Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 680/2014 van de Commissie van 16 april 2014 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor wat betreft de rapportage aan de toezichthoudende autoriteit door instellingen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK 1 VOORWERP EN WERKINGSSFEER

Artikel 1 Voorwerp en werkingssfeer

In deze verordening worden eenvormige vereisten vastgesteld met betrekking tot de rapportage aan de toezichthoudende autoriteiten op de volgende gebieden:

  1. eigenvermogensvereisten en financiële informatie overeenkomstig artikel 99 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  2. verliezen die voortvloeien uit door onroerend goed gedekte leningen overeenkomstig artikel 101, lid 4, onder a), van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  3. grote blootstellingen en andere grootste blootstellingen overeenkomstig artikel 394, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  4. de hefboomratio overeenkomstig artikel 430 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  5. liquiditeitsdekkingsvereisten en vereisten inzake netto stabiele financiering overeenkomstig artikel 415 van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  6. lasten op activa in de zin van artikel 100 van Verordening (EU) nr. 575/2013 (bezwaring van activa);

  7. maatstaven voor bewaking van de additionele liquiditeit overeenkomstig artikel 415, lid 3, onder b), van Verordening (EU) nr. 575/2013.

HOOFDSTUK 2 RAPPORTAGEREFERENTIE- EN INLEVERDATA EN RAPPORTAGEDREMPELS

Artikel 2 Rapportagereferentiedata

1.

Instellingen dienen informatie in bij de bevoegde autoriteiten zoals die op de volgende rapportagereferentiedata beschikbaar is:

  1. maandelijkse rapportage: op de laatste dag van elke maand;

  2. kwartaalrapportage: 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december;

  3. halfjaarlijkse rapportage: 30 juni en 31 december;

  4. jaarlijkse rapportage: 31 december.

2.

Informatie over een bepaalde periode die volgens de in de bijlagen III en IV beschreven templates en overeenkomstig de instructies van bijlage V wordt ingediend, wordt cumulatief gerapporteerd vanaf de eerste dag van het boekjaar tot de referentiedatum.

3.

Voor instellingen die krachtens de nationale wetgeving financiële informatie mogen rapporteren op basis van het einde van een boekjaar dat afwijkt van het kalenderjaar, kunnen de rapportagereferentiedata zodanig worden aangepast dat zij hun financiële informatie respectievelijk elke drie, zes of twaalf maanden na het einde van hun boekjaar rapporteren.

Artikel 3 Rapportage-inleverdata

1.

Instellingen dienen bij de bevoegde autoriteiten informatie in aan het eind van de werkdag op de volgende inleverdata:

  1. maandelijkse rapportage: vijftiende kalenderdag na de rapportagereferentiedatum;

  2. kwartaalrapportage: 12 mei, 11 augustus, 11 november en 11 februari;

  3. halfjaarlijkse rapportage: 11 augustus en 11 februari;

  4. jaarlijkse rapportage: 11 februari.

2.

Wanneer de inleverdag in de lidstaat van de bevoegde autoriteit waarbij het rapport moet worden ingediend, op een feestdag of op een zaterdag of zondag valt, worden de gegevens op de eerstvolgende werkdag ingediend.

3.

Voor instellingen die hun financiële informatie rapporteren op rapportagereferentiedata die zijn aangepast op basis van het einde van hun boekjaar zoals beschreven in artikel 2, lid 3, kunnen de inleverdata eveneens dienovereenkomstig worden aangepast, zodat vanaf de aangepaste rapportagereferentiedatum dezelfde periode voor de indiening van de informatie wordt gehandhaafd.

4.

Het is instellingen toegestaan ongecontroleerde cijfers in te dienen. Indien de gecontroleerde cijfers afwijken van de ingediende ongecontroleerde cijfers, worden de herziene, gecontroleerde cijfers onverwijld ingediend. Ongecontroleerde cijfers zijn cijfers waarvoor geen verklaring is afgegeven door een externe accountant. Gecontroleerde cijfers zijn cijfers die zijn gecontroleerd door een externe accountant die daarbij een verklaring heeft afgegeven.

5.

Andere correcties van de ingediende rapportage worden eveneens onverwijld bij de bevoegde autoriteit ingediend.

Artikel 4 Rapportagedrempels — instap- en uitstapcriteria

HOOFDSTUK 3 FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER EIGEN VERMOGEN, EIGENVERMOGENSVEREISTEN EN FINANCIËLE INFORMATIE

AFDELING 1 Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten

Artikel 5 Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten voor instellingen op individuele basis, met uitzondering van beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Artikel 6 Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis, met uitzondering van groepen die uitsluitend bestaan uit beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Artikel 7 Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op individuele basis voor beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

Artikel 8 Format en frequentie van de rapportage over eigen vermogen en eigenvermogensvereisten op geconsolideerde basis voor groepen die uitsluitend bestaan uit beleggingsondernemingen die onderworpen zijn aan de artikelen 95 en 96 van Verordening (EU) nr. 575/2013

AFDELING 2 Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie op geconsolideerde basis

Artikel 9 Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor aan artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1606/2002 onderworpen instellingen en andere kredietinstellingen die Verordening (EG) nr. 1606/2002 op geconsolideerde basis toepassen

Artikel 10 Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor kredietinstellingen die Verordening (EG) nr. 1606/2002 op geconsolideerde basis toepassen overeenkomstig artikel 99, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013

Artikel 11 Format en frequentie van de rapportage van financiële informatie voor instellingen die nationale standaarden welke op grond van Richtlijn 86/635/EEG zijn ontwikkeld, op geconsolideerde basis toepassen

HOOFDSTUK 4 FORMAT EN FREQUENTIE VAN SPECIFIEKE RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN INZAKE VERLIEZEN DIE VOORTVLOEIEN UIT DOOR ONROEREND GOED GEDEKTE LENINGEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 101 VAN VERORDENING (EU) Nr. 575/2013

Artikel 12

HOOFDSTUK 5 FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER GROTE BLOOTSTELLINGEN OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 13

HOOFDSTUK 6 FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER DE HEFBOOMRATIO OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 14

HOOFDSTUK 7 FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER LIQUIDITEIT EN STABIELE FINANCIERING OP INDIVIDUELE EN OP GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 15 Format en frequentie van de rapportage over het liquiditeitsdekkingsvereiste

Artikel 16 Format en frequentie van de rapportage over stabiele financiering

HOOFDSTUK 7 bis FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER BEZWARING VAN ACTIVA OP INDIVIDUELE EN GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 16 bis Format en frequentie van de rapportage over bezwaring van activa op individuele en geconsolideerde basis

HOOFDSTUK 7 ter FORMAT EN FREQUENTIE VAN DE RAPPORTAGE OVER MAATSTAVEN VOOR DE BEWAKING VAN DE ADDITIONELE LIQUIDITEIT OP INDIVIDUELE EN GECONSOLIDEERDE BASIS

Artikel 16 ter

HOOFDSTUK 8 IT-OPLOSSINGEN VOOR HET INDIENEN VAN GEGEVENS DOOR INSTELLINGEN BIJ DE BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 17

HOOFDSTUK 9 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 18 Overgangsperiode

Artikel 19 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VIRAPPORTAGE OVER VERLIEZEN VOORTVLOEIEND UIT LENINGEN GEDEKT DOOR ONROEREND GOED

BIJLAGE VII

BIJLAGE VIIITEMPLATES VOOR RAPPORTAGE OVER GROTE BLOOTSTELLINGEN EN CONCENTRATIERISICO

BIJLAGE IX

BIJLAGE X

BIJLAGE XI

BIJLAGE XIIRAPPORTAGE OVER LIQUIDITEIT

BIJLAGE XIII

BIJLAGE XIV

BIJLAGE XV

BIJLAGE XVI

BIJLAGE XVII

BIJLAGE XVIII

BIJLAGE XIX

BIJLAGE XX

BIJLAGE XXI

BIJLAGE XXII

BIJLAGE XXIII

BIJLAGE XXIV

BIJLAGE XXV