Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2064 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van een de-minimisvrijstelling van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen in de Adriatische Zee en in het zuidoostelijke deel van de Middellandse Zee

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2064 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de vaststelling van een de-minimisvrijstelling van de aanlandingsverplichting voor bepaalde demersale visserijen in de Adriatische Zee en in het zuidoostelijke deel van de Middellandse Zee

Artikel 1 Uitvoering van de aanlandingsverplichting

De aanlandingsverplichting van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is in de Uniewateren van de Adriatische Zee en het zuidoostelijke deel van de Middellandse Zee overeenkomstig de onderhavige verordening van toepassing op demersale visserijen.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. “geografische deelgebieden van de GFCM”: geografische deelgebieden van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (General Fisheries Commission for the Mediterranean — GFCM) zoals afgebakend in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad(1);

  2. “Adriatische Zee”: de geografische deelgebieden 17 en 18 van de GFCM;

  3. “zuidoostelijk deel van de Middellandse Zee”: de geografische deelgebieden 14, 15, 16, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26 en 27 van de GFCM.

Artikel 3 De-minimisvrijstelling

1.

In afwijking van artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 mogen de volgende hoeveelheden van soorten op grond van artikel 15, lid 4, punt c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden teruggegooid:

  1. in de Adriatische Zee:

    1. voor heek (Merluccius merluccius) en voor zeebarbelen (Mullus spp.) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    2. voor heek (Merluccius merluccius) en voor zeebarbelen (Mullus spp.) voor 2022 en 2023 tot 1 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die kieuwnetten en schakelnetten (GNS, GN, GND, GNC, GTN, GTR, GEN) gebruiken;

    3. voor heek (Merluccius merluccius) en voor zeebarbelen (Mullus spp.) voor 2022 en 2023 tot 1 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die de rapido (TBB) gebruiken;

    4. voor tong (Solea solea) voor 2022 en 2023 tot 3 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    5. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), goudbrasem (Sparus aurata) en roze diepzeegarnaal (Parapenaeus longirostris) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    6. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), tong (Solea solea) en goudbrasem (Sparus aurata) voor 2022 en 2023 tot 3 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die kieuwnetten en schakelnetten (GNS, GN, GND, GNC, GTN, GTR, GEN) gebruiken;

    7. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), tong (Solea solea) en goudbrasem (Sparus aurata) voor 2022 en 2023 tot 1 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die haken en lijnen (LHP, LHM, LLS, LLD, LL, LTL, LX) gebruiken;

    8. voor ansjovis (Engraulis encrasicolus), sardine (Sardina pilchardus), makreel (Scomber spp.) en horsmakreel (Trachurus spp.) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse bijvangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken.

  2. in het zuidoostelijke deel van de Middellandse Zee:

    1. voor heek (Merluccius merluccius) en voor zeebarbelen (Mullus spp.) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    2. voor heek (Merluccius merluccius) en voor zeebarbelen (Mullus spp.) voor 2022 en 2023 tot 1 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die kieuwnetten en schakelnetten (GNS, GN, GND, GNC, GTN, GTR, GEN) gebruiken;

    3. voor roze diepzeegarnaal (Parapenaeus longirostris) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    4. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), goudbrasem (Sparus aurata), langoustines (Nephrops norvegicus) en tong (Solea solea) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken;

    5. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), goudbrasem (Sparus aurata), tong (Solea solea), zeekreeft (Homarus gammarus) en langoesten (Palinuridae) voor 2022 en 2023 tot 3 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die kieuwnetten en schakelnetten (GNS, GN, GND, GNC, GTN, GTR, GEN) gebruiken. Indien de aanlandingen van die soorten minder dan 25 % van de totale aanlandingen door de visserijen bedragen, mogen de terug te gooien hoeveelheden voor 2022 en 2023 ten hoogste 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten bedragen;

    6. voor zeebaars (Dicentrarchus labrax), goudgestreepte zeebrasem (Diplodus annularis), spitse ringbrasem (Diplodus puntazzo), witte zeebrasem (Diplodus sargus), zwartkopzeebrasem (Diplodus vulgaris), tandbaarzen (Epinephelus spp.), zandsteenbaars (Lithognathus mormyrus), rode zeebrasem (Pagellus bogaraveo), Spaanse zeebrasem (Pagellus acarne), zeebrasem (Pagellus erythrinus), gewone zeebrasem (Pagrus pagrus), wrakbaars (Polyprion americanus), heek (Merluccius merluccius) en goudbrasem (Sparus aurata) voor 2022 en 2023 tot 1 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten door vaartuigen die haken en lijnen (LHP, LHM, LLS, LLD, LL, LTL, LX) gebruiken. Indien de aanlandingen van die soorten minder dan 25 % van de totale aanlandingen door de visserijen bedragen, mogen de terug te gooien hoeveelheden ten hoogste 3 % van de totale jaarlijkse vangsten van die soorten bedragen;

    7. voor ansjovis (Engraulis encrasicolus), sardine (Sardina pilchardus), makreel (Scomber spp.) en horsmakreel (Trachurus spp.) voor 2022 en 2023 tot 5 % van de totale jaarlijkse bijvangsten van die soorten door vaartuigen die bodemtrawls gebruiken.

2.

Uiterlijk op 1 mei 2022 en 1 mei 2023 dienen de lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserijen in de Adriatische Zee en het zuidoostelijke deel van de Middellandse Zee bij de Commissie aanvullende gegevens die berusten op de lopende projecten en studies, en alle overige relevante wetenschappelijke informatie in ter ondersteuning van de in punt a), viii), en punt b), vii), van lid 1 bedoelde vrijstelling. Het WTECV beoordeelt die gegevens en informatie uiterlijk in juli 2023.

Artikel 4 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.