Bij deze verordening worden visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ingesteld die nodig zijn voor de naleving van de verplichtingen in het kader van artikel 6 van Richtlijn 92/43/EEG en artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2008/56/EG.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 van de Commissie van 5 september 2016 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Noordzee
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/118 van de Commissie van 5 september 2016 tot vaststelling van visserijgerelateerde instandhoudingsmaatregelen ter bescherming van het mariene milieu in de Noordzee
Artikel 1 Voorwerp en toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op vissersvaartuigen in de Noordzee.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening zijn naast de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013, artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en artikel 2 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie(1) de volgende definities van toepassing:
-
„mobiel bodemberoerend vistuig”: elk hierna genoemd vistuig: bodemtrawl, boomkor, bodemottertrawl, dubbelebordentrawl, bodemspantrawl, nephropstrawl, garnalentrawl, zegennet, Deense zegen, Schotse zegen, Schotse spanzegen, bootzegen en dreg;
-
„gebieden 1”: de geografische gebieden die worden ingesloten door de in bijlage I bij de onderhavige verordening genoemde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden;
-
„gebieden 2”: de geografische gebieden die worden ingesloten door de in bijlage II bij de onderhavige verordening genoemde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden;
-
„gebieden 3”: de geografische gebieden die worden ingesloten door de in bijlage IV bij de onderhavige verordening genoemde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden;
-
„Bratten”: het geografische gebied dat wordt ingesloten door de in bijlage III bij de onderhavige verordening genoemde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden;
-
„AIS-zones”: de geografische gebieden die worden ingesloten door de in bijlage V bij de onderhavige verordening genoemde punten, gemeten volgens het WGS84-coördinatenstelsel, achtereenvolgens door middel van loxodromen met elkaar te verbinden;
-
„betrokken lidstaten”: Denemarken, Duitsland en Zweden.
Artikel 3 Visserijverbod
Het is verboden om in de gebieden 1 enige visserijactiviteit te verrichten met mobiel bodemberoerend vistuig.
Wanneer vissersvaartuigen die mobiel bodemberoerend vistuig aan boord hebben, in de gebieden 1 visserijactiviteiten verrichten die niet op grond van de eerste alinea zijn verboden, is het betrokken mobiele bodemberoerende vistuig vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Verboden zijn:
-
visserijactiviteiten in de punten 2(1) tot en met 2(24) van de gebieden 2;
-
visserijverrichtingen in de punten 2(25), 2(26) en 2(27) van de gebieden 2.
In de gebieden 3 is visserij uitsluitend met het volgende vistuig en onder de volgende voorwaarden toegestaan:
-
handvistuig zoals hengel en vislijn (LHP);
-
pelagische trawls (OTM/PTM);
-
korven en vallen (FPO, FIX) bij de visserij op schaaldieren;
-
kieuwnetten en schakelnetten (GTN), mits vissersvaartuigen deelnemen aan een nationaal monitoring- en beoordelingsprogramma dat door of namens de nationale autoriteiten wordt uitgevoerd om de bijvangst van bruinvis en zeevogels te evalueren door middel van elektronische monitoring op afstand („REM”), met inbegrip van het gebruik van boordcamera’s in een gesloten televisiecircuit (CCTV) en positiegegevens.
Wat het laatste streepje van de eerste alinea betreft, evalueren de betrokken lidstaten de gegevens over incidentele vangsten van bruinvis en zeevogels jaarlijks en verrichten zij een beoordeling ervan op enig moment, doch uiterlijk op 31 december 2024. Die gegevens of eventuele nieuwe relevante gegevens worden gebruikt om de toepassing van de netvisserij in die gebieden aan te passen volgens de procedure van de artikelen 11 en 18 van Verordening (EU) nr. 1380/2013.
Lid 2, punt b), en lid 3 zijn ook van toepassing op de recreatievisserij.
Artikel 4 Doorvaart
Vissersvaartuigen die bodemberoerend vistuig aan boord hebben, mogen door gebieden 1 varen mits het bodemberoerende vistuig is vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Vissersvaartuigen mogen door gebieden 2 varen als het vistuig dat ze aan boord hebben, is vastgemaakt en opgeborgen overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Artikel 5 Automatisch identificatiesysteem
De volgende vissersvaartuigen zijn uitgerust met een automatisch identificatiesysteem (AIS) dat beantwoordt aan de in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 vermelde prestatienormen, en zorgen ervoor dat het systeem operationeel blijft:
-
alle vissersvaartuigen die aanwezig zijn in het beschermde mariene gebied Bratten;
-
alle vissersvaartuigen die werken met mobiel bodemberoerend vistuig in de AIS-zones zoals aangegeven in punt 1 van bijlage V bij deze verordening;
-
alle vissersvaartuigen die aanwezig zijn in de AIS-zones zoals aangegeven in punt 2 van bijlage V bij deze verordening.