Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/208 van de Commissie van 8 december 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft functionele veiligheidsvoorschriften voor de goedkeuring van landbouw- en bosbouwvoertuigen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/208 van de Commissie van 8 december 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft functionele veiligheidsvoorschriften voor de goedkeuring van landbouw- en bosbouwvoertuigen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1 Onderwerp

Deze verordening bevat de gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures inzake functionele veiligheid, behalve die welke betrekking hebben op de remwerking, voor de goedkeuring van en het markttoezicht op landbouw- en bosbouwvoertuigen en de systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, overeenkomstig Verordening (EU) nr. 167/2013.

Artikel 2 Definities

De definities van Verordening (EU) nr. 167/2013 zijn van toepassing. Bovendien wordt verstaan onder:

(1) „sleepinrichting” :
op de trekker aangebracht onderdeel voor de mechanische koppeling tussen de trekker en een trekkend voertuig om de trekker weg te slepen wanneer die niet zelf kan worden aangedreven;
(2) „onbeladen massa in rijklare toestand” van een voertuig:
de massa van het onbeladen voertuig, klaar voor normaal gebruik, met inbegrip van de standaarduitrusting volgens de specificaties van de fabrikant, koelvloeistof, smeermiddelen, brandstof, gereedschap en bestuurder (waarbij wordt uitgegaan van een gewicht van 75 kg), optionele accessoires niet inbegrepen;
(3) „bedieningsinrichting” :
dat deel van de stuurinrichting dat rechtstreeks door de bestuurder wordt gehanteerd om de trekker te sturen;
(4) „bedieningskracht” :
de kracht, welke de bestuurder op de bedieningsinrichting uitoefent om de trekker te sturen;
(5) „gewoonlijk gemonteerde banden” :
het (de) type(n) banden dat (die) door de fabrikant met het desbetreffende voertuigtype wordt (worden) geleverd, als vermeld in het inlichtingenformulier volgens het in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/504 van de Commissie(1) bedoelde model;
(6) „gewoonlijk gemonteerde rupsbanden of -kettingen” :
het (de) type(n) rupsbanden of -kettingen dat (die) door de fabrikant met het desbetreffende voertuigtype wordt (worden) geleverd, als vermeld in het inlichtingenformulier volgens het in artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/504 bedoelde model;
(7) „achteruitkijkspiegel” :
een inrichting welke ten doel heeft, binnen een in punt 5 van bijlage IX geometrisch omschreven zichtveld een duidelijk zicht naar achteren te verschaffen, dat binnen redelijke grenzen niet wordt belemmerd door delen van de trekker of door de inzittenden van de trekker;
(8) „binnenachteruitkijkspiegel” :
een achteruitkijkspiegel die is aangebracht aan de binnenzijde van de cabine of het frame van een trekker;
(9) „klasse van achteruitkijkspiegels” :
alle achteruitkijkspiegels met één of meer gemeenschappelijke kenmerken of functies;
(10) „licht” :
een inrichting voor het verlichten van de weg (koplamp) of het geven van een lichtsignaal;
(11) „wielbasis van de trekker” of „wielbasis van het voertuig” :
de afstand tussen de verticale vlakken die loodrecht op het middenlangsvlak van de trekker of het voertuig door de assen van de trekker of het voertuig gaan;
(12) „beladen voertuig” :
voertuig dat is belast tot zijn technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand;
(13) „cabine” :
de bestuurdersruimte die de bestuurder door middel van een fysieke barrière omgeeft en de vrije instroom van buitenlucht in het bestuurderscompartiment voorkomt.

HOOFDSTUK II VOORSCHRIFTEN INZAKE FUNCTIONELE VOERTUIGVEILIGHEID

Artikel 3 Montage- en demonstratievoorschriften betreffende functionele veiligheid

1.

De fabrikanten rusten landbouw- en bosbouwvoertuigen uit met systemen, onderdelen en technische eenheden, voor zover deze invloed hebben op de functionele veiligheid van die voertuigen, die zo ontworpen, gebouwd en geassembleerd zijn dat het voertuig bij normaal gebruik en onderhoud volgens de voorschriften van de fabrikant voldoet aan de gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures in de artikelen 5 tot en met 38.

2.

De fabrikanten tonen middels fysieke tests bij de goedkeuringsinstantie aan dat de landbouw- en bosbouwvoertuigen die in de Unie op de markt worden aangeboden, geregistreerd of in het verkeer worden gebracht, voldoen aan de functionele veiligheidsvoorschriften van artikel 17 van en bijlage I bij Verordening (EU) nr. 167/2013 alsook aan de gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures volgens de artikelen 5 tot en met 38 van deze verordening.

3.

De fabrikanten zorgen ervoor dat reserveonderdelen die in de Unie op de markt worden aangeboden of in het verkeer worden gebracht voldoen aan de gedetailleerde technische voorschriften en testprocedures die in deze verordening worden vastgesteld.

4.

De fabrikanten verstrekken de goedkeuringsinstantie een beschrijving van de maatregelen die zijn genomen om manipulatie of wijziging van het aandrijfbesturingssysteem te voorkomen, inclusief de elektronische systemen voor controle van de functionele veiligheid (indien aanwezig).

Artikel 4 Toepassing van VN/ECE-reglementen

Artikel 5 Technische specificaties betreffende functionele veiligheidsvoorschriften en testprocedures

Artikel 6 Voorschriften inzake de integriteit van de voertuigstructuur

Artikel 7 Voorschriften inzake de door de constructie bepaalde maximumsnelheid, regulateurs en snelheidsbegrenzers

Artikel 8 Voorschriften inzake stuursystemen voor snelle trekkers

Artikel 9 Voorschriften inzake stuursystemen

Artikel 10 Voorschriften inzake snelheidsmeters

Artikel 11 Voorschriften inzake het gezichtsveld en ruitenwissers

Artikel 12 Voorschriften inzake ruiten

Artikel 13 Voorschriften inzake achteruitkijkspiegels

Artikel 14 Voorschriften inzake informatiesystemen voor de bestuurder

Artikel 15 Voorschriften inzake verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen en hun lichtbronnen

Artikel 16 Voorschriften inzake de installatie van verlichting

Artikel 17 Voorschriften inzake bescherming van de inzittenden van het voertuig, met inbegrip van binnenuitrusting, hoofdsteunen, veiligheidsgordels en deuren van het voertuig

Artikel 18 Voorschriften inzake de buitenkant en accessoires van het voertuig

Artikel 19 Voorschriften inzake de elektromagnetische compatibiliteit

Artikel 20 Voorschriften inzake geluidssignaalinrichtingen

Artikel 21 Voorschriften inzake verwarmingssystemen

Artikel 22 Voorschriften inzake voorzieningen ter beveiliging tegen onrechtmatig gebruik

Artikel 23 Voorschriften inzake kentekenplaten

Artikel 24 Voorschriften inzake voorgeschreven platen en opschriften

Artikel 25 Voorschriften inzake afmetingen en massa's van aanhangwagens

Artikel 26 Voorschriften inzake de maximummassa in beladen toestand

Artikel 27 Voorschriften inzake extra gewichten

Artikel 28 Voorschriften inzake de veiligheid van elektrische systemen

Artikel 29 Voorschriften inzake brandstoftanks

Artikel 30 Voorschriften inzake beschermingsinrichtingen aan de achterzijde

Artikel 31 Voorschriften inzake zijdelingse bescherming

Artikel 32 Voorschriften inzake laadplatforms

Artikel 33 Voorschriften inzake sleepinrichtingen

Artikel 34 Voorschriften inzake banden

Artikel 35 Voorschriften inzake opspatafschermingssystemen

Artikel 36 Voorschriften inzake de achteruitrijinrichting

Artikel 37 Voorschriften inzake rupsbanden

Artikel 38 Voorschriften inzake mechanische koppelingen

HOOFDSTUK III VERPLICHTINGEN VAN DE LIDSTATEN

Artikel 39 Typegoedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden

Artikel 40 Nationale typegoedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden

HOOFDSTUK IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 40 bis Overgangsbepalingen

Artikel 41 Inwerkingtreding en toepassing

LIJST VAN BIJLAGEN

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

BIJLAGE VIII

BIJLAGE IX

BIJLAGE X

BIJLAGE XI

BIJLAGE XII

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3

BIJLAGE XIII

BIJLAGE XIV

BIJLAGE XV

BIJLAGE XVI

BIJLAGE XVII

BIJLAGE XVIII

BIJLAGE XIX

BIJLAGE XX

BIJLAGE XXI

BIJLAGE XXII

BIJLAGE XXIII

BIJLAGE XXIV

BIJLAGE XXV

BIJLAGE XXVI

BIJLAGE XXVII

Aanhangsel 1

BIJLAGE XXVIII

BIJLAGE XXIX

BIJLAGE XXX

BIJLAGE XXXI

BIJLAGE XXXII

BIJLAGE XXXIII

BIJLAGE XXXIV

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3