Home

Uitvoeringsverordening (EU) n r. 1230/2014 van de Commissie van 17 november 2014 tot verlening van een vergunning voor koper bilysinaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)

Uitvoeringsverordening (EU) n r. 1230/2014 van de Commissie van 17 november 2014 tot verlening van een vergunning voor koper bilysinaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)

2014R1230 — NL — 08.12.2014 — 000.002


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1230/2014 VAN DE COMMISSIE

van 17 november 2014

tot verlening van een vergunning voor koper bilysinaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 331 van 18.11.2014, blz. 18)


Gerectificeerd bij:




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1230/2014 VAN DE COMMISSIE

van 17 november 2014

tot verlening van een vergunning voor koper bilysinaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten

(Voor de EER relevante tekst)



DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor de verlening van een vergunning voor koper bilysinaat ingediend. Bij die aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten gevoegd.

(3)

Die aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor koper bilysinaat als toevoegingsmiddel in de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” voor alle diersoorten.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 3 juli 2014 (2) geconcludeerd dat koper bilysinaat onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige effecten voor de diergezondheid, de gezondheid van de mens of het milieu heeft en dat het als een effectieve bron van koper voor alle diersoorten kan worden beschouwd. Specifieke eisen voor toezicht na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

(5)

Uit de beoordeling van koper bilysinaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van die stof zoals gespecifieerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

(6)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Voor de in de bijlage beschreven stof, die behoort tot de categorie „nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „verbindingen van sporenelementen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeder verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunnings-periode

Gehalte van het element (Cu) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verbindingen van sporenelementen

3b411

Koper bilysinaat

Karakterisering van het toevoegingsmiddelPoeder of korrels met een gehalte aan koper ≥ 14,5 % en ►C1 lysine-HCl ≥ 84,0 %.Karakterisering van de werkzame stofKoperchelaat van L-lysine HClChemische formule: Cu(C6H13N2O2)2×2HClCAS-nummer: 53383-24-7Analysemethoden(1)Voor de kwantificatie van het gehalte aan lysine in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: — Ionenwisselingschromatografie met nakolomsderivatisering en colorimetrische of fluorescentiedetectie — EN ISO 17180. Voor de kwantificatie van het totaalgehalte aan koper in het toevoegingsmiddel voor diervoeding en in voormengsels: — Atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) — EN 15510 — of — Atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma na ontsluiting onder druk (ICP-AES) — EN 15621. Voor de bepaling van het totaalgehalte aan koper in de voedermiddelen en mengvoeders: — Atomaireabsorptiespectrometrie (AAS) — Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie, of — Atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma (ICP-AES) — EN 15510 of — Atomaire-emissiespectrometrie met inductief gekoppeld plasma na ontsluiting onder druk (ICP-AES) — EN 15621.

Alle dier-soorten

Runderen:

— Runderen voordat ze beginnen te herkauwen: 15 (totaal);

— Andere runderen: 35 (totaal).

Schapen: 15 (totaal).

Biggen tot twaalf weken: 170 (totaal).

Schaaldieren: 50 (totaal).

Andere dieren: 25 (totaal).

1. Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in diervoeder worden verwerkt.

2. Voor de veiligheid van de gebruiker: bij hantering moeten ademhalings-bescherming, veiligheidsbril en -handschoenen worden gedragen.

3. De volgende informatie moet op het etiket worden vermeld:

— voor diervoeder voor schapen als het kopergehalte in het diervoeder meer bedraagt dan 10 mg/kg:

— „Het kopergehalte in dit diervoeder kan bij bepaalde schapenrassen tot vergiftiging leiden.”.

— voor diervoeder voor runderen nadat zij zijn begonnen te herkauwen, als het kopergehalte in het diervoeder minder bedraagt dan 20 mg/kg:

— „Het kopergehalte in dit diervoeder kan bij runderen die grazen op weiden met een hoog molybdeen- of zwavelgehalte tot een kopertekort leiden.”

— „Bij het samenstellen van diervoeders dient rekening gehouden te worden met het lysinegehalte van dit toevoegings-middel.”.

8 december 2024

(1)Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports



(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

(2) EFSA Journal 2014; 12(7):3796.