgeleverd;

  4. natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van Russische besluitvormers die verantwoordelijk zijn voor de annexatie van de Krim of de destabilisatie van Oekraïne;

  5. natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die transacties verrichten met de separatistische groeperingen in de regio Donbas van Oekraïne;

  6. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne; of

  7. vooraanstaande zakenlieden of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne, of

  8. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die inbreuken op de verbodsbepalingen tegen het omzeilen of ontwijken van de bepalingen van dit besluit, van de Verordeningen (EU) nr. 269/2014, (EU) nr. 692/2014, (EU) nr. 833/2014 of (EU) 2022/263 van de Raad, of van de Besluiten 2014/386/GBVB, 2014/512/ GBVB of (GBVB) 2022/266 van de Raad faciliteren,

en natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die met hen verbonden zijn, als opgesomd in de bijlage, worden bevroren.

2.

Er worden geen tegoeden of economische middelen rechtstreeks of onrechtstreeks ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de op de lijst in de bijlage geplaatste natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.

De bevoegde autoriteit van een lidstaat kan, onder voorwaarden die zij passend acht, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij heeft vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

  1. noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage genoemde personen en de leden van hun gezin die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;

  2. uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

  3. uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het loutere houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;

  4. noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de bevoegde autoriteit, ten minste twee weken voor zij de toestemming geeft, de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis heeft gesteld van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden gegeven, of

  5. moeten worden gestort op of betaald van een rekening die toebehoort aan of aangehouden wordt door een diplomatieke missie, consulaire post of internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover dergelijke betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke missie, consulaire post of internationale organisatie.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

4.

In afwijking van lid 1 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  1. de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een scheidsrechterlijke beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de persoon, de entiteit of het lichaam bedoeld in lid 1, op de lijst in bijlage is geplaatst, dan wel van een vóór of na die datum in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing, of in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing;

  2. de tegoeden of economische middelen zullen uitsluitend worden aangewend om te voldoen aan vorderingen die bij een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften betreffende de rechten van de houders van dergelijke vorderingen;

  3. de beslissing komt niet ten goede aan een op de lijst in de bijlage geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en

  4. de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke toestemming die overeenkomstig dit lid is verleend.

5.

Lid 1 belet niet dat een op de lijst geplaatste natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, betalingen doet die verschuldigd zijn uit hoofde van een contract dat is gesloten vóór de datum waarop die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op de lijst in de bijlage werd geplaatst, mits de betrokken lidstaat heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam bedoeld in lid 1.

6.

Lid 2 is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:

  1. rente of andere inkomsten op die rekeningen;

  2. betalingen die verschuldigd zijn overeenkomstig contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in de leden 1 en 2 voorziene maatregelen op deze rekeningen van toepassing werden; of

  3. betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van een gerechtelijke, administratieve of scheidsrechterlijke beslissing die in de Unie is gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar is,

mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onderworpen blijven aan de in lid 1 voorziene maatregelen.

7.

In afwijking van lid 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat betalingen aan Crimean Sea Ports toestaan voor diensten die worden verleend in de vissershaven van Kertsj en de handelshavens van Jalta en Jevpatorija, en voor diensten die worden verleend door Gosgidrografiya en door de Port-Terminal-afdelingen van Crimean Sea Ports. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

8.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder de nummers 53, 54 en 55 onder de rubriek “Entiteiten” van de bijlage vermelde entiteiten, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen nodig zijn om uiterlijk op 24 augustus 2022 met die entiteiten gesloten verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten, met inbegrip van overeenkomstige bancaire betrekkingen, die vóór 23 februari 2022 met die entiteiten zijn gesloten, te beëindigen.

9.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die de bevoegde autoriteiten passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder de nummers 79, 80, 81 en 82 onder de rubriek “Entiteiten” van de bijlage vermelde entiteiten, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen nodig zijn om uiterlijk op 9 oktober 2022 met die entiteiten gesloten verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten, met inbegrip van overeenkomstige bancaire betrekkingen, die vóór 8 april 2022 met die entiteiten zijn gesloten, te beëindigen.

10.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan een in de bijlage vermelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, indien zij hebben vastgesteld dat:

  1. de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de verkoop en overdracht uiterlijk op 31 december 2022, of binnen zes maanden na de datum van opneming in de bijlage als dit later is, van eigendomsrechten in een in de Unie gevestigde rechtspersoon of entiteit of een in de Unie gevestigd lichaam, indien die eigendomsrechten direct of indirect eigendom zijn van in de bijlage genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen; en

  2. de opbrengst van dergelijke verkoop en overdracht bevroren blijft.

11.

De verbodsbepaling in lid 2 geldt niet voor organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat de in lid 2 bedoelde tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

12.

In gevallen die niet onder lid 11 vallen en in afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de toestemming geacht te zijn verleend.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

13.

De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op tegoeden of economische middelen die strikt noodzakelijk zijn voor het verlenen van elektronische-communicatiediensten door telecommunicatie-exploitanten uit de Unie, voor het verlenen van bijbehorende faciliteiten en diensten die noodzakelijk zijn voor de exploitatie, het onderhoud en de beveiliging van dergelijke elektronische-communicatiediensten, in Rusland, in Oekraïne, in de Unie, tussen Rusland en de Unie, en tussen Oekraïne en de Unie, en voor datacentrumdiensten in de Unie.

14.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummer 108 onder de rubriek „Entiteiten” van de bijlage vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn om uiterlijk op 22 augustus 2023 verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten, met inbegrip van correspondentbankrelaties, die vóór 21 juli 2022 met die entiteit zijn gesloten, te beëindigen.

15.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan de onder de rubriek „Entiteiten” in de bijlage onder nummer 108 vermelde entiteit, nadat zij hebben vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de voltooiing, uiterlijk op 31 oktober 2022, van een lopende verkoop en overdracht van eigendomsrechten waarvan die entiteit rechtstreeks of indirect eigenaar is in een in de Unie gevestigde rechtspersoon, entiteit of lichaam.

16.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat:

  1. de vrijgave van die economische middelen noodzakelijk is voor de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van de mens of het milieu zou kunnen hebben, en

  2. de uit de vrijgave van die economische middelen voortvloeiende opbrengst bevroren wordt.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

17.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder de nummers 53, 54, 55, 79, 80, 81, 82 en 108 onder de rubriek „Entiteiten” van de bijlage vermelde entiteiten, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteiten, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de aankoop, de invoer of het vervoer van landbouw- en voedingsproducten, met inbegrip van tarwe en meststoffen. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

18.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummer 91 van de rubriek „Entiteiten” in de bijlage vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, nadat zij hebben vastgesteld dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de voltooiing van transacties, met inbegrip van verkopen, die strikt noodzakelijk zijn voor de liquidatie, uiterlijk op 31 december 2022, van een joint venture of soortgelijke juridische constructie die vóór 16 maart 2022 is gesloten en waarbij een rechtspersoon, entiteit of lichaam als bedoeld in bijlage X bij Besluit 2014/512/GBVB betrokken is. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

19.

In afwijking van de leden 1 en 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen die toebehoren aan de onder nummer 101 onder de rubriek „Entiteiten” van de bijlage vermelde entiteit, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen aan die entiteit, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn om uiterlijk op 7 januari 2023 verrichtingen, contracten of andere overeenkomsten, die vóór 3 juni 2022 met die entiteit zijn gesloten of waarbij die entiteit anderszins betrokken is, te beëindigen. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van dit lid verleende toestemming.

Artikel 3

1.

De Raad besluit met eenparigheid van stemmen op voorstel van een lidstaat of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om de lijst in de bijlage vast te stellen en aan te passen.

2.

De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit, met inbegrip van de redenen voor plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij middels de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die persoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.

3.

Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad het in lid 1 bedoelde besluit en brengt hij de betrokken persoon, entiteit of het lichaam daarvan op de hoogte.

Artikel 4

1.

In de bijlage worden de redenen voor opneming van de in artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, bedoelde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in de lijst vermeld.

2.

De bijlage bevat ook de informatie, indien beschikbaar, die nodig is voor het identificeren van de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres indien bekend en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 5

Om het effect van de in artikel 1, lid 1, en artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen zo groot mogelijk te maken, moedigt de Unie derde landen aan soortgelijke beperkende maatregelen te treffen als die waarin in dit besluit is voorzien.

Artikel 6

BIJLAGE