Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie van 4 maart 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied

1.

Deze verordening vult Verordening (EU) 2017/625 aan wat betreft de voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen uit derde landen of regio's daarvan om te verzekeren dat zij voldoen aan de toepasselijke regels bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn.

2.

De in lid 1 bedoelde voorwaarden omvatten:

  1. de identificatie van dieren en goederen waarop de volgende voorwaarden voor binnenkomst in de Unie van toepassing zijn:

    1. de voorwaarde dat die dieren en goederen afkomstig zijn van derde landen of regio's daarvan die in een lijst worden vermeld overeenkomstig artikel 126, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625;

    2. de voorwaarde dat die dieren en goederen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, en die worden vermeld in een lijst die is opgesteld en wordt bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625;

    3. de voorwaarde dat elke zending van dieren en goederen vergezeld gaat van een officieel certificaat, een officiële verklaring of enig ander bewijsstuk waaruit de naleving van de in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels blijkt, zoals een particuliere verklaring, overeenkomstig artikel 126, lid 2, onder c), van Verordening (EU) 2017/625;

  2. voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren en goederen uit derde landen of regio's daarvan die in een lijst worden vermeld overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625;

  3. voorwaarden dat zendingen van bepaalde goederen afkomstig uit derde landen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn, en die worden vermeld in een lijst die is opgesteld en wordt bijgewerkt overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625;

  4. voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie voor het in de handel brengen van de volgende specifieke waren bovenop de voorschriften die overeenkomstig artikel 126 van Verordening (EU) 2017/625 zijn vastgesteld:

    1. vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, separatorvlees en voor de productie van gelatine en collageen bestemde grondstoffen;

    2. levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen;

    3. visserijproducten;

    4. samengestelde producten;

    5. levende slakken;

  5. aanvullende voorwaarden voor de officiële certificaten, officiële verklaringen en particuliere verklaringen waarvan bepaalde dieren en goederen vergezeld gaan om de Unie binnen te komen.

3.

Deze verordening is niet van toepassing op:

  1. dieren en goederen die niet voor menselijke consumptie bestemd zijn; wanneer bij binnenkomst in de Unie nog geen beslissing is genomen over de bestemming van de dieren goederen, is deze verordening wel van toepassing;

  2. voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen die slechts door de Unie worden doorgevoerd zonder in de handel te worden gebracht;

  3. voor menselijke consumptie bestemde goederen voor gebruik als monsters voor productanalyse en kwaliteitstests zonder in de handel te worden gebracht.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1."gelijkwaardig":
    gelijkwaardig zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder e), van Verordening (EG) nr. 852/2004;
    2."in de handel brengen":
    in de handel brengen zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EG) nr. 178/2002;
    3."inrichting":
    een inrichting zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 852/2004;
    4."particuliere verklaring":
    een door de invoerende exploitant van een levensmiddelenbedrijf ondertekende verklaring;
    5."vers vlees":
    vers vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.10, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    6."gehakt vlees":
    gehakt vlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.13, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    7."vleesbereidingen":
    vleesbereidingen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.15, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    8."vleesproducten":
    vleesproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    9."separatorvlees":
    separatorvlees zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.14, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    10."gelatine":
    gelatine zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.7, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    11."collageen":
    collageen zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 7.8, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    12."tweekleppige weekdieren":
    tweekleppige weekdieren zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    13."visserijproducten":
    visserijproducten zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.1, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    14."samengesteld product":
    een levensmiddel dat zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevat;
    14 bis."slakken":
    slakken zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 6.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en andere voor menselijke consumptie bestemde soorten slakken van de familie Helicidae, Hygromiidae of Sphincterochilidae;
    15."reptielen":
    dieren van de soorten Alligator mississippiensis, Crocodylus johnstoni, Crocodylus niloticus, Crocodylus porosus, Timon lepidus, Python reticulatus, Python molurus bivittatus of Pelodiscus sinensis;
    16."reptielenvlees":
    de onverwerkte of verwerkte eetbare delen van gekweekte reptielen die in voorkomend geval zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 en worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470 van de Commissie(1);
    17."insecten":
    voor menselijke consumptie bestemde levensmiddelen die bestaan uit, geïsoleerd zijn uit of vervaardigd zijn uit insecten of delen daarvan, met inbegrip van alle levensstadia van insecten, en die in voorkomend geval zijn toegelaten overeenkomstig Verordening (EU) 2015/2283 en worden vermeld in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2470;
    18."kiemgroenten":
    kiemgroenten zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 208/2013 van de Commissie(2);
    19."primaire productie":
    primaire productie zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 17, van Verordening (EG) nr. 178/2002;
    20."slachthuis":
    een slachthuis zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.16, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    21."wildbewerkingsinrichting":
    een wildbewerkingsinrichting zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.18, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    22."uitsnijderij":
    een uitsnijderij zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 1.17, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    23."productiegebied":
    een productiegebied zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 2.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    24."fabrieksvaartuig":
    een fabrieksvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.2, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    25."vriesvaartuig":
    een vriesvaartuig zoals gedefinieerd in bijlage I, punt 3.3, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
    26."reeferschip":
    een vaartuig dat is uitgerust om goederen op pallets of bulkgoed op te slaan en te vervoeren in ruimen of cellen met temperatuurregeling;
    27."exploitant van een levensmiddelenbedrijf":
    een exploitant van een levensmiddelenbedrijf zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Verordening (EG) nr. 178/2002.

Artikel 3 Dieren en goederen die afkomstig moeten zijn van derde landen of regio’s daarvan die worden vermeld in de in artikel 126, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijst

Zendingen van de volgende voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen mogen de Unie uitsluitend binnenkomen uit derde landen of regio’s daarvan die worden vermeld in de in Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie(3)vastgelegde lijst voor die dieren en goederen:

  1. voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, met inbegrip van reptielenvlees en dode hele insecten, delen van insecten of verwerkte insecten, waarvoor de volgende codes zijn vastgesteld in deel twee van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad(4):

    1. codes van de gecombineerde nomenclatuur (“GN-codes”) in de hoofdstukken 2 tot en met 5, 15, 16 of 29, of

    2. codes van het geharmoniseerde systeem (“GS-codes”) onder de posten 0901, 1702, 2101, 2105, 2106, 2301, 3001, 3002, 3302, 3501, 3502, 3503, 3504, 3507, 3913, 3926, 4101, 4102, 4103 of 9602;

  2. levende insecten aangeduid met GN-code 0106 49 00 in het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;

  3. levende slakken aangeduid met GN-code 0307 60 00 in het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;

  4. bijenpollenmeel aangeduid met GN-code ex12129995 in het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

Artikel 4 Aanvullende voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde dieren en goederen uit een derde land of regio daarvan

Naast de voorschriften van artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2017/625 beslist de Commissie enkel om een derde land of regio daarvan in de in artikel 126, lid 2, onder a), van die verordening bedoelde lijst op te nemen als zij van mening is dat de volgende voorschriften ten minste gelijkwaardig zijn aan de desbetreffende voorschriften van de Unie voor de in artikel 3 bedoelde dieren en goederen:

  1. de wetgeving van het derde land inzake:

    1. de productie van levensmiddelen van dierlijke oorsprong;

    2. het gebruik van diergeneesmiddelen, inclusief de regels inzake het verbieden of toelaten ervan, de distributie ervan en het in de handel brengen ervan, en de regels inzake beheer en inspectie;

    3. de bereiding en het gebruik van diervoeders, met inbegrip van de procedures voor het gebruik van toevoegingsmiddelen en voor de bereiding en het gebruik van diervoeders met medicinale werking, en de hygiënische kwaliteit van de voor de bereiding van het voeder gebruikte grondstoffen en van het eindproduct;

  2. de hygiënevoorwaarden met betrekking tot productie, vervaardiging, hantering, opslag en verzending die momenteel van toepassing zijn op voor de Unie bestemde producten van dierlijke oorsprong;

  3. de ervaring die bij het in de handel brengen van de producten van dierlijke oorsprong uit het derde land is opgedaan en de resultaten van de officiële controles bij binnenkomst in de Unie;

  4. indien beschikbaar de resultaten van controles door de Commissie in het derde land ten aanzien van andere dieren en goederen waarvoor het derde land reeds overeenkomstig artikel 127, lid 2, van Verordening (EU) 2017/625 in een lijst wordt vermeld, en met name de resultaten van de beoordeling van de bevoegde autoriteiten in het derde land waarvan een audit is uitgevoerd en de maatregelen die de bevoegde autoriteiten hebben genomen op basis van de aan hen gerichte aanbevelingen naar aanleiding van die audits door de Commissie;

  5. het bestaan, de uitvoering en de mededeling van een programma voor de bestrijding van zoönosen dat in voorkomend geval door de Commissie is erkend;

  6. het bestaan, de uitvoering en de mededeling van een programma voor de controle op residuen dat in voorkomend geval door de Commissie is erkend overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG.

Artikel 5 Voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde goederen uit een derde land in verband met inrichtingen

1.

Zendingen van de volgende goederen mogen de Unie alleen binnenkomen als die zendingen zijn verzonden uit en verkregen of bereid in inrichtingen die worden vermeld in lijsten die overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iii), van Verordening (EU) 2017/625 zijn opgesteld en worden bijgewerkt:

  1. producten van dierlijke oorsprong waarvoor voorschriften zijn vastgesteld in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 en waarvoor de volgende codes zijn vastgesteld in het tweede deel van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87:

    1. GN-codes in de hoofdstukken 2 tot en met 5, 15 of 16, of

    2. GS-codes onder de posten 1702, 2101, 2105, 2106, 2301, 2932, 3001, 3002, 3501, 3502, 3503, 3504, 4101, 4102 of 4103;

  2. kiemgroenten die met de volgende GS-codes worden aangeduid: 0704 90, 0706 90, 0708 10, 0708 20, 0708 90 of 1214 90 in bijlage I, tweede deel, bij Verordening (EEG) nr. 2658/87.

2.

De in lid 1 van dit artikel bedoelde inrichtingen mogen alleen in de in artikel 127, lid 3, onder e), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijsten worden vermeld als het derde land, naast de in artikel 127, lid 3, onder e), ii) en iv), van Verordening (EU) 2017/625 bepaalde garanties, de volgende garanties biedt:

  1. die inrichtingen, tezamen met alle inrichtingen waar grondstoffen van dierlijke oorsprong worden gehanteerd die bij de productie van de betrokken producten van dierlijke oorsprong worden gebruikt, voldoen aan de toepasselijke voorschriften zoals bedoeld in artikel 126, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625, met name die van Verordening (EG) nr. 853/2004, of aan voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn;

  2. in de inrichting worden, in voorkomend geval, enkel grondstoffen van dierlijke oorsprong gehanteerd die afkomstig zijn van derde landen met een erkend controleplan voor residuen voor die productcategorie overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG of van lidstaten;

  3. het derde land is bij machte de inrichtingen te beletten naar de Unie uit te voeren indien de inrichtingen niet aan voldoen aan de desbetreffende voorschriften van de Unie of voorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn.

3.

De Commissie verstrekt de lidstaten alle nieuwe en bijgewerkte lijsten die zij overeenkomstig artikel 127, lid 3, onder e), iii), van Verordening (EU) 2017/625 van de bevoegde autoriteiten van het derde land ontvangt, en publiceert deze lijsten op haar website.

4.

De lidstaten staan de binnenkomst in de Unie van de in lid 1 bedoelde zendingen toe op voorwaarde dat de officiële certificaten waarvan deze zendingen op grond van de toepasselijke voorschriften van de Unie vergezeld moeten gaan, door de bevoegde autoriteiten van het derde land worden afgegeven vanaf de datum van bekendmaking door de Commissie van de in lid 1 bedoelde lijsten.

Artikel 6 Inrichtingen waarop de voorwaarden van artikel 5, lid 1, niet van toepassing zijn

Artikel 7 Voorwaarden voor zendingen vers vlees, gehakt vlees, vleesbereidingen, vleesproducten, separatorvlees en voor de productie van gelatine en collageen bestemde grondstoffen

Artikel 8 Voorwaarden voor zendingen levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen

Artikel 9 Opname in een lijst van productiegebieden

Artikel 10 Bijzondere voorwaarden voor visserijproducten

Artikel 11

Artikel 12 Voorwaarden inzake samengestelde producten

Artikel 13 Officiële certificaten

Artikel 14 Particuliere verklaring

Artikel 15 Inwerkingtreding