Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1366 van de Commissie van 11 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft steun in de bijenteeltsector

Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/1366 van de Commissie van 11 mei 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft steun in de bijenteeltsector

Artikel 1 Bijenkasten

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „bijenkast” verstaan de eenheid die een honingbijenkolonie bevat die voor de productie van honing, andere producten van de bijenteelt of kweekmateriaal voor honingbijen wordt gebruikt, en alle elementen die voor het overleven van die kolonie nodig zijn.

Artikel 2 Methode voor de vaststelling van het aantal bijenkasten

De lidstaten die nationale programma's voor de bijenteeltsector als bedoeld in artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 („bijenteeltprogramma's”) indienen, beschikken over een betrouwbare methode om elk jaar tussen 1 september en 31 december het aantal bijenkasten vast te stellen dat op hun grondgebied klaar is om te overwinteren.

Artikel 3 Kennisgeving van het aantal bijenkasten

Vanaf 2017 stellen de lidstaten die bijenteeltprogramma's indienen, de Commissie elk jaar in kennis van het aantal bijenkasten op hun grondgebied dat klaar is om te overwinteren, als vastgesteld volgens de in artikel 2 bedoelde methode.

Artikel 4 Bijdrage van de Unie voor de bijenteeltprogramma's

De bijdrage van de Unie voor de bijenteeltprogramma's wordt aan de lidstaten die een bijenteeltprogramma hebben, toegewezen in verhouding tot het gemiddelde totale aantal bijenkasten waarvan die lidstaten overeenkomstig artikel 3 hebben kennisgegeven in de loop van de twee kalenderjaren die onmiddellijk voorafgaan aan de kennisgeving aan de Commissie van het bijenteeltprogramma. De minimumbijdrage van de Unie bedraagt 25 000 EUR per bijenteeltprogramma.

In afwijking van de eerste alinea wordt de bijdrage van de Unie voor de bijenteeltprogramma’s voor 2021 en 2022 aan de lidstaten met bijenteeltprogramma’s toegewezen op basis van het aantal bijenkasten dat die lidstaten in 2013 in hun respectieve bijenteeltprogramma’s van 2014-2016 hebben meegedeeld, gecorrigeerd voor de toewijzingsaanvragen van de lidstaten voor de programmeringsperiode 2017-2019. De minimumbijdrage van de Unie bedraagt 25 000 EUR per bijenteeltprogramma.

Artikel 5 Voorkoming van dubbele financiering

De lidstaten zien erop toe dat de bijenteeltprogramma's niet dubbel worden gefinancierd in het kader van de steun in de bijenteeltsector op grond van artikel 55 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en van de steun voor plattelandsontwikkeling op grond van Verordening (EU) nr. 1305/2013.

Artikel 6 Ontstaansfeit voor de wisselkoers

Artikel 7 Intrekking

Artikel 8 Overgangsmaatregelen

Artikel 9 Inwerkingtreding