Bij dit besluit worden de beschermings- en toezichtsgebieden die overeenkomstig artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 naar aanleiding van een uitbraak of uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) bij pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels door de in de bijlage bij dit besluit opgenomen lidstaten (de betrokken lidstaten) moeten worden ingesteld, op het niveau van de Unie vastgesteld, en wordt ook de duur vastgesteld van de maatregelen die overeenkomstig artikel 39 van die gedelegeerde verordening en in de toezichtsgebieden moeten worden toegepast.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 2704) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 2704) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Artikel 1
Bij dit besluit worden ook de extra beperkingszones die overeenkomstig artikel 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 naar aanleiding van een uitbraak of uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) bij pluimvee of andere in gevangenschap levende vogels door de betrokken lidstaten moeten worden ingesteld, op het niveau van de Unie vastgesteld, en wordt ook de duur vastgesteld van de maatregelen die in de extra beperkingszones moeten worden toegepast.
Bij dit besluit worden regels vastgesteld betreffende verplaatsingen van zendingen pluimvee, in gevangenschap levende vogels, broedeieren en van specifieke pathogenen vrije eieren uit de in deel C van de bijlage bij dit besluit opgenomen extra beperkingszones, indien overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 een afwijking is toegestaan die dergelijke verplaatsingen toestaat.
Artikel 2
De betrokken lidstaten zien erop toe dat:
-
de overeenkomstig artikel 21, lid 1, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door hun bevoegde autoriteiten ingestelde beschermingsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in deel A van de bijlage bij dit besluit als beschermingsgebieden zijn opgenomen;
-
de maatregelen die overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 in de beschermingsgebieden moeten worden toegepast, ten minste tot de in deel A van de bijlage bij dit besluit voor de beschermingsgebieden opgegeven data worden gehandhaafd.
Artikel 3
De betrokken lidstaten zien erop toe dat:
-
de overeenkomstig artikel 21, lid 1, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door hun bevoegde autoriteiten ingestelde toezichtsgebieden ten minste de gebieden omvatten die in deel B van de bijlage bij dit besluit als toezichtsgebieden zijn opgenomen;
-
de maatregelen die overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 in de toezichtsgebieden moeten worden toegepast ten minste tot de in deel B van de bijlage bij dit besluit voor de toezichtsgebieden opgegeven data worden gehandhaafd.
Artikel 3 bis
De betrokken lidstaten zien erop toe dat:
-
de overeenkomstig artikel 21, lid 1, punt c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door hun bevoegde autoriteiten ingestelde extra beperkingszones ten minste de gebieden omvatten die in deel C van de bijlage bij dit besluit als extra beperkingszones zijn opgenomen;
-
de in artikel 21, lid 1, punt c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 bedoelde maatregelen die in de extra beperkingszones moeten worden toegepast ten minste worden gehandhaafd tot de data die zijn vastgesteld voor de in deel C van de bijlage bij dit besluit opgenomen extra beperkingszones;
-
wanneer na een positieve uitkomst van een risicobeoordeling door de bevoegde autoriteit van een betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 23 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 een afwijking is toegestaan voor de verplaatsing naar andere lidstaten van zendingen pluimvee, in gevangenschap levende vogels, broedeieren en van specifieke pathogenen vrije eieren uit extra beperkingszones die zijn opgenomen in deel C van de bijlage bij dit besluit, zorgen de betrokken lidstaten ervoor dat die zendingen vergezeld gaan van het desbetreffende diergezondheidscertificaat of diergezondheids-/officieel certificaat als vastgesteld in bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/403 van de Commissie(1), dat de volgende verklaring moet bevatten:
„De zending voldoet aan de bepalingen van artikel 3 bis van Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie”.
Artikel 4
Dit besluit is van toepassing van 21 april 2021 tot en met 30 september 2023.