Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
“goederen en technologie voor tweeërlei gebruik”: de producten die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad(1);
-
“bevoegde autoriteiten”: de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn opgesomd in bijlage I;
-
“technische bijstand”: elke technische ondersteuning in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; zij kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, en omvat ook mondelinge vormen van bijstand;
-
“tussenhandeldiensten”:
-
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook van een derde land aan een ander derde land, of
-
het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, ook als zij zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;
-
-
“beleggingsdiensten”: de volgende diensten en activiteiten:
-
het ontvangen en doorgeven van orders in verband met een of meer financiële instrumenten;
-
het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten;
-
het handelen voor eigen rekening;
-
portefeuillebeheer;
-
beleggingsadvies;
-
het overnemen van financiële instrumenten en/of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie;
-
het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie;
-
met betrekking tot de toegang tot handel op een gereguleerde markt of handel op een multilaterale handelsfaciliteit;
-
-
“effecten”: de volgende categorieën op de kapitaalmarkt verhandelbare waardepapieren, waaronder in de vorm van cryptoactiva, betaalinstrumenten uitgezonderd:
-
aandelen in vennootschappen en andere met aandelen in vennootschappen, partnerships of andere entiteiten gelijk te stellen waardepapieren, alsmede aandelencertificaten,
-
obligaties en andere schuldinstrumenten, alsmede certificaten betreffende dergelijke effecten,
-
alle andere waardepapieren die het recht verlenen die effecten te verwerven of te verkopen of die aanleiding geven tot een afwikkeling in contanten die wordt bepaald op basis van effecten;
-
-
“geldmarktinstrumenten”: alle categorieën instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld, zoals schatkistpapier, depositocertificaten en commercial papers, betaalinstrumenten uitgezonderd;
-
“kredietinstelling”: een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het bij het publiek aantrekken van deposito’s of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen van kredieten voor eigen rekening;
-
“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim;
-
“centrale effectenbewaarinstelling”: een rechtspersoon in de zin van artikel 2, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad(2);
-
“deposito”: een creditsaldo dat wordt gevormd door op een rekening staande gelden of dat tijdelijk uit normale banktransacties voortvloeit, en dat de kredietinstelling onder de toepasselijke wettelijke en contractuele voorwaarden dient terug te betalen, met inbegrip van een termijndeposito en een spaardeposito, maar met uitsluiting van een creditsaldo indien:
-
het bestaan ervan alleen kan worden aangetoond met een financieel instrument als gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 15, van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad(3), tenzij het een spaarproduct betreft dat wordt gestaafd met een op naam gesteld certificaat van deposito en dat op 2 juli 2014 in een lidstaat al bestond;
-
de hoofdsom ervan niet a pari terugbetaalbaar is;
-
de hoofdsom ervan alleen a pari terugbetaalbaar is uit hoofde van een bepaalde door de kredietinstelling of door een derde verstrekte garantie of overeenkomst;
-
-
“burgerschapsregelingen voor investeerders” (of “gouden paspoorten”): de door een lidstaat ingestelde procedures die het voor onderdanen van derde landen mogelijk maken de nationaliteit van die lidstaat te verwerven in ruil voor vooraf bepaalde betalingen en investeringen;
-
“verblijfsregelingen voor investeerders” (of “gouden visa”): de door een lidstaat ingestelde procedures die het voor onderdanen van derde landen mogelijk maken een verblijfsvergunning in een lidstaat te verkrijgen in ruil voor vooraf bepaalde betalingen en investeringen;
-
“handelsplatform” in de zin van artikel 4, lid 1, punt 24, van Richtlijn 2014/65/EU: een gereglementeerde markt, een multilaterale handelsfaciliteit (MTF) of een georganiseerde handelsfaciliteit (OTF);
-
“financiering of financiële bijstand”: elke actie, ongeacht het gekozen middel, waarbij een persoon, entiteit of lichaam, met of zonder voorwaarden, eigen vermogen of eigen economische middelen uitbetaalt of toezegt, met inbegrip van, maar niet beperkt tot subsidies, leningen, garanties, borgstellingen, obligaties, kredietbrieven, leverancierskredieten, koperskredieten, in- of uitvoervoorschotten en alle soorten verzekeringen en herverzekeringen, met inbegrip van exportkredietverzekeringen; de betaling en de voorwaarden voor betaling van de overeengekomen prijs voor een goed of een dienst in overeenstemming met de normale handelspraktijk, vormen geen financiering of financiële bijstand;
-
“partnerland”: een land dat een reeks uitvoercontrolemaatregelen toepast die in wezen gelijkwaardig zijn aan die welke zijn opgenomen in bijlage VIII bij deze verordening;
-
“communicatieapparatuur voor consumenten”: apparatuur die door particulieren wordt gebruikt, zoals personal computers en randapparatuur (met inbegrip van harde schijven en printers), mobiele telefoons, slimme televisies, geheugenapparaten (USB-drives) en consumentensoftware voor al deze producten;
-
“russische luchtvaartmaatschappij”: betekent een luchtvervoeronderneming met een geldige exploitatievergunning of equivalent daarvan, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van de Russische Federatie;
-
“kredietwaardigheidsbeoordeling”: een oordeel over de kredietwaardigheid van een entiteit, een schuldinstrument of financiële verplichting, obligaties, preferente aandelen of andere financiële instrumenten, dan wel van een uitgevende instelling van een schuldinstrument of financiële verplichting, van obligaties, preferente aandelen of andere financiële instrumenten, voor het afgeven waarvan wordt gebruikgemaakt van een vast en welomschreven rangordesysteem van oordeelscategorieën;
-
“kredietwaardigheidsbeoordelingsactiviteiten”: de analyse van gegevens en informatie, en de evaluatie, goedkeuring, afgifte en toetsing van kredietwaardigheidsoordelen;
-
“energiesector”: een sector die de volgende activiteiten omvat, uitgezonderd civiele nucleaire activiteiten:
-
de exploratie, de productie, de distributie binnen Rusland of de winning van aardolie, aardgas of vaste fossiele brandstoffen, de raffinage van brandstoffen, de vloeibaarmaking van aardgas of hervergassing;
-
de vervaardiging of distributie binnen Rusland van producten uit vaste fossiele brandstoffen, geraffineerde aardolieproducten of gas, of
-
de bouw van faciliteiten of installatie van de uitrusting voor, of de verlening van diensten, uitrusting of technologie voor activiteiten die verband houden met, energieopwekking of elektriciteitsproductie;
-
-
“richtlijnen inzake overheidsopdrachten”: de Richtlijnen 2014/23/EU(4), 2014/24/EU(5), 2014/25/EU(6) en 2009/81/EG(7) van het Europees Parlement en de Raad;
-
“wegvervoeronderneming”: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam die of dat met een commercieel oogmerk goederen vervoert met motorvoertuigen of combinaties van voertuigen.