Home

Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (Voor de EER relevante tekst)

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp

In deze verordening zijn regels vastgelegd voor de nauwkeurige monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies en andere relevante informatie van schepen die aankomen in, zich bevinden in of vertrekken uit havens die onder de jurisdictie vallen van een lidstaat, om op kosteneffectieve wijze de vermindering van broeikasgasemissies door het maritiem vervoer te bevorderen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1.

Deze verordening is van toepassing op schepen met een brutotonnage van ten minste 5 000 ton wat betreft de broeikasgasemissies die zij uitstoten tijdens hun reis voor het vervoer van vracht of passagiers voor commerciële doeleinden van de laatste aanloophaven van dergelijke schepen naar een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat, van een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat naar de volgende aanloophaven, en binnen aanloophavens onder de jurisdictie van een lidstaat.

1 bis.

Met ingang van 1 januari 2025 is deze verordening ook van toepassing op algemene vrachtschepen met een brutotonnage van minder van 5 000 ton maar niet minder dan 400 ton wat betreft de broeikasgasemissies die zij uitstoten tijdens hun reis voor het vervoer van vracht voor commerciële doeleinden van hun laatste aanloophaven naar een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat, van een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat naar de volgende aanloophaven, en binnen aanloophavens onder de jurisdictie van een lidstaat, alsook op offshoreschepen met een brutotonnage van minder dan 5 000 ton maar niet minder dan 400 ton wat betreft de broeikasgasemissies die zij uitstoten tijdens de reis van hun laatste aanloophaven naar een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat, van een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat naar de volgende aanloophaven, en binnen aanloophavens onder de jurisdictie van een lidstaat.

1 ter.

Met ingang van 1 januari 2025 is deze verordening van toepassing op offshoreschepen met een brutotonnage van ten minste 5 000 ton wat betreft de broeikasgasemissies die zij uitstoten tijdens de reis van hun laatste aanloophaven naar een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat, van een aanloophaven onder de jurisdictie van een lidstaat naar de volgende aanloophaven, en binnen aanloophavens onder de jurisdictie van een lidstaat.

1 quater.

De onder deze verordening vallende broeikasgassen zijn:

  1. koolstofdioxide (CO2);

  2. methaan (CH4), voor emissies uitgestoten vanaf 2024, en

  3. distikstofoxide (N2O), voor emissies uitgestoten vanaf 2024.

Wanneer in deze verordening wordt verwezen naar de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen of de totale geaggregeerde broeikasgasuitstoot, wordt daaronder de totale geaggregeerde hoeveelheid van elk gas afzonderlijk verstaan.

2.

Deze verordening is niet van toepassing op oorlogsschepen, hulpschepen van de marine, schepen die vis vangen of vis verwerken, houten schepen met een primitieve bouw, schepen die niet mechanisch worden aangedreven of overheidsschepen die voor niet-commerciële doelen worden gebruikt.

Artikel 3 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) „broeikasgasemissies” :
de uitstoot van de overeenkomstig artikel 2, lid 1 quater, eerste alinea, onder deze verordening vallende broeikasgassen door schepen;
b) „aanloophaven” :
een aanloophaven in de zin van artikel 3, punt z), van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad(1)
c) „reis” :
een beweging van een schip dat vertrekt uit of aankomt in een aanloophaven;
d) „maatschappij” :
de scheepvaartmaatschappij in de zin van artikel 3, punt w), van Richtlijn 2003/87/EG;
e) „brutotonnage” (GT):
de brutotonnage die is berekend overeenkomstig de voorschriften voor tonnagemeting als neergelegd in bijlage I bij het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, vastgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) in London op 23 juni 1969, of daaropvolgende overeenkomsten;
f) „verificateur” :
een juridische entiteit die verificatieactiviteiten uitvoert en die is geaccrediteerd door een nationale accreditatie-instantie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 en deze verordening;
g) „verificatie” :
de activiteiten die door een verificateur worden uitgevoerd voor het beoordelen van de conformiteit van de door de maatschappij overgelegde documenten met de voorschriften van deze verordening;
h) „conformiteitsdocument” :
een voor een schip specifiek document dat door een verificateur aan een maatschappij wordt afgegeven, waarin voor een specifieke verslagperiode wordt bevestigd dat dat schip aan de voorschriften van deze verordening voldoet;
i) „andere relevante informatie” :
informatie die betrekking heeft op broeikasgas-emissies afkomstig van het brandstofverbruik, op de vervoerswerkzaamheden en op de energie-efficiëntie van schepen, die het mogelijk maakt emissietrends te analyseren en de prestaties van schepen te beoordelen;
j) „emissiefactor” :
de gemiddelde uitstoot van een broeikasgas gerelateerd aan de activiteitengegevens van een bronstroom, aangenomen dat sprake is van volledige oxidatie bij verbranding en volledige conversie bij alle andere chemische reacties;
k) „onzekerheid” :
een parameter, gerelateerd aan het resultaat van de bepaling van een grootheid, die de spreiding karakteriseert van de waarden welke redelijkerwijs kunnen worden toegekend aan die bepaalde grootheid met inbegrip van de effecten van zowel systematische als toevalsfactoren, uitgedrukt als een percentage, en die een betrouwbaarheidsinterval rond de gemiddelde waarde beschrijft dat 95 % van de geschatte waarden omvat, rekening houdend met de eventuele asymmetrie van de verdeling van die waarden;
l) „conservatief” :
gebaseerd op een nader omschreven reeks aannames die garanderen dat de jaarlijkse emissies niet worden onderschat of de tonkilometers overschat;
m) „verslagperiode” :
de periode van 1 januari tot en met 31 december van een bepaald jaar; voor reizen waarvan de aanvang en het einde niet in hetzelfde jaar vallen, worden de respectieve gegevens onder het betrokken jaar geregistreerd;
n) „schip op zijn ligplaats” :
een schip dat veilig afgemeerd of voor anker ligt in een haven onder de jurisdictie van een lidstaat, tijdens het laden, lossen of het fungeren als hotel voor de bemanning (hotelling), met inbegrip van de tijd waarin het schip niet betrokken is bij vrachtafhandeling;
o) „ijsklasse” :
de notatie die door de bevoegde nationale instanties van de vlaggenstaat of door een door die staat erkende organisatie is toegekend aan het schip, waaruit blijkt dat het schip is ontworpen voor het varen in zee-ijs;
p) „verantwoordelijke administrerende autoriteit” :
de administrerende autoriteit ten aanzien van een scheepvaartmaatschappij als bedoeld in artikel 3 octies septies van Richtlijn 2003/87/EG;
q) „geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau” :
de som van de emissies van de broeikasgassen die vallen onder Richtlijn 2003/87/EG, die verband houden met maritieme vervoersactiviteiten overeenkomstig bijlage I bij die richtlijn en die uit hoofde van die richtlijn door een maatschappij moeten worden gerapporteerd, met betrekking tot alle schepen die tijdens de verslagperiode onder de verantwoordelijkheid van die maatschappij vallen.

HOOFDSTUK II MONITORING EN RAPPORTAGE

AFDELING 1 Beginselen en methoden voor monitoring en rapportage

Artikel 4 Algemene beginselen voor monitoring en rapportage

Artikel 5 Methoden voor de monitoring van broeikasgas-emissies en andere relevante informatie

AFDELING 2 Monitoringplan

Artikel 6 Inhoud en indiening van het monitoringplan

Artikel 7 Wijzigingen van het monitoringplan

AFDELING 3 Monitoring van broeikasgas-emissies en andere relevante informatie

Artikel 8 Monitoring van activiteiten binnen een verslagperiode

Artikel 9 Monitoring per reis

Artikel 10 Monitoring op jaarbasis

AFDELING 4 Rapportage

Artikel 11 Inhoud van het emissieverslag

Artikel 11 bis Rapportage en indiening van de geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau

Artikel 12 Formaat van het emissieverslag en rapportage van geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau

HOOFDSTUK III VERIFICATIE EN ACCREDITATIE

Artikel 13 Omvang van de verificatieactiviteiten en verificatieverslag

Artikel 14 Algemene verplichtingen en beginselen voor de verificateurs

Artikel 15 Verificatieprocedures

Artikel 16 Accreditatie van verificateurs

HOOFDSTUK IV CONFORMITEIT EN BEKENDMAKING VAN INFORMATIE

Artikel 17 Conformiteitsdocument

Artikel 18 Verplichting een geldig conformiteitsdocument aan boord te hebben

Artikel 19 Naleving van de monitoring- en rapportagevoorschriften en inspecties

Artikel 20 Straffen, uitwisseling van informatie en verwijderingsbevel

Artikel 21 Bekendmaking van informatie en verslag van de Commissie

HOOFDSTUK V INTERNATIONALE SAMENWERKING

Artikel 22 Internationale samenwerking

Artikel 22 bis Evaluatie

HOOFDSTUK VI GEDELEGEERDE EN UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 23 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 24 Comitéprocedure

Artikel 25 Wijzigingen van Richtlijn 2009/16/EG

Artikel 26 Inwerkingtreding

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE III