Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2308 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de verlening van een vergunning voor het preparaat van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor speenvarkens (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2308 van de Commissie van 13 december 2017 betreffende de verlening van een vergunning voor het preparaat van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor speenvarkens (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

02017R2308 — NL — 19.12.2023 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2308 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2017

betreffende de verlening van een vergunning voor het preparaat van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor speenvarkens (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S)

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 331 van 14.12.2017, blz. 19)

Gewijzigd bij:




▼B

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2308 VAN DE COMMISSIE

van 13 december 2017

betreffende de verlening van een vergunning voor het preparaat van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor speenvarkens (vergunninghouder: Chr. Hansen A/S)

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Vergunningverlening

Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning verleend voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE



Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Andere bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

CFU/l drinkwater

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren

4b1700i

Chr. Hansen A/S

Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749)

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) met ten minste 3,2 × 1010 CFU/g toevoegingsmiddel

(ratio 1:1)

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare sporen van Bacillus subtilis

(DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749)

Analysemethode(1)

Identificatie en telling van Bacillus subtilis (DSM 5750) en Bacillus licheniformis (DSM 5749) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in de voormengsels, in de diervoeding en in water:

— identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE)

— telling: spreidplaatmethode onder gebruikmaking van trypton-soja-agar — EN 15784

Speenvarkens

1,3 × 109

6,5 × 108

1. In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en voormengsel worden de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermeld.
2. Het toevoegingsmiddel mag in drinkwater worden gebruikt.
3. Voor het gebruik van het toevoegingsmiddel in drinkwater moet een homogene dispersie van het toevoegingsmiddel worden gewaarborgd. ►M1
4. In de gebruiksaanwijzing moet worden vermeld:
„Er wordt aanbevolen om het toevoegingsmiddel gelijktijdig aan zogende zeugen en speenvarkens te vervoederen.”.
5. Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om mogelijke risico's bij gebruik te voorkomen. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij de toepassing van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming en huidbescherming.

3 januari 2028

(1)

Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/en/eurl/feed-additives/evaluation-reports