Home

Besluit (GBVB) 2022/667 van de Raad van 21 april 2022 betreffende een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie in het kader van de Europese Vredesfaciliteit voor de periode 2022-2024

Besluit (GBVB) 2022/667 van de Raad van 21 april 2022 betreffende een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie in het kader van de Europese Vredesfaciliteit voor de periode 2022-2024

Artikel 1 Instelling, doelstellingen, reikwijdte en duur

1.

Bij dit besluit wordt een steunmaatregel in de vorm van een algemeen steunprogramma voor de Afrikaanse Unie (AU) ingesteld die wordt gefinancierd in het kader van de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility — EPF) (de “steunmaatregel”). De steunmaatregel financiert acties die uiterlijk op 31 december 2024 door het Politiek en Veiligheidscomité (PVC) zijn goedgekeurd.

2.

De steunmaatregel heeft tot algemene doelstelling de incidentie, de duur en de intensiteit van gewelddadige conflicten in Afrika terug te dringen en de rol van de AU op het gebied van vrede en veiligheid op het Afrikaanse continent te versterken. De specifieke doelstelling van de steunmaatregel is het verbeteren van conflictbeheer door de inzet van militaire componenten van vredesondersteunende operaties door de Commissie van de AU en Afrikaanse regionale organisaties.

3.

Om de in lid 2 van dit artikel genoemde doelstellingen te bereiken, financiert de steunmaatregel de militaire aspecten van door Afrika geleide vredesoperaties waarvoor de Raad voor Vrede en Veiligheid van de AU een mandaat of toestemming heeft gegeven, waaronder, maar niet uitsluitend, de volgende acties:

  1. dekking van personeelskosten (ter indicatie: 40 % van het totale financiële referentiebedrag), zoals dagvergoedingen en vergoedingen voor militair personeel, vergoedingen voor dienstreizen voor militaire officieren die bij het hoofdkwartier van de missie werkzaam zijn, evacuatie van slachtoffers, vergoeding bij overlijden en invaliditeit, rantsoenen, vervoers- en reiskosten, en opleiding van militair personeel;

  2. levering en modernisering van uitrusting en levering van diensten (ter indicatie: 35 % van het totale financiële referentiebedrag), zoals uitrusting van individuele soldaten, medische verbruiksgoederen, voertuigen, brandstof en voertuigonderhoud, communicatieapparatuur en -diensten, IT-technologie en -diensten, infrastructuur en diensten voor commando en controle, en andere uitrusting, met uitzondering van uitrusting en platforms als bedoeld in artikel 5, lid 3, van Besluit (GBVB) 2021/509;

  3. uitvoering van werkzaamheden (ter indicatie: 25 % van het totale financiële referentiebedrag), zoals de bouw en renovatie van militaire behuizing, opleidingsfaciliteiten en medische voorzieningen.

4.

De looptijd van de steunmaatregel bedraagt 72 maanden vanaf 1 januari 2022.

Artikel 2 Goedkeuring van steun voor acties in het kader van de steunmaatregel

1.

Overeenkomstig artikel 59, lid 7, van Besluit (GBVB) 2021/509 wordt steun voor een actie uit hoofde van de steunmaatregel voorafgegaan door een verzoek van de Commissie van de AU als de begunstigde van de steunmaatregel (de “begunstigde”).

2.

Naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in lid 1 van dit artikel legt de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”), na raadpleging van de krachtens Besluit (GBVB) 2021/509 aangestelde beheerder voor steunmaatregelen (de “beheerder voor steunmaatregelen”), wat de financiële uitvoering betreft, een aanbeveling tot onderzoek en goedkeuring voor aan het PVC, waarin het volgende wordt vermeld: de voorgestelde steun, inclusief de begroting, de entiteit of entiteiten die uit de in artikel 5, lid 2, van dit besluit genoemde entiteiten zijn geselecteerd voor de uitvoering van de voorgestelde steun, en overwegingen in verband met conflictsensitiviteit en risicoanalyses, alsmede maatregelen voor monitoring en controle als bedoeld in artikel 6, zoals vereist.

Artikel 3 Financiële regelingen

1.

Het financiële referentiebedrag dat de uitgaven in verband met de steunmaatregel moet dekken, bedraagt 600 000 000 EUR.

2.

De uitgaven worden beheerd overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 en de voorschriften voor de uitvoering van de in het kader van de EPF gefinancierde ontvangsten en uitgaven.

Artikel 4 Regelingen met de begunstigde

1.

De hoge vertegenwoordiger treft de nodige regelingen met de begunstigde om ervoor te zorgen dat deze de in dit besluit en de door het PVC in de context van de goedkeuring van de steun voor acties uit hoofde van de steunmaatregel vastgestelde vereisten en voorwaarden naleeft; dit is een voorwaarde voor het verlenen van steun in het kader van de steunmaatregel.

2.

De in lid 1 bedoelde regelingen omvatten bepalingen die de begunstigde ertoe verplichten:

  1. het toepasselijke internationale recht na te leven, met name de internationale mensenrechten en het internationaal humanitair recht;

  2. de in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa goed en efficiënt te benutten voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt;

  3. de in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa adequaat te onderhouden opdat deze gedurende hun gehele levensduur bruikbaar en operationeel beschikbaar blijven;

  4. ervoor te zorgen dat de in het kader van de steunmaatregel verstrekte activa aan het einde van hun levenscyclus niet verloren gaan of zonder toestemming van het bij Besluit (GBVB) 2021/509 ingestelde comité van de faciliteit worden overgedragen aan andere personen of entiteiten dan die welke in die regelingen zijn vermeld.

3.

De in lid 1 bedoelde regelingen bevatten ook bepalingen inzake opschorting en beëindiging van de steun in het kader van de steunmaatregel indien blijkt dat de begunstigde niet aan de in lid 2 bedoelde verplichtingen voldoet.

Artikel 5 Uitvoering

1.

De hoge vertegenwoordiger is verantwoordelijk voor het waarborgen van de uitvoering van dit besluit overeenkomstig Besluit (GBVB) 2021/509 en overeenkomstig de voorschriften voor de uitvoering van de ontvangsten en uitgaven die in het kader van de EPF worden gefinancierd, in overeenstemming met het geïntegreerd methodologisch kader voor de beoordeling en vaststelling van de vereiste maatregelen en controles voor steunmaatregelen in het kader van de EPF.

2.

De acties in het kader van de steunmaatregel als bedoeld in artikel 2 kunnen geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd door een van de volgende entiteiten als uitvoerende actoren, of door middel van subsidies die zonder oproep tot het indienen van voorstellen kunnen worden toegekend:

  1. de Commissie van de AU;

  2. de Unie van de Arabische Maghreb;

  3. de Gemeenschap van Sahel-Sahara-staten;

  4. de Gemeenschappelijke Markt voor oostelijk en zuidelijk Afrika;

  5. de Oost-Afrikaanse Gemeenschap;

  6. de Oost-Afrikaanse Stand-bytroepenmacht;

  7. de Economische Gemeenschap van Centraal-Afrikaanse Staten;

  8. de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten;

  9. de Intergouvernementele Ontwikkelingsautoriteit;

  10. de regionale capaciteit van Noord-Afrika;

  11. de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika;

  12. de G5-Sahel;

  13. de Commissie van het Tsjaadmeerbekken;

  14. het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties (VN) voor de mensenrechten;

  15. het secretariaat van de VN;

  16. het Bureau van de VN voor projectdiensten;

  17. het Ondersteuningsbureau van de VN in Somalië;

  18. de in de bijlage genoemde ministeries of overheidsdiensten van de lidstaten, of andere nationale publiekrechtelijke instellingen en instanties, of privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voor zover deze zijn voorzien van voldoende financiële garanties;

  19. entiteiten zonder winstoogmerk als vermeld in de bijlage.

3.

De beheerder voor steunmaatregelen bevestigt dat een specifieke entiteit de capaciteit heeft om een actie of een deel daarvan uit te voeren voordat het PVC de steun voor de actie goedkeurt.

Artikel 6 Monitoring, evaluatie en controle

Artikel 7 Verslaglegging

Artikel 8 Opschorting en beëindiging

Artikel 9 Samenhang van het optreden van de Unie

Artikel 10 Inwerkingtreding

BIJLAGE