Home

Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1

Bij deze verordening worden uniforme regels vastgesteld aangaande de vorm en de inhoud van het door PRIIP-ontwikkelaars op te stellen essentiële-informatiedocument alsmede aangaande de verstrekking van het essentiële-informatiedocument aan retailbeleggers teneinde retailbeleggers in staat te stellen de essentiële kenmerken en risico's van een PRIIP te begrijpen en te vergelijken.

Artikel 2

1.

Deze verordening is van toepassing op PRIIP-ontwikkelaars en op personen die advies geven over PRIIP's of PRIIP's verkopen.

2.

Deze verordening is niet van toepassing op de volgende producten:

  1. schadeverzekeringsproducten als opgesomd in bijlage I bij Richtlijn 2009/138/EG;

  2. levensverzekeringscontracten waarbij de contractuele verplichtingen enkel uitbetaald worden in geval van overlijden of bij onvermogen te wijten aan letsels, ziekte of invaliditeit;

  3. deposito's, uitgezonderd gestructureerde deposito's als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 43, van Richtlijn 2014/65/EU;

  4. effecten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder b) tot en met g), i) en j), van Richtlijn 2003/71/EG;

  5. pensioenproducten die krachtens de nationale wetgeving worden geacht voornamelijk tot doel te hebben de belegger van een pensioeninkomen te voorzien, en die de belegger het recht geven op bepaalde uitkeringen;

  6. officieel erkende bedrijfspensioenregelingen die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad(1) of Richtlijn 2009/138/EG vallen;

  7. individuele pensioenproducten waarvoor in de nationale wetgeving een financiële bijdrage van de werkgever vereist is en waarbij de werkgever of de werknemer geen vrijheid heeft in de keuze van het pensioenproduct of de aanbieder.

Artikel 3

1.

Wanneer PRIIP-ontwikkelaars die aan deze verordening zijn onderworpen, eveneens aan Richtlijn 2003/71/EG zijn onderworpen, zijn deze verordening en Richtlijn 2003/71/EG beide van toepassing.

2.

Wanneer PRIIP-ontwikkelaars die aan deze verordening zijn onderworpen, eveneens aan Richtlijn 2009/138/EG zijn onderworpen, zijn deze verordening en Richtlijn 2009/138/EG beide van toepassing.

Artikel 4

In deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „verpakt retailbeleggingsproduct” (PRIP): beleggingen, inclusief instrumenten die worden uitgegeven door Special Purpose Vehicles zoals omschreven in artikel 13, punt 26, van Richtlijn 2009/138/EG, en door voor een bijzonder doel opgerichte securitiseringsentiteiten zoals omschreven in artikel 4, lid 1, onder an), van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad(2), waarbij, ongeacht de rechtsvorm van de beleggingen, het aan de retailbelegger te betalen bedrag onderhevig is aan schommelingen ten gevolge van de blootstelling aan referentiewaarden of aan de prestaties van een of meer activa die niet rechtstreeks door de retailbelegger zijn aangekocht;

  2. „verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct” een verzekeringsproduct waarmee een waarde op vervaldag of een afkoopwaarde wordt aangeboden, waarbij die waarde op vervaldag of afkoopwaarde geheel of gedeeltelijk is blootgesteld, direct of indirect, aan marktfluctuaties;

  3. „verpakt retail- en verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct (packaged retail and insurance-based investment product)” of „PRIIP”: een product dat één of beide van de volgende vormen aanneemt:

    1. een PRIP;

    2. een verzekeringsgebaseerd beleggingsproduct;

  4. „ontwikkelaar van verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten” (PRIIP-ontwikkelaar):

    1. elke entiteit die PRIIP's ontwikkelt;

    2. elke entiteit die veranderingen aanbrengt in een bestaand PRIIP, onder meer, doch niet uitsluitend, in het risico- en rendementsprofiel ervan of in de kosten die aan een belegging in een PRIIP zijn verbonden;

  5. „persoon die een PRIIP verkoopt”: een persoon die een overeenkomst voor een PRIIP aanbiedt aan of afsluit met een retailbelegger;

  6. „retailbelegger”:

    1. een niet-professionele cliënt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 11, van Richtlijn 2014/65/EU;

    2. een klant in de zin van Richtlijn 2002/92/EG, indien die klant niet kan worden beschouwd als een professionele cliënt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 10, van Richtlijn 2014/65/EU;

  7. „duurzame drager”: een duurzaam hulpmiddel als omschreven in artikel 2, lid 1, onder m), van Richtlijn 2009/65/EG;

  8. „bevoegde autoriteiten”: de nationale autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen om toezicht te houden op de naleving van de voorschriften waaraan PRIIP-ontwikkelaars, en personen die PRIIP's verkopen of er advies over geven, krachtens deze verordening zijn gehouden.

HOOFDSTUK II ESSENTIËLE-INFORMATIEDOCUMENT

AFDELING I Opstellen van het essentiële-informatiedocument

Artikel 5

AFDELING II Vorm en inhoud van het essentiële-informatiedocument

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

AFDELING III Verstrekking van het essentiële-informatiedocument

Artikel 13

Artikel 14

HOOFDSTUK III BEVOEGDHEDEN VOOR MARKTTOEZICHT EN PRODUCTINTERVENTIE

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

HOOFDSTUK IV KLACHTEN, BEROEP, SAMENWERKING EN TOEZICHT

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

HOOFDSTUK V BESTUURSRECHTELIJKE SANCTIES EN ANDERE MAATREGELEN

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 29 bis Toegankelijkheid van informatie op het Europees centraal toegangspunt

HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34