Home

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie van 9 februari 2017 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 1044) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/247 van de Commissie van 9 februari 2017 betreffende beschermende maatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 1044) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Artikel 1

De beschermings- en toezichtsgebieden, die door de in de bijlage bij dit besluit opgenomen lidstaten („de betrokken lidstaten”) overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG naar aanleiding van een uitbraak of uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza bij pluimvee of in gevangenschap levende vogels moeten worden vastgesteld, alsmede de duur van de maatregelen die overeenkomstig artikel 29, lid 1, en artikel 31 van Richtlijn 2005/94/EG moeten worden toegepast, worden bij dit besluit op het niveau van de Unie vastgesteld.

Bij dit besluit worden op het niveau van de Unie tevens de in artikel 16, lid 4, van Richtlijn 2005/94/EG bedoelde verdere beperkingsgebieden vastgesteld die naar aanleiding van een uitbraak of uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in de betrokken lidstaten moeten worden ingesteld, en wordt de duur van de in die verdere beperkingsgebieden toe te passen maatregelen vastgesteld.

Dit besluit bevat regels betreffende de verzending van zendingen levend pluimvee, eendagskuikens en broedeieren uit de betrokken lidstaten.

Artikel 2

De betrokken lidstaten zien erop toe dat:

  1. de overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder a), van Richtlijn 2005/94/EG door hun bevoegde autoriteiten ingestelde beschermingsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in deel A van de bijlage bij dit besluit als beschermingsgebieden zijn opgenomen;

  2. de maatregelen die overeenkomstig artikel 29, lid 1, van Richtlijn 2005/94/EG in de beschermingsgebieden moeten worden toegepast ten minste tot de in deel A van de bijlage bij dit besluit voor de beschermingsgebieden opgegeven data worden gehandhaafd.

Artikel 3

De betrokken lidstaten zien erop toe dat:

  1. de overeenkomstig artikel 16, lid 1, onder b), van Richtlijn 2005/94/EG door hun bevoegde autoriteiten ingestelde toezichtsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in deel B van de bijlage bij dit besluit als toezichtsgebieden zijn opgenomen;

  2. de maatregelen die overeenkomstig artikel 31, van Richtlijn 2005/94/EG in de toezichtsgebieden moeten worden toegepast ten minste tot de in deel B van de bijlage bij dit besluit voor de toezichtsgebieden opgegeven data worden gehandhaafd.

Artikel 3 bis

1.

De betrokken lidstaten verbieden de verzending van zendingen eendagskuikens vanuit de gebieden die in de bijlage als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen, naar andere lidstaten, tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van verzending het rechtstreekse vervoer van eendagskuikens onder de volgende voorwaarden toestaat:

  1. de eendagskuikens zijn afkomstig uit broedeieren van pluimvee dat in een inrichting wordt gehouden die overeenkomstig artikel 6, punt a), i), van Richtlijn 2009/158/EG van de Raad(1) is erkend (erkende inrichting), buiten de gebieden die in de bijlage, delen A en B, bij dit besluit als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen;

  2. de erkende inrichting van verzending (de broederij van verzending) kan op grond van haar logistiek en werkomstandigheden waarborgen dat de onder a) vermelde eendagskuikens en broedeieren niet in aanraking zijn gekomen met andere broedeieren of eendagskuikens, afkomstig van pluimvee in erkende inrichtingen in de in de bijlage opgenomen beschermings- of toezichtsgebieden;

  3. de broederij van verzending bevindt zich buiten de gebieden die in de bijlage, deel A, als beschermingsgebieden zijn opgenomen, maar mag zich binnen de gebieden bevinden die in de bijlage, deel B, als toezichtsgebieden zijn opgenomen.

2.

De betrokken lidstaten verbieden de verzending van zendingen eendagskuikens afkomstig uit broedeieren van pluimvee in erkende inrichtingen in de gebieden die in de bijlage als beschermings- en toezichtsgebieden zijn opgenomen, tenzij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat van verzending het rechtstreekse vervoer van broedeieren van pluimvee in erkende inrichtingen buiten de beschermingsgebieden maar binnen de toezichtsgebieden naar een aangewezen broederij buiten de bescherming- en toezichtsgebieden toestaat en de bevoegde autoriteit waarborgt dat de eendagskuikens afkomstig uit die broedeieren bij de verzending naar andere lidstaten aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. de eendagskuikens zijn afkomstig uit een aangewezen broederij buiten de in de bijlage opgenomen beschermings- en toezichtsgebieden;

  2. de eendagskuikens zijn afkomstig uit broedeieren die zijn ontsmet en waarvan de verpakking is ontsmet vóór vervoer naar de broederij van verzending en waarvan de herkomst kan worden getraceerd.

Artikel 3 ter

De betrokken lidstaten zien erop toe dat:

  1. de door hun bevoegde autoriteiten ingestelde verdere beperkingsgebieden, als bedoeld in artikel 16, lid 4, van Richtlijn 2005/94/EG, ten minste de gebieden omvatten die als verdere beperkingsgebieden zijn opgenomen in deel C van de bijlage bij dit besluit;

  2. de in artikel 32 van Richtlijn 2005/94/EG bedoelde maatregelen die in de verdere beperkingsgebieden moeten worden toegepast ten minste worden gehandhaafd tot de data die zijn vastgesteld voor de in deel C van de bijlage bij dit besluit opgenomen verdere beperkingsgebieden.

Artikel 3 quater

Artikel 3 quinquies

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

BIJLAGE