Home

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7222) (Voor de EER relevante tekst) (2014/709/EU)

Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 9 oktober 2014 betreffende maatregelen op het gebied van de diergezondheid in verband met Afrikaanse varkenspest in sommige lidstaten en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit 2014/178/EU (Kennisgeving geschied onder nummer C(2014) 7222) (Voor de EER relevante tekst) (2014/709/EU)

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

Dit besluit stelt maatregelen op het gebied van de diergezondheid vast in verband met Afrikaanse varkenspest in de lidstaten of gebieden daarvan als vermeld in de bijlage („de betrokken lidstaten”).

Dit besluit is van toepassing onverminderd de programma's voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest bij wilde varkens in de betrokken lidstaten die door de Commissie zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2002/60/EG.

Artikel 2 Verbod op de verzending van levende varkens, sperma, eicellen en embryo's van varkens, varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die varkensvlees bevatten, alsook van zendingen van dierlijke bijproducten van varkens, uit bepaalde in de bijlage vermelde gebieden

De betrokken lidstaten verbieden:

  1. de verzending van levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

  2. de verzending van zendingen sperma, eicellen en embryo's van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

  3. de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten die dergelijk vlees bevatten uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden;

  4. de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden.

Artikel 3 Afwijking van het verbod op de verzending van levende varkens uit de in deel II van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het verbod van artikel 2, onder a), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van een bedrijf in de in deel II van de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat of naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in andere lidstaten, mits:

  1. de varkens gedurende ten minste dertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verplaatsing geen levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden op dat bedrijf zijn binnengebracht, en

  2. de varkens binnen een periode van 15 dagen vóór de datum van de verplaatsing zijn onderworpen aan laboratoriumtests op Afrikaanse varkenspest die met negatieve resultaten zijn uitgevoerd op monsters die zijn genomen overeenkomstig de bemonsteringsprocedures die zijn vastgesteld in het programma voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest als bedoeld in artikel 1, tweede alinea, van dit besluit, en op de datum van verzending een klinisch onderzoek op Afrikaanse varkenspest is uitgevoerd door een officiële dierenarts overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures die zijn vastgelegd in hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG van de Commissie(1), of

  3. de varkens van een bedrijf komen:

    1. dat ten minste tweemaal per jaar, met een tussenpoos van ten minste vier maanden, door de bevoegde veterinaire autoriteit aan een inspectie is onderworpen waarbij:

      1. de richtsnoeren en procedures overeenkomstig hoofdstuk IV van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG zijn gevolgd;

      2. een klinisch onderzoek en bemonstering overeenkomstig de controle- en bemonsteringsprocedures van hoofdstuk IV, deel A, van de bijlage bij Beschikking 2003/422/EG is uitgevoerd waarbij varkens ouder dan zestig dagen zijn onderworpen aan laboratoriumtests;

      3. de daadwerkelijke toepassing van de bepalingen in artikel 15, lid 2, onder b), tweede streepje en vierde tot en met zevende streepje, van Richtlijn 2002/60/EG is gecontroleerd;

    2. dat de door de bevoegde autoriteit vastgestelde eisen op het gebied van de bioveiligheid inzake Afrikaanse varkenspest uitvoert,

  4. de volgende aanvullende vereisten worden gesteld aan levende varkens die naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in een andere lidstaat worden verzonden:

    1. de varkens voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties die vóór de verplaatsing van de dieren op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de bevoegde autoriteit van de plaats van oorsprong zijn voorgeschreven en door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van doorvoer en van bestemming zijn goedgekeurd;

    2. de lidstaat van oorsprong stelt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de onder a) bedoelde diergezondheidsgaranties en goedkeuringen door de bevoegde autoriteiten;

    3. overeenkomstig artikel 16 bis is een kanalisatieprocedure vastgesteld waarover de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van oorsprong, doorvoer en bestemming toezicht uitvoeren om ervoor te zorgen dat dieren die in overeenstemming met de onder a) vastgestelde aanvullende vereisten worden verzonden, op een veilige manier worden vervoerd en vervolgens niet naar een andere lidstaat worden verzonden;

    4. voor levende varkens die voldoen aan de in punt 4 van dit artikel vastgestelde aanvullende vereisten, wordt de volgende zin toegevoegd aan de overeenkomstige gezondheidscertificaten voor varkens als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG:

      „Varkens in overeenstemming met artikel 3 van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie”.

Artikel 3 bis Afwijking van het verbod op de verzending van levende varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden

In afwijking van het verbod van artikel 2, onder a), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van levende varkens van een bedrijf in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden naar andere in deel II vermelde gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat of naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in andere lidstaten, mits:

  1. de varkens van een bedrijf zijn dat voldoet aan een door de bevoegde overheid goedgekeurd passend niveau van biobeveiliging, het bedrijf onder toezicht van de bevoegde autoriteit staat, en de varkens voldoen aan de in artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of lid 3, vastgestelde vereisten;

  2. de varkens zich bevinden in het centrum van een gebied met een straal van ten minste drie kilometer waar alle dieren op de bedrijven aan de voorwaarden van artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of 3, voldoen;

  3. de voor het bedrijf van verzending bevoegde autoriteit de voor het bedrijf van bestemming bevoegde autoriteit tijdig op de hoogte stelt van de geplande verzending van de varkens, en de voor het bedrijf van bestemming bevoegde autoriteit de voor het bedrijf van verzending bevoegde autoriteit in kennis stelt van de aankomst van de dieren;

  4. het vervoer van de varkens binnen en door gebieden buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden volgens vooraf bepaalde transportroutes verloopt en de voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van die varkens zo spoedig mogelijk na het lossen worden gereinigd en indien nodig van insecten worden ontdaan en worden ontsmet;

  5. voor levende varkens die naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in een andere lidstaat worden verzonden, de volgende aanvullende vereisten van toepassing zijn:

    1. de varkens voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties die vóór de verplaatsing van de dieren op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong zijn voorgeschreven en door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van doorvoer en bestemming zijn goedgekeurd;

    2. de lidstaat van oorsprong stelt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de onder a) bedoelde diergezondheidsgaranties en goedkeuringen door de bevoegde autoriteiten en keurt een lijst goed van bedrijven die voldoen aan de diergezondheidsgaranties;

    3. overeenkomstig artikel 16 bis is een kanalisatieprocedure vastgesteld waarover de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van oorsprong, doorvoer en bestemming toezicht uitvoeren om ervoor te zorgen dat dieren die in overeenstemming met de onder a) vastgestelde aanvullende vereisten worden verzonden, op een veilige manier worden vervoerd en vervolgens niet naar een andere lidstaat worden verzonden;

    4. voor levende varkens die aan alle voorwaarden van dit artikel voldoen, wordt de volgende zin toegevoegd aan de overeenkomstige gezondheidscertificaten voor varkens als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG:

      „Varkens in overeenstemming met artikel 3 bis van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie”.

Artikel 4 Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen levende varkens voor onmiddellijke slacht uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden en de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen en van die varkens verkregen varkensvleesproducten

In afwijking van de verbodsbepalingen van artikel 2, onder a) en c), mogen de betrokken lidstaten de verzending toestaan van levende varkens voor onmiddellijke slacht van de in deel III van de bijlage vermelde gebieden naar andere gebieden op het grondgebied van dezelfde lidstaat of naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in een andere lidstaat indien er logistieke beperkingen bestaan met betrekking tot de slachtcapaciteit van de door de bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde slachthuizen die in de in deel III van de bijlage vermelde gebieden zijn gevestigd, mits:

  1. de varkens gedurende ten minste dertig dagen of sinds hun geboorte op het bedrijf hebben verbleven en gedurende ten minste dertig dagen vóór de datum van de verzending geen levende varkens uit de in de delen II, III en IV van de bijlage vermelde gebieden op dat bedrijf zijn binnengebracht;

  2. de varkens voldoen aan de vereisten van artikel 3, lid 1, en artikel 3, lid 2 of lid 3;

  3. de varkens rechtstreeks worden vervoerd voor onmiddellijke slacht, zonder dat wordt gestopt of gelost, naar een slachthuis dat overeenkomstig artikel 12 is goedgekeurd en dat specifiek door de bevoegde autoriteit voor dat doel is aangewezen;

  4. de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het slachthuis, door de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending in kennis is gesteld van de geplande verzending van de varkens en de bevoegde autoriteit van de plaats van verzending meedeelt wanneer de varkens zijn aangekomen;

  5. deze varkens bij aankomst in het slachthuis gescheiden worden gehouden van andere varkens en apart worden geslacht op een bepaalde dag waarop alleen varkens uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden worden geslacht;

  6. het vervoer van de varkens naar het slachthuis binnen en door gebieden buiten de in deel III van de bijlage vermelde gebieden wordt uitgevoerd volgens vooraf bepaalde transportroutes en de voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van die varkens, zo spoedig mogelijk na het lossen worden gereinigd en indien nodig van insecten worden ontdaan en worden ontsmet;

  7. de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat het verse varkensvlees, de varkensvleesbereidingen en de varkensvleesproducten die zijn verkregen van die varkens:

    1. worden geproduceerd, opgeslagen en verwerkt in overeenkomstig artikel 12 goedgekeurde inrichtingen;

    2. zijn gemerkt overeenkomstig artikel 16;

    3. alleen op het grondgebied van die lidstaat in de handel worden gebracht;

  8. de betrokken lidstaten ervoor zorgen dat de dierlijke bijproducten van die varkens aan een behandeling worden onderworpen in een door de bevoegde autoriteit goedgekeurd gekanaliseerd systeem, dat waarborgt dat het van die varkens verkregen afgeleide product geen risico's inhoudt ten aanzien van Afrikaanse varkenspest;

  9. de betrokken lidstaten onmiddellijk de Commissie in kennis stellen van het toestaan van de afwijking overeenkomstig dit artikel en de naam en het adres van het (de) uit hoofde van dit artikel goedgekeurde slachthuis (slachthuizen) meedelen;

  10. voor levende varkens die naar in deel II of III van de bijlage vermelde gebieden in een andere lidstaat worden verzonden, de volgende aanvullende vereisten van toepassing zijn:

    1. de varkens voldoen aan alle andere passende diergezondheidsgaranties die vóór de verplaatsing van de dieren op grond van een positieve uitkomst van een risicobeoordeling van de maatregelen tegen de verspreiding van Afrikaanse varkenspest door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de plaats van oorsprong zijn voorgeschreven en door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van doorvoer en bestemming zijn goedgekeurd;

    2. de lidstaat van de plaats van oorsprong stelt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk in kennis van de onder a) bedoelde diergezondheidsgaranties en goedkeuring door de bevoegde autoriteiten en keurt een lijst goed van bedrijven die voldoen aan de diergezondheidsgaranties;

    3. overeenkomstig artikel 16 bis is een kanalisatieprocedure vastgesteld waarover de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van oorsprong, doorvoer en bestemming toezicht uitvoeren om ervoor te zorgen dat dieren die in overeenstemming met de onder a) vastgestelde aanvullende vereisten worden verzonden, op een veilige manier worden vervoerd en vervolgens niet naar een andere lidstaat worden verzonden;

    4. voor levende varkens die aan alle voorwaarden van dit artikel voldoen, wordt de volgende zin toegevoegd aan de overeenkomstige gezondheidscertificaten voor varkens als bedoeld in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 64/432/EEG:

      „Varkens in overeenstemming met artikel 4 van Uitvoeringsbesluit 2014/709/EU van de Commissie”.

Artikel 5 Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel III van de bijlage vermelde gebieden

Artikel 6 Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen varkensvlees, varkensvleesbereidingen, varkensvleesproducten en alle andere producten van of met varkensvlees uit de in deel IV van de bijlage vermelde gebieden

Artikel 7 Afwijking van het verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de delen III en IV van de bijlage vermelde gebieden

Artikel 8 Verbod op de verzending van levende varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

Artikel 9 Verbod op de verzending van zendingen varkenssperma en eicellen en embryo's van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

Artikel 10 Verbod op de verzending van zendingen dierlijke bijproducten van varkens uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

Artikel 11 Verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden naar andere lidstaten en derde landen

Artikel 12 Goedkeuring van slachthuizen, uitsnijderijen en vleesverwerkingsinrichtingen voor de toepassing van de artikelen 4, 5 en 6 en artikel 11, lid 2

Artikel 13 Afwijking van het verbod op de verzending van vers varkensvlees en van bepaalde varkensvleesbereidingen en varkensvleesproducten uit de in de bijlage vermelde gebieden

Artikel 14 Informatie betreffende de artikelen 11, 12 en 13

Artikel 15 Maatregelen betreffende levende wilde varkens, vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten van of met vlees van wilde varkens

Artikel 16 Speciale gezondheidsmerken en certificeringsvoorschriften voor vers vlees, vleesbereidingen en vleesproducten waarvoor een verbod overeenkomstig artikel 2, artikel 11, lid 1, en artikel 15, lid 1, geldt

Artikel 16 bis Kanalisatieprocedure

Artikel 17 Voorschriften betreffende bedrijven en transportvoertuigen in de in de bijlage vermelde gebieden

Artikel 18 Door de betrokken lidstaten te verstrekken informatie

Artikel 19 Naleving

Artikel 20 Intrekking

Artikel 21 Toepassing

Artikel 22 Adressaten

BIJLAGE