Home

Besluit (EU) 2020/637 van de Europese Centrale Bank van 27 april 2020 betreffende accreditatieprocedures voor producenten van beveiligde euro-items en euro-items (ECB/2020/24) (herschikking)

Besluit (EU) 2020/637 van de Europese Centrale Bank van 27 april 2020 betreffende accreditatieprocedures voor producenten van beveiligde euro-items en euro-items (ECB/2020/24) (herschikking)

DEEL I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. “prepresswerkzaamheden”: de omzetting van het basisontwerp van de eurobankbiljetten in lay-outs, kleurenscheiding, lijnwerk en drukplaten en de voorbereiding van lay-outs en prototypes voor in dat basisontwerp voorgestelde componenten;

  2. “producent”: een juridische entiteit die de mogelijkheid heeft om activiteiten in het kader van een beveiligde euro-itemactiviteit of een euro-itemactiviteit uit te voeren, met uitzondering van juridische entiteiten die alleen betrokken zijn bij het vervoer of de vernietiging van beveiligde euro-items;

  3. “beveiligde euro-itemactiviteit”: de prepresswerkzaamheden, productie, verwerking, vernietiging, opslag, analyse, interne verplaatsing van beveiligde euro-items binnen de productielocatie of vervoer van beveiligde euro-items;

  4. “euro-itemactiviteit”: de productie van euro-items;

  5. “productielocatie”: gebouwen die door de producent worden gebruikt of kunnen worden gebruikt voor het verrichten van een beveiligde euro-itemactiviteit of een euro-itemactiviteit;

  6. “beveiligd euro-item”: a) een afgewerkt eurobankbiljet; b) een gedeeltelijk gedrukt eurobankbiljet; c) afgewerkt eurobankbiljettenpapier; d) gedeeltelijk afgewerkt eurobankbiljettenpapier; e) een veiligheidsinkt voor de productie van eurobankbiljetten en eurobankbiljettenpapier; f) draad en folie voor de productie van eurobankbiljettenpapier; g) een veiligheidspigment; h) een veiligheidssensor; i) een eurobankbiljet ontwikkeld om in omloop zijnde of uit de omloop genomen eurobankbiljetten te vervangen; j) een component of daarmee verband houdende informatie, zoals specifiek door de ECB bepaald, waarvoor beveiligingsbescherming is vereist omdat verlies, diefstal of ongeoorloofde publicatie ervan de integriteit van eurobankbiljetten als betaalmiddel zou kunnen schaden;

  7. “euro-item”: a) een afgewerkt eurobankbiljet; b) een gedeeltelijk gedrukt eurobankbiljet; c) afgewerkt eurobankbiljettenpapier; d) gedeeltelijk afgewerkt eurobankbiljettenpapier; e) een inkt voor de productie van eurobankbiljetten of eurobankbiljettenpapier; f) draad en folie voor de productie van eurobankbiljettenpapier;

  8. “accreditatie”: de middels een ECB-besluit verleende toestemming aan de producent voor het uitvoeren van een beveiligde euro-itemactiviteit of euro-itemactiviteit op een specifieke productielocatie;

  9. “geaccrediteerde producent”: een producent aan wie uit hoofde van dit besluit accreditatie is verleend;

  10. “nationale centrale bank” (NCB): de nationale centrale bank van een lidstaat die de euro als munt heeft;

  11. “verantwoordelijke nationale centrale bank (NCB)”: een NCB die een opdracht voor de productie van eurobankbiljetten heeft geplaatst;

  12. “accreditatievereiste”: alle vereisten inzake beveiliging, kwaliteit, milieu, gezondheid en veiligheid, ethische of vestigingsvereisten en andere verplichtingen, als bedoeld in dit besluit of in enig ander aanverwant juridisch instrument, de naleving waarvan de ECB van een producent vereist voor de uitvoering van een beveiligde euro-itemactiviteit of een euro-itemactiviteit;

  13. “ECB-vertrouwelijke informatie”: alle accreditatievereisten, alle daarmee verband houdende gegevens, ongeacht het opslagmedium ervan, of alle informatie bestaande uit eigendomsrechten van technische en/of bedrijfsinformatie en die als “ECB-vertrouwelijk” is gerubriceerd;

  14. “accreditatieprocedure”: een procedure waarin de naleving van de in dit besluit vervatte accreditatievereisten door de producent wordt beoordeeld, die wordt gevolgd wanneer de producenten om accreditatie verzoeken en terwijl ze geaccrediteerd worden, en die kan leiden tot sancties, met inbegrip van financiële sancties, indien niet aan deze vereisten wordt voldaan;

  15. “certificering”: een door een onafhankelijke certificeringsinstantie afgegeven document dat is geaccrediteerd door een nationale accreditatie-autoriteit, waarvan de certificeringen zijn erkend in de lidstaat waar de producent is gevestigd;

  16. “beheerssysteem”: een door een producent opgesteld kader van gedragslijnen, processen en procedures om te verzekeren dat de producent aan de accreditatievereisten voldoet;

  17. “maatregel”: een door een producent uitgevoerde handeling om aan de accreditatievereisten te voldoen;

  18. “ECB-bankbiljettenextranet”: een door de ECB opgezet en beheerd IT-systeem voor het verstrekken van informatie over de accreditatievereisten dat toegankelijk is voor geaccrediteerde producenten;

  19. “vernietiging”: een handeling of proces om een beveiligd euro-item ongeschikt te maken voor praktisch gebruik door vervalsers;

  20. “controlerende entiteit”: een administratief-, beheers- of toezichthoudend orgaan van een producent of een rechtspersoon in de zin van artikel 5, lid 4, van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad(1), die de producent kan vertegenwoordigen, besluiten kan nemen namens of zeggenschap kan uitoefenen over de producent; voor een producent die juridisch en organisatorisch deel uitmaakt van een NCB is de controlerende entiteit het besluitvormende orgaan van de NCB;

  21. “productie van inkt”: de bereiding van inkt die, door vermenging en het fijnmalen van grondstoffen en/of basisinkt, klaar zijn voor gebruik bij het drukken van eurobankbiljetten. Dit preparaat omvat niet de toevoeging van specifieke bestanddelen aan een inkt door printers of producenten van eurobankbiljetten, wanneer deze bestanddelen minder dan 12 % van het gewicht van de oorspronkelijke inkt uitmaken en enkel dienen om de uitharding van de inkt volgens een vooraf vastgestelde formule mogelijk te maken, de reologie of de schaduw van de inkt aan te passen of de droging te verbeteren.

  22. “identificatiecode voor juridische entiteiten” (legal entity identifier — LEI): een aan een juridische entiteit toegewezen alfanumerieke referentiecode overeenkomstig de ISO-17442-norm;

  23. “onafhankelijke auditor”: een erkende entiteit die bevoegd is om te beoordelen en te verklaren dat het bedrijfsnalevingsprogramma van een producent voldoet aan de beginselen, regels en procedures inzake de ethische bedrijfsvoering, waaronder de relevante interne afdeling van een NCB voor een producent die juridisch en organisatorisch deel uitmaakt van die NCB, of die een afzonderlijke rechtspersoon is in gevallen waarin de NCB zeggenschap over die rechtspersoon uitoefent die vergelijkbaar is met die welke zij over haar eigen diensten uitoefent;

  24. “inspectie”: een procedure gericht op de beoordeling van de naleving door de producent van de accreditatievereisten, in de vorm van inspecties ter plaatse of off-site-inspecties, afgerond met een inspectieverslag met betrekking tot de uitkomst van deze beoordeling;

  25. “inspectie ter plaatse”: een door de ECB op een productielocatie uitgevoerde inspectie;

  26. “off-site-inspectie”: een door de ECB buiten de betrokken productielocatie uitgevoerde inspectie waarbij de bij een producent opgevraagde documentatie wordt beoordeeld;

  27. “werkdag”: elke dag, met uitzondering van zaterdag en zondag, evenals elke officiële ECB-feestdag, zoals gepubliceerd op de ECB-website;

  28. “ernstig geval van niet-naleving”:

    1. een geval van niet-naleving dat een onmiddellijke, ernstige en negatieve impact had, of kan hebben gehad, of heeft of kan hebben op de naleving door de geaccrediteerde producenten van de accreditatievereisten voor een euro-itemactiviteit of een beveiligde euro-itemactiviteit;

    2. meerdere gevallen van niet-naleving die op zichzelf niet als ernstig worden beschouwd, maar die door het gelijktijdig of herhaaldelijk voorkomen in een specifiek proces, in onmiddellijke, ernstige en negatieve impact hebben of hebben gehad.

Artikel 2 Accreditatiebeginselen

1.

Een producent mag alleen een beveiligde euro-itemactiviteit of een euro-itemactiviteit op een productielocatie uitvoeren waarvoor de ECB overeenkomstig artikel 7 een accreditatie heeft verleend.

2.

Een geaccrediteerde producent mag alleen beveiligde euro-items of euro-items produceren of leveren indien hij daartoe door de ECB gemachtigd is of om een opdracht te verrichten die geplaatst is door:

  1. een andere geaccrediteerde producent die de beveiligde euro-items of de euro-items nodig heeft voor zijn eigen beveiligde euro-itemactiviteit of euro-itemactiviteit;

  2. een verantwoordelijke NCB;

  3. onder voorbehoud van een besluit door de Raad van bestuur, een toekomstige NCB van het Eurosysteem;

  4. de ECB.

3.

Een geaccrediteerde producent kan een beveiligde euro-itemactiviteit of een euro-itemactiviteit op een andere productielocatie uitvoeren, behoudens voorafgaande beoordeling door de ECB van de naleving door de geaccrediteerde producent van alle accreditatievereisten op de andere productielocatie en de toekenning door de ECB van een accreditatie aan de producent voor de aangevraagde beveiligde euro-itemactiviteit of euro-itemactiviteit op de andere productielocatie.

4.

Bij de beoordeling van verzoeken om accreditatie van producenten of bij de beoordeling van de naleving door de producent van de accreditatievereisten neemt de ECB de beginselen van gelijke behandeling en transparantie in acht. In het bijzonder leidt de beoordeling van de ECB niet tot een preferentiële behandeling of tot een concurrentievoordeel voor een producent.

5.

De ECB stelt de geaccrediteerde producenten via het ECB-bankbiljettenextranet in kennis van alle actualiseringen van de accreditatievereisten met betrekking tot de beveiligde euro-itemactiviteiten of de euro-itemactiviteit waarvoor aan hen een accreditatie is verleend.

6.

Geaccrediteerde producenten behandelen ECB-vertrouwelijke informatie overeenkomstig de vertrouwelijkheidsregeling van de ECB, die beschikbaar is op het ECB-bankbiljettenextranet.

7.

De ECB mag alle informatie die zij van geaccrediteerde producenten heeft ontvangen, delen met de NCB’s.

8.

Alleen geaccrediteerde producenten komen in aanmerking voor deelname aan beveiligde euro-items of euro-items.

9.

Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ECB dragen geaccrediteerde producenten hun accreditatie niet over aan of wijzen deze niet toe aan hun dochterondernemingen, een geassocieerde onderneming of een derde.

10.

Alle accreditatieprocedures worden in de Engelse taal uitgevoerd, tenzij uitzonderlijke omstandigheden met betrekking tot de procedure of het onderwerp van de opdracht het gebruik van een andere taal noodzaken.

11.

Producenten dragen de kosten en bijbehorende verliezen die verband houden met de toepassing van dit besluit.

Artikel 3 Accreditatievereisten

1.

Een geaccrediteerde producent voldoet aan alle van de volgende accreditatievereisten:

  1. de vereisten met betrekking tot de beveiliging, de kwaliteit, het milieu, de gezondheid en veiligheid, die in dit besluit of een ander juridisch instrument zijn vervat, de naleving waarvan de ECB van een producent vereist om beveiligde euroactiviteit of een euro-itemactiviteit te kunnen uitvoeren;

  2. de in artikel 4 neergelegde ethische vereisten;

  3. de volgende locatievereisten:

    1. indien de producent geen drukkerij is, bevindt de productielocatie zich in een lidstaat van de Unie of in een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA), of

    2. indien de producent een drukkerij is, bevindt de productielocatie zich in een lidstaat van de Unie;

  4. het bezit van een certificaat waarin staat dat op de desbetreffende productielocatie voor de betrokken beveiligde euro-itemactiviteit of euro-itemactiviteit de beheersystemen voldoen aan de eisen van de volgende normen:

    1. de norm ISO 9001;

    2. de norm ISO 14001;

    3. de norm ISO 45001 of, tot en met 11 maart 2021, de “Occupational Health and Safety Assessment Series” (OHSAS) 18001, en daarna alleen de norm ISO 45001;

  5. de volgende solvabiliteitsvereisten:

    1. de producent is niet het onderwerp van een faillissements-, insolventie- of liquidatieprocedure;

    2. de activa van de producent worden niet beheerd door een vereffenaar of door het gerecht;

    3. de producent heeft geen regeling met schuldeisers;

    4. de bedrijfsactiviteiten van de producent worden niet opgeschort;

    5. de producent is niet het onderwerp van soortgelijke procedures of omstandigheden als die bedoeld in de punten i) tot en met iv), welke uit hoofde van de toepasselijke nationale wet- en regelgeving van toepassing zijn.

2.

Producenten mogen strengere eisen vaststellen en toepassen met betrekking tot de vereisten van lid 1, onder a) en b).

3.

Indien een producent voldoet aan de locatievereisten van lid 1, onder c, maar zijn activiteiten worden gecontroleerd door een buiten een lidstaat van de Unie of de EVA gevestigde juridische entiteit, houdt de ECB, wanneer zij overweegt het verzoek om accreditatie uit hoofde van artikel 6 te verwerpen of om de schriftelijke toestemming uit hoofde van artikel 9, lid 7, onder b), te verlenen om de integriteit van eurobankbiljetten te beschermen, naar behoren rekening met alle volgende elementen:

  1. een besluit of voorschrift van de Raad van de Europese Unie betreffende economische sancties op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid dat reeds van toepassing is of dat de Raad voornemens is vast te stellen;

  2. een verplichting voor de lidstaten en de daaruit voortvloeiende bepalingen of maatregelen of verplichtingen die in rechtstreeks toepasselijke rechtshandelingen van de Unie zijn neergelegd om economische sancties op het gebied van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid ten uitvoer te leggen;

  3. een internationale overeenkomst en alle daaruit voortvloeiende/afgeleide maatregelen of maatregelen of verplichtingen die zijn goedgekeurd door de wetgevende organen van de Unie of door alle lidstaten die de euro als munt hebben.

4.

De ECB kan, wanneer de omstandigheden zulks rechtvaardigen, vrijstelling verlenen van de vereisten van lid 1, onder c).

Artikel 4 Ethische vereisten

1.

Een geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten voldoen aan alle van de volgende ethische vereisten:

  1. die geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten is niet bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor een van de volgende gedragingen, indien deze gedragingen zich hebben voorgedaan na 15 november 2017 en de geaccrediteerde producent werd geaccrediteerd vóór 16 november 2022, of indien dergelijke gedragingen zich ten vroegste vijf jaar vóór de datum van het accreditatieverzoek krachtens artikel 5 van dit besluit hebben voorgedaan:

    1. deelname aan een criminele organisatie, met inbegrip van de gedragingen als bedoeld in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JHA;

    2. actieve en passieve corruptie als gedefinieerd in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn(6) en artikel 2, lid 1, van Kaderbesluit 2003/568/JHA(7) van de Raad ter bestrijding van corruptie in de privésector;

    3. fraude in de zin van artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen(8);

    4. terroristische misdrijven, met inbegrip van de in de artikelen 3 tot en met 12 van Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad genoemde misdrijven(9);

    5. witwassen van geld in de zin van artikel 1, leden 3 en 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad(10);

    6. mensenhandel, met inbegrip van opzettelijke gedragingen als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad(11), en de daarmee verband houdende uitlokking, hulp en aanzetting, en poging als bedoeld in artikel 3 van die richtlijn;

    7. andere onwettige activiteiten waarmee de financiële belangen van de Unie, de ECB of de NCB’s worden geschaad;

  2. die geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten zijn niet bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor een van de volgende gedragingen die zich hebben voorgedaan na 15 november 2017, voor zover de accreditatie vóór 16 november 2022 werd verleend, of ten vroegste vijf jaar vóór de datum van het accreditatieverzoek krachtens artikel 5 van dit besluit:

    1. schending van de verplichtingen tot betaling van belastingen en/of socialezekerheidsbijdragen wanneer dit is vastgesteld bij een rechterlijke of administratieve beslissing die definitief en bindend is overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar de erkende producent is gevestigd of van een lidstaat waar de beveiligde euro-itemactiviteit of de euro-itemactiviteit wordt uitgevoerd;

    2. een ernstige beroepsfout, met inbegrip van ernstige gevallen van niet-naleving van de beroepstaken, voor zover deze door de bevoegde autoriteiten is vastgesteld;

    3. het sluiten van overeenkomsten die tot doel hebben de mededinging op de relevante markt te verstoren, voor zover dit door de bevoegde autoriteiten is vastgesteld;

    4. elke andere activiteit die de integriteit van eurobankbiljetten als effectief betaalmiddel kan aantasten.

2.

Een geaccrediteerde producent stelt een volledig omgezet en operationeel bedrijfsnalevingsprogramma voor de naleving van de bedrijfsvoorschriften op en handhaaft dit programma om alle activiteiten op zijn geaccrediteerde productielocatie te beheren. Dat bedrijfsnalevingsprogramma is ook van toepassing op externe activiteiten die buiten de geaccrediteerde productielocatie van de producent worden verricht indien die activiteiten vergelijkbaar zijn met de euro-activiteiten of beveiligde euro-activiteiten waarvoor de ECB accreditatie heeft verleend.

3.
Het bedrijfsnalevingsprogramma als bedoeld in lid 2 omvat en zet ten minste de in een van de volgende regelingen opgenomen beginselen, regels en procedures om:

  1. artikel 10 van de regels van de Internationale Kamer van Koophandel inzake de bestrijding van corruptie(12);

  2. het Banknote Ethics Initiative(13);

  3. norm ISO 37001;

  4. elk ander gelijkwaardig programma.

DEEL II ACCREDITATIEPROCEDURE

Artikel 5 Accreditatieverzoek

Artikel 6 Beoordeling van de naleving van de accreditatievereisten

Artikel 7 Accreditatieverlening

Artikel 8 ECB-accreditatieregister

Artikel 9 Verplichtingen van geaccrediteerde producenten om hun accreditatie te behouden

Artikel 10 Voorafgaande schriftelijke toestemming van de ECB

Artikel 11 Inspecties

Artikel 12 Gevallen van niet-naleving

Artikel 13 Inspectieresultaat

Artikel 14 Besluiten over de onmiddellijke stopzetting van een beveiligde euro-itemactiviteit

DEEL III GEVOLGEN VAN NIET-NALEVING

Artikel 15 ECB-besluiten inzake niet-naleving

Artikel 16 Waarschuwingsbesluit

Artikel 17 Opschortingsbesluit met betrekking tot nieuwe orders

Artikel 18 Besluit tot intrekking van de accreditatie

Artikel 19 Financiële sancties in geval van discrepanties met betrekking tot hoeveelheden eurobankbiljetten of eurobankbiljettenpapier

Artikel 20 Delegatie en subdelegatie

Artikel 21 Herzieningsprocedure

DEEL IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Intrekking

Artikel 23 Overgangsbepalingen

Artikel 24 Inwerkingtreding

Artikel 25 Geadresseerden

BIJLAGE IIngetrokken besluit met een lijst van de opeenvolgende wijzigingen ervan

BIJLAGE IIConcordantietabel