Home

Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

Verordening (EU) nr. 269/2014 van de Raad van 17 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) „vordering” :

elke voor of na de datum 17 maart 2014 ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, enin het bijzonder:

  1. een vordering tot nakoming van elke verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

  2. een vordering tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

  3. een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

  4. een reconventionele vordering;

  5. een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b) „contract of transactie” :
elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen alle - ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande - met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen;
c) „bevoegde autoriteiten” :
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage II;
d) „economische middelen” :
activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
e) „bevriezing van economische middelen” :
voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, onder meer door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;
f) „bevriezing van tegoeden” :
voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;
g) „tegoeden” :

financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

  1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

  2. deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

  3. in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

  4. interesten, dividenden of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

  5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

  6. kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

  7. bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h) „grondgebied van de Unie” :
het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;

Artikel 2

1.

Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van alle in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, worden bevroren.

2.

Er worden geen tegoeden of economische middelen, rechtstreeks of onrechtstreeks, ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van de in de lijst in bijlage I vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, of met hen verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

Artikel 2 bis

1.

Artikel 2, lid 2, geldt niet voor tegoeden of economische middelen die beschikbaar worden gesteld door organisaties en agentschappen die op basis van een pijleranalyse door de Unie worden beoordeeld en waarmee de Unie een kaderovereenkomst inzake financieel partnerschap heeft ondertekend op basis waarvan die organisaties en agentschappen optreden als humanitaire partners van de Unie, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

2.

In gevallen die niet onder lid 1 van dit artikel vallen en in afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten, onder de algemene of specifieke voorwaarden die zij passend achten, specifieke of algemene toestemmingen verlenen om bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen vrij te geven of om bepaalde tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, op voorwaarde dat die tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor uitsluitend humanitaire doeleinden in Oekraïne.

3.

Indien de bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2, geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt de vergunning geacht te zijn verleend.

4.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie binnen twee weken na het verlenen van de toestemming in kennis van elke uit hoofde van de leden 2 en 3 verleende toestemming.

Artikel 3

1.

Bijlage I omvat een lijst van:

  1. natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor, steun verlenen aan of uitvoering geven aan, acties of beleidsmaatregelen die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne of de stabiliteit of veiligheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen, of die de werkzaamheden van internationale organisaties in Oekraïne belemmeren;

  2. rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materieel of financieel bijdragen aan acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

  3. rechtspersonen, entiteiten of lichamen op de Krim of in Sebastopol waarvan het eigendom in strijd met het Oekraïense recht is overgedragen, of de rechtspersonen, entiteiten of lichamen waaraan deze overdracht voordeel heeft opgeleverd;

  4. natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van Russische beleidsmakers die verantwoordelijk zijn voor de inlijving van de Krim of de destabilisatie van Oekraïne;

  5. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die transacties sluiten met de separatistische groepen in de Oekraïense regio Donbas;

  6. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die materiële of financiële steun verlenen aan of profijt trekken van de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne; of

  7. vooraanstaande zakenlieden die actief zijn in Rusland en hun naaste familieleden of andere natuurlijke personen die profijt trekken van hen, of zakenlieden, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die betrokken zijn bij economische sectoren die een aanzienlijke bron van inkomsten vormen voor de regering van de Russische Federatie, die verantwoordelijk is voor de annexatie van de Krim en de destabilisatie van Oekraïne, of

  8. natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen:

    1. die inbreuken op de verbodsbepalingen tegen het omzeilen van de bepalingen van deze verordening, of van Verordeningen (EU) nr. 692/2014(1), (EU) nr. 833/2014(2) of (EU) 2022/263(3) van de Raad, of van de Besluiten 2014/145/GBVB(4), 2014/386/GBVB(5), 2014/512/GBVB(6) of (GBVB) 2022/266 van de Raad(7), vergemakkelijken, of

    2. die deze bepalingen anderszins gevoelig frustreren, of

  9. rechtspersonen, entiteiten of lichamen die actief zijn in de Russische IT-sector met een vergunning die wordt beheerd door het centrum voor vergunningen, certificering en de bescherming van staatsgeheimen van de federale veiligheidsdienst van de Russische Federatie (Federal Security Service - FSB), of een vergunning voor „wapens en militaire uitrusting” afgegeven door het Russische ministerie van Industrie en Handel.

en met hen geassocieerde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

2.

In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.

3.

Bijlage I bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.

Artikel 4

1.

In afwijking van artikel 2 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

  1. noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in de bijlage I genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen;

  2. uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

  3. uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

  4. noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de relevante bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend; of

  5. gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening die toebehoort aan of wordt aangehouden door een diplomatieke missie, consulaire post of internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationale recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke missie, consulaire post of internationale organisatie.

2.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6 bis

Artikel 6 ter

Artikel 6 quater

Artikel 6 quinquies

Artikel 6 sexies

Artikel 6 septies

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 16 bis

Artikel 17

Artikel 18

BIJLAGE I

BIJLAGE II