Home

Besluit (EU) 2015/1937 van de Commissie van 21 oktober 2015 tot oprichting van een onafhankelijk adviserend Europees Begrotingscomité

Besluit (EU) 2015/1937 van de Commissie van 21 oktober 2015 tot oprichting van een onafhankelijk adviserend Europees Begrotingscomité

2015D1937 — NL — 17.02.2016 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESLUIT (EU) 2015/1937 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2015

tot oprichting van een onafhankelijk adviserend Europees Begrotingscomité

(PB L 282 van 28.10.2015, blz. 37)

Gewijzigd bij:

Publicatieblad

nr.

blz.

datum

►M1

BESLUIT (EU) 2016/221 VAN DE COMMISSIE van 12 februari 2016

L 40

15

17.2.2016




▼B

BESLUIT (EU) 2015/1937 VAN DE COMMISSIE

van 21 oktober 2015

tot oprichting van een onafhankelijk adviserend Europees Begrotingscomité



Artikel 1

Oprichting

Er wordt een onafhankelijk Europees Begrotingscomité (hierna „het comité” genoemd) opgericht.

Artikel 2

Missie en taken

1. Het comité draagt in een adviserende hoedanigheid bij aan de uitoefening van de taken van de Commissie in het multilaterale begrotingstoezicht zoals vastgelegd in artikel 121, artikel 126 en artikel 136 VWEU, voor zover het om de eurozone gaat.

2. Voor de toepassing van lid 1 vervult het comité de volgende taken:

a)het comité voorziet de Commissie van een evaluatie van de uitvoering van het begrotingskader van de Unie, welke met name betrekking heeft op de horizontale consistentie van de besluiten en uitvoering van het begrotingstoezicht, op gevallen van bijzonder ernstige niet-naleving van de regels en op de adequatie van de feitelijke begrotingskoers op eurozone- en nationaal niveau. Het comité kan in deze evaluatie ook suggesties doen voor de toekomstige ontwikkeling van het begrotingskader van de Unie;

b)op basis van economische oordeelsvorming adviseert het comité de Commissie over de prospectieve begrotingskoers die voor de eurozone als geheel passend is. Het comité kan de Commissie, binnen de regels van het stabiliteits- en groeipact, adviseren over de passende nationale begrotingskoersen die met zijn advies over de geaggregeerde begrotingskoers van de eurozone stroken. Wanneer het comité risico's constateert die de goede werking van de economische en monetaire unie in gevaar brengen, voegt het comité aan zijn advies een specifieke afweging van de beleidsopties toe die in het kader van het stabiliteits- en groeipact beschikbaar zijn;

c)het comité werkt samen met de nationale begrotingsraden als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), van Richtlijn 2011/85/EU van de Raad (1). De samenwerking tussen het comité en de nationale begrotingsraden is met name gericht op de uitwisseling van informatie over beste praktijken en op de bevordering van een gemeenschappelijk begrip van aangelegenheden die verband houden met het begrotingskader van de Unie;

d)het comité verleent, op verzoek van de voorzitter, ook ad-hocadviezen.

Artikel 3

Samenstelling

1. Het comité bestaat uit een voorzitter en vier leden.

2. De voorzitter ziet toe op de uitvoering van de taken waarmee het comité is belast, en zorgt voor een correcte werking ervan. Hij/zij belegt bijeenkomsten van het comité en zit deze voor. De voorzitter en één lid worden door de Commissie op voorstel van de voorzitter van de Commissie benoemd, na de vicevoorzitter voor de Euro en Sociale Dialoog en de commissaris voor Economische en Financiële Zaken, Belastingen en Douane te hebben geraadpleegd. De andere drie leden worden door de Commissie op voorstel van de voorzitter van de Commissie benoemd, na de nationale begrotingsraden, de Europese Centrale Bank en de Eurogroepwerkgroep te hebben geraadpleegd. Voor alle leden van het comité, met inbegrip van de voorzitter, geldt een beleid van gelijke kansen.

3. De voorzitter en de leden van het comité zijn gerenommeerde internationale deskundigen die worden benoemd op basis van verdiensten, vaardigheden, kennis van macro-economie en overheidsfinanciën, en relevante ervaring op het gebied van begrotingsbeleid en -beheer.

4. De leden van het comité worden benoemd voor een periode van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd.

5. De voorzitter en de leden van het comité worden benoemd als speciale adviseurs wier status en beloning worden vastgelegd overeenkomstig artikel 5, artikel 123 en artikel 124 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie.

6. De reis- en verblijfkosten van de voorzitter en de leden worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de binnen de Commissie geldende voorschriften. Die kosten worden vergoed binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die volgens de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen worden toegekend.

7. Het comité wordt ondersteund door een secretariaat bestaande uit een secretariaatshoofd en eigen medewerkers. Het secretariaat ressorteert administratief onder het Secretariaat-generaal en is verantwoordelijk voor de volgende werkzaamheden:

a)ondersteunen van het besluitvormingsproces van het comité door de bijeenkomsten van het comité voor te bereiden, de te bespreken documenten door te nemen en de voortgang van de werkzaamheden te toetsen aan de prioriteiten van het comité;

b)verlenen van hoogwaardige analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning aan het comité onder leiding van de voorzitter;

c)zorgen voor samenwerking met de nationale begrotingsraden, voor zover nodig ter ondersteuning van de missie en taken van het comité overeenkomstig artikel 2.

▼M1

8. De Commissie benoemt het secretariaatshoofd na raadpleging van de voorzitter van het Europees Begrotingscomité. Het secretariaatshoofd wordt benoemd voor een periode van drie jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Zijn/haar taken bestaan onder meer in de voorbereiding van de oprichting van het comité. De andere leden van het secretariaat zijn ambtenaren, tijdelijke functionarissen, contractanten en gedetacheerde nationale deskundigen die door het secretariaatshoofd in samenspraak met de voorzitter worden benoemd. Alle secretariaatsleden worden geselecteerd op basis van een hoog kwalificatieniveau en ruime ervaring op gebieden die voor de werkzaamheden van het comité van belang zijn, en worden intern of extern toegewezen (mis à disposition).

9. In afwijking van lid 8 benoemt de Commissie het secretariaatshoofd rechtstreeks indien de voorzitter van het Europees Begrotingscomité nog niet is aangewezen.

▼B

Artikel 4

Onafhankelijkheid

1. De leden van het comité oefenen hun taken in volle onafhankelijkheid uit en vragen noch aanvaarden instructies van de uniale instellingen en organen, van een regering van een lidstaat of van een ander publiek of particulier orgaan. De secretariaatsleden aanvaarden alleen instructies van het comité.

2. De leden van het comité brengen een belangenconflict dat zich met betrekking tot een bepaalde beoordeling of een bepaald advies kan voordoen, ter kennis van de voorzitter, die passende maatregelen moet nemen en kan bepalen dat het betrokken lid niet mag meewerken aan de voorbereiding en vaststelling van die beoordeling of dat advies. Ten aanzien van de voorzitter zelf worden dergelijke problemen geregeld bij besluit van het comité.

Artikel 5

Werking

1. Het comité stelt zijn advies pas vast als ten minste drie leden, onder wie de voorzitter, aanwezig zijn. Het comité tracht het advies zoveel mogelijk bij consensus vast te stellen. Indien geen consensus kan worden bereikt, besluit het bij gewone meerderheid van de leden van het comité die op de vergadering aanwezig zijn, onder wie de voorzitter; onthoudingen tellen niet mee als stem. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

2. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

3. Het comité verricht zijn werkzaamheden overeenkomstig zijn reglement van orde. De vergaderingen van het comité zijn niet openbaar.

4. Er wordt een memorandum van overeenstemming tussen het comité en de relevante diensten van de Commissie gesloten waarin praktische invulling wordt gegeven aan de reikwijdte en middelen van samenwerking, waaronder met name de toegang tot relevante informatie.

Artikel 6

Transparantie

Het comité publiceert een jaarverslag over zijn werkzaamheden, dat samenvattingen moet bevatten van zijn adviezen en evaluaties die aan de Commissie zijn uitgebracht.

Artikel 7

Slotbepalingen

Dit besluit is vanaf 1 november 2015 van kracht.



(1) Richtlijn 2011/85/EU van de Raad van 8 november 2011 tot vaststelling van voorschriften voor de begrotingskaders van de lidstaten (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 41).