Home

Besluit (GBVB) 2020/1135 van de Raad van 30 juli 2020 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo

Besluit (GBVB) 2020/1135 van de Raad van 30 juli 2020 houdende benoeming van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Kosovo

Artikel 1 Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

Het mandaat van de heer Tomáš SZUNYOG als speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) in Kosovo wordt verlengd tot en met 31 augustus 2024. De Raad kan, op basis van een beoordeling door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) en op voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), besluiten dat het mandaat van de SVEU eerder wordt beëindigd.

Artikel 2 Beleidsdoelstellingen

Het mandaat van de SVEU is gebaseerd op de beleidsdoelstellingen van de Unie in Kosovo. Deze omvatten: het vervullen van een leidende rol bij het bevorderen van een stabiel, levensvatbaar, vreedzaam, democratisch en multi-etnisch Kosovo dat samenwerkt met het gebied; het versterken van de stabiliteit in de regio en het bijdragen tot regionale samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen in de Westelijke Balkan; het bevorderen van een Kosovo dat hecht aan de rechtsstaat en aan de bescherming van minderheden en van het cultureel en religieus erfgoed; het ondersteunen van het Europees perspectief van Kosovo en de toenadering van Kosovo tot de Unie conform het perspectief van de regio en in overeenstemming met de stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en Kosovo, anderzijds(5) (“de stabilisatie- en associatieovereenkomst”) en Besluit (EU) 2015/1988 van de Raad(6), en conform de Raadsconclusies ter zake.

Artikel 3 Mandaat

Ter verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen omvat het mandaat van de SVEU het volgende:

  1. advies en ondersteuning door de Unie in het politieke proces aanbieden;

  2. de algehele politieke coördinatie van de Unie in Kosovo behartigen;

  3. de aanwezigheid van de Unie in Kosovo versterken en zorgen voor de samenhang, doeltreffendheid en zichtbaarheid ervan;

  4. zorgen voor plaatselijke politieke aansturing voor het hoofd van de rechtsstaatmissie van de Europese Unie in Kosovo (EULEX KOSOVO), ook betreffende de politieke aspecten van aangelegenheden in verband met uitvoeringsbevoegdheden;

  5. zorgen voor consistentie en samenhang in het optreden van de Unie in Kosovo, onder meer bij het ter plaatse sturing geven aan de EULEX KOSOVO-overgang voor de eventuele overdracht van activiteiten aan de SVEU of de EU-delegatie in Kosovo en/of de plaatselijke autoriteiten, naargelang het geval en indien de plaatselijke omstandigheden dit mogelijk maken;

  6. ondersteunen van het Europees perspectief van Kosovo en de toenadering van Kosovo tot de Unie conform het perspectief van de regio en in overeenstemming met de stabilisatie- en associatieovereenkomst en Besluit (EU) 2015/1988, en conform de Raadsconclusies ter zake, via gerichte communicatie met het publiek en outreach-activiteiten van de Unie met het oog op meer begrip en een groter draagvlak bij de bevolking van Kosovo in kwesties die de Unie betreffen, ook met betrekking tot de activiteiten van EULEX KOSOVO;

  7. met alle middelen en instrumenten die ter beschikking van de SVEU staan en met de steun van de EU-delegatie in Kosovo, de vooruitgang met betrekking tot de politieke, de economische en de Europese prioriteiten monitoren, ondersteunen en faciliteren, conform de respectieve institutionele bevoegdheden en verantwoordelijkheden, en de uitvoering van de stabilisatie-en associatieovereenkomst ondersteunen, onder meer door middel van de Europese hervormingsagenda;

  8. overeenkomstig het mensenrechtenbeleid van de Unie en de richtsnoeren van de Unie inzake mensenrechten, bijdragen tot de ontwikkeling en bestendiging van het respect voor de mensenrechten en de fundamentele vrijheden in Kosovo, mede ten aanzien van vrouwen en kinderen en de bescherming van minderheden;

  9. waar nodig, ondersteunen van de dialoog tussen Belgrado en Pristina die door de Unie wordt gefaciliteerd, waaronder operationele ondersteuningsopdrachten die eventueel vanuit EULEX KOSOVO moeten worden overgedragen, in samenspraak met de SVEU voor de dialoog tussen Belgrado en Pristina en andere regionale kwesties in verband met de Westelijke Balkan, en met de nadruk op het bevorderen van een voor het proces gunstige omgeving;

  10. het mandaat ondersteunen van de gespecialiseerde kamers en het gespecialiseerd openbaar ministerie, naargelang het geval, ook door middel van communicatie en outreach.

Artikel 4 Uitvoering van het mandaat

1.

De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

2.

Het PVC onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische adviezen en politieke aansturing ten behoeve van de SVEU.

3.

De SVEU werkt nauw samen met de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en de bevoegde afdelingen.

Artikel 5 Financiering

1.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 september 2020 tot en met 31 augustus 2021 bedraagt 3 300 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 september 2021 tot en met 31 augustus 2023 bedraagt 6 600 000 EUR.

Het financieel referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 september 2023 tot en met 31 augustus 2024 bedraagt 2 850 000 EUR.

2.

De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

3.

Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt over alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

Artikel 6 Vorming en samenstelling van het team

Artikel 7 Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en van het personeel van de SVEU

Artikel 8 Beveiliging van gerubriceerde EU-informatie

Artikel 9 Toegang tot informatie en logistieke steun

Artikel 10 Beveiliging

Artikel 11 Rapportage

Artikel 12 Coördinatie

Artikel 13 Ondersteuning bij vorderingen

Artikel 14 Evaluatie

Artikel 15 Inwerkingtreding