Home

Uitvoeringsverordening (EU) n r. 413/2014 van de Commissie van 23 april 2014 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van pluimveevlees van oorsprong uit Oekraïne

Uitvoeringsverordening (EU) n r. 413/2014 van de Commissie van 23 april 2014 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van pluimveevlees van oorsprong uit Oekraïne

2014R0413 — NL — 02.11.2014 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 413/2014 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2014

betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van pluimveevlees van oorsprong uit Oekraïne

(PB L 121, 24.4.2014, p.37)

Gewijzigd bij:




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 413/2014 VAN DE COMMISSIE

van 23 april 2014

betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor de invoer van pluimveevlees van oorsprong uit Oekraïne



DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 187, onder a), c) en d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) nr. 374/2014 van het Europees Parlement en de Raad (2) zijn voor 2014 preferentiële regelingen vastgesteld met betrekking tot douanerechten voor de invoer van bepaalde goederen van oorsprong uit Oekraïne. Overeenkomstig artikel 3 van die verordening mogen de in bijlage III bij die verordening vermelde landbouwproducten in de Unie worden ingevoerd binnen de grenzen van de in die bijlage opgenomen tariefcontingenten. De in bijlage III bij die verordening opgenomen tariefcontingenten moeten door de Commissie worden beheerd overeenkomstig artikel 184, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.

(2)

Hoewel de betrokken contingenten normaliter moeten worden beheerd aan de hand van invoercertificaten, is het dienstig om overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (3) in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en pas in tweede instantie invoercertificaten af te geven. Op die manier kunnen marktdeelnemers die invoerrechten hebben gekregen, in de loop van de contingentperiode beslissen wanneer zij, rekening houdend met de door hen verhandelde hoeveelheden, het best invoercertificaten aanvragen.

(3)

Behoudens afwijkingen moeten de in het kader van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten voldoen aan Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie (4).

(4)

Voorts moeten de in het kader van de onderhavige verordening afgegeven invoercertificaten voldoen aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 inzake aanvragen voor invoerrechten, de status van aanvragers en de afgifte van invoercertificaten, onverminderd aanvullende voorwaarden in de onderhavige verordening.

(5)

Met het oog op een adequaat beheer van de tariefcontingenten moet een zekerheid worden gesteld bij de indiening van een aanvraag voor invoerrechten en bij de afgifte van een invoercertificaat.

(6)

Om marktdeelnemers ertoe te verplichten invoercertificaten aan te vragen voor de volledige hoeveelheid waarvoor invoerrechten zijn toegewezen, moet worden bepaald dat deze verplichting een primaire eis is in de zin van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie (5).

(7)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie (6) is een aantal GN-codes in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (7) vervangen door nieuwe codes, die nu verschillen van die in Verordening (EU) nr. 374/2014. De nieuwe codes moeten derhalve worden vermeld in bijlage I bij de onderhavige verordening.

(8)

Aangezien de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 374/2014 opgenomen contingenten slechts geopend zijn tot en met 31 oktober 2014, dient deze verordening zo spoedig mogelijk in werking te treden.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Opening en wijze van beheer van de tariefcontingenten

1. Deze verordening is van toepassing op de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten voor de invoer van de in bijlage I vermelde producten.

2. De producthoeveelheid waarvoor de in lid 1 bedoelde contingenten gelden, het toepasselijke douanerecht en de volgnummers worden vastgesteld in bijlage I.

3. De in lid 1 bedoelde invoertariefcontingenten worden beheerd door in eerste instantie invoerrechten toe te kennen en in tweede instantie invoercertificaten af te geven.

4. De Verordeningen (EG) nr. 1301/2006 en (EG) nr. 376/2008 zijn van toepassing tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

▼M1

Artikel 2

Invoertariefcontingentperioden

1. De in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten zijn geopend van 25 april tot en met 31 december 2014 en van 1 januari tot en met 31 december 2015.

2. De voor 2015 vastgestelde hoeveelheid van het jaarlijkse invoertariefcontingent voor elk van de in bijlage I opgenomen volgnummers, wordt als volgt opgesplitst over vier deelperioden:

a)25 % voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart;

b)25 % voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni;

c)25 % voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september;

d)25 % voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december.

▼B

Artikel 3

▼M1

Aanvragen voor invoerrechten voor de contingentperiode 2014

▼B

1. Aanvragen voor invoerrechten worden uiterlijk op de vijftiende kalenderdag na de datum van inwerkingtreding van deze verordening, om 13.00 uur plaatselijke tijd Brussel, ingediend.

2. Bij de indiening van een aanvraag voor invoerrechten wordt een zekerheid van 35 EUR per 100 kg gesteld.

3. Aanvragers van invoerrechten tonen aan dat in de periode van twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan de invoertariefcontingentperiode een hoeveelheid pluimveeproducten van GN-code 0207 , 0210 99 39 , 1602 31 , 1602 32 of 1602 39 21 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening is ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheid” genoemd). Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk een referentiehoeveelheid hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden combineren als basis voor zijn aanvraag.

4. De totale hoeveelheid waarvoor in de invoertariefcontingentperiode aanvragen voor invoerrechten worden ingediend, mag de referentiehoeveelheid van de aanvrager niet overschrijden. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.

5. Uiterlijk op de zevende werkdag na afloop van de in lid 1 bedoelde termijn voor indiening van de aanvragen melden de lidstaten aan de Commissie welke de totale hoeveelheden zijn waarvoor aanvragen zijn ingediend, uitgedrukt in kilogram productgewicht en uitgesplitst naar volgnummer.

6. De invoerrechten worden toegekend van de zevende tot en met de twaalfde werkdag na afloop van de in lid 5 bedoelde meldingstermijn.

7. Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens lid 2 gestelde zekerheid onverwijld overeenkomstig vrijgegeven.

8. De invoerrechten zijn geldig met ingang van de dag waarop deze worden toegekend, tot en met ►M1 31 december 2014. De invoerrechten zijn niet overdraagbaar.

▼M1

Artikel 3 bis

Aanvragen voor invoerrechten voor de contingentperiode 2015

1. Aanvragen voor invoerrechten worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de maand vóór elke in artikel 2, lid 2, genoemde deelperiode.

2. Bij de indiening van een aanvraag voor invoerrechten wordt een zekerheid van 35 EUR per 100 kg gesteld.

3. Aanvragers van invoerrechten tonen bij het indienen van hun eerste aanvraag voor een bepaald contingentjaar aan dat in de periode van twaalf maanden onmiddellijk voorafgaand aan hun eerste aanvraag een hoeveelheid pluimveevleesproducten van GN-code 0207 , 0210 99 39 , 1602 31 , 1602 32 of 1602 39 21 overeenkomstig de betrokken douanebepalingen door henzelf of voor hun rekening is ingevoerd (hierna „referentiehoeveelheid” genoemd). Een bedrijf dat is ontstaan uit een fusie tussen bedrijven die elk een referentiehoeveelheid hebben ingevoerd, mag deze referentiehoeveelheden combineren als basis voor zijn aanvraag.

4. De totale hoeveelheid waarvoor in de deelperiode van het invoertariefcontingent een aanvraag voor invoerrechten wordt ingediend, mag niet groter zijn dan 25 % van de referentiehoeveelheid van de aanvrager. Aanvragen die niet aan deze bepaling voldoen, worden door de bevoegde autoriteiten afgewezen.

5. De lidstaten melden uiterlijk op de veertiende dag van de maand waarin aanvragen zijn ingediend, aan de Commissie welke de totale naar volgnummer uitgesplitste en in kilogram productgewicht uitgedrukte hoeveelheden zijn waarvoor aanvragen zijn ingediend, ook als deze hoeveelheden nul bedragen.

6. De invoerrechten worden toegekend met ingang van de drieëntwintigste dag van de maand waarin aanvragen zijn ingediend, tot en met de laatste dag van die maand.

7. Indien de toepassing van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 bedoelde toewijzingscoëfficiënt ertoe leidt dat minder invoerrechten kunnen worden toegewezen dan werden aangevraagd, wordt de krachtens lid 2 gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

8. De invoerrechten gelden met ingang van de eerste dag van de deelperiode waarvoor de aanvraag is ingediend, tot en met 31 december 2015. De invoerrechten zijn niet overdraagbaar.

▼B

Artikel 4

▼M1

Afgifte van invoercertificaten voor de contingentperiode 2014

▼B

1. De hoeveelheden waarvoor in het kader van de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten invoerrechten zijn toegewezen, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.

2. De invoercertificaataanvragen hebben betrekking op de totale hoeveelheid waarvoor invoerrechten zijn toegewezen. Deze verplichting geldt als een primaire eis in de zin van artikel 19, lid 2, van Verordening (EU) nr. 282/2012.

3. Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten heeft gevraagd en gekregen.

4. Bij afgifte van het invoercertificaat stelt de marktdeelnemer een zekerheid van 75 EUR per 100 kg. Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de invoerrechten naar evenredigheid verlaagd en wordt de voor de gekregen invoerrechten gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

5. Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.

6. Op de certificaataanvraag wordt slechts één volgnummer vermeld. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval worden alle GN-codes in vak 15 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat vermeld.

7. De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:

a)in vak 8, de naam „Oekraïne” als land van oorsprong, en een kruisje bij het vak „ja”;

b)in vak 20, één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.

8. Op elk certificaat wordt de hoeveelheid per GN-code vermeld.

9. Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn de invoercertificaten dertig dagen geldig met ingang van de datum waarop deze feitelijk zijn afgegeven. De geldigheidsduur van de invoercertificaten verloopt evenwel uiterlijk op ►M1 31 december 2014.

▼M1

Artikel 4 bis

Afgifte van invoercertificaten voor de contingentperiode 2015

1. De hoeveelheden waarvoor in het kader van de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten invoerrechten zijn toegewezen, mogen pas na het overleggen van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.

De invoercertificaataanvragen hebben betrekking op de totale hoeveelheid waarvoor invoerrechten zijn toegewezen. De in artikel 23, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (8) bedoelde verplichting wordt in acht genomen.

2. Certificaataanvragen mogen slechts worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager invoerrechten in het kader van de in artikel 1, lid 1, bedoelde contingenten heeft gevraagd en gekregen.

3. Bij indiening van de invoercertificaataanvraag stelt de marktdeelnemer een zekerheid van 75 EUR per 100 kg. Telkens wanneer een invoercertificaat wordt afgegeven, worden de invoerrechten naar evenredigheid verlaagd en wordt de voor de gekregen invoerrechten gestelde zekerheid onverwijld naar evenredigheid vrijgegeven.

4. Een invoercertificaat wordt afgegeven op aanvraag en op naam van de marktdeelnemer die de invoerrechten heeft gekregen.

5. Op de certificaataanvraag wordt slechts één volgnummer vermeld. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval worden alle GN-codes in vak 15 en de desbetreffende omschrijvingen in vak 16 van de certificaataanvraag en het certificaat vermeld.

6. De certificaataanvragen en de invoercertificaten bevatten de volgende gegevens:

a)in vak 8, de naam „Oekraïne” als land van oorsprong, en een kruisje bij het vak „ja”;

b)in vak 20, één van de in bijlage II opgenomen vermeldingen.

7. Op elk certificaat wordt de hoeveelheid per GN-code vermeld.

8. Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 zijn de invoercertificaten dertig dagen geldig met ingang van de datum waarop deze feitelijk zijn afgegeven. De geldigheidsduur van de invoercertificaten verloopt evenwel uiterlijk op 31 december 2015.

▼M1

Artikel 5

Meldingen aan de Commissie voor de contingentperiode 2014

1. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 melden de lidstaten de volgende gegevens aan de Commissie:

a)uiterlijk op 10 januari 2015, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor tijdens de contingentperiode 2014 invoercertificaten zijn afgegeven;

b)uiterlijk op 30 april 2015, de producthoeveelheden, ook als deze nul bedragen, waarvoor de betrokken invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten zijn afgegeven.

2. Uiterlijk op 30 april 2015 melden de lidstaten aan de Commissie welke producthoeveelheden daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht gedurende de contingentperiode 2014.

3. De op grond van de leden 1 en 2 gemelde hoeveelheid wordt uitgedrukt in kilogram en wordt uitgesplitst naar volgnummer.

▼M1

Artikel 5 bis

Meldingen aan de Commissie voor de contingentperiode 2015

1. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 melden de lidstaten uiterlijk op de tiende dag van de maand na de laatste dag van elke deelperiode aan de Commissie voor welke hoeveelheden, ook als deze nul bedragen, zij tijdens die deelperiode certificaten hebben afgegeven.

2. In afwijking van artikel 11, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 delen de lidstaten aan de Commissie de hoeveelheden mee, ook als deze nul bedragen, waarvoor de betrokken invoercertificaten of gedeelten daarvan niet zijn gebruikt en die overeenstemmen met het verschil tussen de op de achterzijde van de invoercertificaten vermelde hoeveelheden en de hoeveelheden waarvoor die invoercertificaten zijn afgegeven:

a)samen met de in artikel 3 bis, lid 5, van de onderhavige verordening bedoelde meldingen inzake de certificaataanvragen die zijn ingediend voor de laatste deelperiode;

b)uiterlijk op 30 april 2016, voor hoeveelheden die ten tijde van de eerste, onder a), bedoelde melding nog niet zijn meegedeeld.

3. Uiterlijk op 30 april 2016 melden de lidstaten aan de Commissie welke producthoeveelheden daadwerkelijk in het vrije verkeer zijn gebracht gedurende die contingentperiode.

4. De op grond van de leden 1, 2 en 3 gemelde hoeveelheid wordt uitgedrukt in kilogram productgewicht en wordt uitgesplitst naar volgnummer.

▼B

Artikel 6

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

▼M1




BIJLAGE I

Onverminderd de bepalingen voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts als indicatief beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes de regeling voor invoertariefcontingenten bepalen. Wanneer „ex” GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij horende omschrijving bepalend voor de toepassing van het invoertariefcontingent.



Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Invoerperiode

Hoeveelheid (in ton nettogewicht)

Geldend recht

(EUR/t)

09.4273

0207 11 30

0207 11 90

0207 12

0207 13 10

0207 13 20

0207 13 30

0207 13 50

0207 13 60

0207 13 99

0207 14 10

0207 14 20

0207 14 30

0207 14 50

0207 14 60

0207 14 99

0207 24

0207 25

0207 26 10

0207 26 20

0207 26 30

0207 26 50

0207 26 60

0207 26 70

0207 26 80

0207 26 99

0207 27 10

0207 27 20

0207 27 30

0207 27 50

0207 27 60

0207 27 70

0207 27 80

0207 27 99

0207 41 30

0207 41 80

0207 42

0207 44 10

0207 44 21

0207 44 31

0207 44 41

0207 44 51

0207 44 61

0207 44 71

0207 44 81

0207 44 99

0207 45 10

0207 45 21

0207 45 31

0207 45 41

0207 45 51

0207 45 61

0207 45 81

0207 45 99

0207 51 10

0207 51 90

0207 52 90

0207 54 10

0207 54 21

0207 54 31

0207 54 41

0207 54 51

0207 54 61

0207 54 71

0207 54 81

0207 54 99

0207 55 10

0207 55 21

0207 55 31

0207 55 41

0207 55 51

0207 55 61

0207 55 81

0207 55 99

0207 60 05

0207 60 10

ex 0207 60 21 (1)

0207 60 31

0207 60 41

0207 60 51

0207 60 61

0207 60 81

0207 60 99

0210 99 39

1602 31

1602 32

1602 39 21

Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee, vers, gekoeld of bevroren; andere bereidingen en conserven van vlees (van kalkoenen en van hanen en kippen)

Jaar 2014

Jaar 2015

16 000

16 000

0

09.4274

0207 12

Vlees en eetbare slachtafvallen van pluimvee, niet in stukken gesneden, bevroren

Jaar 2014

Jaar 2015

20 000

20 000

0

(1)Vers of gekoeld, helften of kwarten van parelhoenders.

▼B




BIJLAGE II

In artikel 4, lid 7, onder b), bedoelde vermeldingen

—In het Bulgaars: Регламент за изпълнение (ЕC) № 413/2014

—In het Spaans: Reglamento de Ejecución (UE) no 413/2014

—In het Tsjechisch: Prováděcí nařízení (EU) č. 413/2014

—In het Deens: Gennemførelsesforordning (EU) nr. 413/2014

—In het Duits: Durchführungsverordnung (EU) Nr. 413/2014

—In het Ests: Rakendusmäärus (EL) nr 413/2014

—In het Grieks: Εκτελεστικός κανονισμός (ΕΕ) αριθ. 413/2014

—In het Engels: Implementing Regulation (EU) No 413/2014

—In het Frans: Règlement d'exécution (UE) no 413/2014

—In het Kroatisch: Provedbena uredba (EU) br. 413/2014

—In het Italiaans: Regolamento di esecuzione (UE) n. 413/2014

—In het Lets: Īstenošanas regula (ES) Nr. 413/2014

—In Litouws: Įgyvendinimo reglamentas (ES) Nr. 413/2014

—In het Hongaars: 413/2014/EU végrehajtási rendelet

—In het Maltees: Regolament ta' Implimentazzjoni (UE) Nru 413/2014

—In het Nederlands: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 413/2014

—In het Pools: Rozporządzenie wykonawcze (UE) nr 413/2014

—In het Portugees: Regulamento de Execução (UE) n.o 413/2014

—In het Roemeens: Regulamentul de punere în aplicare (UE) nr. 413/2014

—In het Slowaaks: Vykonávacie nariadenie (EÚ) č. 413/2014

—In het Sloveens: Izvedbena uredba (EU) št. 413/2014

—In het Fins: Täytäntöönpanoasetus (EU) N:o 413/2014

—In het Zweeds: Genomförandeförordning (EU) nr 413/2014.



(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2) Verordening (EU) nr. 374/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot verlaging of afschaffing van douanerechten op goederen van oorsprong uit Oekraïne (PB L 118 van 22.4.2014, blz. 1).

(3) Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie van 31 augustus 2006 houdende gemeenschappelijke voorschriften voor het beheer van door middel van een stelsel van invoercertificaten beheerde invoertariefcontingenten voor landbouwproducten (PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13).

(4) Verordening (EG) nr. 376/2008 van de Commissie van 23 april 2008 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3).

(5) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie van 28 maart 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4).

(6) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1001/2013 van de Commissie van 4 oktober 2013 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 290 van 31.10.2013, blz. 1).

(7) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).

(8) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 18).