Bij deze verordening worden de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie beschikbaar zijn.
Verordening (EU) 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127
Verordening (EU) 2018/120 van de Raad van 23 januari 2018 tot vaststelling, voor 2018, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/127
TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Onderwerp
De in lid 1 bedoelde vangstmogelijkheden omvatten:
-
de vangstbeperkingen voor 2018 en, waar zulks in de onderhavige verordening is bepaald, voor 2019;
-
de beperkingen van de visserijinspanning voor de periode van 1 februari 2018 tot en met 31 januari 2019, tenzij andere perioden voor inspanningsbeperkingen zijn vastgesteld in de artikelen 26, 27 en 39 en in bijlage IIE, alsook wat visaantrekkende voorzieningen (FAD's) betreft;
-
de vangstmogelijkheden voor de periode van 1 december 2017 tot en met 30 november 2018 voor bepaalde bestanden in het CCAMLR-verdragsgebied;
-
de vangstmogelijkheden voor bepaalde bestanden in het IATTC-verdragsgebied als vastgesteld in artikel 28 voor de in dat artikel gespecificeerde perioden in 2018 en 2019.
Artikel 2 Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de volgende vaartuigen:
-
vissersvaartuigen van de Unie;
-
vaartuigen van derde landen in de wateren van de Unie.
Deze verordening is tevens van toepassing op recreatievisserijen indien in de ter zake relevante bepalingen uitdrukkelijk naar deze visserijen wordt verwezen.
Artikel 3 Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1380/2013. Daarnaast wordt verstaan onder:
- a) „vaartuig van een derde land” :
- een vissersvaartuig dat de vlag voert van en is geregistreerd in een derde land;
- b) „recreatievisserijen” :
- niet-commerciële visserijactiviteiten waarmee de mariene biologische hulpbronnen worden geëxploiteerd voor recreatieve, toeristische of sportieve doeleinden;
- c) „internationale wateren” :
- wateren die niet onder de soevereiniteit of jurisdictie van enige staat vallen;
- d) „totale toegestane vangst” (TAC):
-
-
in visserijen die vallen onder de in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde aanlandingsverplichting: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden gevangen;
-
in de overige visserijen: de hoeveelheid vis die elk jaar van elk bestand mag worden aangeland;
-
- e) „quotum” :
- een gedeelte van de TAC dat is toegewezen aan de Unie, aan een lidstaat of aan een derde land;
- f) „analytische evaluaties” :
- kwantitatieve evaluaties van trends in een bepaald bestand, op basis van gegevens over de biologie en de exploitatie van dat bestand, die blijkens wetenschappelijke toetsing van toereikende kwaliteit zijn om de basis te vormen voor wetenschappelijke adviezen over opties voor toekomstige vangsten;
- g) „maaswijdte” :
- de maaswijdte van visnetten als vastgesteld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 517/2008 van de Commissie(1);
- h) „register van de vissersvloot van de Unie” :
- het register dat door de Commissie is ingesteld overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1380/2013;
- i) „visserijlogboek” :
- het logboek als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.
Artikel 4 Visserijzones
Voor de toepassing van deze verordening geldt de volgende afbakening van visserijzones:
- a)voor de ICES-zones (International Council for the Exploration of the Sea — Internationale Raad voor het onderzoek van de zee):
- de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 218/2009 van het Europees Parlement en de Raad(2) gespecificeerde geografische gebieden;
- b)voor het Skagerrak:
- het geografische gebied dat in het westen wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Hanstholm naar die van Lindesnes, en in het zuiden door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust;
- c)voor het Kattegat:
- het geografische gebied dat in het noorden wordt begrensd door een lijn van de vuurtoren van Skagen naar die van Tistlarna en vandaar naar het dichtstbijgelegen punt op de Zweedse kust, en in het zuiden door een lijn van Kaap Hasenøre naar Kaap Gniben, van Korshage naar Spodsbjerg en van Kaap Gilbjerg naar Kullen;
- d)voor functionele eenheid 16 van ICES-deelgebied 7:
-
het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
-
53° 30′ N 15° 00′ W,
-
53° 30′ N 11° 00′ W,
-
51° 30′ N 11° 00′ W,
-
51° 30′ N 13° 00′ W,
-
51° 00′ N 13° 00′ W,
-
51° 00′ N 15° 00′ W,
-
53° 30′ N 15° 00′ W;
-
- e)voor functionele eenheid 26 van ICES-sector 9a:
-
het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
-
43° 00′ N 8° 00′ W,
-
43° 00′ N 10° 00′ W,
-
42° 00′ N 10° 00′ W,
-
42° 00′ N 8° 00′ W;
-
- f)voor functionele eenheid 27 van ICES-sector 9a:
-
het geografische gebied dat wordt begrensd door loxodromen die achtereenvolgens de punten met de volgende geografische coördinaten met elkaar verbinden:
-
42° 00′ N 8° 00′ W,
-
42° 00′ N 10° 00′ W,
-
38° 30′ N 10° 00′ W,
-
38° 30′ N 9° 00′ W,
-
40° 00′ N 9° 00′ W,
-
40° 00′ N 8° 00′ W;
-
- g)voor functionele eenheid 30 van ICES-sector 9a:
- het geografische gebied onder de jurisdictie van Spanje in de Golf van Cádiz en in de aangrenzende wateren van 9a;
- h)voor de Golf van Cádiz:
- het geografische gebied van ICES-sector 9a ten oosten van 7° 23′ 48″ WL;
- i)voor de CECAF-zones (Committee for Eastern Central Atlantic Fisheries — Visserijcommissie voor het centraaloostelijke deel van de Atlantische Oceaan):
- de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 216/2009 van het Europees Parlement en de Raad gespecificeerde geografische gebieden(3);
- j)voor de NAFO-zones (Northwest Atlantic Fisheries Organisation — Visserijorganisatie voor het noordwestelijke deel van de Atlantische Oceaan):
- de in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 217/2009 van het Europees Parlement en de Raad(4) gespecificeerde geografische gebieden;
- k)voor het SEAFO-verdragsgebied (South East Atlantic Fisheries Organisation — Visserijorganisatie voor het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan):
- het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden in het zuidoostelijke deel van de Atlantische Oceaan omschreven geografische gebied(5);
- l)voor het ICCAT-verdragsgebied (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas — Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen):
- het in het internationaal verdrag voor de instandhouding van Atlantische tonijnen omschreven geografische gebied(6);
- m)voor het CCAMLR-verdragsgebied (Commission for the Conservation of Antarctic Marine Living Resources — Commissie voor de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren):
- het in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad(7) omschreven geografische gebied;
- n)voor het IATTC-verdragsgebied (Inter-American Tropical Tuna Commission — Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn):
- het geografische gebied als omschreven in het verdrag ter versterking van de Inter-Amerikaanse Commissie voor tropische tonijn opgericht bij het verdrag van 1949 tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Republiek Costa Rica(8);
- o)voor het bevoegdheidsgebied van de IOTC (Indian Ocean Tuna Commission — Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan):
- het in de overeenkomst tot oprichting van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan omschreven geografische gebied(9);
- p)voor het SPRFMO-verdragsgebied (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation — Regionale organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan):
- het in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van de visbestanden van de volle zee in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan omschreven geografische gebied(10);
- q)voor het WCPFC-verdragsgebied (Western and Central Pacific Fisheries Commission — Commissie voor de visserij in de westelijke en centrale Stille Oceaan):
- het geografische gebied als omschreven in het Verdrag inzake de instandhouding en het beheer van over grote afstanden trekkende visbestanden in het westelijke en centrale deel van de Stille Oceaan(11);
- r)voor de geografische deelgebieden van de GFCM (General Fisheries Commission for the Mediterranean — Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee):
- de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad(12) omschreven gebieden;
- s)voor de volle zee van de Beringzee:
- het geografische gebied van de volle zee van de Beringzee vanaf 200 zeemijl van de basislijnen vanwaar de breedte van de territoriale zee van de aan de Beringzee gelegen kuststaten wordt gemeten;
- t)voor het tussen de IATTC en de WCPFC overlappende gebied:
-
het geografische gebied dat wordt begrensd door:
-
lengtegraad 150° WL,
-
lengtegraad 130° WL,
-
breedtegraad 4° ZB,
-
breedtegraad 50° ZB.
-