Home

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 808/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo)

Artikel 1 Onderwerp

Deze verordening bevat voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wat betreft de indiening van plattelandsontwikkelingsprogramma’s, procedures en termijnen voor de goedkeuring en wijziging van plattelandsontwikkelingsprogramma’s en nationale kaders, de inhoud van de nationale kaders, voorlichting en publiciteit over plattelandsontwikkelingsprogramma’s, de uitvoering van bepaalde plattelandsontwikkelingsmaatregelen, monitoring en evaluatie en verslaglegging.

Artikel 2 Inhoud van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s en de nationale kaders

De presentatie van de inhoud van de plattelandsontwikkelingsprogramma’s als bedoeld in artikel 27 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1305/2013, van nationale programma’s die gewijd zijn aan gezamenlijke instrumenten voor onbeperkte garanties en securitisatie ter verlening van capital relief die worden uitgevoerd door de Europese Investeringsbank („EIB”) als bedoeld in artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en van de nationale kaders als bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

Artikel 3 Vaststelling van nationale kaders

De nationale kaders als bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 worden vastgesteld overeenkomstig artikel 29 van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

Artikel 4 Wijzigingen van plattelandsontwikkelingsprogramma’s

1.

Voorstellen tot wijziging van plattelandsontwikkelingsprogramma’s en specifieke programma’s voor het opzetten en het functioneren van de nationale netwerken voor het platteland bevatten met name de volgende informatie:

  1. de aard van de voorgestelde wijziging;

  2. de redenen en/of uitvoeringsproblemen die de wijziging rechtvaardigen;

  3. de verwachte effecten van de wijziging;

  4. de gevolgen van de wijziging voor de indicatoren.

2.

Programmawijzigingen van de in artikel 11, onder a), i), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde soort mogen in de loop van de programmeringsperiode niet meer dan vier keer worden voorgesteld.

Voor alle andere soorten wijzigingen samen:

  1. mag per kalenderjaar en per programma een verzamelwijzigingsvoorstel worden ingediend, met uitzondering van het jaar 2025, waarin meerdere wijzigingsvoorstellen mogen worden ingediend voor wijzigingen die uitsluitend betrekking hebben op de aanpassing van het financiële plan, met inbegrip van eventuele wijzigingen van het indicatorplan die daaruit voortvloeien;

  2. mogen per programma in de loop van de programmeringsperiode nog eens vier wijzigingsvoorstellen worden ingediend.

Het in de eerste en de tweede alinea bedoelde maximum aantal wijzigingen is niet van toepassing:

  1. indien noodmaatregelen moeten worden genomen wegens natuurrampen, rampzalige gebeurtenissen of ongunstige weersomstandigheden die officieel door de bevoegde nationale overheid zijn erkend of wegens een plotse, ingrijpende wijziging van de sociaal-economische omstandigheden in de betrokken lidstaat of regio, met inbegrip van aanzienlijke en onverwachte demografische wijzigingen als gevolg van migratie of opvang van vluchtelingen. Wanneer een wijziging van het plattelandsontwikkelingsprogramma naar aanleiding van de COVID-19-crisis wordt gecombineerd met wijzigingen die geen verband houden met de crisis, is deze alinea van toepassing op alle gecombineerde wijzigingen, op voorwaarde dat het voorstel tot wijziging van het plattelandsontwikkelingsprogramma uiterlijk op 30 juni 2021 bij de Commissie wordt ingediend. Wanneer een wijziging van het plattelandsontwikkelingsprogramma naar aanleiding van de gevolgen van de Russische invasie van Oekraïne wordt gecombineerd met wijzigingen die geen verband houden met deze gebeurtenis, is deze alinea van toepassing op alle gecombineerde wijzigingen, op voorwaarde dat het voorstel tot wijziging van het plattelandsontwikkelingsprogramma uiterlijk op 30 juni 2023 bij de Commissie wordt ingediend;

  2. indien naar aanleiding van een wijziging van het rechtskader van de Unie een wijziging vereist is, met inbegrip van een wijziging met betrekking tot de verlenging van de looptijd van plattelandsontwikkelingsprogramma’s of een wijziging met betrekking tot de beschikbaarheid van de aanvullende middelen voor het herstel van de landbouwsector en de plattelandsgebieden van de Unie uit hoofde van Verordening (EU) 2020/2220 van het Europees Parlement en de Raad(1);

  3. na de in artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde evaluatie van de prestaties;

  4. in geval van een wijziging van de in artikel 8, lid 1, onder h), i), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde voor elk jaar geplande Elfpo-steun die voortvloeit uit in artikel 58, lid 7, van die verordening bedoelde ontwikkelingen van de jaarlijkse verdeling per lidstaat; de voorgestelde wijzigingen kunnen betrekking hebben op daaruit voortvloeiende wijzigingen in de beschrijving van de maatregelen;

  5. in geval van wijzigingen met betrekking tot de invoering van in artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrumenten, of

  6. in geval van wijzigingen met betrekking tot de invoering van de in artikel 32, lid 5, onder b), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde nieuwe afbakening.

3.

De lidstaten dienen hun laatste programmawijziging van de in artikel 11, onder a), iii), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde soort uiterlijk op 30 september 2022 bij de Commissie in.

Andere soorten programmawijzigingen worden uiterlijk op 30 september 2025 bij de Commissie ingediend.

4.

Indien een programmawijziging een van de gegevens wijzigt die in de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde tabel van het nationale kader zijn opgenomen, impliceert de goedkeuring van de programmawijziging de goedkeuring van de overeenkomstige herziening van die tabel.

Artikel 5 Wijziging van nationale kaders

1.

Artikel 30 van Verordening (EU) nr. 1303/2013, artikel 11 van Verordening (EU) nr. 1305/2013 en artikel 4, lid 1, onder b) en c), van deze verordening zijn van overeenkomstige toepassing op wijzigingen van nationale kaders.

2.

Lidstaten die ervoor hebben gekozen nationale kaders in te dienen die de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde tabel bevatten, kunnen, rekening houdend met de mate van uitvoering van hun verschillende programma’s, op die tabel betrekking hebbende wijzigingen van het nationale kader bij de Commissie indienen.

3.

Nadat de Commissie de in lid 2 bedoelde wijzigingen heeft goedgekeurd, past zij de in artikel 8, lid 1, onder h), van Verordening (EU) nr. 1305/2013 bedoelde financieringsplannen van de betreffende programma’s aan de herziene tabel aan, op voorwaarde dat:

  1. de totale Elfpo-bijdrage per programma voor de gehele programmeringsperiode niet wordt gewijzigd;

  2. de totale Elfpo-toewijzing aan de betrokken lidstaat niet wordt gewijzigd;

  3. de verdelingen over de jaren voor de programma’s niet worden gewijzigd wat de jaren vóór het jaar van de herziening betreft;

  4. de jaarlijkse Elfpo-toewijzing aan de betrokken lidstaat in acht wordt genomen;

  5. de totale Elfpo-bijdrage voor milieu- en klimaatgerelateerde maatregelen zoals bepaald in artikel 59, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1305/2013 in acht wordt genomen.

4.

Behalve in geval van noodmaatregelen wegens natuurrampen, rampzalige gebeurtenissen of ongunstige weersomstandigheden die officieel door de bevoegde nationale overheidsinstantie zijn erkend of wegens een plotse, ingrijpende wijziging van de sociaaleconomische omstandigheden in de betrokken lidstaat of regio, met inbegrip van aanzienlijke en onverwachte demografische wijzigingen als gevolg van migratie of opvang van vluchtelingen, alsmede wijzigingen van het rechtskader of uit de in artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde evaluatie van de prestaties voortvloeiende wijzigingen, mogen verzoeken tot wijziging van het in lid 2 bedoelde nationale kader slechts één keer per kalenderjaar vóór 1 april worden ingediend. In afwijking van artikel 4, lid 2, tweede alinea, mogen programmawijzigingen die uit een dergelijke herziening voortvloeien, worden ingediend naast de overeenkomstig die alinea ingediende wijzigingsvoorstellen.

5.

De uitvoeringshandeling tot goedkeuring van de wijziging wordt tijdig goedgekeurd, zodat er voldoende tijd is om de respectieve vastleggingen in de begroting te wijzigen vóór het einde van het jaar waarin de herziening is ingediend.

Artikel 6 Acties inzake kennisoverdracht en voorlichting

Artikel 8 Bedrijfsplannen

Artikel 9

Artikel 10 Standaardveronderstellingen over extra kosten en gederfde inkomsten

Artikel 11 Combinatie van verbintenissen en combinatie van maatregelen

Artikel 12 Nationaal netwerk voor het platteland

Artikel 13 Voorlichting en publiciteit

Artikel 14 Monitoring- en evaluatiesysteem

Artikel 15 Jaarlijks uitvoeringsverslag

Artikel 16 Evaluatieplan

Artikel 17 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII