Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 van de Commissie van 23 juni 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 van de Commissie van 23 juni 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

02021R1958 — NL — 21.09.2023 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1958 VAN DE COMMISSIE

van 23 juni 2021

tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 409 van 17.11.2021, blz. 1)

Gewijzigd bij:




▼B

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1958 VAN DE COMMISSIE

van 23 juni 2021

tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening

(Voor de EER relevante tekst)



Artikel 1

Testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van een voertuig wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft

Voor de typegoedkeuring van een voertuig wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft, moet het voertuig voldoen aan de in bijlage I beschreven testprocedures en technische voorschriften.

Artikel 2

Testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van een systeem voor intelligente snelheidsondersteuning als technische eenheid

Voor de typegoedkeuring van een systeem voor intelligente snelheidsondersteuning als technische eenheid moet het systeem voldoen aan de in bijlage I beschreven testprocedures en technische voorschriften.

Artikel 3

Catalogus van verkeersborden

De lijst van de verkeersborden met snelheidslimieten die in elke lidstaat worden gebruikt en op basis waarvan de typegoedkeuringsinstanties en technische diensten de prestaties van de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning overeenkomstig deze verordening moeten beoordelen, is vastgesteld in bijlage II.

Artikel 4

Informatie over het gebruik van systemen voor intelligente snelheidsondersteuning

1.

Voertuigfabrikanten verstrekken de goedkeuringsinstanties die krachtens deze verordening typegoedkeuringen verlenen, de volgende informatie:

a)

de verhoudingen voor de rijtijd of de afgelegde afstand waarbij de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning ingeschakeld dan wel uitgeschakeld zijn;

b)

de verhoudingen voor de rijtijd of de afgelegde afstand waarbij de waargenomen snelheidslimieten worden nageleefd dan wel worden genegeerd;

c)

de gemiddelde tijd die verstreek tussen het inschakelen en het uitschakelen van het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning door de bestuurder, waar van toepassing;

de in punt a) bedoelde informatie wordt voor de trapsgewijze akoestische waarschuwingsfunctie, de trapsgewijze trillingswaarschuwingsfunctie, de haptische feedbackfunctie en de informatie over de snelheidsbegrenzingsfunctie afzonderlijk verstrekt.

2.
De typegoedkeuringsinstanties bundelen de overeenkomstig lid 1 ontvangen informatie en verstrekken de gebundelde informatie aan de Commissie tegen 7 juli 2024 en vervolgens twee jaar lang om de zes maanden.

Artikel 5

Wijziging van Verordening (EU) 2019/2144

Bijlage II bij Verordening (EU) 2019/2144 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.

Artikel 6

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 6 juli 2022.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE I

Technische voorschriften en testprocedures

1. Definities

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

1.1.“voertuigtype wat het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning betreft”: voertuigen die onderling niet verschillen op essentiële punten zoals de kenmerken en functies van het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet en de prestaties ervan bij gebruik op de openbare weg op het grondgebied van de Europese Unie evenals het feedbacksysteem dat wordt gebruikt om de bestuurder te helpen de juiste snelheid voor de wegomgeving aan te houden;

1.2.“type systeem voor intelligente snelheidsondersteuning”: een combinatie van specifieke hardware- en algemene softwarearchitectuur die onderling niet verschilt op essentiële punten zoals de kenmerken en functies van het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet en de prestaties ervan bij gebruik in actuele omstandigheden op de openbare weg op het grondgebied van de Europese Unie;

1.3.“functie voor informatie over de snelheidslimiet”: een functie die bestaat uit het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet, dat de waargenomen snelheidslimiet bepaalt, en een mens/machine-interface die de waargenomen snelheid aan de bestuurder meedeelt;

1.4.“waarschuwingsfunctie voor de snelheidslimiet”: een functie die de bestuurder waarschuwt wanneer de snelheid op de snelheidsmeter de waargenomen snelheidslimiet overschrijdt;

1.5.“snelheidsbegrenzingsfunctie”: een functie die de snelheid op de snelheidsmeter probeert te begrenzen tot een stabiele snelheid die gelijk is aan of lager is dan de waargenomen snelheidslimiet;

1.6.“waargenomen snelheidslimiet”: de toepasselijke snelheidslimiet zoals verkregen door het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet;

1.7.“snelheid op de snelheidsmeter”: de rijsnelheid van het voertuig zoals weergegeven door de ingebouwde snelheidsmeter;

1.8.“toepasselijke snelheidslimiet”: de wettelijk toelaatbare maximumsnelheid op de desbetreffende weg, zoals van toepassing voor de voertuigcategorie die met het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning wordt uitgerust;

1.9.“catalogus van verkeersborden”: de lijst van nationale en regionale varianten van typen verkeersborden en typen variabele informatiepanelen op basis waarvan het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning de waargenomen snelheidslimiet verkrijgt;

1.10.“toepasselijk verkeersbord”: een bord in de catalogus van verkeersborden voor de goed te keuren voertuigcategorie dat van toepassing is op ten minste één rijstrook van de rijbaan van het voertuig, met inbegrip van zowel niet-elektronische, conventionele borden als variabele informatiepanelen, maar met uitzondering van aanduidingen van de snelheidslimiet op het wegdek;

1.11.“expliciet numeriek snelheidsbord”: een toepasselijk verkeersbord waarop een tijdelijke of permanente numerieke waarde af te lezen is;

1.12.“systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet”: de specifieke hardware die nodig is om de snelheidslimiet te verkrijgen door het waarnemen van verkeersborden en -signalen, op basis van infrastructuursignalen of elektronische kaartgegevens, dan wel beide;

1.13.“impliciet snelheidsbord”: een toepasselijk verkeersbord waarop geen numerieke waarde af te lezen is (impliciet niet-numeriek snelheidsbord) of waarop een doorgestreepte numerieke waarde af te lezen is (impliciet numeriek snelheidsbord);

1.14.“nationale snelheidslimiet”: de standaard wettelijk toelaatbare maximumsnelheid op het desbetreffende wegtype in een bepaalde lidstaat, tenzij anders aangegeven, zoals van toepassing voor de voertuigcategorie die met het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning is uitgerust.

2. Algemene technische voorschriften

2.1.Een systeem voor intelligente snelheidsondersteuning (intelligent speed assistance of ISA) bestaat uit een functie voor informatie over de snelheidslimiet (speed limit information function of SLIF) en hetzij een snelheidswaarschuwingsfunctie (speed limit warning function of SLWF), hetzij een snelheidsbegrenzingsfunctie (speed control function of SCF).

2.1.1.Het ISA-systeem van een voertuig moet voldoen aan:

a)

de in de punten 3.1, 3.2 en 3.3 vastgestelde voorschriften voor het ISA-systeem;

b)

de in punt 3.4 vastgestelde voorschriften voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet, en

c)

een van de volgende reeksen voorschriften:

i)

de in punt 3.5 vastgestelde voorschriften voor de snelheidswaarschuwingsfunctie, of

ii)

de in punt 3.6 vastgestelde voorschriften voor de snelheidsbegrenzingsfunctie.

2.1.2.Wanneer het motorvoertuig is uitgerust met een ISA-systeem waarvoor een typegoedkeuring als technische eenheid is verleend, moeten het voertuig en het systeem voldoen aan:

a)

de in de punten 3.1, 3.2 en 3.3 vastgestelde voorschriften voor het ISA-systeem;

b)

de in punt 3.4.1 en de punten 3.4.2.1.1 tot en met 3.4.2.1.4 vastgestelde voorschriften voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet, en

c)

een van de volgende reeksen voorschriften:

i)

de in punt 3.5 vastgestelde voorschriften voor de snelheidswaarschuwingsfunctie, of

ii)

de in punt 3.6 vastgestelde voorschriften voor de snelheidsbegrenzingsfunctie.

2.1.3.Voor de typegoedkeuring van een ISA-systeem als technische eenheid moet de technische eenheid voldoen aan de in punt 3.4.2 vastgestelde voorschriften voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet.

2.2.Met inachtneming van punt 2.3 wordt het ISA-systeem op zodanige wijze ontworpen dat de foutenkans in reële rijomstandigheden tot nul of tot een minimum wordt beperkt.

2.3.ISA-systemen moeten aan de voorschriften voldoen wanneer het voertuig wordt gebruikt op een openbare weg of straat op het grondgebied van de Europese Unie, zoals gedefinieerd ten tijde van de typegoedkeuring.

2.4.Privacy en gegevensbescherming

2.4.1.Het ISA-systeem moet aan de voorschriften voldoen in de normale bedrijfstoestand, zonder gebruik van biometrische informatie, waaronder gezichtsherkenning, van eventuele inzittenden van het voertuig.

2.4.2.Onverminderd artikel 4 van deze verordening mag het ISA-systeem niet continu gegevens opslaan of verzenden over specifieke incidenten waarbij de snelheidslimiet werd overschreden, behalve die gegevens die noodzakelijk zijn voor de vereiste ISA-functionaliteit of om te voldoen aan andere Uniehandelingen met betrekking tot de typegoedkeuring van voertuigen (bv. gegevensrecorder voor incidenten).

2.5.Wanneer het ISA-systeem is voorzien van mogelijkheden met betrekking tot locatiebepaling, moet het ten minste compatibel zijn met de door het Galileo- en het Egnos-systeem geleverde locatiebepalingsdiensten. Het ISA-systeem mag daarnaast eveneens compatibel zijn met andere satellietnavigatiesystemen.

3. Specifieke technische voorschriften

3.1.ISA-storingsmelding

3.1.1.Er wordt een continu brandend optisch signaal gegeven wanneer een storing in het ISA-systeem belet dat aan de prestatievoorschriften van deze verordening wordt voldaan.

3.1.1.1.Er mag geen noemenswaardige tijd verstrijken tussen de opeenvolgende zelfcontroles door het ISA. Voorts mag er geen tijd verstrijken tussen een zelfcontrole waarbij een elektrisch detecteerbare storing wordt vastgesteld en het moment waarop het waarschuwingssignaal wordt weergegeven.

3.1.1.2.Wanneer een niet-elektrische storingstoestand (bv. geblokkeerde sensor, met uitzondering van tijdelijke blokkering, bijvoorbeeld door de zon) wordt gedetecteerd, wordt een storingswaarschuwingssignaal zoals bedoeld in punt 3.1.1 geactiveerd.

3.1.1.3.De status van een storing waarbij het in punt 3.1.1 bedoelde waarschuwingssignaal moet worden geactiveerd, maar die niet wordt gedetecteerd in statische toestand, wordt bij detectie van een dergelijke storing bewaard en telkens opnieuw weergegeven nadat de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd, zolang de storing of het defect aanhoudt.

3.2.ISA-controle

3.2.1.De bestuurder kan het ISA-systeem handmatig uitschakelen, hetzij volledig (de SLIF en de SLWF, of de SLIF en de SCF), hetzij gedeeltelijk (de SLWF of de SCF).

De fabrikant mag de bestuurder de mogelijkheid bieden om de snelheidswaarschuwingsfunctie handmatig gedeeltelijk uit te schakelen om:

a)

een actieve visuele waarschuwingsfunctie te bieden, maar zonder akoestische of voelbare waarschuwing, of

b)

een afzonderlijke akoestische of voelbare waarschuwing van de snelheidswaarschuwingsfunctie te beëindigen (bv. een muteknop).

In voorkomend geval zijn de voorwaarden van de punten 3.2.1.1, 3.2.1.2 en 3.2.1.3 van toepassing.

3.2.1.1.Het ISA-systeem wordt automatisch opnieuw ingeschakeld in normale bedrijfstoestand telkens wanneer de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig wordt geactiveerd. Opdat het ISA-systeem automatisch opnieuw wordt ingeschakeld, moet de deur van de bestuurder mogelijk zijn geopend.

3.2.1.2.Met een continu brandend optische signaal wordt aan de bestuurder gemeld dat het ISA-systeem volledig is uitgeschakeld. Met een optisch signaal dat brandt gedurende ten minste tien seconden of tot het wordt uitgeschakeld, wordt aan de bestuurder gemeld dat het ISA-systeem gedeeltelijk is uitgeschakeld. Hiervoor mag het waarschuwingssignaal voor storingen van punt 3.1.1 worden gebruikt.

3.2.1.3.Na handmatige uitschakeling van het ISA-systeem moet de bestuurder het systeem opnieuw kunnen inschakelen met maximaal evenveel acties als nodig zijn om het uit te schakelen.

3.2.2.Automatische uitschakeling van het ISA-systeem is toegelaten in situaties waarin de snelheid van het voertuig wordt geregeld door geautomatiseerde systemen, d.w.z. de systemen die instaan voor object- en gebeurtenisdetectie en de dynamische rijdeeltaak (bv. geautomatiseerd systeem voor rijstrookassistentie (automated lane keeping system of ALKS)). Deze uitschakeling hoeft niet te worden gemeld aan de bestuurder.

3.2.3.De voertuigfabrikant mag voorzien in een functie om de snelheidsmeter van het voertuig automatisch of handmatig te kalibreren om het verschil tussen de snelheid op de snelheidsmeter en de werkelijke snelheid van het voertuig tot een minimum te beperken, bv. na het vervangen van de banden, voor zover wordt gewaarborgd dat steeds aan de voorschriften van VN-reglement nr. 39 is voldaan (1). Daarnaast mag de voertuigfabrikant een tolerantie van maximaal 3,0 % ten aanzien van de waargenomen snelheidslimieten hanteren om de informatie en waarschuwingen in te schakelen.

3.2.4.De snelheid op de snelheidsmeter wordt geacht gelijk te zijn aan de waargenomen snelheid indien de snelheidsaanduiding op de snelheidsmeter binnen 1,0 km/u boven de waargenomen snelheidslimiet ligt.

3.2.5.In geval de tolerantie van het meetmechanisme van de snelheidsmeter minimaal is, betekenen de bepalingen in de punten 3.2.3 en 3.2.4 dat de in punt 3.4.1.2 bedoelde informatie en de in punt 3.5.1 bedoelde waarschuwing mogen worden ingeschakeld bij een aangeduide snelheid op de snelheidsmeter en een werkelijke snelheid van het voertuig die enigszins hoger zijn dan de waargenomen snelheidslimiet.

3.3.Procedure voor de periodieke technische controle

3.3.1.Voor de periodieke technische controle moeten de volgende kenmerken van het ISA-systeem kunnen worden geverifieerd:

a)

de correcte bedrijfsstatus, door middel van een visuele waarneming van de status van het storingswaarschuwingssignaal na activering van de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig en een controle van de lamp. Wanneer het storingswaarschuwingssignaal wordt weergegeven in een gemeenschappelijke ruimte (het gedeelte waarop twee of meer informatiefuncties/-symbolen mogen worden weergegeven, maar niet tegelijkertijd), moet eerst worden gecontroleerd of de gemeenschappelijke ruimte vóór de controle van de status van het storingswaarschuwingssignaal functioneel is;

b)

de goede werking en de software-integriteit, door gebruik te maken van een elektronische voertuiginterface, zoals bedoeld in punt I.(14) van bijlage III bij Richtlijn 2014/45/EU (2), voor zover de technische kenmerken van het voertuig dat toelaten en de noodzakelijke gegevens voorhanden zijn. Fabrikanten zorgen ervoor dat de technische informatie voor het gebruik van de elektronische voertuiginterface beschikbaar is overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2019/621 (3).

3.3.2.Bij typegoedkeuring moet het middel ter bescherming tegen eenvoudige ongeoorloofde wijziging van de werking van het ISA-systeem en het door de fabrikant gekozen waarschuwingssignaal voor storingen op vertrouwelijke basis worden toegelicht en moet deze informatie aan de technische dienst worden verstrekt. Aan dit voorschrift inzake bescherming wordt ook voldaan als er is voorzien in een tweede manier om de correcte bedrijfsstatus van het ISA-systeem te controleren.

3.3.3.Als het ISA-systeem elektronische gegevens (bv. kaartgegevens) gebruikt die voor de prestaties van het systeem van belang zijn, moet de versie van de gegevens gemakkelijk te verifiëren zijn.

3.4.Technische voorschriften voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet

3.4.1.Display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet

3.4.1.1.Het display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet moet zich in het directe gezichtsveld van de bestuurder bevinden en moet duidelijk herkenbaar en leesbaar zijn, zowel overdag als “s nachts. Extra displays met soortgelijke informatie op andere plekken in het voertuig (bv. op het navigatiescherm, als geprojecteerde informatie enz.) zijn toegelaten en zijn niet onderworpen aan de voorschriften in dit punt.

3.4.1.2.Bij afwezigheid van omstandigheden die leiden tot deactivering van het systeem overeenkomstig de punten 3.2.1 en 3.2.2, toont het display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet de waargenomen snelheidslimiet aan de bestuurder ten minste wanneer de snelheid op de snelheidsmeter de waargenomen snelheidslimiet overschrijdt, voor snelheden van 5 km/u of minder.

3.4.1.2.1.De waargenomen snelheidslimiet wordt op een van de volgende manieren weergegeven:

a)

op de snelheidsmeter, op een zodanige manier dat zij duidelijk zichtbaar is en duidelijk te onderscheiden valt en de leesbaarheid van de snelheidsmeter niet vermindert (bv. optische markering);

b)

als een numerieke waarde, met behulp van een pictogram dat op een in het Verdrag inzake verkeerstekens van 8 november 1968 opgenomen snelheidsbordmodel lijkt, of

c)

tekst bestaande uit de waarde en de meeteenheid.

Het weergeven van aanvullende informatie van onderborden is in alle gevallen toegelaten.

3.4.1.3.Wanneer het ISA-systeem als gevolg van één of meer van de in de punten 5.3.1, 5.3.2 en 5.3.3 genoemde omstandigheden niet over een waargenomen snelheidslimiet beschikt, krijgt de bestuurder van de functie voor informatie over de snelheidslimiet een specifieke visuele waarschuwing die deze specifieke situatie duidelijk maakt, al dan niet vergezeld van een veronderstelde snelheidslimiet. Hiervoor mag het waarschuwingssignaal voor storingen van punt 3.1.1 niet worden gebruikt. Als via de functie voor informatie over de snelheidslimiet een veronderstelde snelheidslimiet wordt weergegeven, moet naast de numerieke waarde een duidelijk zichtbaar vraagteken “?” worden weergegeven.

3.4.1.4.Wanneer de waargenomen snelheidslimiet op het display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet wordt weergegeven, zelfs indien de snelheid op de snelheidsmeter hoger is dan de waargenomen snelheidslimiet (bv. altijd ingeschakeld of op verzoek bij een ingeschakeld ISA), geeft het systeem ook een subtiele, niet-storende akoestische melding telkens wanneer de waargenomen snelheidslimiet verandert. Deze functie mag door de gebruiker in te stellen zijn (bv. geluid, volume, permanent uitgeschakeld).

3.4.1.5.Wanneer het ISA-systeem wordt uitgeschakeld, mag de waargenomen snelheidslimiet worden weergegeven. In dat geval zijn geen akoestische meldingen zoals bedoeld in punt 3.4.1.4 nodig.

3.4.2.Bepalen van de snelheidslimiet

3.4.2.1.Instellen van het land van gebruik

3.4.2.1.1.Indien het nodig is om te weten in welk land het voertuig wordt gebruikt om de juiste snelheidslimiet te kunnen bepalen, moet het ISA-systeem voldoen aan een van de volgende voorwaarden:

a)

het systeem kan de landcode automatisch detecteren en deze instellen met of zonder bevestiging door de gebruiker, of

b)

het systeem laat de bestuurder toe de landcode handmatig te selecteren.

Indien het nodig is om te weten in welke regio het voertuig wordt gebruikt om de juiste snelheidslimiet te kunnen bepalen, mag het systeem de meest gebruikelijke toepasselijke snelheidslimiet in de verschillende regio’s van dat land hanteren, naar de keuze van de fabrikant.

3.4.2.1.2.Het ISA-systeem onthoudt het handmatig ingestelde of door de gebruiker bevestigde land van gebruik, zelfs nadat de hoofdbesturingsschakelaar van het voertuig opnieuw is geactiveerd.

3.4.2.1.3.De procedure om het land van gebruik handmatig in te stellen, is intuïtief en verloopt via een niet-complexe interface. Het moet met name eenvoudig zijn om te schakelen tussen de huidige keuze en eerdere keuzen van het land van gebruik.

3.4.2.1.4.Indien het land van gebruik handmatig moet worden ingesteld of door de gebruiker moet worden bevestigd, moet in de gebruiksinstructies van het motorvoertuig (bv. de gebruikershandleiding of het instructieboekje van het voertuig) duidelijk vermeld staan dat deze procedure noodzakelijk is voor de goede werking van het ISA-systeem.

3.4.2.1.5.In motorvoertuigen die bestemd zijn voor plaatselijk of regionaal gebruik (bv. bussen van klassen I en A) mogen de operationele mogelijkheden van het ISA-systeem beperkt zijn wat de kennis van het land of de regio van gebruik betreft. In de gebruiksinstructies van het motorvoertuig moeten de beperkingen van het ISA-systeem duidelijk vermeld staan en moet informatie worden gegeven over hoe andere land- of regioparameters van de fabrikant kunnen worden verkregen indien de plek waar het motorvoertuig wordt gebruikt, verandert. Totdat er een aparte vermelding op het conformiteitscertificaat wordt ingevoerd, moet de tekst “De ISA-functionaliteit is beperkt tot het land of de regio van gebruik” worden toegevoegd onder “opmerkingen” in het conformiteitscertificaat, zodat deze informatie kan worden opgenomen in de registratiedocumenten aan boord van het voertuig.

3.4.2.2.Bepaling van de waargenomen snelheidslimiet door het waarnemen van expliciete snelheidsborden

3.4.2.2.1.Bij afwezigheid van omstandigheden die leiden tot deactivering van het systeem overeenkomstig de punten 3.2.1 en 3.2.2, moet de functie voor informatie over de snelheidslimiet aan de hand van directe visuele waarneming van verkeersborden of andere doeltreffende methoden in staat zijn alle expliciete numerieke snelheidsborden te herkennen waarvoor de goed te keuren voertuigcategorie de bijbehorende toepasselijke snelheidslimiet overeenkomstig de op het bord weergegeven numerieke waarde moet volgen, en ten laatste 2,0 seconden nadat het door de fabrikant opgegeven referentiepunt op het motorvoertuig (ook te bepalen voor technische eenheden) het verkeersbord is gepasseerd de toepasselijke snelheidslimiet te bepalen. Aan dit voorschrift moet ten minste worden voldaan wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

de borden voldoen aan de in punt 3.4.2.2.2 vastgestelde voorwaarden, en

b)

de borden worden tegengekomen in de in punt 3.4.2.2.3 bedoelde bedrijfs- en omgevingsomstandigheden.

Overeenstemming met de eerste alinea moet worden aangetoond overeenkomstig de in punt 4.1 gespecificeerde relevante testprocedures en documentatie.

Voor voertuigrijsnelheden van minder dan 20 km/u mag de toepasselijke snelheidslimiet ten laatste 10 m achter het in de eerste alinea bedoelde door de fabrikant opgegeven referentiepunt worden bepaald.

3.4.2.2.2.Omstandigheden met betrekking tot het verkeersbord bij de beoordeling:

a)

ontwerp en grootte overeenkomstig de toepasselijke normen in de desbetreffende lidstaat;

b)

geplaatst overeenkomstig de toepasselijke normen in de desbetreffende lidstaat;

c)

vertoont geen significante schade (bv. vervaging, beperkte retroflectie, vervorming, barsten, vandalisme) die de visuele eigenschappen ervan kennelijk beïnvloedt, en

d)

is niet geheel of gedeeltelijk bedekt (bv. bladeren, sneeuw of vuil die het bord moeilijk zichtbaar maken of bewuste afdekking tijdens wegwerkzaamheden).

3.4.2.2.3.Bedrijfs- en omgevingsomstandigheden bij de beoordeling:

a)

het volledige operationele snelheidsbereik van het voertuig;

b)

met een onbelemmerd zicht op het verkeersbord gedurende een ononderbroken periode van ten minste 1,0 seconde;

c)

in alle verlichtingsomstandigheden, zonder direct verblindend zonlicht en met dimlichtverlichting indien gepast, overdag of “s nachts, en

d)

zonder weersomstandigheden die de zichtbaarheid van verkeersborden beïnvloeden (bv. mist, hevige regen, sneeuw).

3.4.2.3.Bepaling van de waargenomen snelheidslimiet door het waarnemen van verkeersborden

3.4.2.3.1.Bij afwezigheid van omstandigheden die leiden tot deactivering van het systeem overeenkomstig de punten 3.2.1 en 3.2.2, moet de functie voor informatie over de snelheidslimiet door het waarnemen van verkeersborden en -signalen en met behulp van relevante ISA-systeeminputs (bv. camera, elektronische kaartgegevens) in staat zijn de op de weg geldende snelheidslimieten te bepalen overeenkomstig alle toepasselijke in de catalogus van verkeersborden in bijlage II opgenomen verkeersborden voor de goed te keuren voertuigcategorie, ten laatste 2,0 seconden nadat het in punt 3.4.2.2.1 bedoelde referentiepunt het verkeersbord is gepasseerd. Aan dit voorschrift moet ten minste worden voldaan wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

de borden voldoen aan de in punt 3.4.2.2.2 vastgestelde voorwaarden, en

b)

de borden worden tegengekomen in de in punt 3.4.2.2.3 bedoelde bedrijfs- en omgevingsomstandigheden.

Overeenstemming met de eerste alinea moet worden aangetoond overeenkomstig de in punt 4.2 gespecificeerde testprocedures.

Voor voertuigrijsnelheden van minder dan 20 km/u mag de toepasselijke snelheidslimiet uiterlijk 10 m achter het in punt 3.4.2.2.1 bedoelde referentiepunt worden bepaald.

3.4.2.3.2.De functie voor informatie over de snelheidslimiet hoeft geen rekening te houden met bijzondere variabele omstandigheden die van invloed zijn op de nationale snelheidslimiet (d.w.z. omstandigheden die aanvullende informatie vereisen naast het huidige land van gebruik en het huidige wegtype, bv. de toestand van een eventuele aanhanger, de geldende omgevingsomstandigheden, het tijdstip van de dag, de tijd van het jaar, de leeftijd of ervaring van de bestuurder, staande passagiers, gevaarlijke goederen, overmaatse lading). Indien er mogelijk bijzondere variabele omstandigheden gelden en het systeem daar geen rekening mee kan houden, wordt bij het bepalen van de snelheidslimiet standaard uitgegaan van de veronderstelde meest gebruikelijke omstandigheid bij de typische normale werking.

3.4.2.4.In de gebruiksinstructies van het motorvoertuig moet duidelijk worden uitgelegd dat eventuele indicaties en waarschuwingen van het ISA-systeem geen afbreuk doen aan de werkelijke snelheidslimiet die in een bepaalde situatie van toepassing is en dat de bestuurder eindverantwoordelijk voor de naleving van die limiet blijft.

3.4.2.5.Betrouwbaarheid van de snelheidslimietbepaling in reële rijomstandigheden

3.4.2.5.1.Indien er zich geen omstandigheden voordoen die tot de uitschakeling van het systeem leiden in overeenstemming met de punten 3.2.1 en 3.2.2, moet de functie voor informatie over de snelheidslimiet, door het waarnemen van verkeersborden en -signalen met behulp van alle relevante inputs van het systeem, zoals de camera en elektronische kaartgegevens, wanneer die daartoe aan boord worden aangeboden, op betrouwbare wijze de toepasselijkheid van de nationale snelheidslimiet en de snelheidslimieten voor alle in de catalogus van verkeersborden in bijlage II opgenomen toepasselijke verkeersborden voor de goed te keuren voertuigcategorie kunnen bepalen. Aan dit voorschrift moet ten minste worden voldaan wanneer de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

de borden voldoen aan de in punt 3.4.2.2.2 vastgestelde voorwaarden, en

b)

de borden worden tegengekomen in de in punt 3.4.2.2.3 vermelde bedrijfs- en omgevingsomstandigheden.

3.4.2.5.2.Aan het voorschrift inzake het op betrouwbare wijze bepalen van de toepasselijke snelheidslimiet is voldaan indien in reële rijomstandigheden aan het op afstand gebaseerde prestatievoorschrift is voldaan.

Werkelijke positieve afstand (“TP_D”): de correcte snelheidslimiet moet worden bepaald voor ten minste 90 % van de totale afstand en voor ten minste 80 % van de afgelegde afstand op elk van de drie wegtypen (stedelijke wegen en straten, niet-stedelijke wegen en autosnelwegen/autowegen/wegen met gescheiden rijbanen), en dat ten minste voor de in punt 3.4.2.5.1 bedoelde toepasselijke snelheidslimieten en wanneer er geen bijzondere variabele omstandigheden gelden zoals bedoeld in punt 3.4.2.3.2.

De overeenstemming wordt aangetoond overeenkomstig de in punt 4.3 gespecificeerde test in reële rijomstandigheden.

3.4.2.5.3.Voordat de technische dienst de test in reële rijomstandigheden uitvoert, moeten de typegoedkeuringsinstantie en de fabrikant van het voertuig of de technische eenheid het eens worden over een traject. Het traject moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

het bevindt zich op openbare wegen binnen het grondgebied van de Europese Unie, met uitzondering van de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), en

b)

het wordt gekozen met de bedoeling een test op te zetten die al dan niet met succes wordt doorstaan op basis van de technische prestaties van het ISA-systeem en niet op basis van de keuze voor een extreem traject.

3.4.2.5.4.Om de systeemprestaties op Unieniveau aan te tonen, moet de fabrikant van het voertuig of de technische eenheid technische documenten verstrekken met de volgende informatie:

a)

informatie over het basisontwerp van het ISA-systeem en een beschrijving van het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet, met inbegrip van de gebruikte sensoren en, in voorkomend geval, de gebruikte bronnen voor elektronische kaartgegevens, en

b)

een beschrijving van de zorgvuldigheidswerkzaamheden die zijn verricht om aan te tonen dat aan de voorschriften van punt 3.4.2.5.1 is voldaan voor gebruik in alle lidstaten, met uitzondering van de ultraperifere gebieden overeenkomstig artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

De fabrikant verricht de volgende zorgvuldigheidswerkzaamheden:

a)

het identificeren van moeilijke situaties in lidstaten voor de desbetreffende voertuigcategorie en toepasselijke snelheidslimieten, en het verrichten van de relevante analyses om aan te tonen hoe aan de voorschriften wordt voldaan, en

b)

voor een systeem dat gebruikmaakt van elektronische kaartgegevens, het beoordelen van het aanvaardbaarheidsniveau van de integriteit en betrouwbaarheid van de elektronische kaartgegevens in de gehele Unie, teneinde te waarborgen dat aan de voorschriften wordt voldaan.

De technische dienst beoordeelt de verstrekte technische documenten om te beoordelen of er redelijke en passende stappen zijn ondernomen om te waarborgen dat aan de voorschriften in punt 3.4.2.5.1 is voldaan met het oog op de correcte werking van het ISA-systeem in alle lidstaten.

3.4.2.5.5.Levenscyclusprestaties

3.4.2.5.5.1.De voertuigfabrikant zorgt ervoor dat de betrouwbaarheid van de snelheidslimietbepaling zoals vereist bij punt 3.4.2.5.2 wordt gehandhaafd gedurende ten minste 14 jaar na de fabricagedatum van het voertuig. Dat geldt eveneens wanneer een technische eenheid wordt geïnstalleerd door de voertuigfabrikant.

3.4.2.5.5.2.Indien elektronische gegevens worden gebruikt om de vereiste prestaties te bereiken, moeten de versiegegevens eenvoudig kunnen worden geverifieerd. De voertuigfabrikant biedt voertuigbezitters regelmatig gegevensupdates aan, met inbegrip van eventuele wijzigingen die noodzakelijk zijn nadat de catalogus van verkeersborden in bijlage II is bijgewerkt. Die gegevensupdates worden, indien het kaartgegevens betreft, ten minste één keer per jaar kosteloos aan de voertuigbezitters aangeboden (behalve eventuele kosten voor bijvoorbeeld gemeenschappelijke opslagmedia, het gebruik van een persoonlijke computer, het besturingssysteem, de kosten voor particulier of mobiel internet, de kosten van de verplaatsing naar de erkende handelaar, hersteller, distributeur of onafhankelijke hersteller) tot zeven jaar na de fabricagedatum van het voertuig. Voor latere updates mag een redelijke vergoeding worden gevraagd. In de gebruikersinstructies van het motorvoertuig wordt duidelijk vermeld dat periodieke updates noodzakelijk zijn om de prestaties te handhaven en wordt uitgelegd welke procedures kunnen worden gevolgd om de updates te verkrijgen en, in voorkomend geval, uit te voeren. Updates mogen automatisch worden aangeboden, bijvoorbeeld draadloos.

3.5.Technische voorschriften voor de snelheidswaarschuwingsfunctie

3.5.1.Bij afwezigheid van omstandigheden die leiden tot de deactivering van het ISA-systeem overeenkomstig de punten 3.2.1 en 3.2.2 geeft de snelheidswaarschuwingsfunctie een waarschuwing af zoals gespecificeerd in punt 3.5.2 wanneer de waargenomen snelheidslimiet bekend is en de snelheidsmeter een hogere snelheid aangeeft, voor snelheden van 20 km/u of minder.

3.5.2.De waarschuwing heeft een van de volgende vormen:

a)

een visuele waarschuwing en een trapsgewijze akoestische waarschuwing;

b)

een visuele waarschuwing en een trapsgewijze haptische waarschuwing, of

c)

alleen een haptische waarschuwing.

Op momenten waarop de rijsnelheid van het voertuig, dat niet met een snelheidsbegrenzingsfunctie is uitgerust en ook niet zulke eigenschappen heeft, actief wordt geregeld door een voertuigsysteem en van de bestuurder niet wordt verwacht dat hij/zij het gaspedaal indrukt (bv. cruise control), is gebruik van een haptische waarschuwing niet toegestaan. In dit geval zal het systeem proberen de rijsnelheid automatisch te verlagen tot of tot onder de waargenomen snelheidslimiet, bv. door het motorvermogen te ontkoppelen of te verlagen, of zal er een visuele waarschuwing en een trapsgewijze akoestische waarschuwing worden gegeven.

3.5.2.1.Visuele waarschuwing en trapsgewijze akoestische waarschuwing en visuele waarschuwing of trapsgewijze haptische waarschuwing

3.5.2.1.1.De visuele waarschuwing moet waarneembaar en eenvoudig herkenbaar zijn voor de bestuurder en bestaan uit het oplichten van het display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet of van een aanvullend optisch signaal naast het display voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet. De waarschuwing moet worden afgegeven binnen 1,5 seconde nadat de snelheid op de snelheidsmeter de waargenomen snelheidslimiet overschrijdt en moet tot ten minste 5,0 seconden na het aflopen van de trapsgewijze akoestische of trapsgewijze haptische waarschuwing duren, of totdat de snelheid op de snelheidsmeter lager is dan of gelijk is aan de waargenomen snelheidslimiet wanneer dit op een eerder moment het geval is.

3.5.2.1.2.De trapsgewijze akoestische waarschuwing moet waarneembaar en eenvoudig herkenbaar zijn voor de bestuurder, moet uniek zijn en moet bestaan uit een continu of intermitterend geluidssignaal of uit vocale informatie. Wanneer gebruik wordt gemaakt van vocale informatie, zorgt de fabrikant van het voertuig ervoor dat de bestuurder die eenvoudig kan instellen in elke door hem gewenste officiële taal van de EU. De akoestische waarschuwing kan worden gevarieerd om aan te geven in welke mate of hoelang de snelheidslimiet is overschreden.

3.5.2.1.3.De trapsgewijze haptische waarschuwing moet waarneembaar zijn voor de bestuurder en moet rechtstreeks of indirect worden afgegeven via het gaspedaal wanneer de bestuurder daar kracht op blijft uitoefenen en een rijsnelheid aanhoudt die hoger is dan de waargenomen snelheidslimiet. Dat kan op een van de volgende manieren:

a)

door de weerstandskracht van het gaspedaal te verhogen, of

b)

door het gaspedaal te laten trillen.

3.5.2.1.4.De trapsgewijze akoestische waarschuwing en de trapsgewijze haptische waarschuwing moeten worden afgegeven wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan, bij constante voertuigsnelheden.

a)

Snelheid op de snelheidsmeter ≥ 130 % van de waargenomen snelheidslimiet gedurende 3,0 seconden en langer;

b)

Snelheid op de snelheidsmeter ≥ 120 % van de waargenomen snelheidslimiet gedurende 4,0 seconden en langer;

c)

Snelheid op de snelheidsmeter ≥ 110 % van de waargenomen snelheidslimiet gedurende 5,0 seconden en langer;

d)

Snelheid op de snelheidsmeter ≥ 100 % van de waargenomen snelheidslimiet gedurende 6,0 seconden en langer.

Het systeem kan zodanig worden ontworpen dat een lineair geïnterpoleerde tijd wordt gebruikt tussen de respectieve snelheids- en de tijdwaarden voor de punten a) en d).

3.5.2.1.4.1.Wanneer het voertuig versnelt, moet de fabrikant de passende tijd selecteren voor de in punt 3.5.2.1.4, b), c) of d), bedoelde voorwaarden of 3,0 seconden, evenals de tijd tussen deze twee waarden.

3.5.2.1.4.2.Wanneer het voertuig snelheid mindert en aan geen enkele van de in punt 3.5.3 bedoelde voorwaarden is voldaan, moet de fabrikant de passende tijd selecteren voor de in punt 3.5.2.1.4, a), b) of c), bedoelde condities of 6,0 seconden, evenals de tijd tussen deze twee waarden.

3.5.2.1.5.De trapsgewijze akoestische waarschuwing wordt gegeven totdat de snelheid op de snelheidsmeter lager is dan of gelijk is aan de waargenomen snelheidslimiet of gedurende ten minste 3,0 seconden na de initiële activering van de trapsgewijze akoestische waarschuwing. Om eventuele irritatie bij de bestuurder tot een minimum te beperken, mag de trapsgewijze akoestische waarschuwing echter in geen geval langer dan 5,0 seconden duren, ook niet in geval van opeenvolgende veranderingen van de snelheidslimiet.

3.5.2.1.6.De trapsgewijze haptische waarschuwing moet worden afgegeven tot de snelheid op de snelheidsmeter lager is dan of gelijk is aan de waargenomen snelheidslimiet of gedurende ten minste 10 seconden na de initiële activering van de trapsgewijze haptische waarschuwing. Om eventuele irritatie bij de bestuurder tot een minimum te beperken, mag de haptische waarschuwing echter in geen geval langer dan 12 seconden duren, ook niet in geval van opeenvolgende veranderingen van de snelheidslimiet.

3.5.2.1.7.De trapsgewijze akoestische waarschuwing of de trapsgewijze haptische waarschuwing moet onmiddellijk na de waarneming ervan kunnen worden beëindigd door een bewuste handeling van de bestuurder (bv. het indrukken van een knop) indien de fabrikant ervoor kiest om die functionaliteit toe te passen.

3.5.2.1.8.Wanneer het voertuig snelheid mindert doordat een of meer van de volgende gebeurtenissen plaatsvinden, moet de trapsgewijze akoestische waarschuwing of de trapsgewijze haptische waarschuwing ofwel niet worden afgegeven, ofwel onmiddellijk worden beëindigd:

a)

volledig loslaten van het gaspedaal, behalve wanneer de rijsnelheid van het voertuig actief wordt geregeld door een voertuigsysteem en behalve in het geval van een korte mindering van snelheid door schakelen;

b)

handmatig uitschakelen van het voertuigsysteem dat de rijsnelheid regelt;

c)

activering van het bedrijfsremsysteem, of

d)

activering van een continuremsysteem.

3.5.2.2.Alleen een haptische waarschuwing

3.5.2.2.1.De trapsgewijze haptische waarschuwing moet waarneembaar zijn voor de bestuurder en moet rechtstreeks of indirect worden afgegeven via het gaspedaal wanneer de bestuurder daar kracht op blijft uitoefenen en een rijsnelheid aanhoudt die hoger is dan de waargenomen snelheidslimiet. Dit moet worden bereikt door een verhoging van de weerstandskracht van het gaspedaal;

3.5.2.2.2.De haptische waarschuwing alleen moet worden verstrekt binnen 1,5 seconde vanaf het moment waarop de snelheid op de snelheidsmeter hoger wordt dan de waargenomen snelheidslimiet en tot de snelheid op de snelheidsmeter lager is dan of gelijk is aan de waargenomen snelheidslimiet of gedurende ten minste 15 seconden na de initiële activering ervan. Om eventuele irritatie bij de bestuurder tot een minimum te beperken, mag de haptische waarschuwing echter in geen geval langer dan 20 seconden duren, ook niet in geval van opeenvolgende veranderingen van de snelheidslimiet.

3.5.2.2.3.De haptische waarschuwing alleen moet onmiddellijk na de waarneming ervan kunnen worden beëindigd door een bewuste handeling van de bestuurder (bv. het indrukken van een knop) indien de fabrikant ervoor kiest om die functionaliteit toe te passen.

3.5.3.Nadat een waarschuwing is beëindigd, wordt de snelheidswaarschuwingsfunctie voorbereid op het afgeven van een nieuwe waarschuwing overeenkomstig punt 3.5.1 nadat een of meer van de volgende voorwaarden is vervuld:

a)

de snelheid op de snelheidsmeter is gedaald tot onder de waargenomen snelheidslimiet;

b)

het gaspedaal wordt (opnieuw) ingedrukt nadat de voorwaarde van punt 3.5.2.1.8, a), tot het beëindigen van de waarschuwing had geleid;

c)

het voertuigsysteem dat de rijsnelheid regelt wordt (opnieuw) ingeschakeld nadat de voorwaarde van punt 3.5.2.1.8, b), tot het beëindigen van de waarschuwing had geleid, of

d)

de waargenomen snelheidslimiet is verlaagd.

3.5.4.Een haptisch waarschuwingssysteem mag niet worden gecombineerd met een akoestische waarschuwingsfunctie, ook niet op vrijwillige basis, tenzij ook aan alle voorwaarden voor een trapsgewijze akoestische waarschuwing is voldaan.

3.5.5.Het voertuig kan worden uitgerust met een middel om de snelheidswaarschuwingsfunctie te onderbreken om kritiekere waarschuwingen (bv. voorwaartse botswaarschuwing, rijhulp om het voertuig binnen de rijstrook te houden). De fabrikant moet aantonen dat alle toepasselijke waarschuwingen op de juiste wijze worden afgegeven aan de bestuurder.

3.5.6.De snelheidswaarschuwingsfunctie van voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 die zijn uitgerust met een snelheidbegrenzer en een tachograaf, in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 165/2014 (4), wordt onderbroken vanaf 9 km/u onder de ingestelde snelheidsbegrenzing en bij hogere rijsnelheden wanneer de waargenomen snelheidslimiet niet wordt aangegeven door een expliciet snelheidsbord, of door elektronische kaartgegevens op basis van de aanwezigheid van een expliciet snelheidsbord, dat passend is voor het voertuigtype in kwestie. De snelheidswaarschuwingsfunctie moet normaal functioneren binnen dat bereik in geval van de aanwezigheid van een expliciet snelheidsbord dat passend is voor het voertuigtype in kwestie. De snelheidswaarschuwingsfunctie moet ook normaal functioneren binnen dat bereik wanneer de verwachte systeemfeedback in de catalogus van verkeersborden in bijlage II aangeeft dat moet worden teruggekeerd naar de voordien toepasselijke impliciete snelheidslimiet en wanneer deze lager is dan de eerdere impliciete snelheidslimiet (bv. einde autosnelweg). De snelheidswaarschuwingsfunctie moet normaal functioneren bij snelheden van 10 km/u onder de ingestelde snelheidsbegrenzing en bij lagere rijsnelheden van het voertuig.

3.5.7.De snelheidswaarschuwingsfunctie moet worden aangetoond volgens de toepasselijke testprocedure zoals beschreven in punt 4.4.

3.6.Technische voorschriften voor de snelheidsbegrenzingsfunctie

3.6.1.Bij afwezigheid van de omstandigheden die leiden tot handmatige of automatische deactivering van het ISA-systeem zoals bedoeld in de punten 3.2.1 en 3.2.2, moet de snelheidsbegrenzingsfunctie proberen de snelheid op de snelheidsmeter te beperken tot de waargenomen snelheidslimiet, voor snelheden van 20 km/u of minder.

3.6.1.1.De snelheidsbegrenzingsfunctie moet proberen de snelheid op de snelheidsmeter te beperken tot een gestabiliseerde snelheid door de aandrijfkracht van het voertuig en de koppel van de aandrijflijn te verlagen. De snelheidsbegrenzingsfunctie mag het bedrijfsremsysteem van het voertuig niet in werking stellen, behalve in voertuigen van de categorieën M1 en N1, waarin het bedrijfsremsysteem van het voertuig in werking kan worden gesteld. Een continurem (bv. een retarder) mag alleen in het systeem worden opgenomen als deze in werking treedt nadat de snelheidsbegrenzingsfunctie de aandrijfkracht tot het minimum heeft beperkt. De vertragingsfactor mag niet meer dan 3,0 m/s-2 bedragen.

3.6.1.2.De interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie moet ten laatste 1,5 seconde vanaf het moment waarop de snelheid van de snelheidsmeter de waargenomen snelheidslimiet overschrijdt, aanvangen.

3.6.1.3.Wanneer de toestand van stabiele snelheid is bereikt, mag de snelheid op de snelheidsmeter niet meer dan 4 % of 2 km/u afwijken van de gestabiliseerde snelheid (waarbij de hoogste waarde van toepassing is), en mag de snelheidsverandering op de snelheidsmeter niet meer dan 0,2 m/s2 bedragen, gemeten over een periode van ten minste 0,1 seconde. De gestabiliseerde snelheid moet binnen het volgende bereik liggen: (waargenomen snelheidslimiet minus 5 km/u) ≤ gestabiliseerde snelheid ≤ waargenomen snelheidslimiet.

Om eventuele irritatie bij de bestuurder tot een minimum te beperken, moet de fabrikant ernaar streven om zo dicht mogelijk bij de waargenomen snelheidslimiet te blijven.

3.6.1.4.De bestuurder moet de interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie kunnen uitschakelen door een positieve handeling te verrichten, bijvoorbeeld door het gaspedaal harder en dieper in te drukken. Het is echter niet toegestaan dat dit alleen kan worden bereikt door plankgas te geven (d.w.z. het volledig indrukken van het gaspedaal). Wanneer de bestuurder de snelheidsbegrenzingsfunctie heeft uitgeschakeld, wordt die functie tijdelijk buiten werking gesteld en weer in werking gesteld na een van de volgende gebeurtenissen:

a)

de snelheid van de snelheidsmeter wordt gelijk aan of lager dan de waargenomen snelheidslimiet;

b)

volledig loslaten van het gaspedaal gedurende meer dan 6,0 seconden;

c)

activering van een continuremsysteem, of

d)

de waargenomen snelheidslimiet is verlaagd.

Bij het opnieuw in werking stellen van de snelheidsbegrenzingsfunctie na de in punten b) en c) van de eerste alinea bedoelde gebeurtenissen, mag het voertuig niet abrupt vertragen, maar moet dat gebeuren met een factor die gelijk is aan de vertragingsfactor van het voertuig vlak voor het opnieuw in werking stellen.

3.6.1.5.Het is toegestaan dat de bestuurder op vrijwillige basis een positieve handeling instelt die restrictiever is (bv. plankgas om te kunnen uitschakelen).

3.6.1.6.Het is toegestaan dat de bestuurder een handmatige snelheidsbegrenzingsfunctie instelt, mits die niet tegelijkertijd automatisch het ISA-systeem uitschakelt.

3.6.1.7.De snelheidsbegrenzingsfunctie moet de normale bediening van het gaspedaal bij schakelen toestaan.

3.6.2.Op momenten waarop de rijsnelheid van het voertuig, dat niet met een snelheidsbegrenzingsfunctie is uitgerust en ook niet zulke eigenschappen heeft, actief wordt geregeld door een voertuigsysteem waarbij niet van de bestuurder wordt verwacht dat hij het gaspedaal aanraakt (bv. cruise control), en bij afwezigheid van omstandigheden die leiden tot de deactivering van het ISA-systeem overeenkomstig de punten 3.2.1 en 3.2.2, blijven de vereisten van punt 3.6.1 van toepassing, tenzij in plaats daarvan een snelheidswaarschuwingsfunctie bestaande uit een visuele waarschuwing en een trapsgewijze akoestische waarschuwing wordt geactiveerd.

3.6.3.De snelheidsbegrenzingsfunctie van voertuigen van de categorieën M2, M3, N2 en N3 die zijn uitgerust met een snelheidbegrenzer en een tachograaf wordt onderbroken vanaf 9 km/u onder de ingestelde snelheidsbegrenzing en bij hogere rijsnelheden wanneer de waargenomen snelheidslimiet niet wordt aangegeven door een expliciet snelheidsbord, of door elektronische kaartgegevens op basis van de aanwezigheid van een expliciet snelheidsbord, dat passend is voor het voertuigtype in kwestie. De snelheidsbegrenzingsfunctie moet normaal functioneren binnen dat bereik bij de aanwezigheid van een expliciet snelheidsbord dat passend is voor het voertuigtype in kwestie. De snelheidsbegrenzingsfunctie moet ook normaal functioneren binnen dat bereik wanneer de verwachte systeemfeedback in de catalogus van verkeersborden in bijlage II aangeeft dat moet worden teruggekeerd naar de voordien toepasselijke impliciete snelheidslimiet en wanneer deze lager is dan de eerdere impliciete snelheidslimiet (bv. einde autosnelweg). De snelheidsbegrenzingsfunctie moet normaal functioneren bij snelheden van 10 km/u onder de ingestelde snelheidsbegrenzing en bij lagere rijsnelheden van het voertuig.

3.6.4.De interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie moet worden aangetoond volgens de toepasselijke testprocedure zoals beschreven in punt 4.5.

3.6.5.Een ISA-systeem bestaande uit een functie voor informatie over de snelheidslimiet en een snelheidswaarschuwingsfunctie mag ook kenmerken van een snelheidsbegrenzingsfunctie hebben, zolang de in punt 3.6.1.4 vastgestelde vereisten inzake uitschakeling en positieve actie worden nageleefd.

3.6.6.Wanneer de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gecombineerd met een akoestische waarschuwingsfunctie, moet aan alle in deze verordening opgenomen voorschriften met betrekking tot een trapsgewijze akoestische waarschuwing worden voldaan.

4. Testprocedures

4.1.Testprocedure voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet: bepalen van de waargenomen snelheidslimiet door middel van waarneming van expliciete snelheidsborden.

4.1.1.Omstandigheden van het testvoertuig:

4.1.1.1.Testmassa:

de massa van het voertuig is de massa in rijklare toestand.

4.1.1.2.Banden:

de banden zijn ingebed en de bandendruk wordt ingesteld volgens de specificaties van de voertuigfabrikant.

4.1.1.3.Conditionering vóór de test:

indien de voertuigfabrikant daarom verzoekt, mag met het testvoertuig maximaal 100 km worden gereden op een mix van landelijke en stedelijke wegen met ander verkeer en wegmeubilair om het sensorsysteem te kalibreren, en het land of de regio kan (handmatig of automatisch) worden ingesteld op het land of de regio waar de test wordt uitgevoerd.

4.1.2.Verkeersborden:

het doel van deze tests is om na te gaan of bijvoorbeeld tijdelijke verkeersborden bij wegwerkzaamheden naar behoren worden herkend door het ISA-systeem. Dit kan worden bereikt door het gebruik van een waarnemingssensor, maar ook op basis van realtime-informatie die wordt gedeeld met andere voertuigen.

De verkeersborden die worden gebruikt voor de tests moeten expliciete snelheidsborden zijn, waarbij de van toepassing zijnde snelheidslimiet voor de goed te keuren voertuigcategorie overeenkomt met de numerieke waarde op het bord. Deze borden moeten voldoen aan alle in punt 3.4.2.2.2 gespecificeerde voorwaarden. De borden moeten zodanig worden opgesteld dat wordt voorkomen dat er meerdere borden tegelijk in het gezichtsveld van het systeem verschijnen.

De technische dienst moet ten minste drie verschillende expliciete snelheidsborden selecteren voor de test, waaronder niet-elektronische verkeersborden en variabele matrixborden zoals gebruikt in de lidstaat waar de test plaatsvindt. In het testrapport moet vermeld worden welke borden zijn gebruikt voor de test. Bij het testen van de bepaling van de waargenomen snelheidslimiet door middel van directe of indirecte visuele waarneming, mag aan het begin van de test de positie van de voor het testen gebruikte borden niet zijn opgenomen in de elektronische kaartgegevens van het voertuig. De fabrikant moet gedocumenteerd aantonen dat alle andere expliciete snelheidsborden zoals opgenomen in de catalogus van verkeersborden in bijlage II voor het goed te keuren voertuig worden nageleefd, waarbij de van toepassing zijnde snelheidslimiet voor de goed te keuren voertuigcategorie overeenkomt met de numerieke waarde op het bord. De documentatie moet worden opgenomen in het testverslagdossier.

4.1.3.Testomstandigheden:

de test moet als volgt worden uitgevoerd:

a)

op een plat oppervlak zonder oneffenheden, stilstaand water, sneeuw en ijs, waarop de bestuurder vrij zicht op het verkeersbord heeft gedurende een ononderbroken periode van ten minste 1,0 seconde;

b)

in alle verlichtingsomstandigheden zonder direct, verblindend zonlicht en met de koplampen op dimlicht, indien passend, en

c)

zonder weersomstandigheden die de zichtbaarheid van borden beïnvloeden.

Naar keuze van de fabrikant en met instemming van de technische dienst mogen de tests worden uitgevoerd onder omstandigheden die afwijken van de in de eerste alinea beschreven omstandigheden.

4.1.3.1.Met onderlinge instemming van de fabrikant en de technische dienst kunnen de tests worden uitgevoerd op elk van de volgende locaties:

a)

op een openbare weg, of

b)

op een testbaan, mits de functie voor informatie over de snelheidslimiet geen elektronische kaartgegevens nodig heeft om goed te werken, tenzij die functie in de elektronische kaartgegevens is geïntegreerd.

In beide gevallen kan de omgeving zodanig zijn dat er met andere voertuigen wordt gereden op dezelfde testroute als het testvoertuig, bijvoorbeeld ter vergemakkelijking van de beschikbaarheid van realtimegegevens die kunnen worden gebruikt door andere voertuigen zonder een op camera’s gebaseerd waarnemingssysteem. Voordat de tests worden uitgevoerd, moeten de benodigde omstandigheden door de fabrikant gedetailleerd worden beschreven en worden goedgekeurd door de technische dienst en de typegoedkeuringsinstantie. Deze goedkeuring moet zijn gebaseerd op een positieve beoordeling van de redelijkheid, de uitvoerbaarheid en de authenticiteit van de toepassing in de echte wereld.

In beide gevallen moet de technische dienst de verschillende expliciete snelheidsborden selecteren en plaatsen. Om de waarnemingscapaciteit, of een gelijkwaardige capaciteit, van het systeem te beoordelen moeten alle borden voor de tests op openbare wegen afwijken van de borden die daar normaliter staan dan wel tijdelijk gewijzigde borden zijn. Deze testverplichting komt niet te vervallen in geval van een geschil met de lokale autoriteiten; in dat geval zal de test ergens anders moeten plaatsvinden.

4.1.4.Testprocedure:

het testvoertuig moet op zodanig gelijkmatige wijze worden bestuurd dat zijn houding stabiel is voorbij het verkeersbord dat voor test is geselecteerd, in de volgende omstandigheden:

a)

een snelheid op de snelheidsmeter die de op het expliciete snelheidsbord aangegeven snelheid overschrijdt, en

b)

in het midden van de testbaan.

Met onderlinge instemming van de fabrikant en de technische dienst kan de hierboven beschreven testbaanprocedure worden vervangen door een laboratoriumprocedure die gelijkwaardig is gebleken.

4.1.4.1.Aan de technische voorschriften is voldaan als de functie voor informatie over de snelheidslimiet de waargenomen snelheidslimietwaarde weergeeft die gelijk is aan de snelheidslimiet die wordt vermeld op alle expliciete snelheidsborden die worden getest, binnen 2,0 seconden nadat het referentiepunt van het voertuig de desbetreffende borden passeert. Voor voertuigsnelheden die lager zijn dan 20 km/u mag dit uiterlijk 10 m achter het referentiepunt van het voertuig zijn.

4.1.4.2.Deze test mag niet worden gecombineerd met de test van de betrouwbaarheid van rijden in reële rijomstandigheden van punt 4.3.

4.2.Testprocedure voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet: testprocedure voor het bepalen van de waargenomen snelheidslimiet door waarneming van impliciete verkeersborden en -signalen.

4.2.1.De omstandigheden van het testvoertuig zijn die welke zijn gespecificeerd in de punten 4.1.1 tot en met 4.1.1.3.

4.2.2.Verkeersborden:

de voor de tests gebruikte verkeersborden moeten impliciete snelheidsborden zijn. Deze borden moeten voldoen aan de voorwaarden van punt 3.4.2.2.2. De borden moeten zodanig worden opgesteld dat er niet meerdere borden tegelijk in het gezichtsveld van het systeem verschijnen.

De technische dienst moet ten minste drie verschillende expliciete snelheidsborden selecteren voor de test, waaronder niet-elektronische verkeersborden en variabele matrixborden zoals gebruikt in de lidstaat waar de test plaatsvindt. In het testrapport moet vermeld worden welke borden zijn gebruikt voor de test.

De fabrikant moet aan de hand van documentatie aantonen dat alle andere toepasselijke impliciete snelheidsborden zoals opgenomen in de catalogus van verkeersborden in bijlage II voor de goed te keuren voertuigcategorie worden nageleefd. De documentatie moet worden bijgevoegd bij het testverslagdossier.

4.2.3.Testomstandigheden:

De testomstandigheden van punt 4.1.3 zijn van toepassing.

4.2.3.1.Met onderlinge instemming van de fabrikant en de technische dienst kunnen de tests worden uitgevoerd op elk van de volgende locaties:

a)

op een openbare weg, of

b)

op een testbaan die lijkt op een realistische wegomgeving om de functie voor informatie over de snelheidslimiet in staat te stellen het wegtype te bepalen, mits de functie voor informatie over de snelheidslimiet geen elektronische kaartgegevens nodig heeft om correct te functioneren, tenzij die functie in de elektronische kaartgegevens is geïntegreerd.

In beide gevallen kan de omgeving zodanig zijn dat er met andere voertuigen wordt gereden op dezelfde testroute als het testvoertuig, bijvoorbeeld ter vergemakkelijking van de beschikbaarheid van realtimegegevens die kunnen worden gebruikt door andere voertuigen zonder een op camera’s gebaseerd waarnemingssysteem. Voordat de tests worden uitgevoerd, moeten de benodigde omstandigheden door de fabrikant gedetailleerd worden beschreven en worden goedgekeurd door de technische dienst en de typegoedkeuringsinstantie. Deze goedkeuring moet zijn gebaseerd op een positieve beoordeling van de redelijkheid, de uitvoerbaarheid en de authenticiteit van de toepassing in de echte wereld.

In beide gevallen kunnen de verschillende borden door de technische dienst worden geselecteerd en geplaatst of kunnen de borden bestaande borden zijn, volgens de wens van de fabrikant Bestaande borden mogen alleen worden gebruikt wanneer de naleving wordt aangetoond door middel van de test van de betrouwbaarheid in reële rijomstandigheden overeenkomstig de punten 4.2.4.2 en 4.3.

4.2.4.Testprocedure:

het testvoertuig moet zodanig gelijkmatig worden bestuurd dat de houding ervan stabiel is voorbij het verkeersbord dat is geselecteerd voor de test, in de volgende omstandigheden:

a)

een snelheid op de snelheidsmeter:

i)

≤ 20 % lager dan het bord aangeeft voor tests op een openbare weg, en

ii)

≥ 10 % hoger dan het bord aangeeft voor tests op de testbaan;

b)

in het midden van de testbaan.

Met onderlinge instemming van de fabrikant en de technische dienst kan de hierboven beschreven testbaanprocedure of procedure op de openbare weg worden vervangen door een laboratoriumprocedure die gelijkwaardig is gebleken.

4.2.4.1.Aan de technische voorschriften is voldaan indien de functie voor informatie over de snelheidslimiet de waargenomen snelheidslimietwaarde vaststelt die gelijk is aan de verwachte systeemfeedback die is aangegeven in de catalogus van verkeersborden in bijlage II, of de toepasselijke snelheidslimiet die is gekoppeld aan de impliciete snelheidsborden die worden getest, voor de categorie van het goed te keuren voertuig, en indien de functie voor informatie over de snelheidslimiet de waargenomen snelheidslimiet weergeeft wanneer de snelheid op de snelheidsmeter de waargenomen snelheidslimiet voor die borden ten laatste 2,0 seconden nadat het referentiepunt van het voertuig de desbetreffende borden passeert, overschrijdt. Voor voertuigrijsnelheden van minder dan 20 km/u is dit uiterlijk 10 m achter het referentiepunt van het voertuig.

4.2.4.2.Deze test mag worden gecombineerd met de test van de betrouwbaarheid van rijden in reële rijomstandigheden van punt 4.3. In dat geval wordt geacht aan de technische voorschriften te zijn voldaan als uit de passende resultaten van de test van de betrouwbaarheid van het rijden in reële rijomstandigheden blijkt dat de impliciete snelheidsborden door het ISA-systeem overeenkomstig punt 3.4.2.5.2 worden herkend.

4.3.Testprocedure voor de functie voor informatie over de snelheidslimiet: test van de betrouwbaarheid van de snelheidslimietbepaling in reële rijomstandigheden.

4.3.1.De testrit moet voldoen aan de voorwaarden van de punten 4.3.1.1 tot en met 4.3.1.5. De technische dienst kan ermee instemmen om interne testgegevens te aanvaarden voor bepaalde onderdelen van de typegoedkeuringstest.

4.3.1.1.De testrit moet geschikt zijn om de prestaties van het systeem bij het correct bepalen van de toepasselijke snelheidslimiet te meten aan de hand van de in punt 3.4.2.5.2 gespecificeerde prestatiecriteria.

4.3.1.2.De testrit moet rijden op de openbare weg en op straten op het grondgebied van de Europese Unie omvatten, zoals overeengekomen tussen de fabrikant, de technische dienst en de typegoedkeuringsinstantie.

4.3.1.3.De testrit moet rijden op stedelijke wegen en straten, niet-stedelijke wegen en autosnelwegen/autowegen/wegen met gescheiden rijbanen omvatten, waarbij elk van de drie wegtypen ten minste 25 % van de totale afstand van de route moet vertegenwoordigen. De route moet één ononderbroken route met hetzelfde begin- en eindpunt omvatten, waarbij herhaalde delen van de route in dezelfde richting niet meetellen voor de testafstand.

4.3.1.4.De testrit moet rijden bij daglicht en in het donker omvatten, waarbij het gedeelte in het donker ten minste 15 % van de totale afstand moet bedragen.

4.3.1.5.De testrit moet een testafstand van 400 km beslaan. In overleg tussen de technische dienst en de fabrikant kan de test eerder worden beëindigd indien de testafstand meer dan 300 km bedraagt en de prestatie “TP_D” heeft geschommeld tussen ± 5,0 % binnen de laatste 50 km van de route wanneer deze op continue basis wordt berekend.

4.3.2.Berekening van de prestatiemaatstaf:

de prestatiemaatstaf wordt berekend als:

TP_D = (d_correct/d_totaal) * 100 %

waarbij:

d_totaal — de totale voor de testrit afgelegde afstand waarbij de toepasselijke snelheidslimiet was aangegeven met een verkeersbord of -signaal als bedoeld in punt 3.4.2.5.1 of wanneer de nationale snelheidslimiet van toepassing was;
d_correct — voor de testrit afgelegde afstand, waarbij de toepasselijke snelheidslimiet was aangegeven met een verkeersbord of -signaal als bedoeld in punt 3.4.2.5.1, en waarbij is voldaan aan een (combinatie) van de volgende voorwaarden a), b) of c):
a)

de waargenomen snelheidslimiet kwam overeen met de verwachte systeemfeedback zoals aangegeven in de catalogus van verkeersborden in bijlage II;

b)

de waargenomen maximumsnelheid kwam overeen met de toepasselijke snelheidslimiet, of

c)

wanneer bijzondere variabele omstandigheden overeenkomstig punt 3.4.2.3.2 van toepassing waren, kwam de waargenomen snelheidslimiet overeen met de verwachte systeemfeedback of de veronderstelde meest voorkomende omstandigheid, of wanneer de nationale snelheidslimiet van toepassing was en hetzij d), hetzij e) was vervuld;

d)

de waargenomen snelheidslimiet kwam overeen met de toepasselijke nationale snelheidslimiet, of

e)

wanneer bijzondere variabele omstandigheden overeenkomstig punt 3.4.2.3.2 van toepassing waren, kwam de waargenomen snelheidslimiet overeen met de nationale snelheidslimiet of de veronderstelde meest voorkomende voorwaarde;

Voor de beoordeling in reële rijomstandigheden wordt gecontroleerd of de functie voor informatie over de snelheidslimiet de relevante waargenomen snelheidslimieten vaststelt op een redelijke afstand vóór of na het punt waar de desbetreffende toepasselijke of nationale snelheidslimiet van toepassing is.

4.4.Snelheidswaarschuwingsfunctie: Testprocedure voor de snelheidswaarschuwingsfunctie.

4.4.1.De omstandigheden van het testvoertuig zijn die welke zijn gespecificeerd in de punten 4.1.1 tot en met 4.1.1.3.

4.4.2.De technische dienst moet verkeersborden selecteren voor de in punt 4.1.2 bedoelde test.

4.4.3.De testomstandigheden zijn die welke zijn gespecificeerd in punt 4.1.3.

4.4.4.Testprocedures voor ISA-systeemopties, zoals bedoeld in punt 3.5.2, a), b) en c).

4.4.4.1.Voor ISA-systemen met visuele waarschuwing en een trapsgewijze akoestische waarschuwingsindicatie als bedoeld in punt 3.5.2, a), of met visuele waarschuwing en een trapsgewijze haptische waarschuwingsindicatie als bedoeld in punt 3.5.2, b), worden de volgende tests uitgevoerd:

Test 1 (waarschuwingentest):

De technische dienst moet een snelheidslimiet selecteren voor de test. De initiële snelheidslimiet moet ten minste 38 % hoger zijn dan de testsnelheidslimiet. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld op de initiële snelheidslimiet.

Het testvoertuig moet op een zodanige afstand van de wegrand worden bestuurd dat de positie van het verkeersbord voldoet aan de toepasselijke normen in de betrokken lidstaat, en met een geactiveerde snelheidswaarschuwingsfunctie die het gaspedaal op een soepele manier gebruikt, zodat de houding van het testvoertuig stabiel is voorbij een verkeersbord dat de testsnelheidslimiet aangeeft, als volgt:

i)

1 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 8 % hoger dan de testsnelheidslimiet;

ii)

11 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 18 % hoger dan de testsnelheidslimiet;

iii)

21 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 28 % hoger dan de testsnelheidslimiet, en

iv)

31 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 38 % hoger dan de testsnelheidslimiet.

Het testvoertuig moet met een constante snelheid doorrijden totdat de trapsgewijze akoestische of de trapsgewijze haptische waarschuwing wordt waargenomen, en waarna:

het testvoertuig nog ten minste 5,0 seconden langer op de constante snelheid moet blijven rijden en vervolgens binnen 3,0 seconden moet vertragen tot een snelheid op de snelheidsmeter ≤ testsnelheidslimiet voordat er 8,0 seconden zijn verstreken, ter controle van de visuele waarschuwing en de trapsgewijze akoestische waarschuwing, of
het testvoertuig nog ten minste 12 seconden langer op de constante snelheid moet blijven rijden en vervolgens binnen 3,0 seconden moet vertragen tot een snelheid op de snelheidsmeter ≤ testsnelheidslimiet voordat er 15 seconden zijn verstreken, ter controle van de visuele waarschuwing en de haptische waarschuwing.

Het testvoertuig moet de test herhalen op de constante snelheid totdat de visuele waarschuwing eindigt of gedurende maximaal 60 seconden. De relevante tijden moeten worden vermeld in het testrapport.

Test 2 (deactiveringstest (geen waarschuwingen)):

Het ISA-systeem moet worden gedeactiveerd en test 1 moet worden herhaald met een door de technische dienst geselecteerde snelheid op de snelheidsmeter. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld, of dat moet althans worden geprobeerd, op de initiële testsnelheidslimiet.

Test 3 (snelheidswaarschuwingsfunctie met rijhulpcontroletest):

Indien het voertuigtype kan worden uitgerust met een bestuurdershulpmiddel waarbij van de bestuurder niet wordt verwacht dat hij het gaspedaal aanraakt (bv. cruise control), moet een test worden uitgevoerd met een geactiveerde snelheidswaarschuwingsfunctie en moet de bestuurdershulp de snelheid van het voertuig regelen voor ten minste één door de technische dienst gekozen snelheid op de snelheidsmeter.

4.4.4.2.Voor ISA-systemen met alleen een haptische waarschuwing als bedoeld in punt 3.5.2, onder c), worden de volgende tests uitgevoerd:

Test 1 (waarschuwingentest):

De technische dienst moet een snelheidslimiet selecteren voor de test. De initiële snelheidslimiet moet ten minste 38 % hoger zijn dan de testsnelheidslimiet. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld op de initiële snelheidslimiet.

Het testvoertuig moet op een zodanige afstand van de wegrand worden bestuurd dat de positie van het verkeersbord voldoet aan de toepasselijke normen in de betrokken lidstaat, en met een geactiveerde snelheidswaarschuwingsfunctie die het gaspedaal op een soepele manier gebruikt, zodat de houding van het testvoertuig stabiel is voorbij een verkeersbord dat de testsnelheidslimiet aangeeft op een snelheid op een snelheidsmeter die ten minste 1 % hoger is dan de testsnelheidslimiet, als volgt:

Het testvoertuig moet met de constante snelheid doorrijden totdat de trapsgewijze haptische waarschuwing wordt waargenomen, en waarna:

het testvoertuig nog ten minste 11 seconden op de constante snelheid moet blijven rijden en vervolgens binnen 4 seconden moet vertragen tot een snelheid op de snelheidsmeter ≤ testsnelheidslimiet voordat er 15 seconden zijn verstreken, ter controle van alleen de haptische waarschuwing.

Het testvoertuig moet de test herhalen op de constante snelheid totdat de haptische waarschuwing eindigt of gedurende maximaal 60 seconden. De relevante tijden moeten worden vermeld in het testrapport.

Test 2 (deactiveringstest (geen waarschuwingen)):

Het ISA-systeem moet worden gedeactiveerd en test 1 moet worden herhaald met een door de technische dienst geselecteerde snelheid op de snelheidsmeter. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld, of dat moet althans worden geprobeerd, op de initiële testsnelheidslimiet.

Test 3 (snelheidswaarschuwingsfunctie met rijhulpcontroletest):

Indien het voertuigtype kan worden uitgerust met een bestuurdershulpmiddel waarbij van de bestuurder niet wordt verwacht dat hij het gaspedaal aanraakt (bv. cruise control), moet de test 1-procedure als bedoeld in punt 4.4.4.1 worden uitgevoerd met een geactiveerde snelheidswaarschuwingsfunctie en moet de bestuurdershulp de snelheid van het voertuig regelen.

4.4.4.3.Voor alle tests in het kader van ISA-systeemopties als bedoeld in punt 3.5.2, a), b) en c), kunnen de testbaanprocedures overeenkomstig de punten 4.4.4.1 en 4.4.4.2 in overleg tussen de fabrikant en de technische dienst worden vervangen door laboratoriumprocedures die gelijkwaardig zijn gebleken.

4.4.4.4.Aan de technische voorschriften voor het ISA-systeem is voldaan als de volgende voorwaarden zijn vervuld:

4.4.4.4.1.Voor ISA-systemen zoals bedoeld in punt 3.5.2, a) en b), en punt 4.4.4.1 (visuele waarschuwing en trapsgewijze akoestische of trapsgewijze haptische waarschuwing):

Test 1: Waarschuwingentest — beoordeling

Binnen 1,5 seconden plus de tijd of afstand die is toegestaan voor het bepalen van de waargenomen snelheidslimiet na het passeren van het bord wordt een visuele waarschuwing afgegeven die voldoet aan de voorschriften van punt 3.5.2.1.1, en wordt een waarneembare trapsgewijze akoestische of trapsgewijze haptische waarschuwing afgegeven die voldoet aan de technische voorschriften van de punten 3.5.2.1.2 tot en met 3.5.2.1.8, als volgt:

i)

voor 1 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 8 % hoger dan de testsnelheidslimiet: vanaf ten hoogste 6,0 seconden na het passeren van het bord;

ii)

voor 11 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 18 % hoger dan de testsnelheidslimiet; vanaf ten hoogste 5,0 seconden na het passeren van het bord;

iii)

voor 21 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 28 % hoger dan de testsnelheidslimiet: vanaf ten hoogste 4,0 seconden na het passeren van het bord, en

iv)

voor 31 % ≤ snelheid op de snelheidsmeter ≤ 38 % hoger dan de testsnelheidslimiet; vanaf ten hoogste 3,0 seconden na het passeren van het bord;

plus de tijd of afstand die is toegestaan voor het bepalen van de waargenomen snelheidslimiet na het passeren van de desbetreffende borden.

Er wordt gecontroleerd of de trapsgewijze waarschuwingen op tijd beginnen en de in de punten 3.5.2.1.5 en 3.5.2.1.6 vastgestelde maximumduur niet overschrijden, en er wordt gecontroleerd of de visuele waarschuwing wordt gegeven totdat de snelheid op de snelheidsmeter lager is dan of gelijk is aan de waargenomen snelheidslimiet zoals bepaald in punt 3.5.2.1.1.

Wanneer de tests bij constante snelheden worden herhaald, moet worden gecontroleerd of de visuele waarschuwing ten minste zo lang duurt als gespecificeerd in punt 3.5.2.1.1.

Test 2: Deactiveringstest (geen waarschuwingen) — beoordeling:

Geen waarschuwingen (visueel, haptisch of akoestisch).

Test 3: Test voor de snelheidswaarschuwingsfunctie met rijhulpcontrole — beoordeling:

Visuele en akoestische waarschuwingen worden afgegeven zoals voor test 1, of het systeem schakelt uit of probeert de rijsnelheid automatisch te verlagen tot de waargenomen snelheidslimiet.

4.4.4.4.2.Voor ISA-systemen zoals bedoeld in punt 3.5.2, c), en 4.4.4.2 (alleen een haptische waarschuwing):

Test 1: Waarschuwingentest — beoordeling

Binnen 1,5 seconden plus de tijd of afstand die is toegestaan voor het bepalen van de waargenomen snelheidslimiet na het passeren van het desbetreffende bord wordt een haptische waarschuwing die voldoet aan de voorschriften van punt 3.5.2.2 afgegeven.

Test 2: Deactiveringstest (geen waarschuwingen) — beoordeling:

Geen waarschuwingen (visueel, haptisch of akoestisch).

Test 3: Test voor de snelheidswaarschuwingsfunctie met rijhulpcontrole — beoordeling:

Visuele en akoestische waarschuwingen worden afgegeven overeenkomstig de ISA-systeemoptie als bedoeld in punt 3.5.2, a) of de waarschuwingentest van test 1 in punt 4.4.4.4.1, of het systeem schakelt uit of probeert de rijsnelheid automatisch te verlagen tot de waargenomen snelheidslimiet.

4.5.Test voor de snelheidsbegrenzingsfunctie

4.5.1.Omstandigheden van het testvoertuig

4.5.1.1.De omstandigheden van het testvoertuig zijn die welke zijn gespecificeerd in de punten 4.1.1 tot en met 4.1.1.3.

4.5.1.2.Het type versnellingsbak, de bandenmaat en de versnellingen voor de test moeten worden gebaseerd op een selectie van het slechtste geval voor het type dat moet worden goedgekeurd, in overleg met de technische dienst.

4.5.1.3.De instellingen van de aandrijflijn van het testvoertuig moeten in overeenstemming zijn met de specificaties van de fabrikant.

4.5.2.De tests moeten worden uitgevoerd op een testbaan of op een rollenbank.

4.5.2.1.Toestand van de testbaan.

4.5.2.1.1.Het testbaanoppervlak moet geschikt zijn om een gestabiliseerde snelheid te handhaven en moet vrij zijn van oneffenheden, stilstaand water, sneeuw en ijs. Hellingen mogen niet meer dan 2 % bedragen en met niet meer dan ± 1 % variëren, exclusief wielvluchteffecten.

4.5.2.1.2.De gemiddelde windsnelheid gemeten op een hoogte van ten minste 1 m boven het wegdek moet minder dan 6 m/s bedragen, met windstoten van maximaal 10 m/s.

4.5.2.1.3.Naar keuze van de fabrikant en met instemming van de technische dienst mogen de tests worden uitgevoerd onder omstandigheden die afwijken van de hierboven beschreven omstandigheden, mits die omstandigheden de slechtst mogelijke zijn.

4.5.2.2.Specificaties van de rollenbank.

4.5.2.2.1.De equivalente traagheid van de voertuigmassa moet worden gereproduceerd met een rollenbank met een nauwkeurigheid van ± 10 %. De tijd wordt gemeten met een nauwkeurigheid van ≤ 0,1 seconde.

4.4.2.2.2.Het vermogen dat tijdens de test door de dynamometerrem wordt geabsorbeerd, wordt zodanig ingesteld dat het overeenkomt met de rijweerstand van het voertuig bij de testsnelheid. Dit vermogen kan worden berekend en moet met een nauwkeurigheid van ± 10 % worden ingesteld.

4.5.3.Testprocedures voor de snelheidsbegrenzingsfunctie:

4.5.3.1.Testprocedure voor versnelling van de snelheidsbegrenzingsfunctie.

4.5.3.1.1.De in punt 4.5.3.1.2 gespecificeerde testprocedure moet worden herhaald voor de volgende snelheidslimieten:

a)

stedelijke snelheidslimiet: initiële snelheid op de snelheidsmeter ≤ 20 km/u; testsnelheidslimiet = 50 km/u;

b)

interstedelijke snelheidslimiet: initiële snelheid op de snelheidsmeter ≤ 50 km/u; testsnelheidslimiet = 80 km/u;

c)

snelheidslimiet op autosnelweg: initiële snelheid op de snelheidsmeter ≤ 100 km/u; testsnelheidslimiet = 130 km/u;

Alleen tests waarbij de testsnelheidslimiet lager is dan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid van het voertuig moeten worden uitgevoerd.

4.5.3.1.2.Het testvoertuig moet worden bestuurd met een geactiveerde snelheidsbegrenzingsfunctie binnen het initiële snelheidsbereik van de snelheidsmeter. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld op de initiële snelheidslimiet. Vervolgens moet het voertuig worden versneld, zonder een positieve uitschakelingsactie toe te passen, totdat een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gestart. Zolang de interventie actief blijft, moet het voertuig lang genoeg worden bestuurd om de gestabiliseerde snelheid te kunnen beoordelen.

Tijdens de test moet de snelheid op de snelheidsmeter continu worden geregistreerd. De gestabiliseerde snelheid moet worden berekend door de snelheid op de snelheidsmeter te middelen over een tijdsinterval van 20 seconden, vanaf 10 seconden nadat de snelheid op de snelheidsmeter voor het eerst de waargenomen snelheidslimiet minus 10 km/u heeft bereikt.

4.5.3.1.3.Aan de technische voorschriften is voldaan indien de gestabiliseerde snelheden binnen de volgende grenzen liggen:

a)

stedelijke snelheidslimiet: 45 km/u ≤ gestabiliseerde snelheid ≤ 50 km/u;

b)

interstedelijke snelheidslimiet: 75 km/u ≤ gestabiliseerde snelheid ≤ 80 km/u, en

c)

snelheidslimiet op autosnelweg: 125 km/u ≤ gestabiliseerde snelheid ≤ 130 km/u;

4.5.3.2.Testprocedure voor de snelheidsbegrenzingsfunctie

4.5.3.2.1De in punt 4.5.3.2.2 bedoelde testprocedure wordt uitgevoerd bij de stedelijke testsnelheidslimiet van 50 km/u, met een initiële snelheid op de snelheidsmeter van tussen de 70 en 79 km/u en een initiële snelheidslimiet van 80 km/u.

4.5.3.2.2.Het testvoertuig moet worden bestuurd met een geactiveerde snelheidsbegrenzingsfunctie met een constante snelheid binnen het initiële snelheidsbereik van de snelheidsmeter, en de waargenomen snelheidslimiet moet zodanig worden ingesteld dat er geen interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie actief is. De waargenomen snelheidslimiet moet vervolgens worden ingesteld op de testsnelheidslimiet en het voertuig moet lang genoeg met een constante snelheid binnen het initiële snelheidsbereik van de snelheidsmeter blijven rijden om een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie te starten.

4.5.3.2.3.Aan de technische voorschriften is voldaan indien een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gestart uiterlijk 1,5 seconde nadat de waargenomen snelheidslimiet van het voertuig is vastgesteld op de testsnelheidslimiet, rekening houdend met de tijd of afstand die is toegestaan voor het bepalen van de waargenomen snelheidslimiet na het passeren van het desbetreffende verkeersbord.

4.5.3.3.Testprocedure voor deactivering van de snelheidsbegrenzingsfunctie.

4.5.3.3.1.De in punt 4.5.3.3.2 bedoelde testprocedure wordt uitgevoerd met de stedelijke snelheidslimiet, met een initiële snelheid op de snelheidsmeter van ≤ 35 km/u en een testsnelheidslimiet van 50 km/u.

4.5.3.3.2.Het testvoertuig moet worden bestuurd met een gedeactiveerde snelheidsbegrenzingsfunctie binnen het initiële snelheidsbereik van de snelheidsmeter. De waargenomen snelheidslimiet moeten worden vastgesteld, of dat moet althans worden geprobeerd, op de initiële testsnelheidslimiet. Vervolgens moet het voertuig, zonder een positieve uitschakelingsactie toe te passen, worden versneld gedurende ruimschoots 1,5 seconde en op een relatief stabiele snelheid worden gehouden zodra de testsnelheidslimiet met een aanzienlijke marge is overschreden.

4.5.3.3.3.Aan de technische voorschriften is voldaan indien er geen interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gestart en er geen visuele, akoestische of haptische snelheidslimietwaarschuwing wordt afgegeven.

4.5.3.4.Testprocedure voor het uitschakelen van de snelheidsbegrenzingsfunctie.

4.5.3.4.1.De in punt 4.5.3.4.2 bedoelde testprocedure wordt uitgevoerd met de stedelijke testsnelheidslimiet van 50 km/u, met een initiële snelheid op de snelheidsmeter van ≤ 35 km/u en een eindsnelheid op de snelheidsmeter van ≥ 65 km/u.

4.5.3.4.2.Het testvoertuig moet worden bestuurd met een geactiveerde snelheidsbegrenzingsfunctie binnen het initiële snelheidsbereik van de snelheidsmeter. De waargenomen snelheidslimiet moet worden vastgesteld op de initiële snelheidslimiet. Vervolgens moet het voertuig worden versneld, zonder een positieve uitschakelingsactie toe te passen, totdat een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gestart. Terwijl de interventie actief is, moet een positieve uitschakelingsactie zoals gespecificeerd door de voertuigfabrikant worden toegepast om het voertuig te versnellen tot het uiteindelijke snelheidsbereik van de snelheidsmeter. Het voertuig moet vervolgens worden vertraagd tot een snelheid op de snelheidssmeter onder de testsnelheidslimiet en opnieuw worden versneld, zonder een positieve uitschakelingsactie toe te passen, totdat er een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt gestart.

4.5.3.4.3.Aan de technische voorschriften is voldaan indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:

a)

de interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie wordt tijdelijk onderbroken wanneer de positieve uitschakelingsactie wordt toegepast, zodat het voertuig soepel en niet abrupt kan worden versneld tot de eindsnelheid op de snelheidsmeter, en

b)

tijdens de daaropvolgende versnelling wordt een interventie van de snelheidsbegrenzingsfunctie gestart.

4.6.Om op een efficiëntere manier aan te tonen dat aan de voorschriften wordt voldaan, kunnen de testprocedures van de punten 4.1, 4.2, 4.4 en 4.5 met instemming van de technische dienst worden gecombineerd.

5. Rijscenario’s, voorzieningen voor beperkingen en ISA-systeemprestaties.

5.1.De waarnemingssensor van het systeem voor het bepalen van de snelheidslimiet dat wordt gebruikt voor de beoordeling van verkeersborden in de echte wereld (bv. een camera) hoeft niet meer te observeren dan het voorwaartse gezichtsveld van de bestuurder door de voorruit van het motorvoertuig (of een redelijk alternatief veld zoals overeengekomen tussen de voertuigfabrikant, de technische dienst en de typegoedkeuringsinstantie wanneer het voertuig niet is uitgerust met een voorruit), zoals bepaald met behulp van ambinoculair zicht, waarbij de ogen zich op de oogpunten van de bestuurder bevinden zoals gedefinieerd in VN-reglement nr. 46 (5). Elke zichtbaarheidsbelemmering als gevolg van de structuur onder de waarnemingssensor (bv. motorkap) mag buiten beschouwing worden gelaten als deze zich onder een vlak bevindt dat 4° onder het horizontale vlak naar voren daalt, te beginnen bij de oogpunten van de bestuurder. De voertuigfabrikant kan aan de hand van documentatie aantonen dat hij voldoet aan de voorschriften.

5.2.Om de prestaties van het ISA-systeem te verbeteren, kan het gezichtsveld verschuiven als functie van bijvoorbeeld de stuurinput, het voertuigtraject, het gebruik van richtingaanwijzers en/of anticipatie door voorspellende systemen.

5.3.Voor de berekening van de werkelijke positieve afstand “TP_D” geldt het volgende voor delen van de testroute waarvan de toepasselijke snelheidslimiet wordt bepaald aan de hand van het passeren van verkeersborden zoals opgenomen in de catalogus van verkeersborden in bijlage II, voor de te keuren voertuigcategorie.

5.3.1.Het passeren van een verkeersbord wordt niet in aanmerking genomen wanneer het zicht op het desbetreffende bord gedeeltelijk wordt belemmerd (bv. door boombladeren, geparkeerde voertuigen) of wanneer dat bord duidelijk niet loodrecht op zowel het grondniveau als de wegzijde staat of anderszins in een onjuiste richting is geplaatst (bv. gedraaid), tenzij de fabrikant daarom verzoekt.

5.3.2.Wanneer het betrokken verkeersbord ontbreekt of dubbelzinnig is geplaatst, in een zodanige mate dat een normale bestuurder die voor het eerst op het desbetreffende weggedeelte rijdt, niet zeker kan weten of het al dan niet van toepassing is op die bestuurder, zoals gecontroleerd en overeengekomen door de technische dienst voor elk geval, wordt de gebeurtenis van het passeren van een bord niet in aanmerking genomen, tenzij de fabrikant daarom verzoekt.

5.3.3.Wanneer een bord of meerdere borden dubbelzinnige, aanvullende, complementaire of uiteenlopende informatie bevatten met betrekking tot de toepasselijkheid op voertuigcategorieën, de technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand, voertuigafmetingen, tijdstip, weersomstandigheden, aangrenzende rijstroken of rijrichting, zoals gecontroleerd en overeengekomen door de technische dienst voor elk geval, wordt de gebeurtenis van het passeren van een bord niet in aanmerking genomen, tenzij de fabrikant daarom verzoekt.

5.3.4.Een specifieke valspositieve detectiegebeurtenis kan uit de berekeningen worden weggelaten, met instemming door de technische dienst voor elk afzonderlijk geval, wanneer een stationair niet-toepasselijk verkeersbord of -teken op een zeer realistische of levensechte manier is weergegeven.

5.3.5.Wanneer zich binnen twaalf maanden vóór de typegoedkeuringstest in een lidstaat een wijziging heeft voorgedaan met betrekking tot de toepasselijke snelheidslimiet of een verkeersregel die verband houdt met een impliciet snelheidsbord, of wanneer er een nieuw bord wordt ingevoerd, zoals opgenomen in de catalogus van verkeersborden- en tekens in bijlage II ten tijde van de typegoedkeuringstest van het voertuig of de technische eenheid, wordt de gebeurtenis van het passeren van een bord niet in aanmerking genomen, tenzij de fabrikant daarom verzoekt.

5.3.6.Indien een van de omstandigheden als bedoeld in de punten 5.3.1 tot en met 5.3.5 van toepassing is, worden de afstanden niet meegeteld bij de afgelegde afstanden voor de berekening van de prestatiemaatstaven d_totaal en d_correct, zoals gespecificeerd in punt 4.3.2. Hoewel geen rekening wordt gehouden met bovengenoemde gebeurtenis van het passeren van een verkeersbord, kan op verzoek van de fabrikant per geval rekening worden gehouden met gebeurtenissen van het correct bepalen van de waargenomen snelheidslimiet, en met de bijbehorende afgelegde afstand, wanneer het systeem beter presteert dan onderhavige bepaling, met name wanneer fabrikanten een combinatie van een optische waarnemingssensor + op GNSS gebaseerd locatiebepalingssysteem + digitale kaarten gebruiken, zijnde de voorkeursoptie met de grootste betrouwbaarheid.

5.4.Het systeem moet de waargenomen snelheidslimiet of -informatie overeenkomstig punt 3.4.1.3 behouden, ook na het opnieuw activeren van de hoofdregelschakelaar van het voertuig, tenzij het systeem normaliter de waargenomen snelheidslimiet kan bepalen met behulp van relevante systeeminputs (bv. elektronische kaartgegevens) wanneer het motorvoertuig een openbare weg op rijdt of op een openbare weg begint te rijden.

5.5.Systeemlogica en -strategieën.

5.5.1.De fabrikant kan het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning zodanig ontwerpen dat een logica of strategie wordt opgenomen die anticipeert op een wijziging van de snelheidslimiet, rekening houdend met de bewegingen van andere voertuigen, de samenvoeging van rijstroken, het oversteken van wegmarkeringen, verkeerslichten, kruispunten, verkeersdrempels en voetgangersoversteekplaatsen.

5.5.2.Indien het systeem afhankelijk is van machineleren of iets soortgelijks, moet daarmee rekening worden gehouden bij het beoordelen van de betrouwbaarheid in reële rijomstandigheden. De technische dienst moet in dat geval een voorconditionering van het voertuig toestaan, overeenkomstig de specificaties van de fabrikant, die meer dan 100 km kan bedragen, zoals bepaald in punt 4.1.1.3, zolang dit redelijk wordt geacht. Het is echter verboden dat de voorconditionering plaatsvindt op een deel van de testritroute zoals bepaald en overeengekomen overeenkomstig de punten 3.4.2.5.3 en 4.3.1.

5.6.Met het oog op de conformiteit van productie- en markttoezichttests houden de fabrikant, de technische dienst en de nationale autoriteiten rekening met de meest recente beschikbare systeemupdates op het moment van de tests, wanneer deze beschikbaar worden gesteld overeenkomstig punt 3.4.2.5.5.2.

5.6.1.Wanneer binnen twaalf maanden vóór de test een actualisering van de catalogus van verkeersborden in bijlage II een wijziging weerspiegelde die zich in een lidstaat heeft voorgedaan met betrekking tot de toepasselijke snelheidslimiet in verband met een specifiek expliciet snelheidsbord dat op het tijdstip van de typegoedkeuring van het voertuig of de technische eenheid in de catalogus was opgenomen, wordt de gebeurtenis van het passeren van een bord niet in aanmerking genomen, tenzij de fabrikant daarom verzoekt.

5.6.2.Uitbreidingen van de catalogus van verkeersborden in bijlage II in de zin van aanvullende impliciete snelheidsborden die niet waren opgenomen op het moment van de typegoedkeuring van het voertuig of de technische eenheid, worden niet in aanmerking genomen voor de conformiteit van productie- en markttoezichttests, tenzij de fabrikant daarom verzoekt.




BIJLAGE II

Catalogus van verkeersborden — Deel 1

TOELICHTING

n.v.t.

niet van toepassing

N

Nationale snelheidslimiet voor het desbetreffende wegtype (bv. stedelijk, niet-stedelijk, autoweg, autosnelweg)

V

Variabele informatieborden kunnen worden gebruikt om elk van de expliciete numerieke snelheidsborden, impliciete numerieke snelheidsborden en impliciete niet-numerieke snelheidsborden die zijn opgenomen in de tabel van het desbetreffende land, weer te geven. De vernieuwingsfrequentie (refresh rate) moet echter ten minste 1 000 Hz bedragen om ervoor te zorgen dat het beeld correct wordt weergegeven met het oog op een adequate verwerking door het ISA-systeem.

O

onderbroken overeenkomstig de punten 3.5.6 of 3.6.3 van bijlage I

Alle borden die wijzen op het binnenrijden of buitenrijden van de bebouwde kom in elk land hebben gemeenschappelijke en gemakkelijk herkenbare essentiële identificatiekenmerken, maar kunnen qua vorm en grootte verschillen, en kunnen plaatsnamen bevatten die op die borden zijn aangegeven. Het ISA-systeem moet deze elementen kunnen verwerken.

Het ISA-systeem, gemonteerd in motorvoertuigen van categorie M2 < 3,5 t, moet de verwachte feedback voor voertuigcategorie M1 gebruiken, tenzij anders vermeld in de tabel.

1. BELGIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C43

30

30

30

30

30

30

image

C43

30

30

30

30

30

30

image

C43

40

40

40

40

40

40

image

C43

50

50

50

50

50

50

image

C43

50

50

50

50

50

50

image

C43

60

60

60

60

60

60

image

C43

70

70

70

70

70

≤ 7,5 t

70

70

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 km/h moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor N2 > 7,5 t en N3.

70

> 7,5 t

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor N2 > 7,5 t en N3 worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

> 7,5 t

60

image

C43

80

80

80

80

80

≤ 7,5 t

80

80

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2, M3, N2 en N3.

80

80

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor de categorie N2 ≤ 7,5 t worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

70

≤ 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimieten van 60, 70 en 75 km/u mogen als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën N2 >7,5 t en N3 evenals M2, M3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

70

of

75

70

of

75

60

of

70

> 7,5 t

60

of

70

image

C43

90

90

90

90

O

≤ 7,5 t

O

O

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 en M3, evenals N2 en N3 (oftewel letter O).

90

90

O

O

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor de categorie N2 ≤ 7,5 t worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

70

≤ 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimieten van 60, 70 en 75 km/u mogen als waargenomen snelheidslimiet voor N2 > 7,5 t en N3 worden gebruikt, evenals voor M2 en M3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

70

of

75

70

of

75

60

of

70

> 7,5 t

60

of

70

image

C43

100

O

O

100

O

O

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u mag worden gebruikt voor de categorieën M2 en M3 als de waargenomen snelheidslimiet indien het ISA-systeem het wegtype kan bepalen (met twee rijstroken of meer in elke richting met een obstakel in het midden).

90

90

image

C43

110

O

O

110

O

O

image

C43

120

O

O

120

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

image

C45

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

F4a

30

30

30

30

30

30

image

F4b

N

N

N

N

N

N

image

30

30

30

30

30

30

image

F4b

N

N

N

N

N

N

image

F4a

30

30

30

30

30

30

image

F4b

N

N

N

N

N

N

image

ZC43

50

50

50

50

50

50

image

ZC45

N

N

N

N

N

N

image

ZC43

50

50

50

50

50

50

image

ZC45

N

N

N

N

N

N

image

ZC43

70

70

70

70

70

≤ 7,5 t

70

70

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor de categorieën N2 > 7,5 t en N3 worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

> 7,5 t

60

image

ZC45

N

N

N

N

N

N

image

ZC43

70

70

70

70

70

70

70

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor de categorieën N2 > 7,5 t en N3 worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

> 7,5 t

60

image

ZC45

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

F12a

20

20

20

20

20

20

image

F12b

N

N

N

N

N

N

image

F113a

30

30

30

30

30

30

image

F113b

N

N

N

N

N

N

image

30

30

30

30

30

30

image

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

F5 (autosnelweg)

120

O

O

120

O

O

image

F7 (einde autosnelweg)

N

N

N

N

N

N

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

image

image

image

image

F1 (bebouwde kom)

50

50

50

50

50

50

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 30 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

30

30

30

30

30

30

image

image

image

image

F3 (einde bebouwde kom)

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord en de nationale snelheidslimiet voor de wegklassen niet-stedelijke wegen en autowegen.

90

90

90

90

O

(90 )

O

(90 )

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 en 75 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

70

70

of

75

70

of

75

70

70

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën N2 > 7,5 t en N3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

> 7,5 t

60

2. BULGARIJE



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

Expliciete limiet 20 km/u begin

20

20

20

20

20

20

image

Expliciete limiet 30 km/u begin

30

30

30

30

30

30

image

Expliciete limiet 40 km/u begin

40

40

40

40

40

40

image

Expliciete limiet 50 km/u begin

50

50

50

50

50

50

image

Expliciete limiet 60 km/u begin

60

60

60

60

60

60

image

Expliciete limiet 70 km/u begin

70

70

70

70

70

70

image

Expliciete limiet 80 km/u begin

80

80

80

80

80

80

image

Expliciete limiet 90 km/u begin

90

90

90

90

O

O

image

Expliciete limiet 100 km/u begin

100

O

O

100

O

O

image

Expliciete limiet 110 km/u begin

110

O

O

110

O

O

image

Expliciete limiet 120 km/u begin

120

O

O

120

O

O

image

Expliciete limiet 130 km/u begin

130

O

O

130

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

Expliciete limiet 20 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 30 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 40 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 50 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 60 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 70 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 80 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 90 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 100 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 110 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 120 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 130 km/u einde

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

Geen

Verkeersluwe zone

image

Begin woonerf

20

20

20

20

20

20

image

Einde woonerf

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

Begin autosnelweg

140

O

O

140

O

O

image

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

Begin autoweg

120

O

O

120

O

O

image

Einde autoweg

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

Binnenrijden bebouwde kom

50

50

50

50

50

50

image

Einde bebouwde kom

90

80

80

90

80

80

3. TSJECHIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

20

20

20

20

20

20

image

standaard

30

30

30

30

30

30

image

standaard

40

40

40

40

40

40

image

standaard

50

50

50

50

50

50

image

standaard

60

60

60

60

60

60

image

standaard

70

70

70

70

70

70

image

B20a

80

80

80

80

80

80

image

standaard

90

90

90

90

80

80

image

standaard

100

O

O

100

80

80

image

standaard

110

O

O

110

80

80

image

standaard

120

O

O

120

80

80

image

standaard

130

O

O

130

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

B20b

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

B26

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

IZ 8a

30

30

30

30

30

30

image

IZ 8b

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

IZ 5a

20

20

20

20

20

20

image

IZ 5b

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

IZ 1a

130

O

O

130

80

80

image

IZ 1b

N

N

N

N

N

N

image

IP 14a

(geldig tot en met 31 december 2025)

130

O

O

130

80

80

image

IP 14b

(geldig tot en met 31 december 2025)

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

IZ 2a

110

O

O

110

80

80

image

IZ 2b

N

N

N

N

N

N

image

IP 15a

(geldig tot en met 31 december 2025)

110

O

O

110

80

80

image

IP 15b

(geldig tot en met 31 december 2025)

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

IS 12a

50

50

50

50

50

50

image

IS 12b

90

90

90

90

80

80

image

IS 12c

Gemeente in de taal van een nationale minderheid

50

50

50

50

50

50

image

IS 12d

Gemeente in de taal van een nationale minderheid

90

90

90

90

80

80

image

IS 12c

Gemeente in de taal van een nationale minderheid

50

50

50

50

50

50

image

IS 12d

Gemeente in de taal van een nationale minderheid

90

90

90

90

80

80

4. DENEMARKEN



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

30

30

30

30

30

30

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

40

40

40

40

40

40

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

50

50

50

50

50

50

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

60

60

60

60

60

60

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

70

70

70

70

70

70

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

80

80

80

80

80

80

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

90

80

80

90

80

80

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

100

80

80

100

80

80

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

110

80

80

110

80

80

image

C 55 Plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

120

80

80

120

80

80

image

UA 41 Snelheidsindicatie

Expliciet

40

40

40

40

40

40

image

UA 41 Snelheidsindicatie

Expliciet

50

50

50

50

50

50

image

UA 41 Snelheidsindicatie

Expliciet

60

60

60

60

60

60

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

40

40

40

40

40

40

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

50

50

50

50

50

50

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

60

60

60

60

60

60

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

70

70

70

70

70

70

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

80

80

80

80

80

80

image

E 41 Expliciete snelheidsindicatie bij afrit

90

80

80

90

80

80

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

30

30

30

30

30

30

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

40

40

40

40

40

40

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

50

50

50

50

50

50

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

60

60

60

60

60

60

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

70

70

70

70

70

70

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

80

80

80

80

80

80

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

90

80

80

90

80

80

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

100

80

80

100

80

80

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

110

80

80

110

80

80

image

C 55 Variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

120

80

80

120

120

120

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 56 Einde variabele plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

C 59

Einde van de beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

E 53 Gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

20

20

20

20

20

20

image

E 54 Einde van het gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

E 53 Gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

30

30

30

30

30

30

image

E 54 Einde gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

E 53 Gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

40

40

40

40

40

40

image

E 54 Einde van het gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

E 53 Gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

45

45

45

45

45

45

image

E 54 Einde van het gebied met snelheidsbeperkingszone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 68.4 Zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

30

30

30

30

30

30

image

C 69.4 Einde zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 68.4 Zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

40

40

40

40

40

40

image

C 69.4 Einde zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

C 68.4 Zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

50

50

50

50

50

50

image

C 69.4 Einde zone met plaatselijke snelheidslimiet

Expliciet

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

E 51

Woongebied (woonerf)

Impliciet

15

15

15

15

15

15

image

E 52

Einde woongebied (woonerf)

Impliciet

N

N

N

N

N

N

image

E 49

Voetgangersstraatzone

Impliciet

15

15

15

15

15

15

image

E 50

Einde van de voetgangersstraatzone

Impliciet

N

N

N

N

N

N

image

E 47

Fietsstraatzone

Impliciet

30

30

30

30

30

30

image

E 48

Einde fietsstraatzone

Impliciet

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

E 42

Autosnelweg, impliciet

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord dat de toepasselijkheid van de nationale snelheidslimiet voor de wegklasse autosnelweg aangeeft.

130

80

80

130

80

80

image

E 44

Einde autosnelweg, impliciet

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

E 43

Weg voor motorvoertuigen, impliciet

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord dat de toepasselijkheid van de nationale snelheidslimiet voor het wegtype autoweg aangeeft.

80

80

80

80

80

80

image

E 45

Einde van de weg voor motorvoertuigen, impliciet

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

E 55

Bebouwd gebied impliciet

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord dat de toepasselijkheid van de nationale snelheidslimiet voor de wegklasse stedelijke weg aangeeft.

50

50

50

50

50

50

image

E 56

Einde bebouwde kom

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord dat de toepasselijkheid van de nationale snelheidslimiet voor de wegklasse niet-stedelijke weg aangeeft.

80

80

80

80

80

80

5. DUITSLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

274-5

5

5

5

5

5

5

image

274-10

10

10

10

10

10

10

image

274-20

20

20

20

20

20

20

image

274-30

30

30

30

30

30

30

image

274-40

40

40

40

40

40

40

image

274-50

50

50

50

50

50

50

image

274-60

60

60

60

60

60

60

image

274-70

70

70

70

70

70

≤ 7,5 t

70

70

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2, M3, N2 > 7,5 t en N3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

60

60

> 7,5 t

60

image

274-80

80

80

80

80

80

≤ 7,5 t

80

80

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2, M3, N2 > 7,5 t en N3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

60

60

> 7,5 t

60

image

274-90

90

90

90

90

80

≤ 7,5 t

80

80

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2, M3, N2 > 7,5 t en N3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

60

60

60

> 7,5 t

60

image

274-100

100

O

O

100

80

≤ 7,5 t

80

80

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2, M3, N2 > 7,5 t en N3 indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

60

60

60

> 7,5 t

60

image

274-110

Opmerking: dit bord wordt alleen gebruikt op de snelweg

110

O

O

110

80

80

image

274-120

Opmerking: dit bord wordt alleen gebruikt op de snelweg

120

O

O

120

80

80

image

274-130

Opmerking: dit bord wordt alleen gebruikt op de snelweg

130

O

O

130

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

278-5

N

N

N

N

N

N

image

278-10

N

N

N

N

N

N

image

278-20

N

N

N

N

N

N

image

278-30

N

N

N

N

N

N

image

278-40

N

N

N

N

N

N

image

278-50

N

N

N

N

N

N

image

278-60

N

N

N

N

N

N

image

278-70

N

N

N

N

N

N

image

278-80

N

N

N

N

N

N

image

278-90

N

N

N

N

N

N

image

278-100

N

N

N

N

N

N

image

278-110

N

N

N

N

N

N

image

278-120

N

N

N

N

N

N

image

278-130

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

282

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

274,1-20

20

20

20

20

20

20

image

274,2-20

N

N

N

N

N

N

image

274,1

30

30

30

30

30

30

image

274,2

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

325,1

Opmerking: de formele snelheidslimiet “loopsnelheid” wordt niet gekwantificeerd

5

5

5

5

5

5

image

325,2

N

N

N

N

N

N

image

244,1

30

30

30

30

30

30

image

244,2

N

N

N

N

N

N

image

244,3

30

30

30

30

30

30

image

244,4

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

330,1

n.v.t.

O

O

n.v.t.

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2 en M3 indien het ISA-systeem kan bepalen dat er staande passagiers in de bus aanwezig zijn.

60

60

image

330,2

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

331,1

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord.

image

331,2

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord.

Bebouwde kom

image

310

50

50

50

50

50

50

image

311

100

80

80

100

80

≤ 7,5 t

60

60

> 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt voor de categorieën M2 en M3 indien het ISA-systeem kan bepalen dat er staande passagiers in de bus aanwezig zijn.

60

60

Catalogus van verkeersborden — Deel 2

6. ESTLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

351

20

20

20

20

20

20

image

351

30

30

30

30

30

30

image

351

40

40

40

40

40

40

image

351

50

50

50

50

50

50

image

351

60

60

60

60

60

60

image

351

70

70

70

70

70

70

image

351

80

80

80

80

80

80

image

351

90

90

90

90

O

O

image

351

100

O

O

100

O

O

image

351

110

O

O

110

O

O

image

351

120

O

O

120

O

O

image

351m

30

30

30

30

30

30

image

351m

40

40

40

40

40

40

image

351m

50

50

50

50

50

50

image

351m

60

60

60

60

60

60

image

351m

70

70

70

70

70

70

image

351m

80

80

80

80

80

80

image

351m

90

90

90

90

O

O

image

351m

100

O

O

100

O

O

image

351m

110

O

O

110

O

O

image

351m

120

O

O

120

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

371

N

N

N

N

N

N

image

371

N

N

N

N

N

N

image

371

N

N

N

N

N

N

image

371

N

N

N

N

N

N

image

371

N

N

N

N

N

N

image

371

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

376

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

381

20

20

20

20

20

20

image

391

N

N

N

N

N

N

image

381

30

30

30

30

30

30

image

391

N

N

N

N

N

N

image

381

40

40

40

40

40

40

image

391

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

573

20

20

20

20

20

20

image

574

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

511

Opmerking: Dit is geen impliciet snelheidsbord

image

512

Opmerking: Dit is geen impliciet snelheidsbord

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

image

image

571

50

50

50

50

50

50

image

image

572

90

90

90

90

O

(90 )

O

(90 )

7. IERLAND



Bord

Andere relevante informatie

Verwachte feedback van het systeem in km/u

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

RUS 044

30

30

30

30

30

30

image

RUS 064

40

40

40

40

40

40

image

RUS 043

50

50

50

50

50

50

image

RUS 042

60

60

60

60

60

60

image

RUS 041

80

80

Klasse III, B

80

Klasse III, B

80

80

80

65

Klasse I, II en A

65

Klasse I, II en A

image

RUS 040

100

80

Klasse III, B

80

Klasse III, B

100

80

80

65

Klasse I, II en A

65

Klasse I, II en A

image

RUS 039

120

O

Klasse III, B

O

Klasse III, B

120

O

O

65

Klasse I, II en A

65

Klasse I, II en A

image

V

V

V

V

V

V

image

V

V

V

V

V

V

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

Geen

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

Geen

Numerieke zones

Geen

Verkeersluwe zone

Geen

Autosnelweg

image

Opmerking: Dit is geen impliciet snelheidsbord

image

Opmerking: Dit is geen impliciet snelheidsbord

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

imageimage

RUS 041A

Opmerking: snelheidslimiet voor plattelandsgebied (regionaal/lokaal).

Alleen voor gebruik in combinatie met het aanvullende bord P080 voor langzaam rijden

80

80

Klasse III, B

80

Klasse III, B

80

80

80

65

Klasse I, II en A

65

Klasse I, II en A

8. GRIEKENLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

P-32

40

40

40

40

40

40

image

Ρ-32

Deze snelheid komt overeen met de maximumsnelheid in de stad.

50

50

50

50

50

50

image

60

60

60

60

60

60

image

Ρ-32

Deze snelheid komt overeen met de maximumsnelheid van elk ander wegennet.

90

80

80

80

O

O

image

Ρ-32

Deze snelheid komt overeen met de maximumsnelheid op een hoofdverbindingsweg (geen autosnelweg)

110

O

O

90

O

O

image

Ρ-32

Deze snelheid komt overeen met de maximumsnelheid op een autosnelweg.

130

O

O

100

O

O

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

P-37

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

P-36

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

P-60

50

50

50

50

50

50

image

P-61

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Π-92

20

20

20

20

20

20

image

Π-92α

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

Π-27

130

O

O

100

O

O

image

Π-27α

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

Π-26

110

90

90

110

80

80

image

Π-26α

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

Π-17

50

50

50

50

50

50

image

Π-18

90

80

80

90

80

80

image

Π-58

50

50

50

50

50

50

image

Π-59

90

80

80

90

80

80

9. SPANJE



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

R-301-20

20

20

20

20

20

20

image

R-301-30

30

30

30

30

30

30

image

R-301-40

40

40

40

40

40

40

image

R-301-50

50

50

50

50

50

50

image

R-301-60

60

60

60

60

60

60

image

R-301-70

70

70

70

70

70

70

image

R-301-80

80

80

80

80

80

80

image

R-301-90

90

90

80

80

80

80

image

R-301-100

100

90

80

80

80

80

image

R-301-110

110

O

90

90

O

O

image

R-301-120

120

O

90

90

O

O

image

V

V

V

V

V

V

image

V

V

V

V

V

V

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

R-501-10

N

N

N

N

N

N

image

R-501-20

N

N

N

N

N

N

image

R-501-30

N

N

N

N

N

N

image

R-501-40

N

N

N

N

N

N

image

R-501-50

N

N

N

N

N

N

image

R-501-60

N

N

N

N

N

N

image

R-501-70

N

N

N

N

N

N

image

R-501-80

N

N

N

N

N

N

image

R-501-90

N

N

N

N

N

N

image

R-501-100

N

N

N

N

N

N

image

R-501-110

N

N

N

N

N

N

image

R-501-120

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

R-500

N

N

N

N

N

N

image

N

N

N

N

N

N

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 30 km/u mag in stedelijke gebieden als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

30

30

30

30

30

30

image

N

N

N

N

N

N

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 30 km/u mag in stedelijke gebieden als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

30

30

30

30

30

30

image

N

N

N

N

N

N

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 30 km/u mag in stedelijke gebieden als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

30

30

30

30

30

30

Numerieke zones

image

S-30

30

30

30

30

30

30

image

S-31

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

S-28

20

20

20

20

20

20

image

S-29

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

S-1

120

O

O

90

O

O

image

S-2

N

N

N

N

N

N

image

S-1a

120

O

O

90

O

O

image

S-2 a

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

120

O

O

90

O

O

image

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

S-500

50

50

50

50

50

50

image

S-501

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord en de nationale snelheidslimiet voor niet-stedelijke wegklassen en autowegen.

90

90

Klasse III, B

90

Klasse III, B

80

80

80

80

Klasse I, II en A

80

Klasse I, II en A

10. FRANKRIJK



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

B14

30

30

30

30

30

30

image

B14

50

50

50

50

50

50

image

B14

70

70

70

70

70

70

image

B14

80

80

80

80

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet voor categorie N3 van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem kan vaststellen of een aanhangwagen aan het voertuig is gekoppeld.

60

image

B14

90

90

90

90

O

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet voor categorie N2 van 80 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan vaststellen.

Opmerking: de formele snelheidslimiet voor categorie N3 van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem kan vaststellen of een aanhangwagen aan het voertuig is gekoppeld.

80

60

image

B14

110

O

O

110

O

O

image

B14

130

O

O

130

O

O

image

XB 14

Variabele numerieke borden

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

B33

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

B33

N

N

N

N

N

N

image

B33

N

N

N

N

N

N

image

B33

N

N

N

N

N

N

image

B33

N

N

N

N

N

N

image

XB 33

Variabele numerieke borden

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

B31

Einde van alle eerdere snelheidsbeperkingen voor rijdende voertuigen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

B30

30

30

30

30

30

30

image

B51

Einde zone 30

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

B52

20

20

20

20

20

20

image

B 53

Einde van de zone

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

C207

130

O

O

110

O

O

image

C 208

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

C 107

110

90

90

110

80

80

image

C 108

Einde autoweg

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

EB 10

Binnenrijden stedelijk gebied

50

50

50

50

50

50

image

EB 20

Buitenrijden stedelijk gebied

80

80

80

80

80

N2 ≤ 12 t

80

80

N2 > 12 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet voor categorie N2 > 12 t en N3 van 60 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem kan vaststellen of een aanhangwagen aan het voertuig is gekoppeld.

60

N2 > 12 t

60

11. KROATIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

B30

Snelheidslimiet

40

40

40

40

40

40

image

B30

Snelheidslimiet

50

50

50

50

50

50

image

B30

Snelheidslimiet

60

60

60

60

60

60

image

B30

Snelheidslimiet

70

70

70

70

70

70

image

B30

Snelheidslimiet

80

80

80

80

80

80

image

B30

Snelheidslimiet

90

90

90

90

O

O

image

B30

Snelheidslimiet

100

O

> 3,5 t

O

100

O

O

100

≤ 3,5 t

image

B30

Snelheidslimiet

110

O

> 3,5 t

O

110

O

O

110

≤ 3,5 t

image

B30

Snelheidslimiet

120

S

> 3,5 t

S

120

S

S

120

≤ 3,5 t

image

B30

Snelheidslimiet

130

S

> 3,5 t

S

130

S

S

130

≤ 3,5 t

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

C11

Einde van de snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

C11

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

C22

30

30

30

30

30

30

image

C23

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

C28

20

20

20

20

20

20

image

C29

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

C64

130

O

O

130

O

O

image

C65

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

C66

110

80

80

110

O

O

image

C67

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

C76

50

50

50

50

50

50

image

C77

90

80

80

90

80

80

12. ITALIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

Figura II 50 Art. 116

20

20

20

20

20

20

image

Figura II 50 Art. 116

30

30

30

30

30

30

image

Figura II 50 Art. 116

40

40

40

40

40

40

image

Figura II 50 Art. 116

50

50

50

50

50

50

image

Figura II 50 Art. 116

60

60

60

60

60

60

image

Figura II 50 Art. 116

70

70

70

70

70

70

image

Figura II 50 Art. 116

80

80

80

80

80

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N3 gehanteerd.

80

image

Figura II 50 Art. 116

90

90

90

≤ 8 t

90

80

70

80

> 8 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N2 (d.w.z. letter O) gehanteerd.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N3 gehanteerd.

O

80

image

Figura II 50 Art. 116

100

O

100

≤ 8 t

100

80

70

80

> 8 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 100 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor M3 (d.w.z. letter O) gehanteerd.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N2 (d.w.z. letter O) gehanteerd.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N3 gehanteerd.

O

O

80

image

Figura II 50 Art. 116

110

110

100

≤ 8 t

110

O

70

80

> 8 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 100 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor M3 (d.w.z. letter O) gehanteerd.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N2 (d.w.z. letter O) gehanteerd.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen als waargenomen snelheidslimiet voor N3 gehanteerd.

O

O

80

image

Figura II 50 Art. 116

120

O

> 3,5 t

O

120

O

80

100

≤ 3,5 t

image

Figura II 50 Art. 116

130

O

> 3,5 t

O

130

O

80

100

≤ 3,5 t

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 71 Art.119

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Figura II 70 Art.119

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

Figura II 323/a Art.135

30

30

30

30

30

30

image

Figura II 323/b Art.135

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Figura II 318 Art. 135

30

30

30

30

30

30

image

Figura II 319 Art. 135

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 320 Art. 135

10

10

10

10

10

10

image

Figura II 321 Art. 135

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

Figura II 345 Art. 135

130

O

> 3,5 t

O

130

O

80

100

≤ 3,5 t

image

Figura II 346 Art. 135

N

N

N

N

N

N

image

Figura II 345 Art. 135

110

O

> 3,5 t

O

≤ 8 t

100

80

70

100

≤ 3,5 t

80

> 8 t

image

Figura II 346 Art. 135

N

N

N

N

N

N

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

image

Figura II 273 Art. 131

Opmerking: Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan vaststellen.

50

50

50

50

50

50

image

Figura II 273f Art. 131

90

90

90

≤ 8 t

90

80

70

80

> 8 t

image

Figura II 274 Art. 131

90

90

90

≤ 8 t

90

80

70

80

> 8 t

13. CYPRUS



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

30

30

30

30

30

30

image

40

40

40

40

40

40

image

50

50

50

50

50

50

image

65

65

65

65

65

65

image

80

80

80

80

80

80

image

Variabel informatiebord voor snelheidslimiet in tunnels

80

80

80

80

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

Einde van de aangegeven snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

Einde van de aangegeven snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

Einde van de aangegeven snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

Einde van de aangegeven snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

Einde van de aangegeven snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Einde van alle snelheidsbeperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zone

image

Begin zone 20

20

20

20

20

20

20

image

Einde zone 20

N

N

N

N

N

N

image

Zone 30

30

30

30

30

30

30

image

Einde zone 30

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Begin gedeelde ruimte

30

30

30

30

30

30

image

Einde gedeelde ruimte

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

Begin van de autosnelweg

100

O

O

100

80

80

image

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Bebouwde kom

image

Snelheidslimiet zoals aangegeven (50 km/u)

50

50

50

50

50

50

image

Snelheidslimiet zoals aangegeven (65 km/u)

65

65

65

65

65

65

image

image

image

80

80

80

80

64

64

14. LETLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

20

20

20

20

20

20

image

standaard

30

30

30

30

30

30

image

standaard

40

40

40

40

40

40

image

Begin van expliciete limiet 50 km/u

50

50

50

50

50

50

image

standaard

60

60

60

60

60

60

image

standaard

70

70

70

70

70

70

image

standaard

80

80

80

80

80

80

image

standaard

90

90

90

90

O

O

image

standaard

100

O

O

100

O

O

image

Variabele informatieborden

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

Expliciete limiet 50 km/u einde

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Einde van alle snelheidsbeperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

Begin 30 km/u-zone

Expliciet

30

30

30

30

30

30

image

Einde 30 km/u-zone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

image

Begin 50 km/u-zone

Expliciet

50

50

50

50

50

50

image

Einde 50 km/u-zone

Expliciet

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Begin woongebied

20

20

20

20

20

20

image

Einde woongebied

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

Geen

Autoweg

image

Begin autoweg

Van 1 maart tot 1 december

90

90

90

90

O

O

image

Begin autoweg

Van 1 december tot 1 maart

110

O

O

110

O

O

image

Einde autoweg

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

image

Binnenrijden bebouwde kom

50

50

50

50

50

50

image

image

Buitenrijden bebouwde kom

90

90

90

90

80

> 7,5 t 7,5 t

80

O

(90 )

≤ 7,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt op onverharde wegen en grindwegen indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem kan vaststellen of een aanhangwagen aan het voertuig is gekoppeld.

80

80

80

80

80

≤ 7,5 t

15. LITOUWEN



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

329

50

50

50

50

50

50

image

329

70

70

70

70

70

70

image

329

90

90

90

90

O

O

image

329

120

O

O

120

O

O

image

329

130

O

O

130

O

O

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

330

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

336

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

336

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

542

40

40

40

40

40

40

image

545

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

552

20

20

20

20

20

20

image

553

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

501

Van 1 april tot 1 november

130

O

O

130

O

O

image

501

Van 1 november tot 1 april

110

O

O

110

O

O

image

502

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

555

Van 1 april tot 1 november

120

90

90

120

O

O

image

555

Van 1 november tot 1 april

110

90

90

110

O

O

image

556

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

550

50

50

50

50

50

50

image

551

90

90

90

90

O

(90 )

O

(90 )

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 70 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt op onverharde wegen en grindwegen indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

70

70

70

70

70

70

16. LUXEMBURG



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C,14

20

20

20

20

20

20

image

C,14

50

50

50

50

50

50

image

C,14

70

70

70

70

70

70

image

C,14

maximumsnelheid in tunnels

90

90

90

90

O

O

image

C,14

(en maximumsnelheid op autosnelwegen bij regen, sneeuw enz.)

110

O

≤ 7,5 t

O

≤ 7,5 t

110

O

O

90

> 7,5 t

90

> 7,5 t

image

C,14

130

O

≤ 7,5 t

O

≤ 7,5 t

130

O

O

90

> 7,5 t

90

> 7,5 t

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

C,17b

Einde expliciete snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

C,17a

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

H,1

30

30

30

30

30

30

image

H,2

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

E,25a

20

20

20

20

20

20

image

E,25b

N

N

N

N

N

N

image

E,26a

20

20

20

20

20

20

image

E,26b

N

N

N

N

N

N

image

E,18a

30

30

30

30

30

30

image

E,18b

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

E,15

130

90

90

130

O

O

image

E,16

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

E,17

90

90

≤ 7,5 t

90

≤ 7,5 t

90

90

≤ 7,5 t

90

≤ 7,5 t

75

> 7,5 t

75

> 7,5 t

75

> 7,5 t

75

> 7,5 t

image

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

E,9a

50

50

50

50

50

50

image

E,9b

90

75

75

90

75

75

Catalogus van verkeersborden — Deel 3

17. HONGARIJE



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

30. ábra

5

5

5

5

5

5

image

30. ábra

10

10

10

10

10

10

image

30. ábra

20

20

20

20

20

20

image

30. ábra

30

30

30

30

30

30

image

30. ábra

40

40

40

40

40

40

image

30. ábra

50

50

50

50

50

50

image

30. ábra

60

60

60

60

60

60

image

30. ábra

70

70

70

70

70

70

image

30. ábra

80

80

≤ 3,5 t

70

80

70

70

70

> 3,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 > 3,5 t, M3, N2 en N3.

80

> 3,5 t

80

80

80

image

30. ábra

90

90

≤ 3,5 t

70

80

70

70

70

> 3,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 > 3,5 t, M3, N2 en N3.

80

> 3,5 t

80

80

80

image

30. ábra

100

100

≤ 3,5 t

70

100

70

70

70

> 3,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 > 3,5 t, M3, N2 en N3.

80

> 3,5 t

80

80

80

image

30. ábra

110

110

≤ 3,5 t

70

110

70

70

70

> 3,5 t

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u wordt op autosnelwegen gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 > 3,5 t, M3, N2 en N3.

80

> 3,5 t

80

80

80

image

30. ábra

120

120

≤ 3,5 t

80

120

80

80

80

> 3,5 t

image

30. ábra

130

130

≤ 3,5 t

80

130

80

80

80

> 3,5 t

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

image

56. ábra

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

59. ábra

N

N

N

N

N

N

image

26. § (6)

84. ábra

97. ábra

N

N

N

N

N

N

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 30 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor stedelijke gebieden worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik kan bepalen.

30

30

30

30

30

30

Numerieke zones

image

53/a. ábra

20

20

20

20

20

20

image

53/b. ábra

N

N

N

N

N

N

image

53/a. ábra

30

30

30

30

30

30

image

53/b. ábra

N

N

N

N

N

N

image

53/a. ábra

40

40

40

40

40

40

image

53/b. ábra

N

N

N

N

N

N

image

53/a. ábra

50

50

50

50

50

50

image

53/b. ábra

N

N

N

N

N

N

image

14. § (8)

Snelheidslimiet op alle wegen in de bebouwde kom

40

40

40

40

40

40

Verkeersluwe zone

image

122. ábra

20

20

20

20

20

20

image

123. ábra

N

N

N

N

N

N

image

26/j. ábra

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 10 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem snelheden onder 20 km/u kan verwerken

20

20

20

20

20

20

image

26/k. ábra

N

N

N

N

N

N

image

26/h. ábra

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 10 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem snelheden onder 20 km/u kan verwerken

20

20

20

20

20

20

image

26/i. ábra

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

1. ábra

130

80

80

130

80

80

image

2. ábra

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

3. ábra

110

70

70

110

70

70

image

4. ábra

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

image

image

131/a. ábra

131/b. ábra

131/c. ábra

50

50

50

50

50

50

image

image

image

132/a. ábra

132/b. ábra

132/c. ábra

90

70

70

90

70

70

18. MALTA



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

Figuur nr.: 23.1a. Snelheidslimiet

10

10

10

10

10

10

image

Figuur nr.: 23.1b. Snelheidslimiet

20

20

20

20

20

20

image

Figuur nr.: 23.1c. Snelheidslimiet

30

30

30

30

30

30

image

Figuur nr.: 23.1d. Snelheidslimiet

40

40

40

40

40

40

image

Figuur nr.: 23.1e. Snelheidslimiet

50

50

50

50

50

50

image

Figuur nr.: 23.1f. Snelheidslimiet

60

60

60

60

60

60

image

Figuur nr.: 23.1g. Snelheidslimiet

70

70

70

70

70

70

image

Figuur nr.: 23.1h. Snelheidslimiet

80

80

80

80

80

80

image

Variabele snelheidslimiet

10

10

10

10

10

10

image

Variabele snelheidslimiet

20

20

20

20

20

20

image

Variabele snelheidslimiet

30

30

30

30

30

30

image

Variabele snelheidslimiet

40

40

40

40

40

40

image

Variabele snelheidslimiet

50

50

50

50

50

50

image

Variabele snelheidslimiet

60

60

60

60

60

60

image

Variabele snelheidslimiet

70

70

70

70

70

70

image

Variabele snelheidslimiet

80

80

80

80

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

Figuur nr.: 23.2a. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2b. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2c. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2d. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2e. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2f. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2f. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

image

Figuur nr.: 23.2h. Einde van de snelheidslimiet.

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Figuur nr.: 23,3. De nationale snelheidslimiet is van toepassing.

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

Geen

Verkeersluwe zone

Geen

Autosnelweg

Geen

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

Geen

Catalogus van verkeersborden — Deel 4

19. NEDERLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

A01-015 (nieuw)

15

15

15

15

15

15

image

A01-015 (oud)

15

15

15

15

15

15

image

A01-020 (nieuw)

20

20

20

20

20

20

image

A01-020 (oud)

20

20

20

20

20

20

image

A01-030 (nieuw)

30

30

30

30

30

30

image

A01-030 (oud)

30

30

30

30

30

30

image

A01-050 (nieuw)

50

50

50

50

50

50

image

A01-050 (oud)

50

50

50

50

50

50

image

A01-060 (nieuw)

60

60

60

60

60

60

image

A01-060 (oud)

60

60

60

60

60

60

image

A01-70 (nieuw)

70

70

70

70

70

70

image

A01-70 (oud)

70

70

70

70

70

70

image

A01-080 (nieuw)

80

80

80

80

80

80

image

A01-080 (oud)

80

80

80

80

80

80

image

A01-090 (nieuw)

90

90

90

90

80

80

image

A01-090 (oud)

90

90

90

90

80

80

image

A01-100 (nieuw)

100

O

O

100

80

80

image

A01-100 (oud)

100

O

O

100

80

80

image

A01-100 met tijdsbeperking

130

O

O

130

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 100 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor M1 en N1 worden gebruikt indien het ISA-systeem het tijdstip van de dag en/of de regio van gebruik kan bepalen.

100

100

image

A01-100/120 met tijdsbeperking

120

O

O

120

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 100 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor M1 en N1 worden gebruikt indien het ISA-systeem het tijdstip van de dag en/of de regio van gebruik kan bepalen.

100

100

image

A01-120 (nieuw)

120

O

O

120

80

80

image

A01-120 (oud)

120

O

O

120

80

80

image

A01-120 met tijdsbeperking

130

O

O

130

80

80

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 120 km/u mag als waargenomen snelheidslimiet voor M1 en N1 worden gebruikt indien het ISA-systeem het tijdstip van de dag en/of de regio van gebruik kan bepalen.

120

120

image

A01-130 (nieuw)

130

O

O

130

80

80

image

A01-130 (oud)

130

O

O

130

80

80

image

A01-130 met tijdsbeperking

130

O

O

130

80

80

image

A03-03

30

30

30

30

30

30

image

A03-050

50

50

50

50

50

50

image

A03-070

70

70

70

70

70

70

image

A03-080

80

80

80

80

80

80

image

A03-090

90

90

90

90

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

A02-015

N

N

N

N

N

N

image

A02-030

N

N

N

N

N

N

image

A02-050

N

N

N

N

N

N

image

A02-060

N

N

N

N

N

N

image

A02-070

N

N

N

N

N

N

image

A02-080

N

N

N

N

N

N

image

A02-090

N

N

N

N

N

N

image

A02-100

N

N

N

N

N

N

image

A02-120

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

F08

N

N

N

N

N

N

image

ES03

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

A01-030zb

30

30

30

30

30

30

image

A02-030ze

Impliciet bord, alleen gebruikt in stedelijke gebieden.

N

N

N

N

N

N

image

A02-060zb

60

60

60

60

60

60

image

A02-060ze

Impliciet snelheidsbord afhankelijk van het gebied.

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

G05

15

15

15

15

15

15

image

G06

Impliciete snelheidsbord alleen in stedelijk gebied

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

G01

130

O

O

130

80

80

image

G02

Impliciete snelheid afhankelijk van het gebied (stedelijk = 50; niet-stedelijk gebied = 80)

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

G03

100

O

O

100

80

80

image

G04

Impliciete snelheid afhankelijk van het gebied (stedelijk = 50; niet-stedelijk = 80; autosnelweg = 130)

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

image

image

image

H01a

H01b

H01c

H01d

Grootte hangt af van het aantal letters

50

50

50

50

50

50

image

image

image

image

H02a

H02b

H02c

H02d

80

80

80

80

80

80

20. OOSTENRIJK



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

§52 10a

30

30

30

30

30

30

image

§52 10a

40

40

40

40

40

40

image

§52 10a

50

50

50

50

50

50

image

§52 10a

60

60

60

60

60

60

image

§52 10a

70

70

70

70

70

70

image

§52 10a

80

80

80

80

70

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor N2 en N3.

80

80

image

§52 10a

100

80

80

100

70

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 100 km/u (letter O) moet op snelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 en M3.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor N2 en N3.

O

O

80

80

image

§52 10a

110

O

O

110

80

80

image

§52 10a

120

O

O

120

80

80

image

§52 10a

130

O

O

130

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

image

§52 10b

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

§52 11 a

30

30

30

30

30

30

image

§52 11b

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

§52 9c

20

20

20

20

20

20

image

§52 9d

N

N

N

N

N

N

image

§ 53 Abs. 1 Z 9e

20

20

20

20

20

20

image

§ 53 Abs. 1 Z 9f

N

N

N

N

N

N

image

§ 53 Abs. 1 Z 9e

30

30

30

30

30

30

image

§ 53 Abs. 1 Z 9f

N

N

N

N

N

N

image

§ 53 Abs. 1 Z 26

30

30

30

30

30

30

image

§ 53 Abs. 1 Z 29

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

§53 8a

130

O

O

130

80

80

image

§52 8b

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

§53 8c

100

O

O

100

80

80

image

§52 8d

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

§52 17 a

50

50

50

50

50

50

image

§52 17b

100

80

80

100

70

70

70

Gelede bussen

70

Gelede bussen

21. POLEN



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

30

30

30

30

30

30

image

standaard

40

40

40

40

40

40

image

Begin expliciete limiet 50 km/u

50

50

50

50

50

50

image

standaard

60

60

60

60

60

60

image

standaard

70

70

70

70

70

70

image

standaard

80

70

70

80

70

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2, M3, N2 en N3.

80

80

80

80

image

standaard

90

70

70

90

70

70

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 90 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor M2 en M3.

Opmerking: de formele snelheidslimiet van 80 km/u moet op autosnelwegen worden gebruikt als de waargenomen snelheidslimiet voor N2 en N3.

90

90

80

80

image

standaard

100

O

O

100

80

80

image

standaard

110

O

O

110

80

80

image

standaard

120

O

O

120

80

80

image

standaard

130

O

O

130

80

80

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

Einde expliciete limiet 50 km/u

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

image

standaard

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

Begin expliciete zone 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

Einde expliciete zone 30 km/u

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Begin woongebied

20

20

20

20

20

20

image

Einde woongebied

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

Begin autosnelweg

140

O

O

140

80

80

image

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

Begin autoweg

120

O

O

120

80

80

image

Einde autoweg

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

Binnenrijden bebouwde kom

50

50

50

50

50

50

image

Buitenrijden bebouwde kom

90

70

70

90

70

70

22. PORTUGAL



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

standaard

30

30

30

30

30

30

image

standaard

40

40

40

40

40

40

image

standaard

50

50

50

50

50

50

image

standaard

60

60

60

60

60

60

image

standaard

70

70

70

70

70

70

image

standaard

80

80

80

80

80

80

image

R-301-100

100

90

80

80

80

80

image

R-301-120

120

O

90

90

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

image

C20b

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

C20a

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

G4a Begin expliciete zone 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

G10 Einde expliciete zone 30 km/u

N

N

N

N

N

N

image

G4 Begin expliciete zone 40 km/u

40

40

40

40

40

40

image

G8 Einde expliciete zone 40 km/u

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Begin woongebied/gedeelde ruimte

20

20

20

20

20

20

image

Einde woongebied/gedeelde ruimte

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

H24

120

O

O

120

O

O

image

H38

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

H25

100

90

90

100

80

80

image

H39

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

image

N1a

N1b

50

50

50

50

50

50

image

image

N2a

N2b

90

80

80

90

80

80

23. ROEMENIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C29

Begin expliciete limiet 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

C29

Begin expliciete limiet 40 km/u

40

40

40

40

40

40

image

C29

Begin expliciete limiet 50 km/u

50

50

50

50

50

50

image

C29

Begin expliciete limiet 60 km/u

60

60

60

60

60

60

image

C29

Begin expliciete limiet 70 km/u

70

70

70

70

70

70

image

C29

Begin expliciete limiet 80 km/u

80

80

80

80

80

80

image

C29

Begin expliciete limiet 90 km/u

90

90

90

90

O

O

image

C29

Begin expliciete limiet 100 km/u

100

O

O

100

O

O

image

C29

Begin expliciete limiet 110 km/u

110

O

O

110

O

O

image

C29

Begin expliciete limiet 130 km/u

130

O

O

130

O

O

image

U16

Snelheidslimiet van 40 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

40

40

40

40

40

40

image

U16

Snelheidslimiet van 50 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

50

50

50

50

50

50

image

U16

Snelheidslimiet van 60 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

60

60

60

60

60

60

image

U16

Snelheidslimiet van 70 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

70

70

70

70

70

70

image

U16

Snelheidslimiet van 80 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

80

80

80

80

80

80

image

U16

Snelheidslimiet van 90 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

90

90

90

90

O

O

image

U16

Snelheidslimiet van 100 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

100

O

O

100

O

O

image

U16

Snelheidslimiet van 110 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

110

O

O

110

O

O

image

U16

Snelheidslimiet van 120 km/u in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

120

O

O

120

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C36

Einde expliciete limiet 30 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 40 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 50 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 60 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 70 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 80 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 90 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 100 km/u

N

N

N

N

N

N

image

C36

Einde expliciete limiet 110 km/u

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

C35

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

image

U17

Einde van alle beperkingen in gebieden waar werkzaamheden worden uitgevoerd

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

Begin expliciete zone 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

Einde expliciete zone 30 km/u

N

N

N

N

N

N

image

G40

Expliciete snelheidslimiet 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

G41

Einde snelheidslimiet

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

Begin woongebied/gedeelde ruimte

20

20

20

20

20

20

image

Einde woongebied/gedeelde ruimte

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

130

O

O

130

O

O

image

N

N

N

N

N

N

Autoweg

Geen

Bebouwde kom

image

image

50

50

50

50

50

50

image

image

100

90

90

100

O

(90 )

O

(90 )

Opmerking: de formele snelheidslimieten van 80 en 90 km/u mogen als waargenomen snelheidslimiet worden gebruikt indien het ISA-systeem de regio van gebruik en het wegtype kan bepalen.

90

80

80

90

80

80

Catalogus van verkeersborden — Deel 5

24. SLOVENIË



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

2232-2

20

20

20

20

20

20

image

2232-3

30

30

30

30

30

30

image

2232-4

40

40

40

40

40

40

image

2232-5

50

50

50

50

50

50

image

2232-6

60

60

60

60

60

60

image

2232-7

70

70

70

70

70

70

image

2232-8

80

80

80

80

80

80

image

2232-9

90

90

90

90

O

O

image

2232-10

100

O

O

100

O

O

image

2232-11

110

O

O

110

O

O

image

2232

130

O

O

130

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

2233-2

N

N

N

N

N

N

image

2233-3

N

N

N

N

N

N

image

2233-4

N

N

N

N

N

N

image

2233-5

N

N

N

N

N

N

image

2233-6

N

N

N

N

N

N

image

2233-7

N

N

N

N

N

N

image

2233-8

N

N

N

N

N

N

image

2233-9

N

N

N

N

N

N

image

2233-10

N

N

N

N

N

N

image

2233

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

2238

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

2421

30

30

30

30

30

30

image

2422

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

2427

30

30

30

30

30

30

image

2428

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

2401

130

O

O

130

O

O

image

2402

N

N

N

N

N

N

image

2403

130

O

O

130

O

O

image

2404

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

2405

110

80

80

110

80

80

image

2406

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

2434

50

50

50

50

50

50

image

2435

90

80

80

90

80

80

25. SLOWAKIJE



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

253-20

20

20

20

20

20

20

image

253-30

30

30

30

30

30

30

image

253-40

40

40

40

40

40

40

image

253-50

50

50

50

50

50

50

image

253-60

60

60

60

60

60

60

image

253-70

70

70

70

70

70

70

image

253-80

80

80

80

80

80

80

image

253-90

90

90

90

90

O

O

image

253-100

100

O

O

100

O

O

image

253-110

110

O

O

110

O

O

image

253-120

120

O

O

120

O

O

image

253-130

130

O

O

130

O

O

image

253-140

140

O

O

140

O

O

image

Variabele verkeersinformatieuitrusting voor begin expliciete limiet

V

V

V

V

V

V

image

Variabele verkeersinformatieuitrusting voor begin expliciete limiet

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

253-20

N

N

N

N

N

N

image

253-30

N

N

N

N

N

N

image

263-40

N

N

N

N

N

N

image

253-50

N

N

N

N

N

N

image

253-60

N

N

N

N

N

N

image

263-70

N

N

N

N

N

N

image

253-80

N

N

N

N

N

N

image

263-90

N

N

N

N

N

N

image

263-100

N

N

N

N

N

N

image

263-110

N

N

N

N

N

N

image

263-120

N

N

N

N

N

N

image

263-130

N

N

N

N

N

N

image

263-140

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

267

Einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

image

Variabele verkeersinformatieuitrusting voor het einde van alle beperkingen

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

268-20

Begin expliciete zone 20 km/u

20

20

20

20

20

20

image

269-20

Einde expliciete zone 20 km/u

N

N

N

N

N

N

image

268-30

Begin expliciete zone 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

Begin expliciete zone 30 km/u

30

30

30

30

30

30

image

269-30

Einde expliciete zone 30 km/u

N

N

N

N

N

N

image

Einde expliciete zone 30 km/u

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

315

Begin woongebied

20

20

20

20

20

20

image

316

Einde woongebied

N

N

N

N

N

N

image

Begin woongebied

20

20

20

20

20

20

image

Einde woongebied

N

N

N

N

N

N

image

319

Begin schoolzone

20

20

20

20

20

20

image

320

Einde schoolzone

N

N

N

N

N

N

image

Begin schoolzone

20

20

20

20

20

20

image

Einde schoolzone

N

N

N

N

N

N

image

317

Begin voetgangerszone

20

20

20

20

20

20

image

318

Einde voetgangerszone

N

N

N

N

N

N

image

Begin voetgangerszone

20

20

20

20

20

20

image

Einde voetgangerszone

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

309

Begin autosnelweg

130

O

O

130

O

O

image

Begin autosnelweg

130

O

O

130

O

O

image

310

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

image

Einde autosnelweg

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

image

image

image

image

305

Binnenrijden bebouwde kom

50

50

50

50

50

50

image

image

image

image

image

306

Buitenrijden bebouwde kom

90

90

90

90

O

(90 )

O

(90 )

26. FINLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C32_2 (snelheidslimiet)

20

20

20

20

20

20

image

C32_3 (snelheidslimiet)

30

30

30

30

30

30

image

C32_4 (snelheidslimiet)

40

40

40

40

40

40

image

C32_5 (snelheidslimiet)

50

50

50

50

50

50

image

C32 (snelheidslimiet)

60

60

60

60

60

60

image

C32_6 (snelheidslimiet)

70

70

70

70

70

70

image

C32_7 (snelheidslimiet)

80

80

80

80

80

80

image

C32_8 (snelheidslimiet)

100

O

O

100

O

O

image

C32_9 (snelheidslimiet)

120

O

O

120

O

O

image

variabele snelheidslimiet (C 32_x)

Opmerking: de cijfers kunnen geel of wit zijn.

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

C33_2 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C33_3 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C33 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C33_4 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C33_5 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C33_6 (einde snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

Geen

Numerieke zones

image

C34_2 (zone snelheidslimiet)

30

30

30

30

30

30

image

C35_2 (einde zone snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C34 (zone snelheidslimiet)

40

40

40

40

40

40

image

C35 (einde zone snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

image

C34_3 (zone snelheidslimiet)

50

50

50

50

50

50

image

C35_3 (einde zone snelheidslimiet)

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

E24 (begin woongebied)

20

20

20

20

20

20

image

E25 (einde woongebied)

N

N

N

N

N

N

image

E26 (voetgangersstraat)

20

20

20

20

20

20

image

E27 (einde voetgangersstraat)

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

E15 (autosnelweg)

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

E16 (einde autosnelweg)

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Autoweg

image

E17 (tweebaans autoweg)

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

E18 (einde tweebaans autoweg)

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Bebouwde kom

image

E22 (stedelijk gebied)

50

50

50

50

50

50

image

E23 (einde stedelijk gebied)

Opmerking: dit is een impliciet snelheidsbord en de nationale snelheidslimiet voor alle andere niet-stedelijke wegtypen, autowegen en autosnelwegen.

80

80

80

80

80

80

27. ZWEDEN



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

C31-3

30

30

30

30

30

30

image

C31-4

40

40

40

40

40

40

image

C31-5

50

50

50

50

50

50

image

C31-6

60

60

60

60

60

60

image

C31 (C31-7)

70

70

70

70

70

70

image

C31-8

80

80

80

80

80

80

image

C31-9

90

90

90

90

80

80

image

C31-10

100

O

O

Klasse III, B

100

80

80

90

Klasse I, II, A

image

C31-11

110

O

O

Klasse III, B

110

80

80

90

Klasse I, II, A

image

C31-12

120

O

O

Klasse III, B

120

80

80

90

Klasse I, II, A

image

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

Geen

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

Geen

Numerieke zones

Geen

Verkeersluwe zone

image

E9 Begin woongebied

Opmerking: de formele snelheidslimiet “loopsnelheid” wordt niet gekwantificeerd

5

5

5

5

5

5

image

E10 Einde woongebied

Opmerking: de toepasselijke snelheidslimiet buiten de verkeersluwe zone wordt altijd aangegeven met een expliciet numeriek snelheidsbord

Autosnelweg

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Autoweg

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Bebouwde kom

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

28. NOORWEGEN



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

§ 8 - 362

30

30

30

30

30

30

image

40

40

40

40

40

40

image

50

50

50

50

50

50

image

60

60

60

60

60

60

image

70

70

70

70

70

70

image

80

80

80

80

80

80

image

90

90

≤ 3,5 t

90

Klasse III, B

90

O

O

80

> 3,5 t

80

Klasse II

70

Klasse I, A

image

100

O

≤ 3,5 t

O

Klasse III, B

100

O

O

80

> 3,5 t

80

Klasse II

70

Klasse I, A

image

110

O

≤ 3,5 t

O

Klasse III, B

110

O

O

80

> 3,5 t

80

Klasse II

70

Klasse I, A

image

Variabele snelheidsborden

V

V

V

V

V

V

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

§ 8 - 364

N

N

N

N

N

N

image

N

N

N

N

N

N

image

N

N

N

N

N

N

image

N

N

N

N

N

N

image

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

Geen

Numerieke zones

image

§ 8 - 366

30

30

30

30

30

30

image

§ 8 - 368

50

50

50

50

50

50

Verkeersluwe zone

image

§ 12 – 540

Opmerking: de formele snelheidslimiet “loopsnelheid” wordt niet gekwantificeerd

5

5

5

5

5

5

image

§ 12 - 542

50

50

50

50

50

50

image

§ 12 – 548

Opmerking: de formele snelheidslimiet “loopsnelheid” wordt niet gekwantificeerd

5

5

5

5

5

5

image

§ 12 - 550

50

50

50

50

50

50

Autosnelweg

image

§ 12 – 502

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

§ 12 – 504

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Autoweg

image

§ 12 – 503

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

§ 12 – 505

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

Bebouwde kom

Geen

29. ZWITSERLAND



BORD

ANDERE RELEVANTE INFORMATIE

VERWACHTE FEEDBACK VAN HET SYSTEEM IN KM/U

M1

M2

M3

N1

N2

N3

Expliciete numerieke snelheidsborden

image

2.30 SSV

10

10

10

10

10

10

image

2.30 SSV

20

20

20

20

20

20

image

2.30 SSV

30

30

30

30

30

30

image

2.30 SSV

40

40

40

40

40

40

image

2.30 SSV

50

50

50

50

50

50

image

2.30 SSV

60

60

60

60

60

60

image

2.30 SSV

70

70

70

70

70

70

image

2.30 SSV

80

80

80

80

80

80

image

2.30 SSV

90

90

90

90

O

O

image

2.30 SSV

100

O

O

100

O

O

image

2.30 SSV

110

O

O

110

O

O

Impliciete numerieke snelheidsborden

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.53 SSV

N

N

N

N

N

N

Impliciete niet-numerieke snelheidsborden

image

2.58 SSV

N

N

N

N

N

N

Numerieke zones

image

2.59.1 SSV

30

30

30

30

30

30

image

2.59.2 SSV

N

N

N

N

N

N

image

2.59.1 SSV

30

30

30

30

30

30

image

2.59.2 SSV

N

N

N

N

N

N

Verkeersluwe zone

image

2.59.5

20

20

20

20

20

20

image

2.59.6

N

N

N

N

N

N

image

2.59.5

20

20

20

20

20

20

image

2.59.6

N

N

N

N

N

N

Autosnelweg

image

4.01 SSV

120

O

O

120

80

80

image

4.02 SSV

N

N

N

N

N

N

Autoweg

image

4.03 SSV

100

O

O

100

80

80

image

4.04 SSV

N

N

N

N

N

N

Bebouwde kom

image

4.27 SSV

op hoofdwegen

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

4.28 SSV

op hoofdwegen

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

4.29 SSV

op secundaire wegen

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

4.30 SSV

op secundaire wegen

Opmerking: dit is geen impliciet snelheidsbord

image

2.30.1 SSV

Snelheidslimieten in plaatsen (bebouwde gebieden)

50

50

50

50

50

50

image

2.53.1 SSV

80

80

80

80

80

80

image

2.30.1 SSV

Snelheidslimieten in plaatsen (bebouwde gebieden)

50

50

50

50

50

50

image

2.53.1 SSV

80

80

80

80

80

80

image

2.30.1 SSV

Snelheidslimieten in plaatsen (bebouwde gebieden)

50

50

50

50

50

50

image

2.53.1 SSV

80

80

80

80

80

80




BIJLAGE III

Wijziging van Verordening (EU) 2019/2144

In bijlage II bij Verordening (EU) 2019/2144 wordt de rij voor voorschrift D8 vervangen door:



“D8 Intelligente snelheidsondersteuning

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 (*1) van de Commissie

B

B

B

B

B

B

B

(*1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1958 van de Commissie van 23 juni 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2144 van het Europees Parlement en de Raad met uitvoeringsbepalingen voor de specifieke testprocedures en technische voorschriften voor de typegoedkeuring van motorvoertuigen wat de systemen voor intelligente snelheidsondersteuning betreft en voor de typegoedkeuring van die systemen als technische eenheden en tot wijziging van bijlage II bij die verordening (PB L 409 van 17.11.2021, blz. 1)”.



(1) Reglement nr. 39 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat de snelheidsmeter en de kilometerteller en de installatie ervan betreft.

(2) Richtlijn 2014/45/EU van het Europees Parlement en de Raad van 3 april 2014 betreffende de periodieke technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens en tot intrekking van Richtlijn 2009/40/EG (PB L 127 van 29.4.2014, blz. 51).

(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/621 van de Commissie van 17 april 2019 inzake de technische informatie die nodig is voor de technische controle van de te controleren punten, het gebruik van de aanbevolen controlemethoden, en de vaststelling van gedetailleerde regels inzake het gegevensformaat en de procedures om toegang te krijgen tot de relevante technische informatie (PB L 108 van 23.4.2019, blz. 5).

(4) Verordening (EU) nr. 165/2014 van het Europees Parlement en van de Raad van 4 februari 2014 betreffende tachografen in het wegvervoer, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad betreffende het controleapparaat in het wegvervoer en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer (PB L 60 van 28.2.2014, blz. 1).

(5) Reglement nr. 46 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voorzieningen voor indirect zicht en van motorvoertuigen wat de installatie van die voorzieningen betreft.