Home

Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Onderwerp, toepassingsgebied en vrijstellingen

1.

Deze verordening stelt voorschriften vast voor de opstelling, goedkeuring en verspreiding van het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten worden aangeboden aan het publiek of toegelaten tot de handel op een in een lidstaat gelegen of functionerende gereglementeerde markt.

2.

Deze verordening is niet van toepassing op de volgende soorten van effecten:

  1. rechten van deelneming uitgegeven door instellingen voor collectieve belegging die niet van het closed-end-type zijn;

  2. effecten zonder aandelenkarakter uitgegeven door een lidstaat of door een van de regionale of plaatselijke overheden van een lidstaat, door een openbare internationale instelling waarbij één of meer lidstaten aangesloten zijn, door de Europese Centrale Bank of door de centrale banken van de lidstaten;

  3. aandelen in het kapitaal van centrale banken van de lidstaten;

  4. effecten die onvoorwaardelijk en onherroepelijk gegarandeerd zijn door een lidstaat of door een van de regionale of plaatselijke overheden van een lidstaat;

  5. effecten die zijn uitgegeven door verenigingen met een wettelijke status of instellingen zonder winstoogmerk, die door een lidstaat zijn erkend, met het oog op het aantrekken van de financiering die nodig is om hun niet-commerciële doelen te verwezenlijken;

  6. niet-fungibele kapitaalaandelen die in de eerste plaats bedoeld zijn om de houder een recht te verlenen om een appartement, of andere vorm van onroerend goed of een gedeelte ervan te betrekken en die niet verkocht kunnen worden zonder van dat recht afstand te doen.

3.

Onverminderd de tweede alinea van dit lid en artikel 4, is deze verordening niet van toepassing op een aanbieding van effecten aan het publiek met een totale tegenwaarde in de Unie van minder dan 1 000 000 EUR, welke wordt berekend over een periode van twaalf maanden.

De lidstaten breiden de verplichting om krachtens deze verordening een prospectus op te stellen niet uit tot aanbiedingen van effecten aan het publiek als bedoeld in de eerste alinea. van dit lid. De lidstaten kunnen in die gevallen evenwel op nationaal niveau andere openbaarmakingsvoorschriften vaststellen, voor zover die voorschriften niet leiden tot onevenredige of onnodige lasten.

4.

De in artikel 3, lid 1, bedoelde verplichting om een prospectus te publiceren geldt niet voor de volgende soorten van aanbiedingen van effecten aan het publiek:

  1. een aanbieding van effecten die alleen tot gekwalificeerde beleggers is gericht;

  2. een aanbieding van effecten aan minder dan 150 natuurlijke personen of rechtspersonen per lidstaat die geen gekwalificeerde beleggers zijn;

  3. een aanbieding van effecten met een nominale waarde per eenheid van ten minste 100 000 EUR;

  4. een aanbieding van effecten aan beleggers die bij elke afzonderlijke aanbieding effecten aankopen tegen een totale tegenwaarde van ten minste 100 000 EUR per belegger;

  5. aandelen uitgegeven ter vervanging van aandelen van dezelfde klasse welke reeds zijn uitgegeven, zonder dat de uitgifte van deze nieuwe aandelen leidt tot een verhoging van het geplaatste kapitaal;

  6. effecten aangeboden bij een overname middels een openbaar aanbod tot ruil, mits overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, vervatte regelingen een document ter beschikking wordt gesteld aan het publiek dat informatie bevat ter beschrijving van de transactie en het effect ervan op de uitgevende instelling;

  7. effecten die worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn bij een fusie of splitsing, mits overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, vervatte regelingen een document ter beschikking wordt gesteld aan het publiek dat informatie bevat ter beschrijving van de transactie en het effect ervan op de uitgevende instelling;

  8. dividenden die aan bestaande aandeelhouders worden uitbetaald in de vorm van aandelen van dezelfde klasse als de aandelen uit hoofde waarvan die dividenden worden betaald, mits een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de aandelen en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding;

  9. effecten die door de werkgever of door een verbonden onderneming worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn aan huidige of voormalige bestuurders of werknemers, mits een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de effecten en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding of toewijzing.

  10. effecten zonder aandelenkarakter, die doorlopend of periodiek door een kredietinstelling worden uitgegeven, waarbij de totale samengetelde tegenwaarde in de Unie voor de aangeboden effecten berekend over een periode van twaalf maanden minder dan 75 000 000 EUR per kredietinstelling bedraagt, op voorwaarde dat die effecten:

    1. niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn, en

    2. geen recht geven tot het inschrijven op of verwerven van andere soorten van effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn.

5.

De in artikel 3, lid 3, bedoelde verplichting om een prospectus te publiceren geldt niet voor de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van:

  1. effecten die fungibel zijn met effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten, mits deze effecten over een periode van twaalf maanden minder dan 20 % vertegenwoordigen van het aantal effecten dat reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt is toegelaten;

  2. aandelen resulterend uit de conversie of omruiling van andere effecten of uit de uitoefening van aan andere effecten verbonden rechten, indien de hieruit voortgekomen aandelen tot dezelfde klasse behoren als de aandelen die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten, mits de hieruit voortgekomen aandelen over een periode van twaalf maanden minder dan 20 % vertegenwoordigen van het aantal aandelen van dezelfde klasse dat reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt is toegelaten, onverminderd de tweede alinea van dit lid;

  3. effecten die resulteren uit de conversie of omruiling van andere effecten, eigen vermogen of in aanmerking komende passiva door een afwikkelingsautoriteit in het kader van de uitoefening van een in artikel 53, lid 2, artikel 59, lid 2, of artikel 63, lid 1, of lid 2, van Richtlijn 2014/59/EU bedoelde bevoegdheid;

  4. aandelen uitgegeven ter vervanging van aandelen van dezelfde klasse welke reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten, indien de uitgifte van deze nieuwe aandelen niet leidt tot een verhoging van het geplaatste kapitaal;

  5. effecten aangeboden bij een overname middels een openbaar aanbod tot ruil, mits overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, vervatte regelingen een document ter beschikking wordt gesteld aan het publiek dat informatie bevat ter beschrijving van de transactie en het effect ervan op de uitgevende instelling;

  6. effecten die worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn bij een fusie of splitsing, mits overeenkomstig de in artikel 21, lid 2, vervatte regelingen een document ter beschikking wordt gesteld aan het publiek dat informatie bevat ter beschrijving van de transactie en het effect ervan op de uitgevende instelling;

  7. aandelen die kosteloos worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn aan de huidige aandeelhouders en dividenden die worden uitbetaald in de vorm van aandelen van dezelfde klasse als de aandelen uit hoofde waarvan dividenden worden betaald, mits die aandelen tot dezelfde klasse behoren als de aandelen die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de aandelen en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding of toewijzing;

  8. effecten die door de werkgever of een verbonden onderneming worden aangeboden of toegewezen dan wel toe te wijzen zijn aan huidige of voormalige bestuurders of werknemers, mits die effecten tot dezelfde klasse behoren als de effecten die reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt zijn toegelaten en een document beschikbaar wordt gesteld dat informatie bevat betreffende het aantal en de aard van de effecten en de redenen voor en de bijzonderheden van de aanbieding of toewijzing;

  9. effecten zonder aandelenkarakter die doorlopend of periodiek door een kredietinstelling worden uitgegeven, waarbij de totale samengetelde tegenwaarde in de Unie voor de aangeboden effecten berekend over een periode van twaalf maanden minder dan 75 000 000 EUR per kredietinstelling bedraagt, op voorwaarde dat die effecten:

    1. niet achtergesteld, converteerbaar of omwisselbaar zijn, en

    2. geen recht geven tot het inschrijven op of verwerven van andere soorten van effecten en niet aan een derivaat gekoppeld zijn;

  10. effecten die reeds tot de handel op een andere gereglementeerde markt zijn toegelaten onder de volgende voorwaarden:

    1. die effecten, of effecten van dezelfde klasse, waren gedurende meer dan 18 maanden toegelaten tot de handel op die andere gereglementeerde markt;

    2. voor effecten die na 1 juli 2005 voor het eerst tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, is bij de toelating tot de handel op die andere gereglementeerde markt een overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG goedgekeurd en gepubliceerd prospectus uitgebracht;

    3. tenzij subpunt ii) van toepassing is, is voor effecten die na 30 juni 1983 voor het eerst tot de notering zijn toegelaten, het prospectus conform het bepaalde in Richtlijn 80/390/EEG van de Raad(1) of Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad(2) goedgekeurd;

    4. de geldende verplichtingen voor de handel op die andere gereglementeerde markt zijn vervuld;

    5. de persoon die in het kader van de onder j) bedoelde vrijstelling verzoekt om toelating van een effect tot de handel op een gereglementeerde markt, stelt in de lidstaat van de gereglementeerde markt waar de toelating tot de handel wordt gevraagd, overeenkomstig artikel 21, lid 2, een document ter beschikking van het publiek waarvan de inhoud in overeenstemming is met artikel 7, met dien verstande dat de in artikel 7, lid 3, bedoelde maximumlengte met twee extra bladzijden van A4-formaat wordt verlengd, en dat is opgesteld in een taal die wordt aanvaard door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de gereglementeerde markt waar de toelating wordt gevraagd, en

    6. dat in het onder v) bedoelde document wordt vermeld waar het meest recente prospectus te verkrijgen is en waar de uitgevende instelling de op grond van doorlopende informatieverplichtingen gepubliceerde financiële informatie ter beschikking stelt.

De onder b) van de eerste alinea bedoelde vereiste dat de resulterende aandelen over een periode van twaalf maanden minder dan 20 % vertegenwoordigen van het aantal aandelen van dezelfde klasse dat reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt is toegelaten, is niet van toepassing in de volgende gevallen:

  1. wanneer bij de aanbieding aan het publiek of de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt van de effecten die toegang bieden tot de aandelen, overeenkomstig de onderhavige verordening of overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG een prospectus is opgesteld;

  2. wanneer de effecten die toegang bieden tot de aandelen, vóór 20 juli 2017 zijn uitgegeven;

  3. wanneer de aandelen zijn aangemerkt als in artikel 26 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad(3) bedoelde tier 1-kernkapitaalbestanddelen van een instelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 3), van die verordening en resulteren uit de conversie van door die instelling uitgegeven aanvullende tier 1-instrumenten naar aanleiding van een triggergebeurtenis als beschreven in artikel 54, lid 1, onder a), van die verordening;

  4. wanneer de aandelen zijn aangemerkt als in aanmerking komend eigen vermogen of in aanmerking komend kernvermogen in de zin van titel I, hoofdstuk VI, afdeling 3, van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad(4), en resulteren uit de conversie van andere effecten die plaatsvindt ter naleving van de verplichting om te voldoen aan de solvabiliteitskapitaalvereiste of de minimumkapitaalvereiste, die in titel I, hoofdstuk VI, afdeling 4 of afdeling 5, van Richtlijn 2009/138/EG is neergelegd, of de groepssolvabiliteitsvereiste die in titel III van Richtlijn 2009/138/EG is neergelegd;

6.

De in lid 4 en lid 5 beschreven vrijstellingen van de verplichting om een prospectus te publiceren kunnen worden gecombineerd. De vrijstellingen in lid 5, eerste alinea, onder a) en b), worden echter niet gecombineerd indien die combinatie zou kunnen leiden tot de onmiddellijke of uitgestelde toelating tot de handel op een gereglementeerde markt over een periode van twaalf maanden van meer dan 20 % van het aantal aandelen van dezelfde klasse dat reeds tot de handel op dezelfde gereglementeerde markt is toegelaten zonder dat er een prospectus wordt gepubliceerd.

6 bis.

De in lid 4, onder f), en in lid 5, onder e), vervatte vrijstellingen gelden uitsluitend voor effecten met een aandelenkarakter en enkel in de volgende gevallen:

  1. de aangeboden effecten met een aandelenkarakter zijn fungibel met bestaande effecten die reeds vóór de overname en de daarmee verbonden transactie tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, en de overname wordt niet beschouwd als een omgekeerde overname in de zin van alinea B19 van de bij Verordening (EG) nr. 1126/2008 van de Commissie(5) goedgekeurde internationale standaard voor financiële verslaglegging (IFRS) 3, Business Combinations, of

  2. de toezichthoudende autoriteit die, in voorkomend geval, bevoegd is om het biedingsdocument krachtens Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad(6) te herzien, heeft voorafgaande goedkeuring verleend voor het in lid 4, onder f), of in lid 5, onder e), van dit artikel bedoelde document.

6 ter.

De in lid 4, onder g), en in lid 5, onder f), vervatte vrijstellingen gelden uitsluitend voor effecten met een aandelenkarakter waarvan de transactie niet wordt beschouwd als een omgekeerde overname in de zin van alinea B19 van IFRS 3, Business Combinations, en enkel in de volgende gevallen:

  1. de effecten met een aandelenkarakter van de overnemende entiteit waren reeds vóór de transactie tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten;

  2. de effecten met een aandelenkarakter van de entiteiten die gesplitst worden, waren reeds vóór de transactie tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten.

7.

De Commissie is bevoegd om, ter aanvulling van deze verordening, overeenkomstig artikel 44 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de informatie die ten minste moet worden vermeld in de documenten die in lid 4, onder f) en g), en in lid 5, eerste alinea, onder e) en f), van dit artikel worden bedoeld.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „effecten”: verhandelbare effecten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 44, van Richtlijn 2014/65/EU, met uitzondering van geldmarktinstrumenten in de zin van artikel 4, lid 1, punt 17, van Richtlijn 2014/65/EU, die een looptijd van minder dan twaalf maanden hebben;

  2. „effecten met een aandelenkarakter”: aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen verhandelbare effecten, alsmede alle andere soorten van verhandelbare effecten die recht geven tot het verwerven van om het even welke van de eerstgenoemde effecten door middel van conversie of door uitoefening van de daaraan verbonden rechten, mits laatstgenoemde soort van effecten is uitgegeven door de uitgevende instelling die de onderliggende aandelen heeft uitgegeven, of door een entiteit die tot de groep van die uitgevende instelling behoort;

  3. „effecten zonder aandelenkarakter”: alle effecten die geen effecten met een aandelenkarakter zijn;

  4. „aanbieding van effecten aan het publiek”: een in om het even welke vorm en met om het even welk middel tot personen gerichte mededeling waarin voldoende informatie over de voorwaarden van de aanbieding en de aangeboden effecten wordt verstrekt om een belegger in staat te stellen tot aankoop van of inschrijving op deze effecten te besluiten. Deze definitie is ook van toepassing op de plaatsing van effecten via financiële tussenpersonen;

  5. „gekwalificeerde beleggers”: personen of entiteiten die worden genoemd in afdeling I, punten 1 tot en met 4, van bijlage II bij Richtlijn 2014/65/EU, en personen of entiteiten die op verzoek als professionele cliënten worden behandeld in overeenstemming met afdeling II van die bijlage, of die als in aanmerking komende tegenpartijen in de zin van artikel 30 van Richtlijn 2014/65/EU worden erkend, tenzij zij overeenkomstig afdeling I, vierde alinea, van die bijlage een overeenkomst zijn aangegaan om als niet-professionele cliënten te worden behandeld. Voor de toepassing van de eerste zin van dit punt delen beleggingsondernemingen en kredietinstellingen op verzoek van de uitgevende instelling de kwalificatie van hun cliënten aan de uitgevende instelling mede, mits aan de toepasselijke wetgeving inzake gegevensbescherming wordt voldaan;

  6. „kleine en middelgrote ondernemingen” of „mkb-ondernemingen”: één van de volgende:

    1. ondernemingen die volgens de meest recente jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening aan ten minste twee van de volgende drie criteria voldoen: een gemiddeld aantal werknemers gedurende het boekjaar van minder dan 250, een balanstotaal van ten hoogste 43 000 000 EUR en een jaarlijkse netto-omzet van ten hoogste 50 000 000 EUR, ofwel

    2. kleine en middelgrote ondernemingen in de zin van artikel 4, lid 1, punt 13, van Richtlijn 2014/65/EU;

  7. „kredietinstelling”: een kredietinstelling in de zin van artikel 4, lid 1, punt 1), van Verordening (EU) nr. 575/2013;

  8. „uitgevende instelling”: een rechtspersoon die effecten uitgeeft of voornemens is effecten uit te geven;

  9. „aanbieder”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die effecten aan het publiek aanbiedt;

  10. „gereglementeerde markt”: een gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU;

  11. „reclame”: een mededeling met beide volgende kenmerken:

    1. betrekking heeft op een specifieke aanbieding van effecten aan het publiek of op een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt;

    2. er specifiek op gericht is de mogelijke inschrijving op of aankoop van effecten te promoten;

  12. „gereglementeerde informatie”: gereglementeerde informatie in de zin van artikel 2, lid 1, onder k), van Richtlijn 2004/109/EG;

  13. „lidstaat van herkomst”:

    1. voor alle in de Unie gevestigde uitgevende instellingen die niet onder ii) vallen, de lidstaat waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft;

    2. ingeval het een uitgifte betreft van effecten zonder aandelenkarakter met een nominale waarde per eenheid van ten minste 1 000 EUR, en ingeval het een uitgifte betreft van effecten zonder aandelenkarakter die recht geven op het verwerven van verhandelbare effecten of op het ontvangen van een geldbedrag, als gevolg van de conversie daarvan of de uitoefening van de daaraan verbonden rechten, op voorwaarde dat de uitgevende instelling van de effecten zonder aandelenkarakter niet de uitgevende instelling is die de onderliggende effecten heeft uitgegeven, of een entiteit die tot de groep van die uitgevende instelling behoort, de lidstaat waar de uitgevende instelling haar statutaire zetel heeft, dan wel de door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt gekozen lidstaat waar de effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn of zullen worden toegelaten of waar de effecten aan het publiek worden aangeboden. Hetzelfde geldt voor effecten zonder aandelenkarakter in een andere valuta dan de euro, mits de nominale minimumwaarde per eenheid nagenoeg gelijk is aan 1 000 EUR;

    3. voor alle in een derde land gevestigde uitgevende instellingen die niet onder ii) vallen, de door de uitgevende instelling, de aanbieder of de aanvrager van de toelating tot de handel op een gereglementeerde markt gekozen lidstaat waar de effecten voor de eerste maal aan het publiek zullen worden aangeboden of waar het eerst toelating tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, onder voorbehoud van de daaropvolgende voorkeur van de in een derde land gevestigde uitgevende instelling in één van de volgende omstandigheden:

      • de lidstaat van herkomst is niet volgens de voorkeur van die uitgevende instellingen bepaald;

      • in overeenstemming met artikel 2, lid 1, onder i), iii), van Richtlijn 2004/109/EG;

  14. „lidstaat van ontvangst”: de lidstaat waar een aanbieding van effecten aan het publiek wordt gedaan of waar toelating tot de handel op een gereglementeerde markt wordt aangevraagd, wanneer dit een andere lidstaat is dan de lidstaat van herkomst;

  15. „bevoegde autoriteit”: de autoriteit die door elke lidstaat wordt aangewezen in overeenstemming met artikel 31, tenzij anders bepaald in deze verordening;

  16. „instelling voor collectieve belegging die niet van het closed-end-type is”: beleggingsfondsen en beleggingsmaatschappijen met de beide volgende kenmerken:

    1. zij halen bij een reeks beleggers kapitaal op om dit overeenkomstig een bepaald beleggingsbeleid in het belang van deze beleggers te beleggen;

    2. hun rechten van deelneming worden, op verzoek van de houders, ten laste van de activa van deze instellingen direct of indirect ingekocht of terugbetaald;

  17. „rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging”: de door een instelling voor collectieve belegging uitgegeven effecten waarin de rechten van de deelnemers op het vermogen van deze instelling zijn vertegenwoordigd;

  18. „goedkeuring”: het positieve besluit bij het afronden van de controle door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst van de volledigheid, de consistentie en de begrijpelijkheid van de in het prospectus verstrekte informatie;

  19. „basisprospectus”: een prospectus dat aan artikel 8 voldoet, en, naar keuze van de uitgevende instelling, de definitieve voorwaarden van de aanbieding;

  20. „werkdagen”: werkdagen van de relevante bevoegde autoriteit, exclusief zaterdagen, zondagen en feestdagen, zoals gedefinieerd in de nationale wetgeving die op die bevoegde autoriteit van toepassing is;

  21. „multilaterale handelsfaciliteit” of „MTF” (multilateral trading facility): een multilaterale handelsfaciliteit in de zin van artikel 4, lid 1, punt 22, van Richtlijn 2014/65/EU;

  22. „georganiseerde handelsfaciliteit” of „OTF” (organised trading facility) een georganiseerde handelsfaciliteit in de zin van artikel 4, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/65/EU;

  23. „mkb-groeimarkt”: een mkb-groeimarkt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 12, van Richtlijn 2014/65/EU;

  24. „uitgevende instelling van een derde land”: een uitgevende instelling die in een derde land is gevestigd;

  25. „aanbiedingsperiode”: de termijn waarbinnen potentiële beleggers de betrokken effecten kunnen aankopen of erop inschrijven;

  26. „duurzame drager” ieder hulpmiddel:

    1. dat een klant in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op zodanige wijze op te slaan dat deze achteraf gedurende een voor het doel van de informatie toereikende periode kan worden geraadpleegd, en

    2. waarmee de opgeslagen informatie ongewijzigd kan worden gereproduceerd.

Artikel 3 Verplichting om een prospectus te publiceren en vrijstelling

1.

Onverminderd artikel 1, lid 4, worden in de Unie uitsluitend effecten aan het publiek aangeboden nadat overeenkomstig deze verordening een prospectus is gepubliceerd.

2.

Onverminderd artikel 4, kan een lidstaat besluiten aanbiedingen van effecten aan het publiek vrij te stellen van de in lid 1 beschreven verplichting om een prospectus te publiceren, op voorwaarde dat:

  1. voor die aanbiedingen geen kennisgeving overeenkomstig artikel 25 nodig is, en

  2. de totale tegenwaarde van elk van die aanbiedingen in de Unie minder bedraagt dan 8 000 000 EUR berekend over een periode van twaalf maanden.

De lidstaten stellen de Commissie en ESMA ervan in kennis of en hoe zij de vrijstelling uit hoofde van de eerste alinea besluiten toe te passen, met vermelding van het geldbedrag van de aanbieding waaronder de vrijstelling voor aanbiedingen in die lidstaat van toepassing is. Zij doen tevens kennisgeving aan de Commissie en ESMA van eventuele latere wijzigingen van dat geldbedrag.

3.

Onverminderd artikel 1, lid 5, worden effecten uitsluitend tot de handel op een in de Unie gelegen of functionerende gereglementeerde markt toegelaten nadat overeenkomstig deze verordening een prospectus is gepubliceerd.

Artikel 4 Prospectus op vrijwillige basis

1.

Indien een aanbieding van effecten aan het publiek of een toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt overeenkomstig artikel 1, lid 3, buiten het toepassingsgebied van deze verordening valt of overeenkomstig artikel 1, lid 4, of lid 5, of artikel 3, lid 2, van de verplichting om een prospectus te publiceren is vrijgesteld, heeft een uitgevende instelling, een aanbieder of een aanvrager van een toelating tot de handel op een gereglementeerde markt het recht op vrijwillige basis een prospectus in overeenstemming met deze verordening op te stellen.

2.

Een dergelijk, op vrijwillige basis opgesteld prospectus dat door de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst, zoals bepaald overeenkomstig artikel 2, onder m), is goedgekeurd, brengt alle rechten en verplichtingen met zich mee die gelden bij een krachtens deze verordening verplicht prospectus, en is aan alle bepalingen van deze verordening onderworpen, onder het toezicht van de betrokken bevoegde autoriteit.

Artikel 5 Doorverkoop van effecten

HOOFDSTUK II OPSTELLING VAN HET PROSPECTUS

Artikel 6 Het prospectus

Artikel 7 De samenvatting van het prospectus

Artikel 8 Het basisprospectus

Artikel 9 Het universele registratiedocument

Artikel 10 Een uit afzonderlijke documenten bestaand prospectus

Artikel 11 Verantwoordelijkheid met betrekking tot het prospectus

Artikel 12 Geldigheidsduur van een prospectus, registratiedocument en universeel registratiedocument

HOOFDSTUK III INHOUD EN VORM VAN HET PROSPECTUS

Artikel 13 Minimuminformatie en vorm

Artikel 14 Vereenvoudigde openbaarmakingsregeling voor secundaire uitgiften

Artikel 15 EU-groeiprospectus

Artikel 16 Risicofactoren

Artikel 17 Definitieve aanbiedingsprijs van de effecten en totale aantal effecten

Artikel 18 Niet-vermelding van gegevens

Artikel 19 Opneming van informatie door middel van verwijzing

HOOFDSTUK IV REGELS VOOR DE GOEDKEURING EN PUBLICATIE VAN HET PROSPECTUS

Artikel 20 Controle en goedkeuring van het prospectus

Artikel 21 Publicatie van het prospectus

Artikel 22 Reclame

Artikel 23 Aanvullingen van het prospectus

HOOFDSTUK V GRENSOVERSCHRIJDENDE AANBIEDINGEN EN TOELATINGEN TOT DE HANDEL OP EEN GEREGLEMENTEERDE MARKT EN TAALREGELING

Artikel 24 Uniereikwijdte van een prospectusgoedkeuring

Artikel 25 Kennisgeving van prospectussen en aanvullingen daarvan en mededeling van definitieve voorwaarden

Artikel 26 Kennisgeving van registratiedocumenten of universele registratiedocumenten

Artikel 27 Taalregeling

HOOFDSTUK VI SPECIFIEKE REGELS IN VERBAND MET IN DERDE LANDEN GEVESTIGDE UITGEVENDE INSTELLINGEN

Artikel 28 Aanbieding van effecten aan het publiek of toelating tot de handel op een gereglementeerde markt op grond van een overeenkomstig deze verordening opgesteld prospectus

Artikel 29 Aanbieding van effecten aan het publiek of toelating tot de handel op een gereglementeerde markt op grond van een overeenkomstig de wetgeving van een derde land opgesteld prospectus

Artikel 30 Samenwerking met derde landen

HOOFDSTUK VII ESMA EN BEVOEGDE AUTORITEITEN

Artikel 31 Bevoegde autoriteiten

Artikel 32 Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten

Artikel 33 Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten

Artikel 34 Samenwerking met ESMA

Artikel 35 Beroepsgeheim

Artikel 36 Gegevensbescherming

Artikel 37 Conservatoire maatregelen

HOOFDSTUK VIII BESTUURSRECHTELIJKE SANCTIES EN ANDERE BESTUURSRECHTELIJKE MAATREGELEN

Artikel 38 Bestuursrechtelijke sancties en andere bestuursrechtelijke maatregelen

Artikel 39 Uitoefening van toezichtbevoegdheden en bevoegdheden tot het opleggen van sancties

Artikel 40 Recht van beroep

Artikel 41 Melding van inbreuken

Artikel 42 Bekendmaking van besluiten

Artikel 43 Rapportage van sancties aan ESMA

HOOFDSTUK IX GEDELEGEERDE EN UITVOERINGSHANDELINGEN

Artikel 44 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 45 Comitéprocedure

HOOFDSTUK X SLOTBEPALINGEN

Artikel 46 Intrekking

Artikel 47 ESMA-verslag over prospectussen

Artikel 48 Evaluatie

Artikel 49 Inwerkingtreding en toepassing

BIJLAGE IPROSPECTUS

BIJLAGE IIREGISTRATIEDOCUMENT

BIJLAGE IIIVERRICHTINGSNOTA

BIJLAGE IVREGISTRATIEDOCUMENT VOOR HET EU-GROEIPROSPECTUS

BIJLAGE VVERRICHTINGSNOTA VOOR HET EU-GROEIPROSPECTUS

BIJLAGE VI