Home

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES

Artikel 1 Onderwerp

1.

In deze verordening worden de bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften vastgesteld voor de typegoedkeuring en het in de handel brengen van alle in artikel 2, lid 1, bedoelde nieuwe voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden, en voor de individuele goedkeuring van voertuigen.

In deze verordening worden ook de bepalingen vastgesteld voor het in de handel brengen en het in gebruik nemen van voertuigdelen en uitrustingsstukken die een ernstig risico kunnen vormen voor het correct functioneren van de essentiële systemen van de in artikel 2, lid 1, bedoelde voertuigen.

2.

In deze verordening worden de voorschriften vastgesteld voor het markttoezicht op voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden waarvoor goedkeuring moet worden verleend. In deze verordening worden ook de voorschriften vastgesteld voor het markttoezicht op voertuigdelen en uitrustingsstukken voor dergelijke voertuigen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

1.

Deze verordening is van toepassing op motorvoertuigen van de categorieën M en N en aanhangwagens daarvan van categorie O, die bestemd zijn voor gebruik op openbare wegen, ook wanneer zij in een of meer fasen ontworpen en gebouwd zijn, en op systemen, onderdelen en technische eenheden, alsook voertuigdelen en uitrustingsstukken, die voor dergelijke voertuigen en aanhangwagens daarvan zijn ontworpen en gebouwd.

2.

Deze verordening is niet van toepassing op de volgende voertuigen:

  1. landbouw- of bosbouwvoertuigen zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 167/2013 van het Europees Parlement en de Raad(1);

  2. twee- of driewielige voertuigen en vierwielers zoals gedefinieerd in Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad(2);

  3. voertuigen op rupsbanden;

  4. voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd of aangepast voor exclusief gebruik door de strijdkrachten.

3.

Voor de volgende voertuigen mag de fabrikant typegoedkeuring of individuele goedkeuring van een voertuig krachtens deze verordening aanvragen, op voorwaarde dat die voertuigen voldoen aan de voorschriften van deze verordening:

  1. voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd om hoofdzakelijk op bouwplaatsen, in steengroeven, in havens of op luchthavens te worden gebruikt;

  2. voertuigen die zijn ontworpen en gebouwd of aangepast voor gebruik door de burgerbescherming, de brandweer en de ordehandhavingsdiensten;

  3. zelfaangedreven voertuigen die speciaal zijn ontworpen en gebouwd voor werkzaamheden en die door hun bouw niet geschikt zijn voor personen- of goederenvervoer en die geen op een motorvoertuigchassis gemonteerde machines zijn.

Deze goedkeuringen laten de toepassing van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad(3) onverlet.

4.

Voor de volgende voertuigen mag de fabrikant individuele goedkeuring van een voertuig krachtens deze verordening aanvragen:

  1. voertuigen die uitsluitend bestemd zijn voor wegraces;

  2. prototypes van voertuigen die onder verantwoordelijkheid van een fabrikant op de weg worden gebruikt om een specifiek testprogramma uit te voeren, mits zij speciaal daarvoor zijn ontworpen en gebouwd.

Artikel 3 Definities

Voor de toepassing van deze verordening en de in bijlage II genoemde regelgevingshandelingen gelden, tenzij daarin anders bepaald, de volgende definities:

    1. „typegoedkeuring” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    2. „EU-typegoedkeuring” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften van deze verordening voldoet;
    3. „nationale typegoedkeuring” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften van het recht van een lidstaat voldoet, waarbij de geldigheid van de goedkeuring beperkt is tot het grondgebied van die lidstaat;
    4. „typegoedkeuringscertificaat” :
    het document waarmee de goedkeuringsinstantie officieel certificeert dat voor een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid typegoedkeuring is verleend;
    5. „certificaat van overeenstemming” :
    het document dat door de fabrikant wordt afgegeven en dat certificeert dat een geproduceerd voertuig in overeenstemming is met het goedgekeurde voertuigtype en voldoet aan alle regelgevingshandelingen die van toepassing waren ten tijde van productie;
    6. „individuele goedkeuring van een voertuig” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een bepaald, al dan niet uniek, voertuig aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voor individuele EU-goedkeuring van een voertuig of nationale individuele goedkeuring van een voertuig voldoet;
    7. „typegoedkeuring van een geheel voertuig” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een incompleet, compleet of voltooid voertuigtype aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    8. „meerfasentypegoedkeuring” :
    de procedure waarbij een of meer goedkeuringsinstanties certificeren dat een incompleet of voltooid type voertuig, naargelang zijn staat van voltooiing, aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    9. „stapsgewijze typegoedkeuring” :
    de procedure die bestaat uit het stapsgewijs verzamelen van de hele reeks EU-typegoedkeuringscertificaten of VN-typegoedkeuringscertificaten voor de systemen, onderdelen en technische eenheden die deel uitmaken van het voertuig, en die uiteindelijk resulteert in de typegoedkeuring van het gehele voertuig;
    10. „eenstapstypegoedkeuring” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie in één handeling certificeert dat een type voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid in zijn geheel aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    11. „gemengde typegoedkeuring” :
    een stapsgewijze typegoedkeuring waarbij in de laatste fase van de typegoedkeuring van het gehele voertuig een of meer systemen worden goedgekeurd zonder dat voor deze systemen een EU-typegoedkeuringscertificaat moet worden afgegeven;
    12. „typegoedkeuring van een systeem” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een systeemtype aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    13. „typegoedkeuring van een technische eenheid” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een technische eenheid in samenhang met een of meer specifieke voertuigtypen aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    14. „typegoedkeuring van een onderdeel” :
    de procedure waarbij een goedkeuringsinstantie certificeert dat een onderdeel onafhankelijk van een voertuig aan de toepasselijke bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften voldoet;
    15. „voertuig” :
    een motorvoertuig of een aanhangwagen daarvan;
    16. „motorvoertuig” :
    een gemotoriseerd voertuig dat is ontworpen en gebouwd om zich op eigen kracht voort te bewegen, ten minste vier wielen heeft, compleet, voltooid of incompleet is en een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h heeft;
    17. „aanhangwagen” :
    een niet-zelfaangedreven voertuig op wielen dat is ontworpen en gebouwd om door een motorvoertuig te worden getrokken, dat op zijn minst kan bewegen om een horizontale as die loodrecht staat op het middenlangsvlak en om een verticale as die evenwijdig loopt aan het middenlangsvlak van het trekkende voertuig;
    18. „systeem” :
    een geheel van inrichtingen die gecombineerd zijn om in een voertuig een of meer specifieke functies te vervullen en dat aan de voorschriften van deze verordening of van de in bijlage II vermelde regelgevingshandelingen moet voldoen;
    19. „onderdeel” :
    een inrichting die bedoeld is om deel uit te maken van een voertuig, waarvoor onafhankelijk van een voertuig typegoedkeuring kan worden verleend, en die aan de voorschriften van deze verordening of van de in bijlage II vermelde regelgevingshandelingen moet voldoen indien de specifieke regelgevingshandeling daarin uitdrukkelijk voorziet;
    20. „technische eenheid” :
    een inrichting die is bedoeld om deel uit te maken van een voertuig waarvoor afzonderlijk, maar alleen in samenhang met een of meer specifieke voertuigtypen, typegoedkeuring kan worden verleend, en die aan de voorschriften van deze verordening of van de in bijlage II vermelde regelgevingshandelingen moet voldoen indien de specifieke regelgevingshandeling daarin uitdrukkelijk voorziet;
    21. „voertuigdelen” :
    goederen die worden gebruikt voor de assemblage, de reparatie en het onderhoud van een voertuig, alsmede reserveonderdelen;
    22. „uitrustingsstukken” :
    andere goederen dan voertuigdelen, die kunnen worden toegevoegd aan of geïnstalleerd in of op een voertuig;
    23. „reserveonderdelen” :
    goederen die ter vervanging van de originele voertuigdelen in of op het voertuig worden gemonteerd, met inbegrip van goederen die voor het gebruik van het voertuig noodzakelijk zijn, met uitzondering van brandstof;
    24. „basisvoertuig” :
    een voertuig dat in de eerste fase van een meerfasentypegoedkeuring wordt gebruikt;
    25. „incompleet voertuig” :
    een voertuig dat nog minstens één voltooiingsfase moet ondergaan om aan de toepasselijke technische voorschriften van deze verordening te voldoen;
    26. „voltooid voertuig” :
    een voertuig dat na de meerfasentypegoedkeuring te hebben doorlopen aan de toepasselijke technische voorschriften van deze verordening voldoet;
    27. „compleet voertuig” :
    een voertuig dat niet hoeft te worden voltooid om aan de toepasselijke technische voorschriften van deze verordening te voldoen;
    28. „voertuig uit restantvoorraad” :
    een voertuig dat deel uitmaakt van een voorraad en dat niet of niet langer op de markt kan worden aangeboden, worden geregistreerd of in gebruik worden genomen omdat nieuwe technische voorschriften in werking zijn getreden waarvoor het voertuig niet is goedgekeurd;
    29. „voertuig dat op alternatieve brandstof rijdt” :
    een voertuig dat qua ontwerp geschikt is om op ten minste één soort brandstof te rijden die bij atmosferische temperatuur en druk ofwel gasvormig is, dan wel in substantiële mate van niet-minerale oliën is afgeleid;
    30. „in kleine series geproduceerd voertuig” :
    een voertuigtype waarvan het aantal eenheden dat op de markt wordt aangeboden, wordt geregistreerd of in gebruik wordt genomen, de in bijlage V vastgestelde jaarlijkse maxima niet overschrijdt;
    31. „voertuig voor speciale doeleinden” :
    een voertuig van categorie M, N of O met specifieke technische kenmerken die het in staat stellen een functie te vervullen waarvoor speciale voorzieningen of uitrustingen vereist zijn;
    32. „voertuigtype” :
    een bepaalde groep voertuigen die ten minste de in bijlage I, deel B, vermelde kenmerken deelt, met inbegrip van een groep voertuigen die de daar vermelde varianten en versies omvat;
    33. „oplegger” :
    een getrokken voertuig waarbij de as(sen) zich (bij een gelijkmatig verdeelde lading) achter het zwaartepunt van het voertuig bevindt (bevinden) en dat is uitgerust met een koppelingsmechanisme waarmee horizontale en verticale krachten op het trekkende voertuig kunnen worden overgebracht;
    34. „markttoezicht” :
    activiteiten en maatregelen van de markttoezichtautoriteiten om ervoor te zorgen dat voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken die op de markt worden aangeboden, voldoen aan de voorschriften van de toepasselijke harmonisatiewetgeving van de Unie en geen gevaar opleveren voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang;
    35. „markttoezichtautoriteit” :
    de nationale autoriteit(en) die verantwoordelijk is (zijn) voor het uitoefenen van markttoezicht op het grondgebied van de lidstaat;
    36. „goedkeuringsinstantie” :
    de instantie(s) van een lidstaat die door die lidstaat bij de Commissie is (zijn) aangemeld en die bevoegd is (zijn) voor alle aspecten van zowel de typegoedkeuring van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid als de individuele goedkeuring van een voertuig, voor de vergunningsprocedure voor voertuigdelen en uitrustingsstukken, voor de afgifte en voor de eventuele intrekking of weigering van goedkeuringscertificaten; die bevoegd is te fungeren als contactpunt voor de goedkeuringsinstanties van andere lidstaten; die bevoegd is (zijn) voor de aanwijzing van de technische diensten en die ervoor moet(en) zorgen dat de fabrikant voldoet aan zijn verplichtingen inzake de overeenstemming van de productie;
    37. „nationale autoriteit” :
    een goedkeuringsinstantie of een andere instantie die betrokken is bij en verantwoordelijk is voor markttoezicht, grenscontroles of registratie in een lidstaat met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen of uitrustingsstukken;
    38. „technische dienst” :
    een organisatie of instantie die door de goedkeuringsinstantie is aangewezen om als testlaboratorium tests of als conformiteitsbeoordelingsinstantie de eerste beoordeling en andere tests of keuringen te verrichten;
    39. „nationale accreditatie-instantie” :
    een nationale accreditatie-instantie, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
    40. „fabrikant” :
    een natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor alle aspecten van de typegoedkeuring van een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid of van de individuele goedkeuring van een voertuig, of voor de vergunningsprocedure voor voertuigdelen en uitrustingsstukken, voor het waarborgen van de overeenstemming van de productie en voor markttoezichtaangelegenheden met betrekking tot geproduceerde voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken, ongeacht of die persoon wel of niet direct betrokken is bij alle fasen van het ontwerp en de bouw van het betrokken voertuig, systeem, onderdeel of de betrokken technische eenheid;
    41. „vertegenwoordiger van de fabrikant” :
    een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die door de fabrikant is aangewezen om de fabrikant bij de goedkeuringsinstantie of de markttoezichtautoriteit te vertegenwoordigen en namens de fabrikant bij onder deze verordening vallende aangelegenheden op te treden;
    42. „importeur” :
    een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een in een derde land geproduceerd(e) voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk in de handel brengt;
    43. „distributeur” :
    een handelaar of een andere natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen dan de fabrikant of de importeur, die een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk op de markt aanbiedt;
    44. „marktdeelnemer” :
    de fabrikant, de vertegenwoordiger van de fabrikant, de importeur of de distributeur;
    45. „onafhankelijke marktdeelnemer” :
    een natuurlijke of rechtspersoon, met uitzondering van een erkende handelaar of reparateur, die direct of indirect bij de reparatie en het onderhoud van voertuigen betrokken is, waaronder reparateurs, fabrikanten of distributeurs van reparatieapparatuur, gereedschap of reserveonderdelen, alsook uitgevers van technische informatie, automobielclubs, wegenwachtdiensten, bedrijven die keurings- en controlediensten aanbieden, bedrijven die opleidingen aanbieden voor installateurs, fabrikanten en reparateurs van uitrustingsstukken voor voertuigen die op alternatieve brandstof rijden; er wordt eveneens onder verstaan erkende reparateurs, handelaren en distributeurs binnen het distributiesysteem van een bepaalde voertuigfabrikant voor zover zij reparatie- of onderhoudsdiensten verrichten voor voertuigen van een fabrikant van wiens distributienet zij geen deel uitmaken;
    46. „erkende reparateur” :
    een natuurlijke of rechtspersoon die reparatie- en onderhoudsdiensten verricht voor voertuigen en die actief is in het distributienet van een fabrikant;
    47. „onafhankelijke reparateur” :
    een natuurlijke of rechtspersoon die reparatie- en onderhoudsdiensten verricht voor voertuigen en die niet actief is in het distributienet van een fabrikant;
    48. „reparatie- en onderhoudsinformatie van een voertuig” :
    alle informatie, met inbegrip van alle latere wijzigingen daarvan en aanvullingen daarop, die nodig is voor diagnose, onderhoud en keuring van een voertuig, de voorbereiding ervan op technische controle, reparatie, herprogrammering of re-initialisatie van een voertuig, of die nodig is voor de diagnostische ondersteuning op afstand van een voertuig of voor het monteren van voertuigdelen of uitrustingsstukken op een voertuig, en die de fabrikant aan zijn erkende partners, handelaren en reparateurs verstrekt of door de fabrikant met het oog op reparatie en onderhoud wordt aangewend;
    49. „informatie uit het boorddiagnosesysteem (OBD) van een voertuig” :
    informatie die is gegenereerd door een systeem in een voertuig of verbonden met een motor dat storingen kan herkennen en, indien van toepassing, daarvan via een alarmsysteem melding kan maken, door middel van in een computergeheugen opgeslagen informatie kan aangeven in welk gebied de storing waarschijnlijk is opgetreden, en die informatie buiten het voertuig kan laten lezen;
    50. „in de handel brengen” :
    het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk;
    51. „op de markt aanbieden” :
    het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk met het oog op distributie of gebruik op de markt;
    52. „in gebruik nemen” :
    het eerste gebruik, voor het beoogde doel, in de Unie van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel of uitrustingsstuk;
    53. „registratie” :
    een administratieve toestemming voor de deelneming van een goedgekeurd voertuig aan het wegverkeer, die de identificatie van dat voertuig en de toekenning van een volgnummer, aan te duiden als registratienummer, omvat, hetzij permanent, dan wel tijdelijk;
    54. „virtuele testmethode” :
    computersimulaties, met inbegrip van berekeningen, die aantonen dat een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid voldoet aan de technische voorschriften van een in bijlage II vermelde regelgevingshandeling zonder dat daarvoor gebruik hoeft te worden gemaakt van een fysiek voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid;
    55. „alternatieve voorschriften” :
    bestuursrechtelijke bepalingen en technische voorschriften waarmee een niveau van functionele veiligheid, milieubescherming en arbeidsveiligheid moet worden gewaarborgd dat in de hoogst haalbare mate gelijkwaardig is met het door een of meer van de in bijlage II vermelde regelgevingshandelingen geboden niveau;
    56. „beoordeling ter plaatse” :
    een controle in de bedrijfsruimte van een technische dienst of van een van haar onderaannemers of dochterondernemingen;
    57. „controlebeoordeling ter plaatse” :
    een periodieke routinebeoordeling ter plaatse die onderscheiden is van zowel de beoordeling ter plaatse die wordt verricht met het oog op de initiële aanwijzing van de technische dienst of van één van zijn onderaannemers of dochterondernemingen, als van de beoordeling ter plaatse die wordt verricht met het oog op de verlenging van die aanwijzing;
    58. „fabricagedatum van het voertuig” :
    datum waarop de fabricage van een voertuig is afgerond in overeenstemming met de door de fabrikant verkregen goedkeuring.

Artikel 4 Voertuigcategorieën

1.

Voor de toepassing van deze verordening worden de volgende voertuigcategorieën gehanteerd:

  1. categorie M omvat motorvoertuigen die in eerste instantie zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van passagiers en hun bagage, onderverdeeld in:

    i)categorie M1 :
    motorvoertuigen met niet meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en zonder ruimte voor staande passagiers, ongeacht of het aantal zitplaatsen beperkt is tot de bestuurderszitplaats;
    ii)categorie M2 :
    motorvoertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en een maximummassa van ten hoogste 5 ton, ongeacht of die motorvoertuigen ruimte bieden voor staande passagiers;
    iii)categorie M3 :
    motorvoertuigen met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend, en een maximummassa van meer dan 5 ton ongeacht of die motorvoertuigen ruimte bieden voor staande passagiers;

  2. categorie N omvat motorvoertuigen die in eerste instantie zijn ontworpen en gebouwd voor het vervoer van goederen, onderverdeeld in:

    i)categorie N1 :
    motorvoertuigen met een maximummassa van ten hoogste 3,5 ton;
    ii)categorie N2 :
    motorvoertuigen met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, maar niet meer dan 12 ton, en
    iii)categorie N3 :
    motorvoertuigen met een maximummassa van meer dan 12 ton;

  3. categorie O omvat aanhangwagens, onderverdeeld in:

    i)categorie O1 :
    aanhangwagens met een maximummassa van ten hoogste 0,75 ton;
    ii)categorie O2 :
    aanhangwagens met een maximummassa van meer dan 0,75 ton, maar niet meer dan 3,5 ton;
    iii)categorie O3 :
    aanhangwagens met een maximummassa van meer dan 3,5 ton, maar niet meer dan 10 ton, en
    iv)categorie O4 :
    aanhangwagens met een maximummassa van meer dan 10 ton.

2.

De criteria voor de categorisering van voertuigen, voertuigtypen, varianten en uitvoeringen zijn vermeld in bijlage I.

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 82 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I wat de voertuigtypen en carrosserietypen betreft, teneinde rekening te houden met technische vooruitgang.

HOOFDSTUK II ALGEMENE VERPLICHTINGEN

Artikel 5 Technische voorschriften

Artikel 6 Verplichtingen van lidstaten

Artikel 7 Verplichtingen van goedkeuringsinstanties

Artikel 8 Verplichtingen van markttoezichtautoriteiten

Artikel 9 Conformiteitscontrole door de Commissie

Artikel 10 Beoordelingen door de Commissie

Artikel 11 Forum voor uitwisseling van informatie over handhaving

Artikel 12 Online gegevensuitwisseling

Artikel 13 Algemene verplichtingen van de fabrikanten

Artikel 14 Verplichtingen van fabrikanten met betrekking tot hun voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken die niet conform zijn of een ernstig risico vormen

Artikel 15 Verplichtingen van vertegenwoordigers van fabrikanten

Artikel 16 Verplichtingen van importeurs

Artikel 17 Verplichtingen van importeurs met betrekking tot hun voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken die niet conform zijn of een ernstig risico vormen

Artikel 18 Verplichtingen van distributeurs

Artikel 19 Verplichtingen van distributeurs met betrekking tot hun voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, voertuigdelen en uitrustingsstukken die niet conform zijn of een ernstig risico vormen

Artikel 20 Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs

Artikel 21 Identificatie van marktdeelnemers

HOOFDSTUK III PROCEDURES VOOR EU-TYPEGOEDKEURING

Artikel 22 Procedures voor EU-typegoedkeuring

Artikel 23 Aanvraag voor EU-typegoedkeuring

Artikel 24 Informatiedossier

Artikel 25 Aanvullende informatie bij aanvragen voor EU-typegoedkeuring

HOOFDSTUK IV VERLOOP VAN DE PROCEDURES VOOR EU-TYPEGOEDKEURING

Artikel 26 Algemene bepalingen inzake het verloop van procedures voor EU-typegoedkeuring

Artikel 27 Kennisgeving van verleende, gewijzigde, geweigerde en ingetrokken EU-typegoedkeuringen

Artikel 28 EU-typegoedkeuringscertificaat

Artikel 29 Bijzondere bepalingen inzake de EU-typegoedkeuring van systemen, onderdelen en technische eenheden

Artikel 30 Voor EU-typegoedkeuring vereiste tests

Artikel 31 Regelingen inzake de overeenstemming van de productie

Artikel 32 Vergoedingen

HOOFDSTUK V WIJZIGINGEN EN GELDIGHEIDSDUUR VAN EU-TYPEGOEDKEURINGEN

Artikel 33 Algemene bepalingen inzake wijzigingen van EU-typegoedkeuringen

Artikel 34 Herzieningen en uitbreidingen van EU-typegoedkeuringen

Artikel 35 Einde van de geldigheid

HOOFDSTUK VI CERTIFICAAT VAN OVEREENSTEMMING EN MARKERINGEN

Artikel 36 Certificaat van overeenstemming in papiervorm

Artikel 37 Certificaat van overeenstemming in elektronische vorm

Artikel 38 Voorgeschreven en aanvullende platen van de fabrikant, markeringen en typegoedkeuringsmerk van onderdelen en technische eenheden

HOOFDSTUK VII NIEUWE TECHNOLOGIEËN OF NIEUWE CONCEPTEN

Artikel 39 Ontheffingen voor nieuwe technologieën of nieuwe concepten

Artikel 40 Latere aanpassing van regelgevingshandelingen

HOOFDSTUK VIII IN KLEINE SERIES GEPRODUCEERDE VOERTUIGEN

Artikel 41 EU-typegoedkeuring van in kleine series geproduceerde voertuigen

Artikel 42 Nationale typegoedkeuring van in kleine series geproduceerde voertuigen

Artikel 43 Geldigheid van nationale typegoedkeuringen van in kleine series geproduceerde voertuigen

HOOFDSTUK IX INDIVIDUELE GOEDKEURING VAN VOERTUIGEN

Artikel 44 Individuele EU-goedkeuring van voertuigen

Artikel 45 Nationale individuele goedkeuring van voertuigen

Artikel 46 Geldigheid van nationale individuele goedkeuringen van voertuigen

Artikel 47 Specifieke bepalingen

HOOFDSTUK X OP DE MARKT AANBIEDEN, REGISTREREN OF IN GEBRUIK NEMEN

Artikel 48 Op de markt aanbieden, registreren of in gebruik nemen van voertuigen niet afkomstig uit restantvoorraden

Artikel 49 Op de markt aanbieden, registreren of in gebruik nemen van voertuigen uit restantvoorraden

Artikel 50 Op de markt aanbieden of in gebruik nemen van onderdelen en technische eenheden

HOOFDSTUK XI VRIJWARINGSCLAUSULES

Artikel 51 Beoordeling op nationaal niveau met betrekking tot voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden waarvan wordt vermoed dat zij een ernstig risico vormen of niet voldoen aan de voorschriften

Artikel 52 Procedures op nationaal niveau voor de omgang met voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden die een ernstig risico vormen of niet voldoen aan de voorschriften

Artikel 53 Corrigerende en beperkende maatregelen op Unieniveau

Artikel 54 Niet-conforme EU-typegoedkeuring

Artikel 55 In de handel brengen en in gebruik nemen van voertuigdelen of uitrustingsstukken die een ernstig risico kunnen vormen voor het correct functioneren van essentiële systemen

Artikel 56 Bijkomende voorschriften voor voertuigdelen of uitrustingsstukken die een ernstig risico kunnen vormen voor het correct functioneren van essentiële systemen

HOOFDSTUK XII INTERNATIONALE REGELGEVING

Artikel 57 VN-reglementen die deel uitmaken van de EU-typegoedkeuring

Artikel 58 Gelijkwaardigheid van VN-reglementen voor EU-typegoedkeuring

HOOFDSTUK XIII HET VERSTREKKEN VAN TECHNISCHE INFORMATIE

Artikel 59 Informatie voor gebruikers

Artikel 60 Informatie voor fabrikanten

HOOFDSTUK XIV TOEGANG TOT OBD-INFORMATIE EN REPARATIE EN ONDERHOUDSINFORMATIE VAN VOERTUIGEN

Artikel 61 Verplichtingen van de fabrikant om OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig te verstrekken

Artikel 62 Verplichtingen met betrekking tot houders van verschillende typegoedkeuringen

Artikel 63 Vergoedingen voor de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie van het voertuig

Artikel 64 Bewijs van naleving van de verplichtingen met betrekking tot de OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen

Artikel 65 Naleving van de verplichtingen in verband met de toegang tot OBD-informatie en reparatie- en onderhoudsinformatie van voertuigen

Artikel 66 Forum betreffende toegang tot voertuiginformatie

HOOFDSTUK XV BEOORDELING, AANWIJZING, AANMELDING EN MONITORING VAN TECHNISCHE DIENSTEN

Artikel 67 Voor technische diensten verantwoordelijke typegoedkeuringsinstanties

Artikel 68 Aanwijzing van technische diensten

Artikel 69 Onafhankelijkheid van de technische diensten

Artikel 70 Bekwaamheid van de technische diensten

Artikel 71 Dochterondernemingen van en uitbesteding door technische diensten

Artikel 72 Interne technische dienst van de fabrikant

Artikel 73 Beoordeling en aanwijzing van technische diensten

Artikel 74 Aanmelding van de aanwijzing van technische diensten bij de Commissie

Artikel 75 Wijziging en hernieuwing van de aanwijzing van technische diensten

Artikel 76 Monitoring van technische diensten

Artikel 77 Betwisting van de bekwaamheid van technische diensten

Artikel 78 Uitwisseling van informatie over de beoordeling, aanwijzing en monitoring van technische diensten

Artikel 79 Samenwerking met nationale accreditatie-instanties

Artikel 80 Operationele verplichtingen van technische diensten

Artikel 81 Informatieverplichtingen van technische diensten

HOOFDSTUK XVI GEDELEGEERDE EN UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN

Artikel 82 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

Artikel 83 Comitéprocedure

HOOFDSTUK XVII SLOTBEPALINGEN

Artikel 84 Sancties

Artikel 85 Administratieve geldboetes ter ondersteuning van corrigerende en beperkende maatregelen op Unieniveau

Artikel 86 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 715/2007

Artikel 87 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 595/2009

Artikel 88 Intrekking van Richtlijn 2007/46/EG

Artikel 89 Overgangsbepalingen

Artikel 90 Verslagen

Artikel 91 Inwerkingtreding en toepassing

LIJST VAN BIJLAGEN

BIJLAGE I

Aanhangsel 1

Aanhangsel 2

BIJLAGE II

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5
Aanhangsel 6

BIJLAGE III

Aanhangsel 1

Aanhangsel 2

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

Aanhangsel

BIJLAGE VIII

Aanhangsel 1

Aanhangsel 2

Aanhangsel 3

BIJLAGE IX

Aanhangsel

BIJLAGE X

Aanhangsel 1

BIJLAGE A

BIJLAGE B

BIJLAGE C

Aanhangsel 2

BIJLAGE XI